In deze Dialoog staan centraal: SDG 10 (ongelijkheid verminderen) en SDG 15 (leven op het land). Tijdens deze vierde Dialoog op Dinsdag worden we geïnspireerd door Roel van den Sigtenhorst en Willem Ferwerda. Jan van de Venis luistert mee en reflecteert aan het eind van de dialoog vanuit het perspectief van toekomstige generaties.
Moderators: Alide Roerink (Earth Charter) en Veronique Swinkels (Worldconnectors)
Welke werelden willen wij met elkaar verbinden? Jong en oud, natuur en samenleving, toekomst en nu, luid en stil, ecologen en financiers en internationale gemeenschappen. .
Estafette
Bij de vorige (en 3e) Dialoog op Dinsdag op 23 juni 2020 stonden SDG 9 (industrie, innovatie en infrastructuur) en SDG 11 (duurzame steden en gemeenschappen) centraal. De punten die er uit de vorige dialoog op dinsdag uitsprongen:
- We hebben een integrale visie op steden nodig. Steden die de crisis
veerkrachtig, inclusief en duurzaam het hoofd bieden, kunnen dat alleen met de
mens en commons als uitgangspunt.
- We hebben allemaal de opdracht om te vernieuwen. De natuur doet dat
ook iedere keer weer.
- Radicaal samenwerken vraagt om andere vaardigheden en uitgangspunten,
anders blijven we stilstaan bij financiële uitganspunten die ons niet verder
brengen.
- Nederland loopt wereldwijd achter als het aankomt op veel SDGs. Er
wordt groen gepraat maar niet gehandeld. De maatschappij is er klaar voor, maar
de Nederlandse toolbox ontbreekt nog. Daarom blijven de principes zweven.
Jade Peters legt de verbinding met het Earth Charter
SDG 10 gaat over het verminderen van ongelijkheid. Mensen die het minder hebben, groeien minder mee met de mensen die al veel hebben. Wie nemen we mee in het verminderen van ongelijkheid? Komt overeen met Earth Charter principe 3. Earth Charter schrijft: “Maak een einde aan armoede”. En niet: “Verminder ongelijkheid”. SDG 15 is het leven op land en duurzaam gebruik maken van ecosystemen. Vanuit het Earth Charter is dit principe 1: respecteer het leven op Aarde. Dit gaat over ecologische veerkracht en het behoud van de biodiversiteit. Het beschermen, herstellen en bevorderen van het duurzaam gebruik van het ecosysteem. Het voorkomen van ontbossing, bevorderen van biodiversiteit.
Roel van den Sigtenhorst– Afdelingshoofd OBA (verantwoordelijk
voor ‘Het Huis van Alle Talen’), eigenaar Sigtenhorst
Consultancy en bestuurslid bij de hiphopschool Solid Ground Movement
Als wij een probleem elders willen verhelpen, is het in mijn optiek zaak dat wij het op dit punt zelf goed op orde hebben, of op z’n minst een diep begrip van de onderliggende vraagstukken. Kansenongelijkheid (in Nederland) kent veel verschillende vormen. Enkele voorbeelden daarvan zijn:
• Politiek:
Op dit moment telt het parlement 0 zwarte volksvertegenwoordigers en slechts
een handje vol volksvertegenwoordigers met een andere of dubbele culturele
achtergrond. Deze ondervertegenwoordiging zien we tevens in de lokale politiek.
• Bedrijfsleven:
Systematische ondervertegenwoordiging van mensen met een andere culturele
achtergrond in de top van het bedrijfsleven. Zowel in management als
bestuursfuncties.
• Media:
Gebrek aan representatie en vertegenwoordiging van mensen met een andere culturele
achtergrond in zowel het aanbod, alsmede de redacties, management en
bestuursfuncties van (traditionele) media en omroepen.
• Kunst
& Cultuur: Gebrek aan representatie en vertegenwoordiging van mensen met
een andere culturele achtergrond in zowel het aanbod, alsmede management en
bestuur van culturele instellingen, musea, theaters, podia, literatuur en
kunstinstellingen.
• Onderwijs:
Eenzijdige narratieve omtrent ons koloniale verleden, slavernijverleden en onze
geschiedenis van arbeidsmigratie. Tevens een gebrek aan representatie van
culturele diversiteit in de top van het onderwijs.
Hoewel de uitdagingen groot zijn en al heel lang aanwezig zijn, ben ik ervan overtuigd dat wij kansenongelijkheid op basis van culturele achtergrond structureel kunnen verminderen. Het collectieve bewustzijn over deze onderwerpen groeit snel, mede ingegeven door de grotere (digitale) verbondenheid en constante communicatie via het internet, alsmede protestbewegingen als Black Lives Matter. Enkele van de meest fundamentele voorwaarden zijn in mijn optiek:
• Contact,
dialoog tussen mensen van verschillende culturen, generaties, religies, sociale
en politieke netwerken of standpunten.
• Erkenning van gedeelde geschiedenis,
nieuwe perspectieven op deze geschiedenis.
• Meer
kennis over de achtergrond, beweegredenen en ervaringen (gevoelens) en
intrinsieke motivatie van de ander.
• Representatie
van culturele diversiteit, goede voorbeelden, rolmodellen, sleutelfiguren (in
diverse sectoren en (top)functies.
• Ontwikkeling van een collectieve
visie omtrent inclusie, op basis van gedeelde waarden.
• Inspraak
van en voor mensen met een cultureel diverse achtergrond binnen de systemen die
we inclusiever wensen te maken.
Daarnaast
is het mijn overtuiging dat we het bestaande systeem fundamenteel anders zouden
moeten inrichten om duurzame verandering teweeg te brengen. De sleutel ligt
hierbij in mijn optiek in een combinatie van ‘ruimte maken’ voor inspraak en
representatie van buitenaf op alle lagen. Naast het herinrichten van onze
systemen moeten we actief op zoek gaan naar (informele) organisaties en
sleutelfiguren die culturele gemeenschappen vertegenwoordigen, kennen en
vertrouwen genieten binnen die gemeenschappen.
Tot slot
draag ik graag een praktisch voorbeeld aan van hoe dit vorm zou kunnen krijgen,
in dit geval op stedelijk en lokaal niveau in de publieke sector. De afgelopen
anderhalf jaar heb ik met de Openbare Bibliotheek Amsterdam gewerkt aan het
Huis van Alle Talen. Een co-creatief concept waarbij organisaties en
sleutelfiguren uit verschillende culturele gemeenschappen eigenaarschap krijgen
over het culturele aanbod in de stad. Door vanuit een dienstbare, faciliterende
houding samenwerkingen aan te gaan met organisaties die kennis, netwerken en
activerend vermogen hebben binnen culturele gemeenschappen ontwikkelen we nieuw
cultureel en educatief aanbod.
Wat de
afgelopen maanden mij geleerd hebben, is dat wij hier allemaal een rol in
hebben. Als we de Nederlandse (of globale) samenleving inclusiever en
gelijkwaardiger willen maken. En kansen op een mooie toekomst voor iedereen zo
groot mogelijk willen maken, moeten we beginnen met reflectie op onze eigen
gedragingen, gewoonten, structuren en systemen. Als individu en als
organisaties. Dus vraag jezelf af: Wat
is mijn rol? Waar zitten mijn blinde vlekken? En wat kan ik doen om het
collectief gelijkwaardiger te maken?
Lees de
hele blog van Roel van den Sigtenhorst op worldconnectors.nl (linkje) en bekijk zijn presentatie hier
(linkje).
Willem Ferwerda – Ecoloog, natuurbeschermer en directeur
van Commonland
De
coronacrisis heeft ons laten zien dat mensen de gemeenschap en de natuur als de
meest waardevolle zaken zien die ons verbinden en inspireren. Dat geldt zowel
voor mensen in rijke als in arme landen. In veel landen heeft de crisis dan ook
geleid tot een grotere waardering voor de omgeving, het dorp en lokale
producten. Mensen trokken zich terug op het platteland. Mijn stelling is dat in
de hectare alles samen komt: onze economie, ons voedsel, onze gezondheid en
uiteindelijk ook onze gemeenschap. En die hectare is weer onderdeel van een
groter ecosysteem: een unieke verbinding waarin flora en fauna
(biodiversiteit), water en de bodem samen een eenheid vormen. Ecosystemen en de
diensten en producten die eruit voortkomen zijn nog steeds basis van elke
economie. De afgelopen eeuwen hebben we een model opgebouwd dat ecosystemen
grootschalig is gaan uitputten. De grootste uitdaging van deze tijd is (meer
nog dan ongelijkheid en klimaat) is het behouden en duurzaam beheren van de
mondiale ecosystemen waarin productie van voedsel en productie en behoud van
biodiversiteit samengaan. Hierin komen in feite alle SDGs samen. De wereld
lijkt nu wakker te worden: bedrijven en overheden zeggen in te gaan zetten op
‘Nature Based Solutions’, een verzamelwoord om veel meer samen te werken met de
natuur i.p.v. tegen de natuur. Maar hoe doe je dat? Er wordt gesproken over
massaal bomen planten om CO2 af te vangen, over regeneratieve of kringloop
landbouw, gezond eten, klimaat… Men zoekt naarstig naar investeringen, het moet
snel, groot en tevens financiële return geven, want dat is duurzaam. Maar hoe
doe je dat, op een landschapsschaal of beter gezegd ecosysteemschaal? Mijn
stelling is dat een noodzakelijke holistische aanpak ontbreekt. En inmiddels
hebben we daarmee ervaring. Ik zal het model wat we hebben opgezet van “4
Returns (vier waarden), 3 Zones, 20 Years” kort toelichten. Gedegradeerd land
leidt tot vier nadelen:
- Een verlies van hoop
- Een verlies van veiligheid en werk
- Een verlies van biodiversiteit, bodem en water
- Een verlies van economische activiteiten
4 returns. Landherstel leidt tot vier waarden:
- Inspiratie
- Sociaal kapitaal
- Natuurlijk kapitaal
- Financieel kapitaal
3 zones. De eerste zone is de economische zone.
Hier wonen en werken mensen, is er een monocultuur en een focus op zo snel
mogelijke productie. De tweede zone is de combined zone en de derde zone is de
natuurlijke zone: natuurgebied.
Er is weinig
grootschalige natuurlijke zone maar wel veel gecombineerde zone. En dat is de
zone waar de magie kan plaatsvinden in grote landschappen. Een belangrijke
factor bij deze aanpak is tijd. Stop met projectdenken, dat is
destructief voor dit soort zaken. Deze aanpak stoelt op de Theory U: een
methode om samen een co-creatieproces aan te gaan dat je zelf formuleert.
Boerenleiders en gemeenten worden bij elkaar gebracht en denken na over wat
voor landschap zij voor ogen hebben. In 2013 ben ik daarmee begonnen met Commonland.
Bij elk landschap heb je verschillende soorten geldstromen, maar het transformatieve
deel is de kern.
- Kijk naar gebieden waar je wilt werken
- Creëer een gemeenschappelijke visie
- Kunnen landeigenaren, grootgrondbezitters en overheden met elkaar om
de tafel zitten om te kijken hoe het werkt op kaartniveau?
- Waar kan je een ander soort business opzetten?
- Hoe kun je het financieren?
Mijn eerste
stelling is dat het investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden
een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen
investeren. Mijn tweede stelling is dat het investeren in
transformatieprocessen van mensen in gebieden een noodzakelijke voorwaarde is
om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.
Lees ook
het artikel The EU Green Deal requires a Landscape
Approach van Willem
Ferwerda in Medium.
Vraag:
waarom focus je je op de combined zone?
Als je die
combined zone niet hebt, krijg je een verstedelijking, met slechts een paar
beschermde gebieden. Het platteland is cultuur. Het platteland is nodig voor de
diensten die daaruit voortkomen. Het weghalen van de gecombineerde zone is een technische
oplossing van mensen die uit de stad komen. Het is een IT-oplossing, die
virtueel is, maar niet kan.
Pas op voor
een focus op regenerative agriculture
We moeten
oppassen dat grote bedrijven nu weer achter regenerative agriculture
achterlopen. Maar we hebben een holistische kijk nodig. Regeneratieve landbouw
is daar slechts een onderdeel van.
Breakoutgroep 1: Investeren in transformatieprocessen van mensen in
gebieden is een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te
kunnen investeren.
In de kleine groep leven een aantal
brandende vragen over situaties rond concrete gebieden waarbij deelnemers zelf
betrokken zijn, w.o. bescherming van Yasuni in Ecuador en Nationaal Park Texel.
