Tag Archive for: Economische Groei

[NL] Interview Joël Voordewind: “SDGs vormen de spil van armoedebestrijding”

Op de SDG Impact Summit van 25 september waren verschillende Kamerleden aanwezig die SDGs hebben geadopteerd en in debat zijn gegaan met verschillende sprekers over deze SDGs. Een van deze Kamerleden is Joël Voordewind van de ChristenUnie. Hij adopteerde SDG 1: Armoede de wereld uit, en SDG 8: Economische groei. Stagiair Eveline Winkel en coördinator Sander van ´t Foort spraken hem hierover.

 

 

U heeft tijdens de SDG Impact Summit een minuut gehad om uit te leggen waarom u deze SDGs heeft geadopteerd. Kunt u nog iets uitgebreider vertellen waarom u juist voor SDG 1 hebt gekozen?

“SDG 1 is voor mij erg belangrijk, omdat er wereldwijd nog steeds teveel mensen onder de armoedegrens leven. In mijn werk zet ik me vaak in voor de situatie van vluchtelingen, met name kinderen van vluchtelingen en opvang in de regio. Dit heeft te maken met subdoel 1.5: opvang van de armen in kwetsbare situaties. Ik zal me blijven inzetten om de noodhulp te versterken in Nederland. We hebben als coalitie in het regeerakkoord geschreven dat we het succesvolle Nederlandse noodhulpcluster Dutch Relief Alliance willen voortzetten. Dit was een wens van de CU. Ngo’s komen bij kwetsbare vluchtelingen in afgelegen plekken waar de VN organisaties niet bij komen. Daarom redt het een meerwaarde naast de VN ook de Nederlandse Ngo’s in te zetten bij noodhulp. Als ik in Libanon, Turkije, Jordanië of Irak kom, merk ik dat de vluchtelingen vaak erg verspreid zijn, en juist kleine Ngo’s zijn vaak in staat om een veel groter deel van deze mensen te bereiken. Ik ga me de komende tijd inzetten om deze mensen, die moeilijk te bereiken zijn, te voorzien van de basisbehoeften die ze nodig hebben.”

“Subdoel 1.3 gaat ook over armoedebestrijding, via het opzetten van sociale zekerheid systemen. Daar hebben we in het verleden als ChristenUnie ook aandacht voor gevraagd via het Social Protection Programme in verschillende Afrikaanse landen. Dit loopt via UNICEF, dat zorgt voor een soort sociaal vangnet, met name voor de meest kwetsbaren. Dit zijn in Zuidelijk Afrika vaak kinderen die geen ouders meer hebben door Aids. Het Social Protection netwerk moet er uiteindelijk toe leiden dat landen zelf het sociale vangnet in stand kunnen houden. Dit is ook redelijk goed gelukt in bijvoorbeeld Mozambique. Hier worden ook de meest kwetsbaren in de wereld bereikt, de aidswezen.”

En waarom is SDG 8 belangrijk voor u?

“SDG 8 gaat over duurzame en inclusieve economische groei. Er zitten nog 68 miljoen kinderen wereldwijd in de kinderarbeid, waaronder een groot deel in zeer gevaarlijke omstandigheden, met name in Azië maar ook in Sub-Sahara Afrika. Ik heb me de afgelopen jaren als Kamerlid steeds proberen in te zetten om iets aan die kinderarbeid te doen, om kinderen van kinderarbeid naar school te leiden. Er is nu jaarlijks 10 miljoen vrijgemaakt in de begroting voor de bestrijding van kinderarbeid, bijvoorbeeld voor het creëren van kinderarbeidsvrije zones. Dat is een structureel bedrag dat jaarlijks gereserveerd wordt voor het leiden van kinderarbeid naar school.”

“Daarnaast hebben wij als ChristenUnie ons ook ingezet voor eerlijke handel, met name ook over het naleven van de ILO arbeidsvoorwaarden. Daar valt kinderarbeid onder, maar ook dwangarbeid. De ChristenUnie wil dat hier een wettelijke ondergrens voor komt, zodat bedrijven weten waar ze aan toe zijn en we dit ook als consument inzichtelijk hebben. Zodat we met een gewetensvolle overtuiging ook onze producten in het Westen kunnen kopen. Als de IMVO convenanten onvoldoende tot resultaat leiden binnen twee jaar dan moet er een wettelijke ondergrens komen, zo staat er nu ook in het regeerakkoord op verzoek van de CU.”

Wat moet er in Nederland nog gedaan worden om deze SDGs te realiseren?

