Verslag 30 juni 2020 Dialoog op Dinsdag: SDGs 10 en 15 Beyond Corona

In deze Dialoog staan centraal: SDG 10 (ongelijkheid verminderen) en SDG 15 (leven op het land). Tijdens deze vierde Dialoog op Dinsdag worden we geïnspireerd door Roel van den Sigtenhorst en Willem Ferwerda. Jan van de Venis luistert mee en reflecteert aan het eind van de dialoog vanuit het perspectief van toekomstige generaties.

Moderators: Alide Roerink (Earth Charter) en Veronique Swinkels (Worldconnectors)

Welke werelden willen wij met elkaar verbinden? Jong en oud, natuur en samenleving, toekomst en nu, luid en stil, ecologen en financiers en internationale gemeenschappen. .  

Estafette

Bij de vorige (en 3e) Dialoog op Dinsdag op 23 juni 2020 stonden SDG 9 (industrie, innovatie en infrastructuur) en SDG 11 (duurzame steden en gemeenschappen) centraal. De punten die er uit de vorige dialoog op dinsdag uitsprongen:

  • We hebben een integrale visie op steden nodig. Steden die de crisis veerkrachtig, inclusief en duurzaam het hoofd bieden, kunnen dat alleen met de mens en commons als uitgangspunt.
  • We hebben allemaal de opdracht om te vernieuwen. De natuur doet dat ook iedere keer weer.
  • Radicaal samenwerken vraagt om andere vaardigheden en uitgangspunten, anders blijven we stilstaan bij financiële uitganspunten die ons niet verder brengen.
  • Nederland loopt wereldwijd achter als het aankomt op veel SDGs. Er wordt groen gepraat maar niet gehandeld. De maatschappij is er klaar voor, maar de Nederlandse toolbox ontbreekt nog. Daarom blijven de principes zweven.

Jade Peters legt de verbinding met het Earth Charter

SDG 10 gaat over het verminderen van ongelijkheid. Mensen die het minder hebben, groeien minder mee met de mensen die al veel hebben. Wie nemen we mee in het verminderen van ongelijkheid? Komt overeen met Earth Charter principe 3. Earth Charter schrijft: “Maak een einde aan armoede”. En niet: “Verminder ongelijkheid”. SDG 15 is het leven op land en duurzaam gebruik maken van ecosystemen. Vanuit het Earth Charter is dit principe 1: respecteer het leven op Aarde. Dit gaat over ecologische veerkracht en het behoud van de biodiversiteit. Het beschermen, herstellen en bevorderen van het duurzaam gebruik van het ecosysteem. Het voorkomen van ontbossing, bevorderen van biodiversiteit.

Roel van den Sigtenhorst– Afdelingshoofd OBA (verantwoordelijk voor ‘Het Huis van Alle Talen’), eigenaar Sigtenhorst Consultancy en bestuurslid bij de hiphopschool Solid Ground Movement

Als wij een probleem elders willen verhelpen, is het in mijn optiek zaak dat wij het op dit punt zelf goed op orde hebben, of op z’n minst een diep begrip van de onderliggende vraagstukken. Kansenongelijkheid (in Nederland) kent veel verschillende vormen. Enkele voorbeelden daarvan zijn:

•            Politiek: Op dit moment telt het parlement 0 zwarte volksvertegenwoordigers en slechts een handje vol volksvertegenwoordigers met een andere of dubbele culturele achtergrond. Deze ondervertegenwoordiging zien we tevens in de lokale politiek.

•            Bedrijfsleven: Systematische ondervertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in de top van het bedrijfsleven. Zowel in management als bestuursfuncties.

•            Media: Gebrek aan representatie en vertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in zowel het aanbod, alsmede de redacties, management en bestuursfuncties van (traditionele) media en omroepen.

•            Kunst & Cultuur: Gebrek aan representatie en vertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in zowel het aanbod, alsmede management en bestuur van culturele instellingen, musea, theaters, podia, literatuur en kunstinstellingen.

•            Onderwijs: Eenzijdige narratieve omtrent ons koloniale verleden, slavernijverleden en onze geschiedenis van arbeidsmigratie. Tevens een gebrek aan representatie van culturele diversiteit in de top van het onderwijs.  