Willem geeft aan dat pogingen voor natuurbeheer vaak stranden doordat er
onvoldoende is geïnvesteerd in de ontwikkeling van een gezamenlijke visie op
het landschap, waarbij alle stakeholders betrokken zijn vanaf het begin. Pas
dan kan je op zoek gaan naar alternatieve business modellen. Het opzetten van
‘landscape partnerships’ is een belangrijke sleutel voor succes. Een probleem
is dat investeerders in de regel op zoek zijn naar succesvolle projecten, maar
niet bereid zijn in een voorstadium te investeren in een landschap partnerschap.
Niemand wil ‘transformatiegeld’ betalen. In Ecuador bleek de bescherming van
Yasuni een politieke actie, die niet werd doorgezet. Er zijn voorbeelden van
gebiedsontwikkeling waarin landbouw en natuurbeheer elkaar niet tegenwerken,
juist goed samengaan. Dat is ook de inzet van de samenwerking onder de titel WIJ-land, waarbij Commonland betrokken is. Boeren gaan een beweging
creëren en naar een zoneringsaanpak. Ook het innovatielab “Voor de Oogst van
Morgen” is een goed voorbeeld, waar nu ook
regiolabs uit voortkomen. Het gaat om de ecologie van het systeem, en boeren
hebben daar niet vanzelf inzicht in die goed te ‘lezen’ en begrijpen. De vraag
is gesteld of het toekennen van rechten aan natuurgebieden, zoals aan de
Waddenzee of een rivier, kan helpen bij het beschermen van de natuur. Willem
geeft hierop een positief antwoord, het zou kunnen helpen, maar is nog niet
gebeurd. Willem ziet goede mogelijkheden dat rechtszaken gewonnen kunnen worden
wanneer bijvoorbeeld de rechten van een rivier worden geschonden.
Vanuit het idee van de ‘commons’ – de
bodem, de lucht en water zijn publieke goederen – wordt nu gedacht over rechten
van de bodem, en de bodem een stem geven.
Breakoutgroep
2: Als wij kansenongelijkheid (in Nederland of elders) fundamenteel willen
aanpakken, moeten wij onze instituten en machtsstructuren radicaal omgooien. En
deze voorzien van een integrale visie omtrent inclusie, gericht op het
vergroten van inspraak en representatie van kansarmen en minderheden.
De
discussie gaat met name over de strategische implicaties van de stelling, met vragen
als: Wie (en wie zijn dan ‘zij’?) zijn ‘wij’?, Wat is dan onze veranderstrategie?
Werken we binnen of buiten het bestaande systeem?. Roel blijft achter zijn
stelling staan met een pleidooi voor radicaliteit. Andere
stemmen
gaan uit van een meer geleidelijke strategie: het gaat om inclusie in de praktijk
met concrete activiteiten, die kunnen worden opgeschaald. Somya wijst op het
belang van systemische verandering in het onderwijs en bedrijfsleven, waar
‘empowerment’ concreet moet worden, maar stuit op gebrek aan geld, aan
urgentie, aan concrete actie en het gemis van een heldere rol van de
overheid
hierbij. Er wordt gepleit voor concrete initiatieven naast het bestaande
systeem; creatieve
voorbeelden
die tot navolging leiden (zoals de Wereldwinkels indertijd, het plan om de wereld op de Werelderfgoedlijst van UNESCO te zetten), een morele benadering
met respect voor het bestaande.
De rol van
het bedrijfsleven in het economisch domein komt aan de orde. Besluiten van
bedrijven om niet meer te adverteren als protest (Black Lives Matter, Facebook)
kunnen leiden tot verandering.
We wordt
geconstateerd dat we stelling 10 bespreken zonder daarmee de verbinding te
leggen met stelling 15. De spanning tussen deze twee kan nog beter worden
geanalyseerd. Herman Mulder pleit voor de Worldconnectors als ‘proeftuin’ voor
inclusiviteit, en voor het openstellen van dialogen voor mensen met een
fundamenteel andere mening.
Breakoutgroep
3: Investeren in transformatieprocessen van mensen in
gebieden is een noodzakelijke voorwaarde om in duurzaam landschapsherstel te
kunnen investeren.
De vraag is of je eerst de
mensen moet transformeren of dat je het tegelijkertijd moet doen met de start
van gebiedstransformatie. We vinden het moeilijk om ons zelf in breder
perspectief te zien, zowel bij het landschap als in de diverse samenleving.
Belangrijk is dat er lokaal moet worden gekeken en de aanpassing en oplossing
hier vandaan komt. De oplossing moet echt zelfdragend zijn, empowerment van het
individu is dan voor beide SDGs belangrijk. Het concept taal komt bij beide
SDGs aan de orde. Mooi dat bij Commonland, Theory U aan de basis staat voor
verandering. Daar komt ook de kijk op jezelf naar voren en hoe het individu
zich verhoud tot het collectief. Corporaties leggen mooi de verbinding tussen
een onderwerp en het belang van inclusivitiet. Ze laten zien dat samenwerking mogelijk en
essentieel is in landschappen, om te wonen, arbeidsongeschiktheid
(Broodfonds) en schone energy. Het is
een economische eenheid maar gaat uit van de eenheid ‘ het individu’ die zich
aansluit en dan samen vorm geeft aan de transformatie.
Het SDG Spotlight Report NL
(i.o.) heeft in 2020 de focus op SDG10 en SDG15 omdat deze SDGs op heel veel
plaatsen in de wereld ook echt verbonden zijn; de problemen en de oplossingen.
Voor Nederland is de oplossingsrichting voor het herstellen van onze
eco-systemen en behouden van landschappen ook te vinden bij het duurzaam
integreren van de mens en menselijk activiteit in het landschap.
Luisteraar
Jan van de Venis:
Waarnemend
Ombudspersoon Toekomstige Generaties en
eigenaar advocatenkantoor JustLaw
SDG 10 ‘Minder ongelijkheid’ en SDG 15 ‘Leven op het land’ – hoe verbind je
binnen deze thema’s? We hebben ons vandaag vanaf het begin gericht op
verbinding; op samenhang. Op wat we zien en horen en ook op wat we niet horen.
Op de gevestigde orde en belangen en alles daarbuiten: vernieuwing in
verbinding. Leiderschap met bewust zoeken naar wijsheid. ‘Minder ongelijkheid’
en ‘Leven op het land’ – hoe verbind je binnen deze thema’s? Nou, bijvoorbeeld
zoals Jade het deed: Ze nam ons mee vanuit inclusiviteit. Focussen we op
“Minder ongelijkheid” zoals SDG 10 vaak wordt aangehaald of juist naar meer inclusief,
gelijkwaardig, ‘just’. Het Earth Charter is juist hier vol van. Ook t.a.v.
verbinding met al het leven en SDG 15: Leven/natuur op het land. Met Roel
duiken we de diepte in van SDG 10: inkomen, culturele achtergrond, onderwijs,
uitsluiten en gebrek aan rolmodellen en representatie vanuit achtergestelde
groepen, blinde vlekken in onze dominante cultuur: onze samenleving houdt veel
soorten ongelijkheid in stand. Met dialoog, erkenning, representatie naar een
collectieve visie: daar ontstaat inclusie. Inspraak vanuit diversiteit voor een
mooiere, meer verbonden samenleving. Diversiteit. Met Willem duiken we de
diepte in op SDG 15: leven op het land. Onze ecosystemen staan onder druk, maar
landschapsherstel is goed mogelijk. Daarbij zijn alle SDGs nodig van bijv. meer
gender equality (meer actieve vrouwen bij kleinschalige en grotere projecten),
via minder honger en beperken klimaatverandering tot meer inclusieve
samenlevingen. “Inclusief, systemisch en lange termijn” zo moeten we werken. De
mens van Ego (en buiten de natuur) terug naar Eco (onderdeel van en binnen de
circle of life). En wat zien we: land restoration levert op! Natuurlijk,
sociaal en financieel kapitaal. Inspiratie wordt hervonden waar hopeloosheid
eerder regeerde. En hoe doe je dit? Ja, inclusief vanuit diversiteit. Samen:
co-initiation, co-operation en nog veel meer co’s. Samen naar ecosystem
restoration. Tjonge wat lijkt dit op ‘niet gerepresenteerde’ samenlevingen.
Diversiteit. We zijn divers. Iedereen is anders. Maar er is ook meer wat ons
verbindt dan wat ons scheidt. Wat verbinden wij vandaag? Worldconnectors,
verbinders van werelden. Vandaag ontstaat de verbinding vanuit integrale
inclusie en diversiteit.
Biodiversiteit die wordt gezien en gewaardeerd
‘in het leven op land’ leidt tot gezondere, veerkrachtige en gebalanceerde
ecosystemen. Goed voor het land. En de mens; voor al het leven.
Biodiversiteit
die wordt gezien en gewaardeerd op ‘minder ongelijkheid of meer inclusief’
leidt tot gezondere, veerkrachtige en gebalanceerde samenlevingen. Goed voor de
mens, de samenleving, de natuur; voor al het leven. Diversiteit in verbinding,
goed voor samenlevingen en natuur. Onze voorouders waren ook extreem divers.
Zoek het maar eens uit, binnen 7 generaties zitten 256 voorouders. Daar zit bij
mij alleen al zoveel in. Ja veel boeren, maar ook binnen en buitenland,
kroegbaas en activist op geheelonthouding, dominee en zakenman, knecht en
burgemeester. Dit zit allemaal in mijn systeem, in mijn DNA. Hoe divers zullen
onze nakomelingen dan dus ook zijn, 7 generaties vooruit. We helpen ze nu al
door te verbinden, ‘diversiteit in verbinding’.
Toverwoorden voor Worldconnectors. Toverwoorden voor alle SDGs. ‘Diversiteit in
verbinding’ begint vandaag: immers “We implement this agenda for
the benefit of all, present and future generations.”
Andere punten die uit de dialoog kwamen:
- Het einde van de armoede vraagt om een nieuwe opvatting over het verdelen van de opbrengst van ons economisch handelen. We denken vaak dat immigranten vooral van alles moeten leren over de meerderheidsgroep, met weglating van wat we allemaal kunnen leren van elkaar. Voor beide kanten (de monocultureel en de bicultureel) valt iets te winnen bij hoe men in gesprek met elkaar gaat. De invalshoek en houding die men naar elkaar heeft. Het is een combi van systeemverandering en focussen op de individu (empowerment en awareness)
- We moeten zelf ook buiten onze bubbel treden en
bijvoorbeeld in gesprek gaan met PVV’ers en FvD’ers. Dat zijn ongemakkelijke
gesprekken, maar wij zijn diverse worlds-connectors. “Met
dialoog naar een collectieve visie” klinkt als een toekomstig Worldconnectors
motto.
- We moeten de stad weer verbinden met het platteland en meer naar elkaar luisteren.
Estafette –
volgende dialoog (7 juli 2020):
Ook dit
keer sprongen er een aantal punten uit. Deze nemen we mee naar volgende week:
- Het belang en de kracht van taal, taal kan ons verbinden en taal kan
ons scheiden. Als we geen gezamenlijke vocabulaire hebben komen al die
verschillende invalshoeken niet bij elkaar.
- Een landschap is ook een community waar alles samenkomt. Een
holistische visie op diversiteit kan verbinden en inspireren. Monoculturen zijn
al snel minder veerkrachtig.
- Worldconnectors en Earth Charter verbinden de mens met elkaar en met
de aarde. Daarmee versterken we de mens en versterken we de aarde. Kunnen we
daar nog radicaler in opereren? Ons opstellen als een proeftuin waarin we
nieuwe nog diversere systemen creëren en zoeken naar manieren om diversiteit in
systemen te empoweren. Wat is mijn rol,
mijn blinde vlek?
- We hebben Mensenrechten om ons te beschermen tegen discriminatie en te
zorgen voor inclusiviteit. We hebben de rechten van de Aarde nodig om de
commons (rivieren, landschappen, bergen, zee) te beschermen en een stem te
geven.
