Blog Hugo von Meijenfeldt: Minder globalisering en bedrijfsovernames dankzij circulariteit

Worldconnector Hugo von Meijenfeldt laat in zijn nieuwste blog het gevolg van circulariteit voor globalisering zien.

Deze blog is op 26 mei verschenen op SDG-Nederland.


 

BLOG 36 – Geleidelijk wint de weerstand tegen doorgeslagen globalisering en vijandige bedrijfsovernames aan kracht. Bekende antwoorden als tariefmuren en bedenktijden passeren de revue. Een vernieuwende wind komt uit een verrassende andere hoek: de circulaire economie.

Dit wordt er bedoeld

Met doorgeslagen globalisering wordt gedoeld op de uitwassen die de internationale handel  veroorzaakt. De productie wordt gelegd waar het comparatieve voordeel het grootst is, maar ‘vergeten’ wordt de zogenaamde externalities (sociale en ecologische kosten) in de prijs mee te nemen. Het weglekken van banen in ontwikkelde landen en kinderarbeid en milieurampen in ontwikkelingslanden zijn het gevolg.

Met vijandige bedrijfsovernames wordt bedoeld het opkopen van aandelenpakketten, net meteen daarna afstoten van hele bedrijfsonderdelen, waarbij het voordeel van de gestegen koersen wordt gecasht. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de langere termijn belangen van de overige stakeholders (pensioenfondsen, werknemers, cliënten, etc.).

Tariefmuren en bedenktermijnen

Het is goed bekend wat een eerlijke prijs van producten en wat de brede maatschappelijke waarde van een bedrijf behoren te zijn. Tal van indrukwekkende studies zijn uitgebracht. Het boek Doughnut Economics van Kate Raworth zet het op een originele en toegankelijke manier op een rij voor degenen die hier meer van willen weten. Eén of meer van de betrokken partijen (consumenten, producenten, overheden) moeten zich gaan roeren. Vooralsnog wordt gezocht in klassieke recepten: tariefmuren en bedenktermijnen.

Circulaire economie

De verbetering is uit een heel onverwachte hoek te verwachten, namelijk de implementatie van de SDGs. In het kader van duurzaam consumeren en produceren wordt ingezet op een circulaire economie. Afvalstoffen moeten de plaats innemen van natuurlijke grondstoffen, zodat er een einde komt aan verspilling en uitputting. Daardoor zal er een afname zijn van de export en het verbranden van afval, van het winnen van natuurlijke grondstoffen en van het transporteren van dit alles over de wereld. Bij voedsel geldt een soortgelijk verhaal. Hierdoor zullen de hierboven genoemde scherpe kanten van globalisering afnemen.

Een minder aantrekkelijke prooi

Bedrijven incorporeren steeds meer de SDGs in hun missie, in hun middellange termijn en in hun jaarcijfers, deels verplicht, deels vrijwillig. Hierdoor zijn bedrijven niet zo gemakkelijk meer op te splitsen en tegelde te maken, waardoor ze een minder aantrekkelijke prooi zijn voor korte termijn geldmakers. Dit is al enigszins te merken bij de overnamepogingen van Unilever en AkzoNobel.

Eén van de vele sterke punten van de SDGs is dat zij een complete set bieden om niet alleen de ongunstige (do no harm) als de gunstige neveneffecten (do better) af te wegen. Hoe verhouden in ontwikkelingslanden de verminderde inkomsten uit de verkoop aan de rijke landen zich tot stijgende beschikbaarheid van eigen voedsel, grondstoffen en energie dankzij circulaire economie? Hoe verhouden het banenverlies in de afvalbranche en de grondstofwinning zich tot de banengroei in de innovatie en reparatiebranche?

Dergelijke evenwichtige vragen zullen de overhand gaan krijgen bij nieuwe handelsakkoorden tussen landen, investeringen in en overnames van bedrijven.

 

Zie ook opinieartikel “Toets overnames op maatschappelijke effecten” van Adrian de Groot Ruiz en Dirk Schoenmaker in Volkskrant 24 mei 2017, pag. 25.