Hoewel de uitdagingen groot zijn en al heel lang aanwezig zijn, ben ik ervan overtuigd dat wij kansenongelijkheid op basis van culturele achtergrond structureel kunnen verminderen. Het collectieve bewustzijn over deze onderwerpen groeit snel, mede ingegeven door de grotere (digitale) verbondenheid en constante communicatie via het internet, alsmede protestbewegingen als Black Lives Matter. Enkele van de meest fundamentele voorwaarden zijn in mijn optiek:

•            Contact, dialoog tussen mensen van verschillende culturen, generaties, religies, sociale en politieke netwerken of standpunten.

•            Erkenning van gedeelde geschiedenis, nieuwe perspectieven op deze geschiedenis.

•            Meer kennis over de achtergrond, beweegredenen en ervaringen (gevoelens) en intrinsieke motivatie van de ander.

•            Representatie van culturele diversiteit, goede voorbeelden, rolmodellen, sleutelfiguren (in diverse sectoren en (top)functies.

•            Ontwikkeling van een collectieve visie omtrent inclusie, op basis van gedeelde waarden.

•            Inspraak van en voor mensen met een cultureel diverse achtergrond binnen de systemen die we inclusiever wensen te maken.

Daarnaast is het mijn overtuiging dat we het bestaande systeem fundamenteel anders zouden moeten inrichten om duurzame verandering teweeg te brengen. De sleutel ligt hierbij in mijn optiek in een combinatie van ‘ruimte maken’ voor inspraak en representatie van buitenaf op alle lagen. Naast het herinrichten van onze systemen moeten we actief op zoek gaan naar (informele) organisaties en sleutelfiguren die culturele gemeenschappen vertegenwoordigen, kennen en vertrouwen genieten binnen die gemeenschappen.

Tot slot draag ik graag een praktisch voorbeeld aan van hoe dit vorm zou kunnen krijgen, in dit geval op stedelijk en lokaal niveau in de publieke sector. De afgelopen anderhalf jaar heb ik met de Openbare Bibliotheek Amsterdam gewerkt aan het Huis van Alle Talen. Een co-creatief concept waarbij organisaties en sleutelfiguren uit verschillende culturele gemeenschappen eigenaarschap krijgen over het culturele aanbod in de stad. Door vanuit een dienstbare, faciliterende houding samenwerkingen aan te gaan met organisaties die kennis, netwerken en activerend vermogen hebben binnen culturele gemeenschappen ontwikkelen we nieuw cultureel en educatief aanbod. 

Wat de afgelopen maanden mij geleerd hebben, is dat wij hier allemaal een rol in hebben. Als we de Nederlandse (of globale) samenleving inclusiever en gelijkwaardiger willen maken. En kansen op een mooie toekomst voor iedereen zo groot mogelijk willen maken, moeten we beginnen met reflectie op onze eigen gedragingen, gewoonten, structuren en systemen. Als individu en als organisaties.  Dus vraag jezelf af: Wat is mijn rol? Waar zitten mijn blinde vlekken? En wat kan ik doen om het collectief gelijkwaardiger te maken?

Lees de hele blog van Roel van den Sigtenhorst op worldconnectors.nl (linkje) en bekijk zijn presentatie hier (linkje).