Volgende
week, 7 juli is Dialoog op Dinsdag nr5. waarbij SDG 7, betaalbare en schone energie
en SDG 13, klimaatactie centraal staan. Na de zomervakantie zullen wij weer verder
gaan met de dialogen. Dit is de voorlopige planning (starttijd 15.00):
15 sept: Dialoog op Dinsdag nr6; SDG 3 Gezondheid en 6
Schoon water en Hygiëne (digitaal)
29 sept: Dialoog op Dinsdag nr7; SDG 4 Onderwijs en 14 Leven onder water (digitaal)
13 okt: Dialoog op Dinsdag nr8; SDG 5 Sexe gelijkheid en 16 Vrede en Sterke
instituties (digitaal)
27 okt: Afsluitende Round Table SDG 17 Partnerschappen (fysiek, locatie ntb)
De hele Aarde op de Werelderfgoedlijst: powered door jongeren
in Earth Charter, NewsSDG Spotlight Report nu ook in Nederland
in Earth Charter, NewsWil je bijdragen? Dat kan door je aan te melden voor één van de consultaties – check de data hier – en door het invullen van de online consultatie
Building Change, Global Goals Accelerator, Earth Charter Nederland en Worldconnectors hebben de handen ineengeslagen voor een SDG rapportage vanuit maatschappelijk perspectief. Zij krijgen daarbij steun van partners zoals WNF, het NCDO en de Civic Engagement Alliance. De consultatie voor de eerste rapportage gaat nu van start. Aan de hand van interviews en een online consultatie verzamelt het SDG Spotlight team de komende maanden zo veel mogelijk relevante inbreng.
“Met deze rapportage sluiten we ons aan bij een traditie van Spotlight-initiatieven in andere landen. Het kritisch volgen van de vooruitgang van de SDG’s in deze vorm ontbreekt nog in Nederland. En door Covid-19 zullen we nog beter moeten samenwerken om de SDG’s te realiseren.“ Aldus Alide Roerink, Earth Charter Nederland en initiatiefnemer.
Het rapport bespreekt de Nederlandse inzet ten aanzien van de SDG’s in onderlinge samenhang en doet aanbevelingen om de transitie naar een duurzame samenleving te versnellen. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar wat er in Nederland gebeurt, maar ook naar de internationale voetafdruk van Nederlands handelen.
“Met een Nederlands SDG Spotlight Rapport willen we aansporen tot ambitieuze en meer coherente inzet voor de SDG’s. We kijken scherp wat de mondiaal afgesproken agenda voor Nederland betekent én we markeren waar de Nederlands inzet tekort schiet. Daar voegen we constructieve aanbevelingen aan toe, primair gericht op de rol van de Nederlandse overheid.” Aldus Ellen van Reesch, Coördinator redactie en initiatiefnemer.
“De editie 2020 richt zich op de SDG’s 10 en 15. Waar in SDG 10 het verminderen van ongelijkheid tussen mensen centraal staat, gaat SDG 15 over biodiversiteit en het leefbaar houden van onze planeet. Op beide thema’s blijft de Nederlandse inzet achter: deze onderwerpen worden structureel ondergeschikt gemaakt aan economische groei.“ Aldus Veronique Swinkels, Worldconnector en initiatiefnemer.
Committeer je aan het Earth Charter en kom in actie
in Earth Charter, NewsEarth Charter Internationaal (ECI) is in november van start gegaan met een campagne om het Earth Charter te bekrachtigen. Misschien ben je al een ‘endorser’? Dat kan als individu en als organisatie. Nu kan je je ook nog via de ECI website aan het Earth Charter commiteren. Een statement van belang, juist nu. Laat zien dat je kiest voor een betere wereld, beter in hoe we met de Aarde omgaan, en met elkaar.
De COVID-19 pandemie heeft ervoor gezorgd dat we stil staan en ons ‘normale’ leven opnieuw bekijken. En belangrijker nog, het heeft ons laten zien dat het werkelijk mogelijk is om stil te staan en te veranderen. Het heeft ons laten zien dat er ruimte is voor een ‘beter normaal’, waarin we minder consumeren, meer zorgen en beter leven.
Nu we naar de toekomst kijken hebben we een mogelijkheid ons te committeren aan dit nieuwe normaal dat zich kenmerkt door meer rechtvaardigheid, duurzaamheid en vrede.
Wat zijn de belemmeringen om te komen tot respect voor de natuur, mensenrechten, economische en sociale rechtvaardigheid en een cultuur van vrede? Dit is het moment om de belemmeringen om te zetten in uitdagingen en ons te committeren aan het vinden van oplossingen. SAMEN.
Dat begint met het omarmen van de integrale visie van het Earth Charter – het resultaat van een collectieve mondiale dialoog waarin de ethische basis is gelegd voor een betere samenleving wereldwijd. Een breed gedragen basis voor persoonlijke en collectieve verandering. Om het nieuwe normaal te realiseren, zullen we ons bewustzijn moeten omzetten in actie.
We kunnen in actie komen door de Earth Charter principes toe te passen in ons dagelijks leven, in ons werk en op school. We kunnen in actie komen door bruggen te bouwen en samen te werken en lokale en internationale initiatieven te nemen. We kunnen in actie komen door anderen te inspireren, mensen in jouw sfeer van invloed om ook in actie te komen en zich ook aan het Earth Charter te committeren. We kunnen gezamenlijk in actie komen door een collectieve bekrachtiging van het Earth Charter. Heb je het Earth Charter al eerder bekrachtigd, dan nodigen we je uit dit opnieuw te doen door de verklaring van commitment te ondertekenen.
Sluit je aan bij deze campagne, teken je commitment – als individu of als organisatie – en kom in actie voor een florerende Aarde.
Sluit je aan bij de mondiale beweging voor Rechtvaardigheid, Duurzaamheid en Vrede.
Giuseppe van der Helm over SDG 4 (Onderwijs) Beyond Corona
in Earth Charter, NewsGiuseppe van der Helm, directeur van de coöperatie Leren voor Morgen en ook Earth Charter Vriend en Worldconnector, trad op als inspirator over onderwijs tijdens de Dialoog op Dinsdag op 29 september 2020. Lees op deze plek zijn blog, en onder deze link het volledige verslag van de Dialoog op Dinsda.
Onderwijs, wat het is en wat het moet zijn
Over onderwijs heeft iedereen wel een mening. Niet gek als je bedenkt dat we er allemaal mee te maken hadden, hebben, of weer mee te maken krijgen via onze kinderen en kleinkinderen. Al die meningen leiden echter zelden tot een nieuwe koers. En dat terwijl er enerzijds toch hele andere inzichten tot ons zijn gekomen, via de praktijk in andere landen of in andere tijden (Montessori, Dalton, Vrije Scholen). Anderzijds lijkt het soms dat de mogelijkheden van het huidige systeem onvoldoende worden benut. Een voorbeeld hiervan is het huidige systeem, dat ooit het Mammoetsysteem werd genoemd. Het grote voordeel daarvan was dat je gemakkelijk kon switchen tussen schooltypes. Na tientallen jaren zien we een splitsing tussen VMBO en HAVO/VWO, en constateren we dat schakelen zo moeilijk is. Duhh- misschien hadden we die muren niet moeten neerzetten?
Of kijk eens naar de Cito-toets- om gelijkheid te bevorderen is het advies van de docent leidend geworden. Nu we constateren dat dit alleen maar tot een grotere ongelijkheid leidt gaan we dit weer enigszins terugdraaien. Vind je het dan gek dat veranderingen als lastig worden gezien?
En dan is er de politiek. Twee jaar geleden vond men het een fantastisch idee om nieuwe leerdoelen voor het Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) vast te laten stellen door docenten zelf. Let wel, alleen kennisdoelen, geen vaardigheden. Waarbij er zowaar naar de integratie van een aantal vakken gekeken werd. Na het eindrapport, twee jaar later, constateerde de politiek dat er onvoldoende naar vaardigheden was gekeken (duhh), er te weinig docenten bij betrokken waren (maar 150) en er vooral aandacht moest komen voor lezen en schrijven. En om de verwarring die hiermee ontstond te bestrijden, en vooral om de snelheid van verandering eruit te halen, werd er een commissie van wijzen ingesteld..
Een ervaren beleidsmaker in het MBO zei me vorig jaar: “Ons onderwijssysteem is erop ingericht om zoveel mogelijk studenten in zo kort mogelijke tijd tegen minimale kosten klaar te stomen voor een beperkt algemeen niveau.” Toen ik vroeg wat hij dan voorstelde, zei hij me dat de leerling het uitgangspunt moest zijn, niet het systeem. Nu gaan we nog teveel uit van beperkingen, in plaats van vaardigheden. We besteden veel aandacht aan de struikelvakken, in plaats van iemand te laten excelleren op de zaken waar hij of zij goed in is. Niet gek dat we als land achterlopen in innovatie.
En dan hebben we de olifant in de kamer nog niet genoemd: de omgeving. Want intussen smelt een miljoen ton ijs per minuut, en verdwijnen er 30 voetbalvelden regenwoud in diezelfde minuut. Twee derde van alle landdieren is verdwenen in 40 jaar, en van alle levende zoogdieren loopt nog maar 4% vrij rond. En om de ellende nog groter te maken gebeuren al die veranderingen niet langer lineair, maar exponentieel- iets waar we als soort niet kunnen begrijpen. Zoals we zien met de coronacrisis.
Wat is dan het doel van het onderwijs? Leren als in de 19e eeuw, waarin we opgeleid werden tot brave productiekrachten? Het doel is toch zeker het voorbereiden van onze kinderen op de maatschappij van de toekomst? Niet alleen om een baan te vinden en keurig economisch renderend menselijk kapitaal te vormen, maar ook om zich te ontwikkelen, tot bloei te komen en zich te leren verhouden tot anderen? Denk eens aan al die waterdruppels, die uiteindelijk toch een oceaan worden. En daarbij speelt kennis weliswaar een rol, maar nu die sterk verandert en overal te vinden is, zijn vaardigheden misschien wel belangrijker. Kritisch denken, waarden bewust zijn, verantwoordelijk handelen, samenwerken, creativiteit, ondernemerschap… Vaardigheden die we in deze tijd goed kunnen gebruiken, zeker als je ziet dat we van die verantwoordelijkheid, dat kritische denken en die samenwerking weinig terechtbrengen.
Duurzaamheid is niet een extra vak, terwijl het zou moeten gaat over het voorbereiden van onze kinderen op de toekomst. Duurzaamheid moet onderdeel worden van elk vak, en vak- en leerjaaroverstijgend zijn. We kijken daarbij integraal naar het onderwijs, volgens de ‘Whole School Approach’. En de SDG’s vormen daarbij, in ieder geval tot 2030, ons kompas.
De afgelopen 20 jaar is een grassroots beweging ontstaan, voornamelijk via docenten en Natuur en Milieu Educatie-centra. Al dat enthousiasme wordt vaak getemperd door bestaande structuren, kaders, methodes en verplichtingen. Nu is het zaak om duurzame ontwikkeling met de overheid, ouders, en vooral met schoolleiders en besturen te verankeren in niets minder dan een systeemverandering. Waarbij de tijd dringt. We kunnen de hulp van iedereen daarbij goed gebruiken. Ik ben benieuwd naar jullie gedachten hierover.
Frans Versteeg: SDG 6 (Water) Beyond Corona
in Earth Charter, NewsFrans Versteeg trad op als inspirator tijdens de Dialoog op Dinsdag op 15 september 2020, waarin Worldconnectors en Earth Charter Vrienden samenkomen en in dialoog gaan over de SDGs Beyond Corona. SDGs 3 (gezondheid) en SDG 6 (drinkwater en sanitatie) stonden centraal. Zie deze link voor het volledige verslag van de dialoog. Hieronder de blog van Frans over water in het licht van de huidige solidariteitscrisis:
Ook voor SDG 6 speelt COVID-19. De Corona-crisis is mijns inziens in essentie een solidariteitscrisis. Hier dicht bij huis gaat het om solidariteit tussen jong en oud, tussen minder en meer kwetsbare groepen. Op globaal niveau geldt vooral ook de solidariteit tussen arm en rijk. Zoals altijd treffen crises de armen sterker en heviger dan de rijken. Crises vergroten ongelijkheid. Vanzelfsprekend is het gebrek aan water en sanitatie ook een dramatisch probleem bij het weerstand bieden aan een pandemie zoals COVID-19.
Ongeveer 2.8 miljard mensen (36% van de wereldbevolking) leven vandaag in gebieden met directe water-stress of waterschaarste. Voor 1.6 miljard van deze 2.8 miljard mensen is er in hun gebieden op zich wel water, maar ontbreekt het aan infrastructuur, financiële middelen etc. Voor 1.2 miljard mensen geldt dat zij leven in gebieden waar de watervraag structureel groter is geworden dan het volhoudbare wateraanbod. Hoewel dit wellicht vooral in Zuid-Azië en Afrika mag gelden, zijn de problemen inmiddels een veel breder fenomeen. Bijvoorbeeld ook veel dichter bij huis: in Engeland is al in 2011 voorspeld, dat de vraag naar water in de regio “Greater London” rond 2030 het aanbod structureel zal overtreffen. Verder bestaat hetzelfde probleem nu al in ruim 15 Megacities, waaronder Cape-Town, Bengalore, Cairo, Beijing en vele andere.