“Ten eerste moet onderkend worden dat de SDGs de spil vormen voor armoedebestrijding. Wij zouden graag willen als ChristenUnie dat hier meer geld voor beschikbaar komt. Ten tweede pleiten wij er ook voor dat er budget komt voor noodhulp voor mensen in kwetsbare situaties. Dit budget zou weer moeten worden uitgebreid, zodat bijvoorbeeld voor vluchtelingen opvang in de regio kan worden verbeterd. In de opvanglanden kunnen vluchtelingen het vaak niet veroorloven om hun kinderen naar school te laten gaan, omdat ze moeten werken aan een inkomen voor het huishouden. Als wij serieus vinden dat opvang in de regio humaan moet gebeuren, en ook voor de lange termijn, dan moeten we ook bereid zijn om te investeren in de regio. Gelukkig wordt hier nu in het regeerakkoord extra geld voor uitgetrokken vooral om vluchtelingenkinderen naar school te laten gaan.”

Wat gaat u er zelf aan doen?

“Er is meer geld nodig en daarnaast een sterkere focus op de zwaksten in de wereld, met name vrouwen en kinderen. Ik vind het erg belangrijk om kinderarbeid tegen te gaan. Als kinderen blijven vastzitten in kinderarbeid dan hebben ze niet de kans  om naar school te gaan en zichzelf te ontwikkelen. Dan blijven ze zitten in een armoedespiraal. We moeten elk kind recht geven op onderwijs en dus hun eigen ontwikkeling. God heeft ons allemaal unieke talenten gegeven. We zouden iedereen in staat moeten stellen om die talenten te ontwikkelen.”

Er wordt ook vaak gezegd, dat deze kinderen voor inkomen en een hogere levensstandaard voor de familie zorgen. Als dit inkomen vervalt, komen deze mensen mogelijk in nog ergere armoede terecht. Wat is uw mening hierover?

“Dat brengt mij op een ander speerpunt van ons, namelijk leefbaar loon. Wij vinden dat mensen in ontwikkelingslanden een loon moeten krijgen waar ze van kunnen leven. Dat maakt het ook mogelijk dat je je kinderen niet aan het werk hoeft te zetten  om inkomen te krijgen. Dan kun je kinderen daadwerkelijk naar school sturen. We hebben in India hele provincies gezien die kinderarbeid vrij zijn gemaakt, met name door samenwerking met vakbonden uit de regio. Toen hebben de vakbonden bedongen dat de ouders die banen innamen en dus ook een leefbaar loon zouden krijgen. Dat is in hele gebieden in India gelukt, waardoor er meer inkomen kwam in het gezin en waardoor die kinderen uiteindelijk toch naar school konden. Het is dus mogelijk! Het gaat erom dat wij elke generatie de kans geven om zich te ontwikkelen en uit die armoede te komen.”

Hoe denkt u dat een organisatie als de Worldconnectors hier aan bij kan dragen? 

“Blijf politici aanspreken op de verantwoordelijkheid die we hebben, niet alleen naar ons eigen land maar ook voor de zorg in de rest van de wereld. Binnenland is buitenland geworden. Vroeger had men nog weleens het idee dat we ons af konden sluiten voor het buitenland, maar lijdzaam toekijken is geen optie meer. We zijn mede verantwoordelijk voor elkaar. Zoals U2 het ook bezingt in ‘One World’.”

[NL] SDG Interview Marinus Verweij: Van farmer by default naar ondernemer

Wat zijn de hete hangijzers binnen de SDGs? En hoe werken de Worldconnectors zelf aan het behalen van de doelen? Stagiair Ronald Zwarteveen duikt samen met de Worldconnectors in de Sustainable Development Goals. In dit artikel is Marinus Verweij aan het woord. Voormalig tropenarts en huidig voorzitter van de Raad van Bestuur van de ICCO Coöperatie. Hij neemt ons mee in de mogelijkheden voor de landbouw en SDG 8: Fatsoenlijke banen en economische groei.


 

 

In 2015 zijn de SDGs geïntroduceerd. Wat zijn volgens u de sterke punten van deze doelen vergeleken met de MDGs?

Het grote voordeel van de SDGs is dat ze inclusiever zijn dan MDGs. De MDGs waren meer enkel gericht op de inzet van overheid en maatschappelijke organisaties. Nu worden ook andere spelers betrokken, zoals bedrijven. Bedrijven als AkzoNobel en Phillips zetten zich bijvoorbeeld ook in voor de doelen. Verder is het goed dat het bij de SDGs gaat om ‘sustainable’; de doelen hebben betrekking op milieu en klimaat.

Kritisch ben ik wel over de hoeveelheid doelen. Het zijn als het ware 17 doelen voor een betere wereld, waarvan sommigen wel erg ver in het vooruitzicht liggen en lastig te behalen zijn. Maar het kan zeker geen kwaad om deze op de agenda te hebben staan.

SDG 8 gaat over fatsoenlijke banen en economische groei, waarom vindt u dit een belangrijk doel?