Willem Ferwerda – Ecoloog, natuurbeschermer en directeur van Commonland

De coronacrisis heeft ons laten zien dat mensen de gemeenschap en de natuur als de meest waardevolle zaken zien die ons verbinden en inspireren. Dat geldt zowel voor mensen in rijke als in arme landen. In veel landen heeft de crisis dan ook geleid tot een grotere waardering voor de omgeving, het dorp en lokale producten. Mensen trokken zich terug op het platteland. Mijn stelling is dat in de hectare alles samen komt: onze economie, ons voedsel, onze gezondheid en uiteindelijk ook onze gemeenschap. En die hectare is weer onderdeel van een groter ecosysteem: een unieke verbinding waarin flora en fauna (biodiversiteit), water en de bodem samen een eenheid vormen. Ecosystemen en de diensten en producten die eruit voortkomen zijn nog steeds basis van elke economie. De afgelopen eeuwen hebben we een model opgebouwd dat ecosystemen grootschalig is gaan uitputten. De grootste uitdaging van deze tijd is (meer nog dan ongelijkheid en klimaat) is het behouden en duurzaam beheren van de mondiale ecosystemen waarin productie van voedsel en productie en behoud van biodiversiteit samengaan. Hierin komen in feite alle SDGs samen. De wereld lijkt nu wakker te worden: bedrijven en overheden zeggen in te gaan zetten op ‘Nature Based Solutions’, een verzamelwoord om veel meer samen te werken met de natuur i.p.v. tegen de natuur. Maar hoe doe je dat? Er wordt gesproken over massaal bomen planten om CO2 af te vangen, over regeneratieve of kringloop landbouw, gezond eten, klimaat… Men zoekt naarstig naar investeringen, het moet snel, groot en tevens financiële return geven, want dat is duurzaam. Maar hoe doe je dat, op een landschapsschaal of beter gezegd ecosysteemschaal? Mijn stelling is dat een noodzakelijke holistische aanpak ontbreekt. En inmiddels hebben we daarmee ervaring. Ik zal het model wat we hebben opgezet van “4 Returns (vier waarden), 3 Zones, 20 Years” kort toelichten. Gedegradeerd land leidt tot vier nadelen:

  • Een verlies van hoop
  • Een verlies van veiligheid en werk
  • Een verlies van biodiversiteit, bodem en water
  • Een verlies van economische activiteiten

4 returns. Landherstel leidt tot vier waarden:

  • Inspiratie
  • Sociaal kapitaal
  • Natuurlijk kapitaal
  • Financieel kapitaal

3 zones. De eerste zone is de economische zone. Hier wonen en werken mensen, is er een monocultuur en een focus op zo snel mogelijke productie. De tweede zone is de combined zone en de derde zone is de natuurlijke zone: natuurgebied.

Er is weinig grootschalige natuurlijke zone maar wel veel gecombineerde zone. En dat is de zone waar de magie kan plaatsvinden in grote landschappen. Een belangrijke factor bij deze aanpak is tijd. Stop met projectdenken, dat is destructief voor dit soort zaken. Deze aanpak stoelt op de Theory U: een methode om samen een co-creatieproces aan te gaan dat je zelf formuleert. Boerenleiders en gemeenten worden bij elkaar gebracht en denken na over wat voor landschap zij voor ogen hebben. In 2013 ben ik daarmee begonnen met Commonland. Bij elk landschap heb je verschillende soorten geldstromen, maar het transformatieve deel is de kern.

  1. Kijk naar gebieden waar je wilt werken
  2. Creëer een gemeenschappelijke visie
  3. Kunnen landeigenaren, grootgrondbezitters en overheden met elkaar om de tafel zitten om te kijken hoe het werkt op kaartniveau?
  4. Waar kan je een ander soort business opzetten?
  5. Hoe kun je het financieren?

Mijn eerste stelling is dat het investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren. Mijn tweede stelling is dat het investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.

Lees ook het artikel The EU Green Deal requires a Landscape Approach van Willem Ferwerda in Medium.

Vraag: waarom focus je je op de combined zone?

Als je die combined zone niet hebt, krijg je een verstedelijking, met slechts een paar beschermde gebieden. Het platteland is cultuur. Het platteland is nodig voor de diensten die daaruit voortkomen. Het weghalen van de gecombineerde zone is een technische oplossing van mensen die uit de stad komen. Het is een IT-oplossing, die virtueel is, maar niet kan.

Pas op voor een focus op regenerative agriculture

We moeten oppassen dat grote bedrijven nu weer achter regenerative agriculture achterlopen. Maar we hebben een holistische kijk nodig. Regeneratieve landbouw is daar slechts een onderdeel van.

Breakoutgroep 1: Investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden is een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.  