Toch laat het COVID-19 perspectief op de SDG 6 uitdagingen maar het topje van de ijsberg zien. Hoewel er op een aantal subdoelen van de SDG 6 namelijk wel enige vooruitgang wordt geboekt, laat verdere studie direct zien, dat waterschaarste en waterstress de laatste jaren steeds grotere en bredere problemen zijn geworden.
Wanneer we de laatste subdoelen van SDG 6 tot ons door laten dringen wordt duidelijk hoe dramatisch de situatie inmiddels is geworden.
De laatste 3 subdoelen luiden:
6.4 Efficiëntie van watergebruik aanzienlijk te verhogen om antwoorden te bieden op de waterschaarste.
6.5 Grensoverschrijdende samenwerking creëren en geïntegreerd waterbeheer implementeren.
6.6. De op water gebaseerde ecosystemen beschermen en herstellen, met inbegrip van bergen, moerassen, rivieren, grondwaterlagen en meren.
Hierbij wordt ook nog vermeld dat uitbreiding van capaciteitsopbouwende ondersteuning nodig is voor deze activiteiten, met inbegrip van technologieën voor waterwinning, ontzilting, waterefficiëntie, afvalwaterzuivering, recyclage en hergebruik.
Vooral het laatste subdoel 6.6 maakt duidelijk hoe alomvattend het probleem eigenlijk is:
“De op water gebaseerde ecosystemen beschermen en herstellen, met inbegrip van bergen, moerassen, rivieren, grondwaterlagen en meren.” De vraag mag hier zijn: “welk ecosysteem op aarde is eigenlijk niet gebaseerd op water?” – Noem me er 1 zou ik zeggen!
Alle leven wordt gedragen door water. Wij mensen zijn zelf naar gewicht voor 65-70% water. Omdat watermoleculen heel klein & licht zijn, en onze biomoleculen groot & zwaar, betekent dit eigenlijk, dat we naar aantal moleculen bekeken voor 99% uit water bestaan! Wij mensen zijn zuiverder water dan zeewater, dat maar voor 96% uit water bestaat!
Wij zijn letterlijk coherent trillend water – komkommers met psychologische problemen.
Water vangt 70% van alle op aarde inkomende zonne-energie op. Dat doet water door haar molecuul-structuren voortdurend aan te passen. Water is de drager van alle leven. Zonder water geen leven op aarde.
(Zie ook het boekje “Conscious Water” – bijdrage aan de Peace Pledge Conferentie in Assisi in 2018 – op de website www.forgood.nu, waarin een aantal van de meest recente wetenschappelijke inzichten bijeengebracht zijn.)
De groeiende waterschaarste is inmiddels een wereldwijde bedreiging voor ons geworden. Op 9 juli jl. maakte de UN over SDG 6 het volgende bekend: “Progress on SDG 6 is alarmingly off track”. [..] “Lack of progress on SDG 6 undermines progress on all other SDGs, particularly on global health, education, food, gender equality, energy and climate change. – SDG 6 heeft invloed op zeg maar alles!
In de ‘announcement’ kondigt de UN aan een “new global framework” op te willen zetten om tot gecoördineerde actie te komen. De cruciale vraag zal hierbij hoe de vele lokale initiatieven te bundelen & te versterken, en hoe eindelijk tot een werkelijk krachtig globaal initiatief te komen .
Ondertussen mogen we ons afvragen hoe ons huidige waterverbruik is opgebouwd. Dan moet worden gezegd, dat de belangrijkste oorzaak van de waterschaarste ons voedselproductiesysteem is. Wanneer we bij AQUASTAT kijken naar hoe het wereldwaterverbruik is opgebouwd, dan zien we dat 60 à 70% van al ons water wordt verbruikt in de landbouw. Meer dan 60% van al onze landbouwgrond wordt niet direct voor menselijk voedsel gebruikt, maar om veevoer voor onze vleesconsumptie mogelijk te maken. De productie van dit veevoer neemt enorme hoeveelheden landbouwgrond in beslag, veroorzaakt dramatische ontbossing van regenwouden, vernietigt alle biodiversiteit en…vraagt gigantische hoeveelheden water. Voeg daar ook nog de waterconsumptie van de dieren bij, en we begrijpen, dat al in 2014 de klimaat-wetenschapper Jonathan Foley in zijn “five-step plan to feed nine billion” wees op de noodzaak van dramatische hervormingen in onze landbouw en op de noodzaak om te komen tot reductie van voedselverspilling. Dat we met elkaar veel minder vlees zullen moeten gaan eten en opnieuw landbouwsystemen moeten gaan hanteren, die biodiversiteit in stand houden en herstellen, in plaats van vernietigen. Onze huidige landbouwpraktijken leveren ook een enorme bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen, juist ook wat betreft methaan en andere BKS-emissies.
Zo begint SDG 6 direct ook bij onszelf en bij onze dagelijkse voedselkeuzes. Voor een voorbeeld van ons waterverbruik in Nederland zie bijvoorbeeld het artikel van het voedingscentrum: https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/watergebruik.aspx
Hoe nu verder? Globale actie èn dagelijkse gedragsverandering van ons allemaal!
SDG 6 verdient op zichzelf al alle aandacht. Tegelijkertijd is duidelijk, dat veel SDG’s onderling samenhangen en dat er duidelijker prioriteiten moeten worden gesteld. SDG 6 is zo’n cruciaal doel. Sommige subdoelen van de verschillende SDG’s kunnen het moeilijk maken om dergelijke prioriteiten te stellen. Toch lijken sommige subdoelen van de SDG’s nog op “schade oplossen”, in plaats van op fundamenteel “schade voorkomen”. Voor de SDG 6 zal water-efficiëntie en bijvoorbeeld ontzilting zeker ook bijdragen aan verlichting van de problemen. Echter, een meer fundamentele globale systeemverandering is nodig en globaal waterbeheer, in combinatie met fundamentele veranderingen in ons eigen dagelijkse eetgedrag zullen echt nodig worden.
Naast lokale ontzilting etc. zullen er mijns inziens ook grote transportactiviteiten op gang moeten komen om te komen tot betere verdeling en om (drink)water naar gebieden en Megacities met grote waterstress en waterschaarste te gaan brengen.
Als voorbeeld kan worden gedacht aan de huidige smeltwater-crisis in Groenland: hier smelt het Big Ice elke dag met 10 miljoen liter water per seconde! Dit komt neer op 750 miljard liter zoet, drinkbaar water per etmaal – Zolang dit water onbenut blijft, stoomt het de zee in en zal het niet alleen de zeespiegel doen stijgen, en de globale golfstromen gaan verstoren, maar ook een methaan-explosie teweeg brengen en op verschillende manieren de klimaatproblematiek verder vergroten. Daarmee draagt dit smelten van het ijs op haar beurt er juist weer aan bij om de wereldwijde voedsel- en watercrises te vergroten. Hierdoor zullen weer meer en meer globale “water-vluchtelingen” ontstaan – nu naar verwachting 700 miljoen mensen in 2030 – en zullen ook meer regionale en globale (water)conflicten ontstaan.
De Romeinen legden in hun tijd al overal aquaducten aan. Voor ons wordt het tijd om naast olie- en gaspijpleidingen te gaan denken aan waterpijpleidingen!
Het nu onlangs aangekondigde “new UN framework” voor SDG 6 zal in elk geval met een groots perspectief moeten komen en nieuwe akkoorden moeten weten af te dwingen om vele lokale initiatieven echt te ondersteunen en vooral om deze lokale initiatieven echt te versterken. Ondertussen kunnen wij zelf iedere dag bijdragen door meer en meer op een vegetarisch menu over te schakelen. Een meer directe verkleining van onze persoonlijke ‘footprint’ is nauwelijks denkbaar!
Lees hier het verslag van de 15 september 2020 Dialoog op Dinsdag over SDGs 3 (gezondheid) en SDG 6 (drinkwater en sanitatie) Beyond Corona.
Earth Charter na 20 jaar: nog altijd actueel – Manifest Earth Charter Nederland
in NewsWe ontdekken dat wij achter het stuur van ruimteschip Aarde zitten. Zullen we de handleiding lezen?
door Jan Pronk en Annick de Witt, voor bestuur en team St. SBI – Earth Charter Nederland, ter gelegenheid van de de viering van 20 jaar Earth Charter, 29 juni 2020.
Problemen die doorgaans sectoraal en geïsoleerd benaderd worden blijken intrinsiek en onlosmakelijk met elkaar verweven te zijn. De ecologische- en klimaatcrisis, bijvoorbeeld, hangt direct samen met de landbouw- en voedselcrisis, met de sociale ongelijkheids- en kapitalistische crisis, met de (mentale) gezondheidscrisis (van obesitas tot eenzaamheidsepidemie), met de culturele crisis, en met de politieke of democratische crisis.
Deze intrinsieke verwevenheid zorgt ervoor dat sectorale, geïsoleerde, en partiële benaderingen keer op keer kansloos blijken. Een crisis van deze orde vergt een perspectief op het grote geheel: een perspectief van de Aarde, de Aarde met al haar inwoners.
In het begin van de jaren zeventig formuleerde de Britse chemicus James Lovelock de Gaia-hypothese. Deze stelt dat alle levende en niet-levende elementen van de Aarde ‘delen en partners zijn van een enorm wezen (Gaia) dat in haar geheel de macht heeft om onze planeet te behouden als een fit en comfortabel leefgebied voor het leven.’ Hoewel lang door wetenschappers verguisd, wordt dit idee van een levende, zichzelf regulerende Aarde steeds breder onderkend.
Ook in het publieke domein zijn pogingen gedaan een groter perspectief te formuleren, wat leidde tot de lancering van het Earth Charter –het Handvest van de Aarde. Het Earth Charter is een ‘soft law’ document, dat vanuit een integrale visie op de Aarde een ethisch raamwerk biedt met als doel een mondialiserende wereld van een wegwijzer te voorzien.
Dit document kwam voort uit een internationaal onderhandelingsproces van 10 jaar, waarin o.a. Ruud Lubbers en Michael Gorbatsjov een rol speelden. Op 29 juni 2000 werd het gelanceerd in het Vredespaleis in Den Haag. Binnenkort is dat 20 jaar geleden en viert het handvest haar verjaardag. Die viering vindt in meerdere landen plaats, ook in Nederland. Maar veel reden tot feest is er niet.
In de twee decennia sinds haar lancering is veel gebeurd: oorlogen in Afghanistan, Irak, Soedan, Libië, en Syrië; een financiële crisis die de wereldeconomie aan de rand van de afgrond bracht; omvangrijke vluchtelingenstromen in alle delen van de wereld; en, ondanks internationale verdragen en ambities, een verdergaande vernietiging van de ecosystemen waar al het leven op Aarde van afhankelijk is.
De sociale en economische ongelijkheid binnen landen neemt toe. Democratische processen en mensenrechten staan onder druk. Cultureel en maatschappelijk zijn we gepolariseerder dan ooit, wat in toenemende mate wordt geëxploiteerd voor ‘online warfare.’ Internationale organisaties, in het leven geroepen om problemen gezamenlijk aan te pakken, worden ter zijde geschoven. Nationalisme viert hoogtij. De grootmachten werken niet meer met elkaar samen, maar bestrijden elkaar.
Het visionaire perspectief van het Earth Charter is harder nodig dan ooit.
Ook is er opvallende resonantie met een aantal breed onderkende ‘corona-lessen’. Lessen over hoe verbonden we met elkaar zijn. Lessen over hoe genadeloze competitie als organiserend principe in de samenleving door de realiteit van een pandemie wordt ingehaald. En lessen over hoe meer divers en compassievol (o.a. vrouwelijk) leiderschap effectief is gebleken in het indammen van het virus (bv Nieuw Zeeland, Duitsland, Taiwan), terwijl een meer autocratische, ‘strong man’ leiderschapsstijl juist miserabel faalt (bv V.S., Brazilië, Rusland, U.K.).
De Earth Charter’s belangrijkste bijdrage is dat ze dit perspectief van het geheel, de visie van Gaia, toegankelijk maakt voor iedereen. Het is aan ons om hier van te leren, er mee te experimenteren, en het in praktijk te brengen. Het vraagt ons om onze al te menselijke neiging om klein en vanuit eigenbelang te denken aan te vullen en te confronteren met een bredere visie en een gevoel van verbondenheid met het grotere geheel. Zo kan het Earth Charter fungeren als educatief instrument en als leidraad en toetssteen bij het ontwikkelen van beleid, zowel nationaal als internationaal.
Bij die beleidsontwikkeling kunnen haar beginselen verbonden worden met de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties, waar tal van regeringen, bedrijven, en organisaties vandaag de dag serieus werk van maken. Hoewel de uitgangspunten van het Earth Charter niet leiden tot universeel toepasbare beleidslijnen, articuleert en inspireert het wel de onderliggende mindset die noodzakelijk is voor het realiseren van deze doelen.
