Blog Adrie Papma: SDG 2 Dialoog op Dinsdag

SDG 2 EN DE CORONA CRISIS

Adrie Papma
8 Juni 2020

In 2018 waren meer dan 800 miljoen mensen regelmatig hongerig waarvan er 135 miljoen mensen acute honger hadden. Het WFP sprak in april dit jaar de angst uit dat aan het einde van 2020, ten gevolge van de bestrijding van Corona, er een kwart miljard acuut hongerige mensen zullen zijn. Een kwart miljard mensen die de hongerdood vrezen.

Met SDG 2 had de wereld zich voorgenomen om in 2030 de honger te hebben beëindigd, voedselzekerheid en verbeterde voeding te hebben bereikt en duurzame landbouw te promoten.

Ten gevolge van de wereldwijde crisis is hele snelle actie nodig (en ook gaande) om voedsel en humanitaire hulp te voorzien aan de meest kwetsbare mensen, landen en regio’s. De meest kwetsbare landen liggen in Afrika en het Midden Oosten. De meest kwetsbare mensen zijn vrouwen, kinderen en ouderen. Door de corona crisis zijn zij er nu op heel veel meer plaatsen in de wereld dan kort geleden, en heel erg in de steden waar het inkomen van veel mensen acuut wegviel door lock down maatregelen. Dit is overigens, een grote logistieke nachtmerrie voor humanitaire operaties.

Tegelijkertijd, weten we en is iedereen het er zo langzamerhand over eens, dat er óók acuut, een diepgaande transformatie van het wereldwijde voedsel- en landbouwsysteem nodig is om én de landbouw te verduurzamen, én de enorme ongelijkheid in toegang tot voedsel te bestrijden én voldoende voedsel te blijven produceren voor een groeiende wereldbevolking (+ 2 miljard in 2050).

Voor acute voedseltekorten van mensen, moeten de sociale protectie programma’s (met cash transfers!), snel, op grote schaal en fijnmazig uitgevoerd. Ik kan het belang van cash transfers niet genoeg benadrukken, al was het alleen al vanuit het oogpunt van menselijke waardigheid.  En de incorporatie van de notie van het recht op voedsel, dat is de geregelde, permanente en onbelemmerde toegang tot voldoende en kwaliteitsvol voedsel. En de incorporatie van de rechten van vrouwen, maar dat weten we al lang!

De prijzen van voedsel moeten laag blijven. Het is een nachtmerrie voor mensen met lage, onzekere inkomens die zomaar 40 – 60 % (sommigen zeggen tot 80%) van hun inkomen moeten spenderen aan eten; én voor die lage inkomenslanden die voedsel moeten importeren en wiens valuta vaak zwak zijn; én voor de humanitaire organisaties die grote hoeveelheden voedsel kopen. Daarom moet de wereldwijde handel in voedsel blijven stromen om te voorkomen dat prijzen enorm gaan stijgen. Overigens, op wereldschaal zijn de voedselvoorraden momenteel goed. Er is angst voor protectionisme door voedsel exporterende landen (Rusland, Kazachstan voor graan, Aziatische landen voor rijst). Na aanvankelijke paniekacties van dergelijke landen in maart-april, is er nu redelijke wereldwijde overeenstemming. Vietnam bijvoorbeeld kondigde aanvankelijk een stop op rijstexporten aan maar liet dat recentelijk ook weer los.  Dat wil niet zeggen dat gevaar geweken is, het WFP monitort wereldwijde prijsontwikkelingen van voedsel van dag tot dag.

De binnenlandse aanvoer van voedsel naar de steden moet ook op gang blijven. Voor dezelfde redenen. Daartoe moeten overheden hun landbouwers helpen bij hun voedselproductie. Denk aan beschikbaarheid van inputs en arbeiders voor de volgende landbouwcyclus, aan stromende handel en goede opslag, aan verwerking, aan distributie, aan markten die open moeten blijven of weer open moeten gaan. De hele keten moet aan de praat blijven opdat consumenten voedsel kunnen blijven kopen en landbouwers blijven produceren.

Ik heb projecties gezien dat Afrika zijn voedselimporten tussen 2017 en 2030 zou gaan verdrievoudigen. Momenteel bijvoorbeeld importeert Afrika 40% van zijn rijstbehoefte (vnl. uit Azië). De roep om zelfvoorziening (en dus kortere ketens) van de Afrikaanse landbouw klinkt alom en wordt versterkt door de Corona crisis. De roep om kortere, nationale of regionale ketens, niet alleen in de medische sector, maar ook in de vitale sector van de voedselvoorziening, klinkt overigens overal door. Ook in welvarende landen met sterke handelsposities.

Meer kortere ketens, duurzame landbouw, consument en producent van voedsel weer dichter op elkaar betrokken, reëlere en eerlijker verdeling van prijzen waarin alle kosten zijn verdisconteert, het recht op goed voedsel, aanpassing van te veel op dierlijke eiwitten gebaseerde diëten van en voedselverspilling door welgestelde mensen overal op de wereld; allemaal aspecten van de grote transitie die nodig is in ons voedselsysteem.