In de kleine groep leven een aantal brandende vragen over situaties rond concrete gebieden waarbij deelnemers zelf betrokken zijn, w.o. bescherming van Yasuni in Ecuador en Nationaal Park Texel. Willem geeft aan dat pogingen voor natuurbeheer vaak stranden doordat er onvoldoende is geïnvesteerd in de ontwikkeling van een gezamenlijke visie op het landschap, waarbij alle stakeholders betrokken zijn vanaf het begin. Pas dan kan je op zoek gaan naar alternatieve business modellen. Het opzetten van ‘landscape partnerships’ is een belangrijke sleutel voor succes. Een probleem is dat investeerders in de regel op zoek zijn naar succesvolle projecten, maar niet bereid zijn in een voorstadium te investeren in een landschap partnerschap. Niemand wil ‘transformatiegeld’ betalen. In Ecuador bleek de bescherming van Yasuni een politieke actie, die niet werd doorgezet. Er zijn voorbeelden van gebiedsontwikkeling waarin landbouw en natuurbeheer elkaar niet tegenwerken, juist goed samengaan. Dat is ook de inzet van de samenwerking onder de titel WIJ-land, waarbij Commonland betrokken is. Boeren gaan een beweging creëren en naar een zoneringsaanpak. Ook het innovatielab “Voor de Oogst van Morgen” is een goed voorbeeld, waar nu ook regiolabs uit voortkomen. Het gaat om de ecologie van het systeem, en boeren hebben daar niet vanzelf inzicht in die goed te ‘lezen’ en begrijpen. De vraag is gesteld of het toekennen van rechten aan natuurgebieden, zoals aan de Waddenzee of een rivier, kan helpen bij het beschermen van de natuur. Willem geeft hierop een positief antwoord, het zou kunnen helpen, maar is nog niet gebeurd. Willem ziet goede mogelijkheden dat rechtszaken gewonnen kunnen worden wanneer bijvoorbeeld de rechten van een rivier worden geschonden.

Vanuit het idee van de ‘commons’ – de bodem, de lucht en water zijn publieke goederen – wordt nu gedacht over rechten van de bodem, en de bodem een stem geven.

Breakoutgroep 2: Als wij kansenongelijkheid (in Nederland of elders) fundamenteel willen aanpakken, moeten wij onze instituten en machtsstructuren radicaal omgooien. En deze voorzien van een integrale visie omtrent inclusie, gericht op het vergroten van inspraak en representatie van kansarmen en minderheden.

De discussie gaat met name over de strategische implicaties van de stelling, met vragen als: Wie (en wie zijn dan ‘zij’?) zijn ‘wij’?, Wat is dan onze veranderstrategie? Werken we binnen of buiten het bestaande systeem?. Roel blijft achter zijn stelling staan met een pleidooi voor radicaliteit. Andere

stemmen gaan uit van een meer geleidelijke strategie: het gaat om inclusie in de praktijk met concrete activiteiten, die kunnen worden opgeschaald. Somya wijst op het belang van systemische verandering in het onderwijs en bedrijfsleven, waar ‘empowerment’ concreet moet worden, maar stuit op gebrek aan geld, aan urgentie, aan concrete actie en het gemis van een heldere rol van de

overheid hierbij. Er wordt gepleit voor concrete initiatieven naast het bestaande systeem; creatieve

voorbeelden die tot navolging leiden (zoals de Wereldwinkels indertijd, het plan om de wereld op de Werelderfgoedlijst van UNESCO te zetten), een morele benadering met respect voor het bestaande.

De rol van het bedrijfsleven in het economisch domein komt aan de orde. Besluiten van bedrijven om niet meer te adverteren als protest (Black Lives Matter, Facebook) kunnen leiden tot verandering.

We wordt geconstateerd dat we stelling 10 bespreken zonder daarmee de verbinding te leggen met stelling 15. De spanning tussen deze twee kan nog beter worden geanalyseerd. Herman Mulder pleit voor de Worldconnectors als ‘proeftuin’ voor inclusiviteit, en voor het openstellen van dialogen voor mensen met een fundamenteel andere mening.

Breakoutgroep 3: Investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden is een noodzakelijke voorwaarde om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.  