Wij, evenals alle andere levende wezens, zijn niet alleen bewoners van de Aarde, we zijn de Aarde – we zijn een uitvloeisel van haar fysieke structuur en een motor van haar wereldwijde cycli. Wij kunnen onszelf wellicht zien als de hersenen – of beter nog, het bewustzijn – van deze levende planeet. We zijn de Aarde die zich bewust wordt van zichzelf.
Inmiddels zijn we aangeland in het Antropoceen, het tijdperk waarin de mens een doorslaggevende invloed heeft op de geologie en ecosystemen van de Aarde. Het wordt steeds duidelijker dat wij degenen zijn die achter het stuur zitten. Misschien is het geen gek idee de handleiding, het Handvest, van Spaceship Earth er nog eens op na te slaan?
Jan Pronk: Dialoog op Dinsdag Beyond Corona: Klimaat SDGs
in Earth Charter, News, UncategorizedJan Pronk – voormalig minister voor Ontwikkelingssamenwerking en Milieu in enkele kabinetten, oud VN topman, Professor Institute of Social Studies en huidig voorzitter Earth Charter Nederland – treedt op als inspirator op 7 juli in de Dialoog op Dinsdag over SDG 13: klimaatactie. Lees hier zijn verhaal.
De klimaat-SDGs zijn een lege huls. Daarom stap ik af van deze SDGs, want er zijn veel concretere doelstellingen geformuleerd. Met het klimaatverdrag van 1992 werd beloofd dat alle landen hun best gingen doen om de verslechtering van het klimaat tegen te gaan en de emissie van broeikasgassen te verminderen. In 1996 kwamen we tot de conclusie dat die belofte leeg was. Er was namelijk geen maatstaf. Daarbij wisselen landen van regeringen, waardoor zij zich niet aan hun belofte houden.
We moeten gaan in de richting van een verplichting. Die moet juridisch worden vastgelegd en er moet een sanctie op komen te staan. Net als we dat doen op het terrein van internationale handel. Dat werd Kyoto. Voor het eerst was er een emmissiereductie-doelstelling. Wie doet hoeveel om samen die werelddoelstellingen te verwezenlijken? En dat werden concrete afspraken. Maar hoe ga je dat verwezenlijken? En hoe word je het eens over de instrumenten? Ik had het geluk om de wereldonderhandelingen te mogen voorzitten. We werden het eens over de instrumenten. Hoeveel moeten landen zelf doen en hoeveel kun je verwezenlijken om andere landen te helpen? Als het niet zo makkelijk is kun je aan emmissiehandel doen. Kun je eenmaal uitgestoten broeikasgassen opslaan? Bijvoorbeeld door veel meer bomen te planten. Er werden afspraken gemaakt om elkaar te helpen en er kwamen sancties. Het was voor het eerst dat dit gebeurde op het terrein van internationaal milieubeleid. In de volgende ronde van de onderhandelingen van een volgende periode telt dat wat je niet hebt weten te verwezenlijken extra mee. Maar er kwam helemaal geen tweede periode. Het verpieterde weg. In plaats daarvan kwam Parijs na een aantal jaar.
Als je de afspraken van Parijs leest, staat daar precies hetzelfde als in de afspraken in Rio: we beloven ons best te doen. De plannen werden gemaakt. De optelsom van de uitkomst van al die plannen was een hogere emmissiereductie om de opwarming van de aarde niet te erg te laten zijn (1,5 graad). Maar de plannen waren vanaf begin af aan al niet adequaat. In het laatste overzicht wordt geconstateerd dat we de doelstellingen niet gaan halen, tenzij we ontzettend ons gaan inspannen.
Mijn stelling is dat we het niet gaan halen, en wel om dertien redenen:
Dat komt omdat we afgestapt zijn van bindende verplichtingen, je kunt altijd zeggen: we hebben ons best gedaan. En er zijn kapitalistische lobby’s gericht op regeringen en consumenten die steeds meer willen consumeren.
Is er iets positiefs te melden? Ja, de jongeren. Er is iets anders na de onderhandelingen van Parijs dan na de onderhandelingen die ik mocht leiden. De onderhandelingen die ik mocht leiden kregen veel aanbod bij ngo’s en dergelijke. Maar zodra we geslaagd waren, was het voorbij. Na de onderhandelingen van Parijs zijn jongeren opgekomen voor echte klimaatverandering. Ze zeggen tegen regeringen: je moet doen wat je beloofd hebt. En dat is aan de basis van de samenleving behoorlijk veranderd. Dat is hoop. Veel jonge ondernemers maken gebruik van nieuwe technologieën die komen tot een werkelijke verandering van het energieverbruik in de economie. Dat zag je niet na 2000, want toen waren de bedrijven totaal niet geïnteresseerd om bij te dragen aan het klimaat. Dat zijn twee positieve punten. Die punten zullen helaas onvoldoende kracht met zich meebrengen om de doelen te halen.
Dan wil ik ten slotte graag de link met de coronacrisis aan de orde stellen. De klimaatcrisis is een wereldwijde crisis. Het is een onderdeel van een systeemcrisis. Het probleem is dat de meeste mensen in het Westen de crisis niet aan den lijve voelen. Daarom wordt dat niet zo serieus genomen. En als er een probleem gaat ontstaan, gaan de westerse landen samenklonteren om zichzelf te beschermen. We hebben de andere laten stikken. Hetzelfde doet zich voor met corona. Het is een wereldwijde crisis. Maar anders dan de klimaatcrisis, wordt deze wel direct door de mensen in het westen wordt gevoeld. Als dat aan elkaar gekoppeld wordt. Als we kunnen laten zien dat dit onderdeel is van de systeemcrisis, dan zou je dat bewustwordingsproces, dat onderdeel is van SDG13 echt kunnen onderbouwen. Dan kun je komen tot een wereldwijde aanpak. Ik vrees echter dat de westerse landen zich van de andere landen weinig aantrekken, zich aaneensluiten – m.b.t. wetenschappelijk onderzoek en toegang tot vaccins en medicijnen. Dan krijg je precies hetzelfde als bij andere crises: zelfbescherming van de westerse landen. Zowel m.b.t. tot corona, als m.b.t. het klimaat zullen de meeste slachtoffers vallen in het zuiden van de wereld.
Het is geen optimistisch verhaal, maar ik heb in ieder geval twee elementen genoemd die een kleine bijdrage kunnen vormen om het spoor te verleggen: Jongeren (jonge ondernemers) en het bewustwordingselement van de koppeling van corona en het klimaat.
Stellingen:
• De klimaatcrisis zal niet afgewend kunnen worden zonder een grondige herziening van het huidige kapitalistische systeem.
• De emissiedoelstellingen kunnen alleen bereikt worden wanneer landen juridisch bindende verdragsverplichtingen aangaan, met sancties op het niet nakomen daarvan.
Pronk over Europa
Zonder Europa kan het niet. Europa heeft altijd op dit punt het voortouw genomen. Ik heb de indruk dat Frans Timmermans er echt aan trekt, maar ik ben niet positief over de houding van de EU-landen. Ook omdat er middelpuntvliedende krachten zijn binnen Europa. Niet op de laatste plaats binnen Nederland zelf. Politieke samenwerking is van het grootste belang.
William van Niekerk: SDG 7 Beyond Corona
in NewsOp 7 juli 2020 trad Earth Charter Vriend William van Niekerk – op als inspirator in de Dialoog op Dinsdag over de SDGs Beyond Corona (onderdeel van een prikkelende serie dialogen in samenwerking met de Worldconnectors. William, vicevoorzitter Raad van Toezicht van SNV World en voorzitter van de NWBA, de Nederlandse Waterstof en Brandstofcel Associatie, zoomt in op SDG 7, lees zijn verhaal.
SDG 7: Verzeker toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen.
Graag neem ik u mee naar begin 2018. Ik bezocht een aantal ontwikkelingsprojecten op het gebied van energie, agricultuur en water in Tanzania. De mensen en projecten die ik daar bezocht gaven een nuttig perspectief op SDG 7. Vaak wordt in Nederland bij dit ontwikkelingsdoel gesproken over de grootschalige opwek van hernieuwbare energie, bijvoorbeeld met grote windmolens. Dat het ook anders kan vertel ik graag vandaag aan de Worldconnectors en de Vrienden van het Earth Charter.
In grote delen van Afrika zijn huizen niet verbonden met het elektriciteitsnet, of het waternet, of het drinkwaternet, zoals dat de afgelopen duizenden jaren ook niet het geval was. In Sub-Sahara Afrika heeft nog steeds zo’n 55% van de mensen geen of nauwelijks toegang tot elektriciteit. Ondanks de ontwikkelingen de afgelopen jaren. Is Sub Sahara Afrika ook het gedeelte van de wereld dat door Corona voor het eerst in 25 jaar in recessie komt. De vooruitzichten voor de ontwikkeling van deze mensen is somber. Mensen gebruikten in Afrika voor de Coronacrisis sowieso weinig energie. Het positieve hiervan was dat Afrika slechts 2% van de wereldwijde broeikasgassen uit energie produceert, terwijl 17% procent van de wereldbevolking in Afrika woont. De energietransitie in Afrika gaat voor veel mensen in de praktijk van vandaag over toegang tot elektriciteit, het produceren van biogas en koken met minder schadelijke verbranding.
Ik heb gezien dat wij als Nederlanders de kennis in huis hebben om deze kringlopen in de praktijk in te richten. Het interessantste vind ik echter de ontwikkeling van off-the-grid-solar. Inmiddels zijn er ruim een half miljoen mensen, alleen al in Tanzania, door het Nederlandse SNV World geholpen aan dergelijke systemen. Deze systemen bestaan vaak uit een zonnepaneel dat verbonden is met een accu en dat systeem levert op afbetaling per sms stroom aan bijvoorbeeld lampen en een smartphone. Na volledige afbetaling is het systeem definitief van de eigenaar. De investering per persoon voor een dergelijk systeem is ca. 6 euro. Wat ik bijzonder aan deze oplossing vind, is dat hiermee de aansluiting op het grid wordt overgeslagen, inclusief de kosten daarvan.
Met de groei van duurzame energie zal er steeds meer vraag en aanbod op verschillende momenten komen en het balanceren daartussen kan niet zonder opslag. Opslag van biogas is relatief eenvoudig, maar opslag van elektriciteit is dat niet. Er zal daarom behoefte blijven om innovatieve concepten voor opslag te bedenken en te installeren. Hoe dan ook zal energie-opwekking veel meer decentraal en minder centraal worden.
Kijken we naar de effecten van de coronacrisis dan kunnen we een paar zaken voorspellen: zonne-energie wordt versneld goedkoper omdat er door cash-gebrek minder kopers zijn, vooral in Amerika. Bloomberg verwacht een prijsdaling van ca. 10% dit jaar. Echter, wereldwijd zullen de investeringen ook teruglopen. Vaak is ontwikkelingshulp een percentage van het Bruto Nationaal Product, ook in Nederland. Dat betekent dat de verduurzaming zal vertragen. Minder investeringen in duurzame energie betekent in dat geval ook minder snelle uitbouw van energievoorzieningen en minder betrouwbare energievoorzieningen voor ziekenhuizen et cetera. Toegang tot betrouwbare en duurzame energie voor klinieken en andere zorginstelling moet daarom de hoogste prioriteit krijgen.
Energie maakt het mogelijk om te zorgen voor gezonde voeding, om licht te geven zodat je veilig thuis kunt leren en werken, waardoor kinderen zich kunnen ontwikkelen en volwassenen in hun inkomen blijven voorzien. Tijdens de Coronacrisis, na de Coronacrisis en ook na 2030.
à Stelling 1: Er zijn genoeg mogelijkheden om iedereen van betaalbare, betrouwbare en duurzame en moderne energie te voorzien. Alleen al de zon levert meer energie dan we met elkaar kunnen consumeren
à Stelling 2: Door in minder rijke landen te zorgen voor duurzame en betaalbare energie kunnen er veel banen worden gecreëerd, direct in de energiesector en indirect doordat er energie komt om de minder rijke landen verder te digitaliseren. Daardoor draagt een duurzame energievoorziening ook bij aan migratievraagstukken.
Verslag 30 juni 2020 Dialoog op Dinsdag: SDGs 10 en 15 Beyond Corona
in Earth Charter, News, UncategorizedIn deze Dialoog staan centraal: SDG 10 (ongelijkheid verminderen) en SDG 15 (leven op het land). Tijdens deze vierde Dialoog op Dinsdag worden we geïnspireerd door Roel van den Sigtenhorst en Willem Ferwerda. Jan van de Venis luistert mee en reflecteert aan het eind van de dialoog vanuit het perspectief van toekomstige generaties.