Kunnen we die transitie verenigen met het helpen lenigen van de acute nood van mensen nu die hun inkomen ter plekke zien verdwijnen, zoals net beschreven? Met andere woorden, building back better? Kunnen we dat samen doordenken?

En dat brengt mij tot mijn gespreksonderwerp: Welke maatregelen en partnerschappen zijn essentieel om de gevolgen van de crisis voor voedsel en voeding van mensen te ondervangen én deze te benutten om verder te bouwen aan duurzame voedselsystemen?

Nu moet handel blijven stromen, internationaal en nationaal, en dat is een testcase voor dat grote partnerschap – de wereldgemeenschap – om gezamenlijke afspraken te maken tbv gezamenlijk belang. Er is geleerd van de laatste crisis van 2007/2008. Toen schoten veel landen in de protectionisme reflex met onevenredige effecten op wereldmarktprijzen van basisvoedsel. Dat was trouwens tegen een achtergrond van krappe wereldvoedselvoorraden.

Corona onthulde in een paar maanden dat door geglobaliseerde voedselketens en het feit dat het een basisbehoefte van mensen betreft, voedselzekerheid een geopolitiek en strategisch issue is; en dat of omdat, het een uitermate kwetsbaar systeem is. Dat inzicht, ook bij een groter publiek, zou je kunnen bestempelen als een winstpunt van deze vreselijke pandemie en zijn gevolgen.

Dit, samen met die kans van benutting van die beschikbare publieke middelen (waar Danielle Hirsch het vorige week over had), is een kans om dat gigantische wereldvoedselsysteem een duw in de duurzame richting te geven.

Echter, een kritische Olivier de Schutter  (een Belgische SDG 2 goeroe) merkte op dat een paar maanden lock down, even kopen bij lokale producenten en ondernemers, gezond eten, allemaal prima, géén transitie inzet van een wereldwijd systeem!

We hebben heel veel en overal, partnerschappen nodig van de tovenaar en de profeet. Kennen jullie dat boek uit 2018 van Charles Mann met die titel? Hij beschrijft daarin de profeten, volgelingen van William Vogt, één van de grondleggers van de milieubeweging. Hij geloofde dat we meer consumeren dan de wereld kan produceren en zijn mantra was: bespaar! De tovenaars zijn de erfgenamen van Norman Borlaug, grondlegger van de massaproductie van gewassen (De Groene Revolutie). Vernieuw! was zijn strijdkreet. Vogt en Borlaug kenden elkaar en bestreden elkaars’ opvatting te vuur en te zwaard. Wij móeten het vandaag anders doen. Samen aan de ploeg of aan de keukentafel, bij wijze van spreken. De tovenaar moet af van het idee dat het gaat om een beetje bijstellen van het huidige systeem. De profeet moet nadenken over die groeiende wereldbevolking met snel groeiende en veranderende voedsel consumptie.

Komen de SDG 2 doelen dichterbij? Nou nee! Er zijn te veel acute bedreigingen van veel meer honger en ondervoeding; en een gewenste voedselsysteemtransitie  waar tovenaar en profeet nu al tientallen jaren over steggelen….. Of misschien toch wel omdat de generositeit en gemeenschapszin van mensen wereldwijd een enorme boost kreeg, zeker rondom elkaar helpen met voedsel. Misschien wel omdat mensen wereldwijd aangeven de ongelijkheid niet langer te pikken. Misschien wel als later blijkt dat deze crisis een scharnierpunt in de geschiedenis bleek te zijn naar een duurzame transitie van ons voedselsysteem.

In 2021 zal – deo volente – de UN Food Systems Summit plaatsvinden. We zijn dan ben ik bang niet post-corona maar hebben zo goed en zo kwaad als mogelijk, leren omgaan met corona: con-corona. Ik hoop heel erg dat dan de voorspellingen van het WFP, een kwart miljard hongerige mensen aan het einde van 2020, niet uitgekomen zijn en dat de krachten achter de transitie van het voedselsysteem sterker zijn geworden, niet zwakker.

Tenslotte, het AIV advies en wat gaat de regering daarmee doen? De AIV beveelt aan een groot deel van de extra 1 miljard in te zetten voor de voedselcrisis. De AIV adviseert naast de 1 miljard uit de pot van Hoekstra, een stabiel ODA voor de komende jaren en dus de ontkoppeling van het BNI. De VVD is tegen en hoe zit het met het CDA? Die tenslotte om het AIV advies gevraagd heeft. Hun beider achterbannen zijn met grote meerderheid voor, zie de enquête die Cordaid hield onder 1000 mensen achterban! Het kan toch niet zo zijn dat alle geledingen van de Nederlandse samenleving steuntjes in de rug krijgen en daarmee op zo’n beetje alle begrotingen van ministeries nu wordt toegelegd door Hoekstra, maar dat dat niet gebeurt met de begroting van ontwikkelingssamenwerking? Sterker nog, dat deze straks moet inleveren op zijn begroting en voor een ‘meevaller’ gaat zorgen voor het Ministerie van Financiën en voor Hoekstra omdat ODA aan ons BNI gekoppeld is? In het midden van deze immense wereldwijde crisis.