We ontdekken dat wij achter het stuur van ruimteschip Aarde zitten. Zullen we de handleiding lezen?
door Jan Pronk en Annick de Witt, voor bestuur en team St. SBI – Earth Charter Nederland, ter gelegenheid van de de viering van 20 jaar Earth Charter, 29 juni 2020.
Of het nu Covid-19 of de maatschappelijke onrust over institutioneel racisme is, de recente ontwikkelingen op het wereldtoneel leggen de systeemcrisis die al veel langer gaande is op steeds indringender wijze bloot. Geleidelijk aan beginnen we te beseffen dat we te maken hebben met een systeem dat in zijn geheel in crisis is.
Problemen die doorgaans sectoraal en geïsoleerd benaderd worden blijken intrinsiek en onlosmakelijk met elkaar verweven te zijn. De ecologische- en klimaatcrisis, bijvoorbeeld, hangt direct samen met de landbouw- en voedselcrisis, met de sociale ongelijkheids- en kapitalistische crisis, met de (mentale) gezondheidscrisis (van obesitas tot eenzaamheidsepidemie), met de culturele crisis, en met de politieke of democratische crisis.
Deze intrinsieke verwevenheid zorgt ervoor dat sectorale, geïsoleerde, en partiële benaderingen keer op keer kansloos blijken. Een crisis van deze orde vergt een perspectief op het grote geheel: een perspectief van de Aarde, de Aarde met al haar inwoners.
In het begin van de jaren zeventig formuleerde de Britse chemicus James Lovelock de Gaia-hypothese. Deze stelt dat alle levende en niet-levende elementen van de Aarde ‘delen en partners zijn van een enorm wezen (Gaia) dat in haar geheel de macht heeft om onze planeet te behouden als een fit en comfortabel leefgebied voor het leven.’ Hoewel lang door wetenschappers verguisd, wordt dit idee van een levende, zichzelf regulerende Aarde steeds breder onderkend.
Ook in het publieke domein zijn pogingen gedaan een groter perspectief te formuleren, wat leidde tot de lancering van het Earth Charter –het Handvest van de Aarde. Het Earth Charter is een ‘soft law’ document, dat vanuit een integrale visie op de Aarde een ethisch raamwerk biedt met als doel een mondialiserende wereld van een wegwijzer te voorzien.
Dit document kwam voort uit een internationaal onderhandelingsproces van 10 jaar, waarin o.a. Ruud Lubbers en Michael Gorbatsjov een rol speelden. Op 29 juni 2000 werd het gelanceerd in het Vredespaleis in Den Haag. Binnenkort is dat 20 jaar geleden en viert het handvest haar verjaardag. Die viering vindt in meerdere landen plaats, ook in Nederland. Maar veel reden tot feest is er niet.
In de twee decennia sinds haar lancering is veel gebeurd: oorlogen in Afghanistan, Irak, Soedan, Libië, en Syrië; een financiële crisis die de wereldeconomie aan de rand van de afgrond bracht; omvangrijke vluchtelingenstromen in alle delen van de wereld; en, ondanks internationale verdragen en ambities, een verdergaande vernietiging van de ecosystemen waar al het leven op Aarde van afhankelijk is.
De sociale en economische ongelijkheid binnen landen neemt toe. Democratische processen en mensenrechten staan onder druk. Cultureel en maatschappelijk zijn we gepolariseerder dan ooit, wat in toenemende mate wordt geëxploiteerd voor ‘online warfare.’ Internationale organisaties, in het leven geroepen om problemen gezamenlijk aan te pakken, worden ter zijde geschoven. Nationalisme viert hoogtij. De grootmachten werken niet meer met elkaar samen, maar bestrijden elkaar.
Het visionaire perspectief van het Earth Charter is harder nodig dan ooit.
Ook is er opvallende resonantie met een aantal breed onderkende ‘corona-lessen’. Lessen over hoe verbonden we met elkaar zijn. Lessen over hoe genadeloze competitie als organiserend principe in de samenleving door de realiteit van een pandemie wordt ingehaald. En lessen over hoe meer divers en compassievol (o.a. vrouwelijk) leiderschap effectief is gebleken in het indammen van het virus (bv Nieuw Zeeland, Duitsland, Taiwan), terwijl een meer autocratische, ‘strong man’ leiderschapsstijl juist miserabel faalt (bv V.S., Brazilië, Rusland, U.K.).
De Earth Charter’s belangrijkste bijdrage is dat ze dit perspectief van het geheel, de visie van Gaia, toegankelijk maakt voor iedereen. Het is aan ons om hier van te leren, er mee te experimenteren, en het in praktijk te brengen. Het vraagt ons om onze al te menselijke neiging om klein en vanuit eigenbelang te denken aan te vullen en te confronteren met een bredere visie en een gevoel van verbondenheid met het grotere geheel. Zo kan het Earth Charter fungeren als educatief instrument en als leidraad en toetssteen bij het ontwikkelen van beleid, zowel nationaal als internationaal.
Bij die beleidsontwikkeling kunnen haar beginselen verbonden worden met de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties, waar tal van regeringen, bedrijven, en organisaties vandaag de dag serieus werk van maken. Hoewel de uitgangspunten van het Earth Charter niet leiden tot universeel toepasbare beleidslijnen, articuleert en inspireert het wel de onderliggende mindset die noodzakelijk is voor het realiseren van deze doelen.
Wij, evenals alle andere levende wezens, zijn niet alleen bewoners van de Aarde, we zijn de Aarde – we zijn een uitvloeisel van haar fysieke structuur en een motor van haar wereldwijde cycli. Wij kunnen onszelf wellicht zien als de hersenen – of beter nog, het bewustzijn – van deze levende planeet. We zijn de Aarde die zich bewust wordt van zichzelf.
Inmiddels zijn we aangeland in het Antropoceen, het tijdperk waarin de mens een doorslaggevende invloed heeft op de geologie en ecosystemen van de Aarde. Het wordt steeds duidelijker dat wij degenen zijn die achter het stuur zitten. Misschien is het geen gek idee de handleiding, het Handvest, van Spaceship Earth er nog eens op na te slaan?