Moderators: Alide Roerink (Earth Charter) en Veronique Swinkels (Worldconnectors)
Welke werelden willen wij met elkaar verbinden? Jong en oud, natuur en samenleving, toekomst en nu, luid en stil, ecologen en financiers en internationale gemeenschappen. .
Estafette
Bij de vorige (en 3e) Dialoog op Dinsdag op 23 juni 2020 stonden SDG 9 (industrie, innovatie en infrastructuur) en SDG 11 (duurzame steden en gemeenschappen) centraal. De punten die er uit de vorige dialoog op dinsdag uitsprongen:
Jade Peters legt de verbinding met het Earth Charter
SDG 10 gaat over het verminderen van ongelijkheid. Mensen die het minder hebben, groeien minder mee met de mensen die al veel hebben. Wie nemen we mee in het verminderen van ongelijkheid? Komt overeen met Earth Charter principe 3. Earth Charter schrijft: “Maak een einde aan armoede”. En niet: “Verminder ongelijkheid”. SDG 15 is het leven op land en duurzaam gebruik maken van ecosystemen. Vanuit het Earth Charter is dit principe 1: respecteer het leven op Aarde. Dit gaat over ecologische veerkracht en het behoud van de biodiversiteit. Het beschermen, herstellen en bevorderen van het duurzaam gebruik van het ecosysteem. Het voorkomen van ontbossing, bevorderen van biodiversiteit.
Roel van den Sigtenhorst– Afdelingshoofd OBA (verantwoordelijk voor ‘Het Huis van Alle Talen’), eigenaar Sigtenhorst Consultancy en bestuurslid bij de hiphopschool Solid Ground Movement
Als wij een probleem elders willen verhelpen, is het in mijn optiek zaak dat wij het op dit punt zelf goed op orde hebben, of op z’n minst een diep begrip van de onderliggende vraagstukken. Kansenongelijkheid (in Nederland) kent veel verschillende vormen. Enkele voorbeelden daarvan zijn:
• Politiek: Op dit moment telt het parlement 0 zwarte volksvertegenwoordigers en slechts een handje vol volksvertegenwoordigers met een andere of dubbele culturele achtergrond. Deze ondervertegenwoordiging zien we tevens in de lokale politiek.
• Bedrijfsleven: Systematische ondervertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in de top van het bedrijfsleven. Zowel in management als bestuursfuncties.
• Media: Gebrek aan representatie en vertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in zowel het aanbod, alsmede de redacties, management en bestuursfuncties van (traditionele) media en omroepen.
• Kunst & Cultuur: Gebrek aan representatie en vertegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond in zowel het aanbod, alsmede management en bestuur van culturele instellingen, musea, theaters, podia, literatuur en kunstinstellingen.
• Onderwijs: Eenzijdige narratieve omtrent ons koloniale verleden, slavernijverleden en onze geschiedenis van arbeidsmigratie. Tevens een gebrek aan representatie van culturele diversiteit in de top van het onderwijs.
Hoewel de uitdagingen groot zijn en al heel lang aanwezig zijn, ben ik ervan overtuigd dat wij kansenongelijkheid op basis van culturele achtergrond structureel kunnen verminderen. Het collectieve bewustzijn over deze onderwerpen groeit snel, mede ingegeven door de grotere (digitale) verbondenheid en constante communicatie via het internet, alsmede protestbewegingen als Black Lives Matter. Enkele van de meest fundamentele voorwaarden zijn in mijn optiek:
• Contact, dialoog tussen mensen van verschillende culturen, generaties, religies, sociale en politieke netwerken of standpunten.
• Erkenning van gedeelde geschiedenis, nieuwe perspectieven op deze geschiedenis.
• Meer kennis over de achtergrond, beweegredenen en ervaringen (gevoelens) en intrinsieke motivatie van de ander.
• Representatie van culturele diversiteit, goede voorbeelden, rolmodellen, sleutelfiguren (in diverse sectoren en (top)functies.
• Ontwikkeling van een collectieve visie omtrent inclusie, op basis van gedeelde waarden.
• Inspraak van en voor mensen met een cultureel diverse achtergrond binnen de systemen die we inclusiever wensen te maken.
Daarnaast is het mijn overtuiging dat we het bestaande systeem fundamenteel anders zouden moeten inrichten om duurzame verandering teweeg te brengen. De sleutel ligt hierbij in mijn optiek in een combinatie van ‘ruimte maken’ voor inspraak en representatie van buitenaf op alle lagen. Naast het herinrichten van onze systemen moeten we actief op zoek gaan naar (informele) organisaties en sleutelfiguren die culturele gemeenschappen vertegenwoordigen, kennen en vertrouwen genieten binnen die gemeenschappen.
Tot slot draag ik graag een praktisch voorbeeld aan van hoe dit vorm zou kunnen krijgen, in dit geval op stedelijk en lokaal niveau in de publieke sector. De afgelopen anderhalf jaar heb ik met de Openbare Bibliotheek Amsterdam gewerkt aan het Huis van Alle Talen. Een co-creatief concept waarbij organisaties en sleutelfiguren uit verschillende culturele gemeenschappen eigenaarschap krijgen over het culturele aanbod in de stad. Door vanuit een dienstbare, faciliterende houding samenwerkingen aan te gaan met organisaties die kennis, netwerken en activerend vermogen hebben binnen culturele gemeenschappen ontwikkelen we nieuw cultureel en educatief aanbod.
Wat de afgelopen maanden mij geleerd hebben, is dat wij hier allemaal een rol in hebben. Als we de Nederlandse (of globale) samenleving inclusiever en gelijkwaardiger willen maken. En kansen op een mooie toekomst voor iedereen zo groot mogelijk willen maken, moeten we beginnen met reflectie op onze eigen gedragingen, gewoonten, structuren en systemen. Als individu en als organisaties. Dus vraag jezelf af: Wat is mijn rol? Waar zitten mijn blinde vlekken? En wat kan ik doen om het collectief gelijkwaardiger te maken?
Lees de hele blog van Roel van den Sigtenhorst op worldconnectors.nl (linkje) en bekijk zijn presentatie hier (linkje).
Willem Ferwerda – Ecoloog, natuurbeschermer en directeur van Commonland
De coronacrisis heeft ons laten zien dat mensen de gemeenschap en de natuur als de meest waardevolle zaken zien die ons verbinden en inspireren. Dat geldt zowel voor mensen in rijke als in arme landen. In veel landen heeft de crisis dan ook geleid tot een grotere waardering voor de omgeving, het dorp en lokale producten. Mensen trokken zich terug op het platteland. Mijn stelling is dat in de hectare alles samen komt: onze economie, ons voedsel, onze gezondheid en uiteindelijk ook onze gemeenschap. En die hectare is weer onderdeel van een groter ecosysteem: een unieke verbinding waarin flora en fauna (biodiversiteit), water en de bodem samen een eenheid vormen. Ecosystemen en de diensten en producten die eruit voortkomen zijn nog steeds basis van elke economie. De afgelopen eeuwen hebben we een model opgebouwd dat ecosystemen grootschalig is gaan uitputten. De grootste uitdaging van deze tijd is (meer nog dan ongelijkheid en klimaat) is het behouden en duurzaam beheren van de mondiale ecosystemen waarin productie van voedsel en productie en behoud van biodiversiteit samengaan. Hierin komen in feite alle SDGs samen. De wereld lijkt nu wakker te worden: bedrijven en overheden zeggen in te gaan zetten op ‘Nature Based Solutions’, een verzamelwoord om veel meer samen te werken met de natuur i.p.v. tegen de natuur. Maar hoe doe je dat? Er wordt gesproken over massaal bomen planten om CO2 af te vangen, over regeneratieve of kringloop landbouw, gezond eten, klimaat… Men zoekt naarstig naar investeringen, het moet snel, groot en tevens financiële return geven, want dat is duurzaam. Maar hoe doe je dat, op een landschapsschaal of beter gezegd ecosysteemschaal? Mijn stelling is dat een noodzakelijke holistische aanpak ontbreekt. En inmiddels hebben we daarmee ervaring. Ik zal het model wat we hebben opgezet van “4 Returns (vier waarden), 3 Zones, 20 Years” kort toelichten. Gedegradeerd land leidt tot vier nadelen:
4 returns. Landherstel leidt tot vier waarden:
3 zones. De eerste zone is de economische zone. Hier wonen en werken mensen, is er een monocultuur en een focus op zo snel mogelijke productie. De tweede zone is de combined zone en de derde zone is de natuurlijke zone: natuurgebied.
Er is weinig grootschalige natuurlijke zone maar wel veel gecombineerde zone. En dat is de zone waar de magie kan plaatsvinden in grote landschappen. Een belangrijke factor bij deze aanpak is tijd. Stop met projectdenken, dat is destructief voor dit soort zaken. Deze aanpak stoelt op de Theory U: een methode om samen een co-creatieproces aan te gaan dat je zelf formuleert. Boerenleiders en gemeenten worden bij elkaar gebracht en denken na over wat voor landschap zij voor ogen hebben. In 2013 ben ik daarmee begonnen met Commonland. Bij elk landschap heb je verschillende soorten geldstromen, maar het transformatieve deel is de kern.
Mijn eerste stelling is dat het investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren. Mijn tweede stelling is dat het investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.
Lees ook het artikel The EU Green Deal requires a Landscape Approach van Willem Ferwerda in Medium.
Vraag: waarom focus je je op de combined zone?
Als je die combined zone niet hebt, krijg je een verstedelijking, met slechts een paar beschermde gebieden. Het platteland is cultuur. Het platteland is nodig voor de diensten die daaruit voortkomen. Het weghalen van de gecombineerde zone is een technische oplossing van mensen die uit de stad komen. Het is een IT-oplossing, die virtueel is, maar niet kan.
Pas op voor een focus op regenerative agriculture
We moeten oppassen dat grote bedrijven nu weer achter regenerative agriculture achterlopen. Maar we hebben een holistische kijk nodig. Regeneratieve landbouw is daar slechts een onderdeel van.
Breakoutgroep 1: Investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden is een noodzakelijke voorwaarde is om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.
In de kleine groep leven een aantal brandende vragen over situaties rond concrete gebieden waarbij deelnemers zelf betrokken zijn, w.o. bescherming van Yasuni in Ecuador en Nationaal Park Texel. Willem geeft aan dat pogingen voor natuurbeheer vaak stranden doordat er onvoldoende is geïnvesteerd in de ontwikkeling van een gezamenlijke visie op het landschap, waarbij alle stakeholders betrokken zijn vanaf het begin. Pas dan kan je op zoek gaan naar alternatieve business modellen. Het opzetten van ‘landscape partnerships’ is een belangrijke sleutel voor succes. Een probleem is dat investeerders in de regel op zoek zijn naar succesvolle projecten, maar niet bereid zijn in een voorstadium te investeren in een landschap partnerschap. Niemand wil ‘transformatiegeld’ betalen. In Ecuador bleek de bescherming van Yasuni een politieke actie, die niet werd doorgezet. Er zijn voorbeelden van gebiedsontwikkeling waarin landbouw en natuurbeheer elkaar niet tegenwerken, juist goed samengaan. Dat is ook de inzet van de samenwerking onder de titel WIJ-land, waarbij Commonland betrokken is. Boeren gaan een beweging creëren en naar een zoneringsaanpak. Ook het innovatielab “Voor de Oogst van Morgen” is een goed voorbeeld, waar nu ook regiolabs uit voortkomen. Het gaat om de ecologie van het systeem, en boeren hebben daar niet vanzelf inzicht in die goed te ‘lezen’ en begrijpen. De vraag is gesteld of het toekennen van rechten aan natuurgebieden, zoals aan de Waddenzee of een rivier, kan helpen bij het beschermen van de natuur. Willem geeft hierop een positief antwoord, het zou kunnen helpen, maar is nog niet gebeurd. Willem ziet goede mogelijkheden dat rechtszaken gewonnen kunnen worden wanneer bijvoorbeeld de rechten van een rivier worden geschonden.
Vanuit het idee van de ‘commons’ – de bodem, de lucht en water zijn publieke goederen – wordt nu gedacht over rechten van de bodem, en de bodem een stem geven.
Breakoutgroep 2: Als wij kansenongelijkheid (in Nederland of elders) fundamenteel willen aanpakken, moeten wij onze instituten en machtsstructuren radicaal omgooien. En deze voorzien van een integrale visie omtrent inclusie, gericht op het vergroten van inspraak en representatie van kansarmen en minderheden.