De vraag is of je eerst de mensen moet transformeren of dat je het tegelijkertijd moet doen met de start van gebiedstransformatie. We vinden het moeilijk om ons zelf in breder perspectief te zien, zowel bij het landschap als in de diverse samenleving. Belangrijk is dat er lokaal moet worden gekeken en de aanpassing en oplossing hier vandaan komt. De oplossing moet echt zelfdragend zijn, empowerment van het individu is dan voor beide SDGs belangrijk. Het concept taal komt bij beide SDGs aan de orde. Mooi dat bij Commonland, Theory U aan de basis staat voor verandering. Daar komt ook de kijk op jezelf naar voren en hoe het individu zich verhoud tot het collectief. Corporaties leggen mooi de verbinding tussen een onderwerp en het belang van inclusivitiet.  Ze laten zien dat samenwerking mogelijk en essentieel is in landschappen, om te wonen, arbeidsongeschiktheid (Broodfonds)  en schone energy. Het is een economische eenheid maar gaat uit van de eenheid ‘ het individu’ die zich aansluit en dan samen vorm geeft aan de transformatie.

Het SDG Spotlight Report NL (i.o.) heeft in 2020 de focus op SDG10 en SDG15 omdat deze SDGs op heel veel plaatsen in de wereld ook echt verbonden zijn; de problemen en de oplossingen. Voor Nederland is de oplossingsrichting voor het herstellen van onze eco-systemen en behouden van landschappen ook te vinden bij het duurzaam integreren van de mens en menselijk activiteit in het landschap.

Luisteraar Jan van de Venis: Waarnemend Ombudspersoon Toekomstige Generaties en eigenaar advocatenkantoor JustLaw
SDG 10 ‘Minder ongelijkheid’ en SDG 15 ‘Leven op het land’ – hoe verbind je binnen deze thema’s? We hebben ons vandaag vanaf het begin gericht op verbinding; op samenhang. Op wat we zien en horen en ook op wat we niet horen. Op de gevestigde orde en belangen en alles daarbuiten: vernieuwing in verbinding. Leiderschap met bewust zoeken naar wijsheid. ‘Minder ongelijkheid’ en ‘Leven op het land’ – hoe verbind je binnen deze thema’s? Nou, bijvoorbeeld zoals Jade het deed: Ze nam ons mee vanuit inclusiviteit. Focussen we op “Minder ongelijkheid” zoals SDG 10 vaak wordt aangehaald of juist naar meer inclusief, gelijkwaardig, ‘just’. Het Earth Charter is juist hier vol van. Ook t.a.v. verbinding met al het leven en SDG 15: Leven/natuur op het land. Met Roel duiken we de diepte in van SDG 10: inkomen, culturele achtergrond, onderwijs, uitsluiten en gebrek aan rolmodellen en representatie vanuit achtergestelde groepen, blinde vlekken in onze dominante cultuur: onze samenleving houdt veel soorten ongelijkheid in stand. Met dialoog, erkenning, representatie naar een collectieve visie: daar ontstaat inclusie. Inspraak vanuit diversiteit voor een mooiere, meer verbonden samenleving. Diversiteit. Met Willem duiken we de diepte in op SDG 15: leven op het land. Onze ecosystemen staan onder druk, maar landschapsherstel is goed mogelijk. Daarbij zijn alle SDGs nodig van bijv. meer gender equality (meer actieve vrouwen bij kleinschalige en grotere projecten), via minder honger en beperken klimaatverandering tot meer inclusieve samenlevingen. “Inclusief, systemisch en lange termijn” zo moeten we werken. De mens van Ego (en buiten de natuur) terug naar Eco (onderdeel van en binnen de circle of life). En wat zien we: land restoration levert op! Natuurlijk, sociaal en financieel kapitaal. Inspiratie wordt hervonden waar hopeloosheid eerder regeerde. En hoe doe je dit? Ja, inclusief vanuit diversiteit. Samen: co-initiation, co-operation en nog veel meer co’s. Samen naar ecosystem restoration. Tjonge wat lijkt dit op ‘niet gerepresenteerde’ samenlevingen. Diversiteit. We zijn divers. Iedereen is anders. Maar er is ook meer wat ons verbindt dan wat ons scheidt. Wat verbinden wij vandaag? Worldconnectors, verbinders van werelden. Vandaag ontstaat de verbinding vanuit integrale inclusie en diversiteit.

 Biodiversiteit die wordt gezien en gewaardeerd ‘in het leven op land’ leidt tot gezondere, veerkrachtige en gebalanceerde ecosystemen. Goed voor het land. En de mens; voor al het leven.

