Klimaatrechtvaardigheid: Betaalbaarheid van de Energietransitie

In de aanloop naar de Tweede Kamer Verkiezingen die plaatsvinden op 17 maart 2021 gaan we 3 online dialogen houden met als motto ‘Duurzaam Doorpakken’. Doel is de SDGs te concretiseren gericht op thema’s die in de verkiezingscampagne actueel zijn: ‘Klimaatrechtvaardigheid – Betaalbare Energietransitie’, ‘Duurzaam Landgebruik en Biodiversiteit’ en ‘Migratie en Vluchtelingen’. In een vierde bijeenkomst – een Roundtable – die ná de verkiezingen plaatsvindt zullen we terugkijken en een gezamenlijke (re)actie bepalen. Een actie waarmee we gezamenlijk naar buiten willen treden en grotere groepen mensen in de samenleving bereiken.

 

Dinsdag 9 februari gaf Sietse Brouwer (Grootouders voor het klimaat) de aftrap voor de dialoog met een hartenkreet. Hij benadrukte dat voor verandering individuele verantwoordelijkheid belangrijk is, maar een sterke overheid ook. Volgens Sietse had vooral die overheid het laten afweten de afgelopen jaren. Zij hebben geen leiderschap getoond, maar zich laten leiden door opiniemakers. Daardoor heeft een actief klimaatbeleid niet de aandacht gekregen die het verdient. De overheid heeft op drie fronten gefaald, ten eerste in de voorlichting van haar burgers. De klimaatcrisis is geformuleerd als iets dat zij zullen oplossen. Maar het eerlijke verhaal, dat actie vereist is, bleef uit. Ten tweede, het industriebeleid dat zich onthoudt van actie. Terwijl omliggende landen een progressieve Co2-heffing voeren gebeurt er hier niks, met als reden dat het teveel banen zou kosten. De omliggende landen bewijzen dat dit een onjuiste aanname is, er zijn duizenden banen bij gekomen. Ten slotte, het landbouwbeleid dat voornamelijk verliezers kent. De Nederlandse landbouw stoot grote hoeveelheden methaan, ammoniak en fijnstof uit. Daartegenover staan flinterdunne winstmarges voor boeren. Dit kan beter met marktmeesters en een circulaire landbouw. Sietses aanklacht was duidelijk: Overheid doe iets!

Verkenner Marjolein Demmers (Natuur & Milieu) was iets positiever. Ondanks dat zij ook zag dat het misschien allemaal ‘too little, too late’ zou zijn, nam zij een verandering waar. De afgelopen vier jaar is er in Nederland meer gedaan op gebied van verduurzaming dan de 20 jaar ervoor. Het probleem wordt nu enigszins serieus genomen en er is actie. Deze verandering is mede mogelijk gemaakt door het klimaatakkoord dat de doelen op scherp heeft gesteld, maar ook het feedback systeem van de Aarde zelf. Twee derde van de natuurgebieden is in slechte staat door het stikstof probleem, de natuur laat haar alarmbellen rinkelen en laat ook zo weten dat het tijd is voor actie. We staan daar nu van aan het begin, maar meer actie van de overheid blijft nodig, want we zijn er nog lang niet.

Koen Eising (Alliander), de tweede verkenner, bracht een ander perspectief. Hij stelde dat overheden langzaam zijn en het tempo van het bedrijfsleven niet kunnen bijbenen. Toch is ook hij hoopvol, er is internationale druk op bedrijven om te verduurzamen en die drukt werkt. Koen benadrukte dat verduurzaming hand in hand moet gaan met sociaal beleid. Beloon niet de mensen die zich verduurzaming kunnen veroorloven met subsidies, maar laat niemand achter. Wanneer dat gebeurt kan beleid zorgen voor sociale cohesie in plaats van verdere polarisatie.

De deelnemers gingen met elkaar in gesprek, in kleine groepen. Twee groepen gingen in op de vraag welke moedige gesprekken er gevoerd moeten worden.

Een eerste gesprek daarvan is met onszelf en ons land. Consumenten en burgers zouden moeten bedenken hoe zij verder kunnen gaan dan de verduurzaming die de wet ons oplegt. Ook moeten we bedenken waar willen wij naartoe als Nederland, wat zijn de doelen? Om verandering teweeg te brengen is een gezamenlijk doel belangrijk. Vervolgens moeten we ook uitzoomen, wie draait er internationaal op voor de kosten, de armere landen of de rijkere? Een internationale aanpak is essentieel voor een gelijke verdeling van kosten. Maar ook moeten er gesprekken gevoerd worden op lokaal en persoonlijk niveau. Want kleine bedrijven en burgers missen vaak de middelen voor een transitie, er moet daarom gesproken worden over hun behoeftes. Daarnaast zijn de gesprekken nodig met de mensen die niet anti-klimaat zijn en niet diezelfde urgentie voelen of zich niet gehoord voelen in dit debat. Daarnaast zijn er gesprekken nodig tussen overheden en experts. Dat zijn experts op allerlei gebieden. Bijvoorbeeld boeren wanneer het gaat over biologisch boeren, jongeren wanneer het gaat over volgende generaties en bedrijven wanneer het gaat over duurzaam ondernemen. Tot slot moeten er gesprekken gevoerd worden tussen gelijke zoals biologische boeren met reguliere boeren voor best practices en kunnen zo beter duurzaamheid stimuleren.

Een andere groep besprak dilemma’s en tegenstrijdigheden. Zij vonden spanning tussen de korte en lange termijn visie. Overheden hebben een korte adem, terwijl de problematiek om een lange termijn-benadering vraagt, het moet maatschappelijk en politiek bevochten worden. Ook tussen de oude en nieuwe industrie is spanning. Transitie zal ook zorgen voor een verandering in het werkveld. Een transitie zal hoe dan ook winnaars en verliezers kennen en daarom is het essentieel om te kijken naar waarde creatie op ieder niveau. Wanneer transitie waarde heeft voor eenieder zal ook verandering makkelijker onderschreven worden.

In de derde groep werden de ideale vergezichten besproken. Zij pleitte voor een nieuw sociaal contract, een vergezicht waarin duurzaamheid en sociaal beleid samen kunnen gaan. Op die manier kan iedereen er zich voor in zetten. Wanneer iedereen zich betrokken voelt en de overkoepelende doelen onderschrijft zullen burgers hier ook naar handen in de beslissingen die zij nemen, bijvoorbeeld over waar zij hun geld aan uitgeven. Door grotere doelen die men persoonlijk voelt zullen strategieën succesvoller zijn en kan beleid werken. Overheden begrenzen de transitie dan ook niet en zorgen dat regelgeving niet tegenwerkt, maar juist faciliteert. Denk aan een voorbeeld als kweekvlees dat nu niet is toegestaan doordat het wettelijk niet veilig wordt geacht.

Tot slot spraken ‘verbinders’ Joris Overmeer en Laura Baas (Jongeren Klimaatbeweging, coördinatoren SDG Alliantie SDG 13 Klimaatactie). Zij gaven aan dat participatie en transparantie belangrijk zijn. Iedereen moet mee kunnen praten en aangeven wat zij belangrijk vinden. Een gesprek is nodig om te weten waar we heen willen en mensen daar ook bij te betrekken. Dit reikt verder dan de SDG’s, het narratief moet veranderen en mensen moeten het idee hebben dat zij er overdeel van zijn. Iedereen zou dan eigenaarschap hebben in dit verhaal en haar of zijn verantwoordelijkheid nemen.