De discussie gaat met name over de strategische implicaties van de stelling, met vragen als: Wie (en wie zijn dan ‘zij’?) zijn ‘wij’?, Wat is dan onze veranderstrategie? Werken we binnen of buiten het bestaande systeem?. Roel blijft achter zijn stelling staan met een pleidooi voor radicaliteit. Andere
stemmen gaan uit van een meer geleidelijke strategie: het gaat om inclusie in de praktijk met concrete activiteiten, die kunnen worden opgeschaald. Somya wijst op het belang van systemische verandering in het onderwijs en bedrijfsleven, waar ‘empowerment’ concreet moet worden, maar stuit op gebrek aan geld, aan urgentie, aan concrete actie en het gemis van een heldere rol van de
overheid hierbij. Er wordt gepleit voor concrete initiatieven naast het bestaande systeem; creatieve
voorbeelden die tot navolging leiden (zoals de Wereldwinkels indertijd, het plan om de wereld op de Werelderfgoedlijst van UNESCO te zetten), een morele benadering met respect voor het bestaande.
De rol van het bedrijfsleven in het economisch domein komt aan de orde. Besluiten van bedrijven om niet meer te adverteren als protest (Black Lives Matter, Facebook) kunnen leiden tot verandering.
We wordt geconstateerd dat we stelling 10 bespreken zonder daarmee de verbinding te leggen met stelling 15. De spanning tussen deze twee kan nog beter worden geanalyseerd. Herman Mulder pleit voor de Worldconnectors als ‘proeftuin’ voor inclusiviteit, en voor het openstellen van dialogen voor mensen met een fundamenteel andere mening.
Breakoutgroep 3: Investeren in transformatieprocessen van mensen in gebieden is een noodzakelijke voorwaarde om in duurzaam landschapsherstel te kunnen investeren.
De vraag is of je eerst de mensen moet transformeren of dat je het tegelijkertijd moet doen met de start van gebiedstransformatie. We vinden het moeilijk om ons zelf in breder perspectief te zien, zowel bij het landschap als in de diverse samenleving. Belangrijk is dat er lokaal moet worden gekeken en de aanpassing en oplossing hier vandaan komt. De oplossing moet echt zelfdragend zijn, empowerment van het individu is dan voor beide SDGs belangrijk. Het concept taal komt bij beide SDGs aan de orde. Mooi dat bij Commonland, Theory U aan de basis staat voor verandering. Daar komt ook de kijk op jezelf naar voren en hoe het individu zich verhoud tot het collectief. Corporaties leggen mooi de verbinding tussen een onderwerp en het belang van inclusivitiet. Ze laten zien dat samenwerking mogelijk en essentieel is in landschappen, om te wonen, arbeidsongeschiktheid (Broodfonds) en schone energy. Het is een economische eenheid maar gaat uit van de eenheid ‘ het individu’ die zich aansluit en dan samen vorm geeft aan de transformatie.
Het SDG Spotlight Report NL (i.o.) heeft in 2020 de focus op SDG10 en SDG15 omdat deze SDGs op heel veel plaatsen in de wereld ook echt verbonden zijn; de problemen en de oplossingen. Voor Nederland is de oplossingsrichting voor het herstellen van onze eco-systemen en behouden van landschappen ook te vinden bij het duurzaam integreren van de mens en menselijk activiteit in het landschap.
Luisteraar Jan van de Venis: Waarnemend Ombudspersoon Toekomstige Generaties en eigenaar advocatenkantoor JustLaw
SDG 10 ‘Minder ongelijkheid’ en SDG 15 ‘Leven op het land’ – hoe verbind je binnen deze thema’s? We hebben ons vandaag vanaf het begin gericht op verbinding; op samenhang. Op wat we zien en horen en ook op wat we niet horen. Op de gevestigde orde en belangen en alles daarbuiten: vernieuwing in verbinding. Leiderschap met bewust zoeken naar wijsheid. ‘Minder ongelijkheid’ en ‘Leven op het land’ – hoe verbind je binnen deze thema’s? Nou, bijvoorbeeld zoals Jade het deed: Ze nam ons mee vanuit inclusiviteit. Focussen we op “Minder ongelijkheid” zoals SDG 10 vaak wordt aangehaald of juist naar meer inclusief, gelijkwaardig, ‘just’. Het Earth Charter is juist hier vol van. Ook t.a.v. verbinding met al het leven en SDG 15: Leven/natuur op het land. Met Roel duiken we de diepte in van SDG 10: inkomen, culturele achtergrond, onderwijs, uitsluiten en gebrek aan rolmodellen en representatie vanuit achtergestelde groepen, blinde vlekken in onze dominante cultuur: onze samenleving houdt veel soorten ongelijkheid in stand. Met dialoog, erkenning, representatie naar een collectieve visie: daar ontstaat inclusie. Inspraak vanuit diversiteit voor een mooiere, meer verbonden samenleving. Diversiteit. Met Willem duiken we de diepte in op SDG 15: leven op het land. Onze ecosystemen staan onder druk, maar landschapsherstel is goed mogelijk. Daarbij zijn alle SDGs nodig van bijv. meer gender equality (meer actieve vrouwen bij kleinschalige en grotere projecten), via minder honger en beperken klimaatverandering tot meer inclusieve samenlevingen. “Inclusief, systemisch en lange termijn” zo moeten we werken. De mens van Ego (en buiten de natuur) terug naar Eco (onderdeel van en binnen de circle of life). En wat zien we: land restoration levert op! Natuurlijk, sociaal en financieel kapitaal. Inspiratie wordt hervonden waar hopeloosheid eerder regeerde. En hoe doe je dit? Ja, inclusief vanuit diversiteit. Samen: co-initiation, co-operation en nog veel meer co’s. Samen naar ecosystem restoration. Tjonge wat lijkt dit op ‘niet gerepresenteerde’ samenlevingen. Diversiteit. We zijn divers. Iedereen is anders. Maar er is ook meer wat ons verbindt dan wat ons scheidt. Wat verbinden wij vandaag? Worldconnectors, verbinders van werelden. Vandaag ontstaat de verbinding vanuit integrale inclusie en diversiteit.
Biodiversiteit die wordt gezien en gewaardeerd ‘in het leven op land’ leidt tot gezondere, veerkrachtige en gebalanceerde ecosystemen. Goed voor het land. En de mens; voor al het leven.
Biodiversiteit die wordt gezien en gewaardeerd op ‘minder ongelijkheid of meer inclusief’ leidt tot gezondere, veerkrachtige en gebalanceerde samenlevingen. Goed voor de mens, de samenleving, de natuur; voor al het leven. Diversiteit in verbinding, goed voor samenlevingen en natuur. Onze voorouders waren ook extreem divers. Zoek het maar eens uit, binnen 7 generaties zitten 256 voorouders. Daar zit bij mij alleen al zoveel in. Ja veel boeren, maar ook binnen en buitenland, kroegbaas en activist op geheelonthouding, dominee en zakenman, knecht en burgemeester. Dit zit allemaal in mijn systeem, in mijn DNA. Hoe divers zullen onze nakomelingen dan dus ook zijn, 7 generaties vooruit. We helpen ze nu al door te verbinden, ‘diversiteit in verbinding’.
Toverwoorden voor Worldconnectors. Toverwoorden voor alle SDGs. ‘Diversiteit in verbinding’ begint vandaag: immers “We implement this agenda for the benefit of all, present and future generations.”
Andere punten die uit de dialoog kwamen:
Estafette – volgende dialoog (7 juli 2020):
Ook dit keer sprongen er een aantal punten uit. Deze nemen we mee naar volgende week:
Volgende week, 7 juli is Dialoog op Dinsdag nr5. waarbij SDG 7, betaalbare en schone energie en SDG 13, klimaatactie centraal staan. Na de zomervakantie zullen wij weer verder gaan met de dialogen. Dit is de voorlopige planning (starttijd 15.00):
15 sept: Dialoog op Dinsdag nr6; SDG 3 Gezondheid en 6 Schoon water en Hygiëne (digitaal)
29 sept: Dialoog op Dinsdag nr7; SDG 4 Onderwijs en 14 Leven onder water (digitaal)
13 okt: Dialoog op Dinsdag nr8; SDG 5 Sexe gelijkheid en 16 Vrede en Sterke instituties (digitaal)
27 okt: Afsluitende Round Table SDG 17 Partnerschappen (fysiek, locatie ntb)
Verslag Dialoog op Dinsdag 23 juni: SDGs 9 en 11 Beyond Corona
in Earth Charter, News23 juni 2020 – Dialoog op Dinsdag – SDGs 9 en 11 Beyond Corona
SDG 9: Industrie, innovatie en infrastructuur
SDG 11: Duurzame steden en gemeenschappen
Moderators: Ilyes Machkor (Worldconnectors) en Alide Roerink (Earth Charter)
Worldconnectors en Earth Charter Vrienden zetten zich in voor onderlinge verbindingen binnen en buiten het ecosysteem van de SDG’s. We geloven dat bestaande initiatieven sterker worden als ze verrijkt worden vanuit allerlei diverse perspectieven. Het eerste doel van vandaag is om geïnspireerd te raken met nieuwe inzichten en kruisverbanden voor je eigen werk. Alles daarbovenop is mooi meegenomen. Het Earth Charter is daarbij ons kompas en de SDGs zijn de agenda. We onderzoeken in de Dialoog op Dinsdag wat het effect is van de huidige crisis op het bereiken van de SDGs in 2030.
Tijdens deze derde Dialoog op Dinsdag worden we geïnspireerd door Thaddeus Anim-Somuah en Gerben van Straaten. Er zij twee luisteraars in ons midden, Jetteke van der Schatte Olivier en Douwe van der Stroom, die meeluisteren naar wat ze horen of juist niet horen en hier aan het eind op reflecteren.
Estafette
Bij de tweede Dialoog op Dinsdag op 17 juni 2020 stonden SDG2 en SDG12 centraal. Het belangrijkste inzicht dat we voor deze derde bijeenkomst meenemen is dat we intentie achter de SGDs en de waarden waar ze voor staan steeds weer opnieuw in beeld moeten brengen. Anders worden het vinkjes bij een cijfertje.
Blog Thaddeus Anim-Somuah – Engineering Manager Projects bij Croda
SDG 9: Bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame industrialisering en stimuleer innovatie
Bij infrastructuur moeten we denken aan transport, wegen, irrigatie, energie en informatie-, en communicatietechnologie. Bij industrialisering moeten wij denken aan alle industrieën: bouw, landbouw, chemie, consumptiegoederen, enz. Bij innovatie moeten wij denken aan onderzoeken en ontwikkelen van alle soorten van nieuwe technologieën. De nadruk wil ik leggen op de woorden veerkrachtig, inclusief en duurzaam. Veerkrachtig houdt in dat infrastructuur ten alle tijden beschikbaar, betaalbaar en betrouwbaar blijft. Soms nemen wij het voor lief maar COVID-19 heeft ons laten zien hoe belangrijk het is om crisisbestendig te zijn. Net als COVID-19 kan iedere crisis onverwachts gebeuren voor een onbepaalde tijd. In deze crisis heeft internet thuiswerken en verbreding van online bestellen mogelijk gemaakt. Als wij kijken naar de toekomst liggen er veel uitdagingen voor de infrastructuur: voor netbeheerders betekent onze groene toekomst dat de capaciteit van het net moet verdubbelen. Vooral elektra zal de grote investeringen mogelijk terugverdienen. Echter is het niet zo voor alle infrastructuur. Voor investeringen in transportnetwerk is het geld vaak niet terug te verdienen. Voor een groenere en schonere mobiliteitssector willen wij dat de maatschappij de overgang maakt naar elektrisch rijden. Hierdoor moeten wij de energie-infrastructuur en transportinfrastructuur meer integreren (dat is niet alleen voor elektrisch rijden trouwens, geldt ook voor andere hernieuwbaar bronnen zoals treinen op waterstof). Het aantal elektrische auto’s is enorm toegenomen in de afgelopen 10 jaar en de verwachting is dat het toename doorgaat van 25000 in 2014 tot 140000 in 2019; het aantal laadpunten is meegegroeid (400 publieke laadpunten in 2010 naar 25000 in 2016). Dit zijn miljarden investeringen die grotendeels bij die overheid vandaan moeten komen. Nu de focus op corona ligt worden investeringen mogelijk uitgesteld. Uitstel mag geen afstel worden want het deadline komt al dichterbij. Bijvoorbeeld als wij niet in elektriciteitsinfrastructuur investeren zouden wij elektriciteit tekortkomen waardoor de hele maatschappij veel last zal krijgen van onder andere:
Nederland kan zich geen afstel permitteren, want wij zijn niet het beste jongetje van klas zoals wij misschien denken. Feiten laten zien dat wij eigenlijk bij de slechtste zijn. Nederland heeft de minste duurzame energie in de hele EU, maar 7% in 2018. Het gemiddelde is 18%, en de EU vraagt minimaal 14% voor 2020. Afvalverbranding en biomassaverbranding zijn hierin meegeteld. Afval verbranden is onnodig CO2 uitstoten, afval kan je beter recyclen dan verbranden. Bomen kun je beter gebruiken om CO2 op te vangen. Als je een boom verstookt, creëer je twee keer zoveel CO2 dan bij gas. Dus je kunt beter bomen planten en gas verbranden, dan bomen en verbanden. Voor de aarde maakt niet uit wat er op papier staat maar wat er daadwerkelijk in de lucht komt.