Er zijn nog enorme winsten te behalen op dit gebied. In Afrika bijvoorbeeld is er veel winst te behalen door de landbouw efficiënter te maken en meer onderdelen van de productieketen te betrekken. Als je kijkt naar producten als koffie en thee, dat wordt in landen in Afrika geproduceerd. Maar als je verder in de keten kijkt, dan volgt de waarde-toevoeging in Europa: In Europa wordt de koffie gebrand, verpakt en verkocht. Het meeste geld wordt verdiend buiten het land waar het geteeld wordt. Als je dus meer van de processing in Afrika zelf kan doen, dan blijft er ook meer toegevoegde waarde van het eindproduct op het continent.

Hoe werkt ICCO aan SDG 8?

Marinus Verweij

Wij zetten ons voornamelijk in voor kleinschalige boerenbedrijven. Door boeren te helpen hun gewassen efficiënter te verbouwen, hun productie te vergroten en productieketens te verbeteren. Op deze manier kan meer economische groei ontstaan en dit leidt tot werkgelegenheid. Het is daarbij van belang om naar het grotere plaatje te kijken, te kiezen voor een holistische aanpak.

Met het oog op klimaatverandering kan het bijvoorbeeld lonen om kritisch te kijken naar het type ui dat in een bepaald gebied wordt verbouwd. Waar sommige gewassen 3-4 maanden per jaar niet geproduceerd kunnen worden, kunnen andere gewassen het hele jaar door verbouwd worden. Dit zijn ‘quick wins’.

Verder is het belangrijk te zorgen voor goede landbouwopleidingen voor jonge mensen . Veel mensen hebben niet bewust gekozen om boer te worden, maar doen dat simpelweg omdat hun ouders dat ook waren. Ze zijn farmer by default. Daarom is het belangrijk om deze mensen goed op te leiden in modernere technieken en dat ze ondernemer kunnen worden. Heel veel jongeren hebben het beeld van hun ouders die zwoegden op het land, maar toch arm bleven. Het imago van boer zijn kan dus beter. Met jong ondernemerschap moet getoond worden dat je met een boerenbedrijf een goede boterham kan verdienen.

Welke resultaten heeft ICCO reeds behaald op het gebied van SDG 8?

Doordat wij samenwerken met het bedrijfsleven en private-public partnerships creëren, neemt het aantal boeren dat wij bereiken steeds verder toe. In Azië hebben wij bijvoorbeeld twee programma’s waarbij we gebruik maken van geodata. Deze data wordt samen met een telefoonmaatschappij en een universiteit verwerkt waardoor je bijna tot op het niveau van de boer kan vertellen wanneer hij moet zaaien of wanneer er regen verwacht wordt (lees hier meer over dit project). Voor de oogst is het heel belangrijk om te weten wanneer de regen gaat vallen. Per programma bereiken we 100.000 boeren, waardoor de impact enorm omhoog gaat.

Een ander voorbeeld dat ik bijzonder vind, is in Kenia. Met een investeringsfonds hebben we geïnvesteerd in een kleine fabriek die aardbeienpulp fabriceert. In Kenia is aardbeienyoghurt populair. Voorheen werden alle aardbeien, waarmee de pulp wordt gemaakt, werden geïmporteerd uit Zuid-Afrika of Egypte. Maar je kunt dus aan de voet van Mount Kenia op een heel klein stukje grond goed verdienen aan aardbeien. Het is een high value crop, dus ook al heb je geen grote landbouwgebieden tot je beschikking, je kan er toch goed aan verdienen. Wat wij nu dus met een bedrijf doen is deze aardbeien tot pulp verwerken en dat gaat in Kenia zelf naar de yoghurtmakers. Hierdoor zijn 900 boeren verzekerd van een afzetmarkt. Wanneer een boer zelf aardbeien gaat verkopen, een op een, zou dat niet werken. Je moet in de hele keten kijken naar de mogelijkheden om daadwerkelijk verschil te maken.

Per programma bereiken we 100.000 boeren, waardoor de impact enorm omhoog gaat.

Stel dat u een doel of een target zou mogen toevoegen aan de SDGs, welke zou dat zijn?

Als ik kijk naar SDG 8 en ik kijk naar youth employability and entrepreneurship dan zou mijn target zijn om volop in te zetten op Afrika. In Duitsland is een Marshallplan voor Afrika ontworpen. Dat zouden we in Nederland ook moeten doen. Een plan waarbij we zeggen: wij willen in de periode van de SDGs een perspectief bieden aan de jongeren als het gaat om werk en werkgelegenheid op het Afrikaanse continent. En dan daadwerkelijk een deuk in een pakje boter slaan.

Hoe ziet u 2030 voor u in 1 woord?

Hoopvol.