Biodiversiteit die wordt gezien en gewaardeerd op ‘minder ongelijkheid of meer inclusief’ leidt tot gezondere, veerkrachtige en gebalanceerde samenlevingen. Goed voor de mens, de samenleving, de natuur; voor al het leven. Diversiteit in verbinding, goed voor samenlevingen en natuur. Onze voorouders waren ook extreem divers. Zoek het maar eens uit, binnen 7 generaties zitten 256 voorouders. Daar zit bij mij alleen al zoveel in. Ja veel boeren, maar ook binnen en buitenland, kroegbaas en activist op geheelonthouding, dominee en zakenman, knecht en burgemeester. Dit zit allemaal in mijn systeem, in mijn DNA. Hoe divers zullen onze nakomelingen dan dus ook zijn, 7 generaties vooruit. We helpen ze nu al door te verbinden, ‘diversiteit in verbinding’.
Toverwoorden voor Worldconnectors. Toverwoorden voor alle SDGs. ‘Diversiteit in verbinding’ begint vandaag: immers “We implement this agenda for the benefit of all, present and future generations.”

Andere punten die uit de dialoog kwamen:

-          Het einde van de armoede vraagt om een nieuwe opvatting over het verdelen van de opbrengst van ons economisch handelen. We denken vaak dat immigranten vooral van alles moeten leren over de meerderheidsgroep, met weglating van wat we allemaal kunnen leren van elkaar. Voor beide kanten (de monocultureel en de bicultureel) valt iets te winnen bij hoe men in gesprek met elkaar gaat. De invalshoek en houding die men naar elkaar heeft. Het is een combi van systeemverandering en focussen op de individu (empowerment en awareness)
  • We moeten zelf ook buiten onze bubbel treden en bijvoorbeeld in gesprek gaan met PVV’ers en FvD’ers. Dat zijn ongemakkelijke gesprekken, maar wij zijn diverse worlds-connectors. “Met dialoog naar een collectieve visie” klinkt als een toekomstig Worldconnectors motto.
-          We moeten de stad weer verbinden met het platteland en meer naar elkaar luisteren.
 

Estafette – volgende dialoog (7 juli 2020):

Ook dit keer sprongen er een aantal punten uit. Deze nemen we mee naar volgende week:

  • Het belang en de kracht van taal, taal kan ons verbinden en taal kan ons scheiden. Als we geen gezamenlijke vocabulaire hebben komen al die verschillende invalshoeken niet bij elkaar.
  • Een landschap is ook een community waar alles samenkomt. Een holistische visie op diversiteit kan verbinden en inspireren. Monoculturen zijn al snel minder veerkrachtig.   
  • Worldconnectors en Earth Charter verbinden de mens met elkaar en met de aarde. Daarmee versterken we de mens en versterken we de aarde. Kunnen we daar nog radicaler in opereren? Ons opstellen als een proeftuin waarin we nieuwe nog diversere systemen creëren en zoeken naar manieren om diversiteit in systemen te empoweren.  Wat is mijn rol, mijn blinde vlek?
  • We hebben Mensenrechten om ons te beschermen tegen discriminatie en te zorgen voor inclusiviteit. We hebben de rechten van de Aarde nodig om de commons (rivieren, landschappen, bergen, zee) te beschermen en een stem te geven.

Volgende week, 7 juli is Dialoog op Dinsdag nr5. waarbij SDG 7, betaalbare en schone energie en SDG 13, klimaatactie centraal staan. Na de zomervakantie zullen wij weer verder gaan met de dialogen. Dit is de voorlopige planning (starttijd 15.00):

15 sept: Dialoog op Dinsdag nr6; SDG 3 Gezondheid en 6 Schoon water en Hygiëne (digitaal)
29 sept: Dialoog op Dinsdag nr7; SDG 4 Onderwijs en 14 Leven onder water (digitaal)
13 okt: Dialoog op Dinsdag nr8; SDG 5 Sexe gelijkheid en 16 Vrede en Sterke instituties (digitaal)
27 okt: Afsluitende Round Table SDG 17 Partnerschappen (fysiek, locatie ntb)