Kortom, Nederland heeft veel te doen om onze plichten aan Europa tegemoet te komen. Maar de wereld eindigt niet bij Europa. Er zijn 7,5 miljard mensen op aarde, hiervan heeft bijna 1,1 miljard geen elektriciteit, 2 miljard geen schoonwater, 2,5 miljard geen schone kookfaciliteiten, en bijna 3,5 miljard geen internet. Het niveau van leven in ontwikkelingslanden moet omhoog. Dit is wat men bedoelt met inclusief. Wij mogen niemand achterlaten. Ook in Nederland mogen wij niemand achter laten. Er zijn er 180.000 woonadressen in Nederland met traag internet <9 Mb/s (zoom 16mb/s). Waarom? Internet is overgelaten aan die vrij markt. Traag internet in Nederland betekent: jongeren die hun huiswerk niet kunnen doen, volwassen die niet kunnen thuiswerken. Verduurzaming mag geen smoes zijn om ongelijkheid te vergroten, ongelijkheid moeten wij steeds verkleinen. In een ideale maatschappij zou iedereen een goede kwaliteit van leven hebben. Dus elektriciteit, water, kookfaciliteiten en internet mogen geen vraag of wens zijn. Hiermee komt mijn eerste vraag:
Welke plichten hebben wij als Nederlanders voor een inclusieve verduurzaming binnen Nederland, binnen Europa en ook binnen de hele wereld? Wat betreft verduurzaming hebben wij nog lang te gaan. Inderdaad is CO2-uitstoot tijdelijk verlaagd vanwege COVID, met de sterkste lockdownregels in april was de afname meer dan 15%. Dit is geen reden tot juichen want dat was te kort en te klein als wij het bekijken over de lange termijn. Als wij doorgaan met business as usual gaan wij op 3 graden aardeverwarming uitkomen i.p.v. 1.5 graad. De VN geven aan dat als wij de 1.5 graad willen halen, wij onze klimaatacties moeten vervijfvoudigen. Als wij onvoldoende actie nemen, zal het in 2030 niet meer mogelijk zijn om de verwarming te beperken tot onder die 1.5 graad. De EU zegt dat er groen herstel moet komen. Dat is zeker nodig, maar het is maar die vraag hoe groen dat wordt. De tijd zal het leren. Wat wij nu zien is iets minder groen. EU-lidstaten zijn akkoord met het voorstel om milieuverplichtingen van vliegtuigen te verzachten vanwege COVID en vliegtuigmaatschappijen krijgen mogelijk uitstel van vijf jaar op het betalen van hun milieulasten aan de VN. 1 miljard Euro van Horizon 2020 is naar COVID-19 gegaan, dus niet meer beschikbaar voor andere projecten. In Nederland heeft het kabinet besloten om de industrie te ontzien van CO2-heffing vanwege COVID. Ongeveer twee op de drie bedrijven in de hernieuwbare energiesector in Nederland heeft als gevolg van de coronacrisis lopende projecten stilgelegd. Dat blijkt uit een enquête van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. Jij kunt je afvragen of COVID niet wordt misbruikt om milieuverplichtingen te verminderen. Echter hebben ruim tweehonderd bedrijven de verklaring ‘Dutch businesses endorse sustainability in COVID-19 recovery’ getekend. Dit zijn bedrijven van verschillende industrieën, inclusief bedrijven die nu gaan profiteren van het verzachten van verduurzamingsmaatregelen. De bedrijven vragen aan de Nederlandse regering de volgende drie zaken:
In mijn mening, zijn deze acties hard nodig, helaas zijn er op dit moment alleen maar woorden op papier. Zowel van de overheid als de bedrijven is er onvoldoende klimaatactie genomen. Het zijn niet alleen bedrijven en overheden die verduurzamen, maar ook de maatschappij en ieder individu. Niet alleen door stemmen maar ook door individuele productkeuzes en acties (denk aan recyclen) en publieke steun voor klimaatbeleid en innovaties. 71% van de Nederlanders maakt zich zorgen over het klimaat. 77% vindt dat het overheid nu evenveel of meer moet doen voor het klimaat ondanks corona. De publieke steun is er, maar die moeten wij omzetten in actie. Daarnaast moeten wij ervoor zorgen dat fake news geen obstakel wordt. Bijvoorbeeld tijdens corona hebben mensen onjuist een link gemaakt tussen corona en 5G, er zijn zelfs zendmasten verbrand. Alleen door innovaties zoals 5G te stimuleren kunnen wij onze klimaatdoelstellingen halen. Hiermee komt mijn tweede vraag: hoe zorgen wij dat verduurzaming en de projecten en innovaties die daarbij horen doorgaan ondanks corona?
Dialoog: een integrale visie waarin niet rendement, maar de mens centraal staat
We zien de gebouwde omgeving alleen als gebouwen, als iets financieels. Zijn we in staat om anders te kijken dan financieel? Want men wordt door beperkte middelen vaak genoodzaakt de focus te leggen op het financiële plaatje. Maar van wie is dat land eigenlijk? Het zou mooi zijn als de gebouwde omgeving weer meer van de ‘commons’ wordt. Laat het rendement terugkomen bij de mensen die de waarde toevoegen en bij de gemeente i.p.v. bij de projectontwikkelaars. Hoe komt het dat we de mensen hierbij uit de het oog zijn verloren? De SDGs kunnen helpen om dat perspectief te verbreden. We moeten een inhoudelijke vertaalslag maken. Wat betekent het concreet op lokaal niveau als je met de SDGs gaat werken? De samenwerking met andere partijen is des te belangrijker.
Een van de verbindingen die gelegd wordt tussen SDG 9 en SDG 11 is de komst van datacenters. Wat opvalt in het recente Europese rapport over de voortgang op de SDG’s is:
Er zitten een aantal fouten in onze economie waar we goed naar moeten kijken. Er wordt geld mee verdient, maar waarom is dat eigenlijk zo? Wij willen bouwen aan een samenleving met veerkracht, versterkte weerbaarheid en duurzaam. De tijd is nog nooit zo rijp geweest om over deze stappen heen te komen. In Nederland vinden we dat de recovery vanuit de bouw moet komen. Moeten we niet voorzichtig zijn om dit in open gebied te doen? Als we woningen bouwen, krijgen we die ruimte nooit meer terug. Het weerwoord is: er is toch landbouwgrond genoeg? We moeten naar nature based solutions zoeken, de natuurlijke mogelijkheden vinden in de openbare ruimte, waar biodiversiteit een plek heeft. Zijn we in staat de fouten die we in het systeem zien, in de leefbare richting te sturen? Dit is een integrale visie op hoe we met land om moeten gaan.
Blog Gerben van Straaten – oprichter en CEO World of Walas
De ontwikkeling van duurzaamheid en steden: “Collaborate or Die”
‘Steden zijn een zeer belangrijk onderdeel van een wereldwijde samenwerking die zorg draagt voor de Aarde, voor de hele ‘community of life’. Earth Charter Cities hebben gevoel voor de gevaren en de zwakheden van onze systemen en zijn bereid om substantiële veranderingen teweeg te brengen in onze waarden, instituties en onze manier van leven’ – uit Earth Charter Cities Manifesto.
World of Walas heeft ervaring met stedelijke ontwikkeling op alle continenten van de wereld en in veel verschillende culturen. We hebben de Earth Charter waarden en principes toegepast en uitgewerkt in een instrument voor stedelijke ontwikkeling, waarin een centraal begrip uit het Earth Charter, de ‘community of life’, centraal staat: Earth Charter Cities. Overal waar we bezig zijn, geloven we in de kritische massa van steden. Hoe zien steden er in de toekomst uit? Inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam. De Tinbergen regel: For each and every policy, there must be at least one policy tool. For each and ever principle, we must have at least one principle tool. Als je geen toolkit bouwt, blijven de principes zweven. Bij het implementeren van SDG 11 in de steden wordt er meer beleid ontwikkeld dan instrumentarium. Wat niet op de lijst staat, wordt uitgesloten. Dat heeft ook te maken met hoe wij in de steden omgaan met planning en hoe de steden indelen. We moeten nu echt naar een integrale systeemverandering in steden. Door innovatie, maar meer nog door radicale samenwerking op elk niveau kunnen we de aangetaste kracht van systeemevolutie herstellen. Door het rigoureus activeren van samenwerking en een complex van oplossingen kunnen we het systeem gezonder maken door de ‘survival of the fittest adaptation’. De huidige traditie van stadsplanning en stedelijke ontwikkeling zit dit flink in de weg. Met COVID-19 worden we gedwongen om aan het systeemherstel te werken en er is geen betere basis om daarvoor de beste keuzes te maken dan het Earth Charter en Earth Charter Cities. Directe dilemma’s voor steden zijn:
SDG 11 – kunnen steden wel volop verder werken aan de smart density (slimme dichtheid), maakt COVID19 dat nu juist onmogelijk of wellicht gemakkelijker?
SDG 9 – zijn wij en onze steden te afhankelijk geworden van cruciale maakindustrie in verre landen, die daarmee de veerkracht van onze steden aantasten en daarmee ook ons welzijn bedreigen? En hoe brengen we cruciale industrie weer terug in onze stedelijke systemen?
Andere opmerkingen en vragen die opkwamen tijdens de dialoog
Luisteraar Douwe van der Stroom – Energietransitie bij de Rotterdamse haven
De Rotterdamse haven is verantwoordelijk voor 20% van de CO2-uitstoot in Nederland. De leefomgeving en de koppeling met energie is heel belangrijk. Door het coronavirus zie je een bepaalde deglobalisering en protectionisme. Welke cruciale industrie kunnen we in Nederland bewaren? Er zijn ook goede vormen van industrie die kunnen draaien op hernieuwbare stoffen. De haven van Rotterdam is bezig om dat soort bedrijven naar de haven te halen. Alleen het inclusieve is nog een vraagstuk. Het is geen vieze havenstad meer. Het is goed als er een integrale visie wordt toegepast op het gebied van industrie en steden. Een voorbeeld hiervan is dat de restwarmte van de haven 6.000 huishoudens kan verwarmen. Maar de financiële benadering is erg ingewikkeld. In een bepaald beleidsinstrument zou daar goed naar worden moeten gekeken.
Luisteraar Jetteke van der Schatte Olivier – SDG-House
Hoe komen we uit de crisis? Gaan we investeren of niet? Dit is het momentum, maar wat zijn de voorwaarden? Wat gaan de financiers doen? Het is niet reëel om te zeggen dat het financiële systeem overboord moet. Als SDG-huis hebben we een sessie gehouden over renewable energy, waarbij Nederland onderaan staat. Nederland zou daarop moeten investeren. Welke mogelijkheden zijn er? Onze politiek doet er nog niet veel aan. De grote druk moet komen van het publiek en de consument. Duurzaamheid staat in de samenleving hoog op de agenda. Maar de vraag is: hoe kom je tot actie. Je hebt bewustwording nodig van de burgers om tot actie over te gaan. Hoe kun je zorgen dat die SDG’s meer op de agenda komen? Daarvoor hebben we kennis nodig. Worldconnectors en SDG-house hebben een SDG-traineeship opgericht: SDG-professional. Want er is te weinig kennis. Dus je moet mensen opleiden om de investeringen te doen die nodig zijn en zorgen dat er meer professionals zijn die weten waar het over gaat. Ik ben niet pessimistisch, maar we moeten wel meer mensen meekrijgen.
Estafette
Wat nemen we mee naar de volgende bijeenkomst op 30 juni? De volgende punten springen er uit:
Op 30 juni staan SDG 10 (ongelijkheid verminderen) en SDG 15 (leven op het land) centraal. De sprekers zijn Roel van den Sigtenhorst en Willem Ferwerda. Worldconnectors en Earth Charter staan voor het leggen van de verbinding.