Tag Archief van: SDG 2

Dialoog op Dinsdag 2: SDG’s Beyond Corona

Dialoog op Dinsdag 2: SDG’s Beyond Corona
SDG 2 (geen honger) en SDG 12 (verantwoorde consumptie en productie)
9 juni 2020
Moderators: Alide Roerink (Earth Charter Nederland) en Veronique Swinkels (Worldconnectors)

Wat betekent de coronacrisis voor de SDG’s? De tweede Dialoog op Dinsdag, georganiseerd door Worldconnectors en Earth Charter Nederland, op 9 juni draait om SDG 2 (geen honger) en SDG 12 (verantwoorde consumptie en productie). In deze dialogen gebruiken we het Earth Charter als ons ethische kompas en zien we de SDGs als onze agenda. We hebben 3 inspiratoren en 2 luisteraars gevraagd om met ons de dialoog aan te gaan. Aan het woord zijn gekomen: Adri Papma, Teresa Fogelberg, Michel Scholte, Natascha Kooiman en Jan Pronk.

Wat nemen we mee van de vorige keer? De volgende 3 punten sprongen er uit:

  • Om verbindingen te leggen naar anderen en naar de planeet moeten we eerst in staat zijn ook te verbinden met ons zelf en wat dichtbij ons staat.
  • Mensen, geld en waarden zoeken en krijgen een nieuwe koers en de SDGs kunnen hierbij dienen agenda.
  • Andere mensen van verschillende leeftijden, disciplines en herkomst zouden in beeld moeten komen bij het zoeken van oplossingen en de on-the-ground acties die daaruit voort gaan komen.

Het Earth Charter is actueler dan ooit
Dit jaar bestaat het Earth Charter 20 jaar. In de besprekingen van de VN-agenda post 2015 (post Millennium Development Goals) heeft het Earth Charter een rol gespeeld. Inzet vanuit het Earth Charter perspectief was de thema’s te verbreden en de doelen dichterbij te brengen. Dichterbij in de zin dat het naleven van de doelen voor alle landen zou gelden – en niet alleen voor de arme landen. En dichterbij in de zin dat vele actoren op alle niveaus zouden worden betrokken én aangesproken, inclusief burgers en ieders waarden.

Dat is de VN met het akkoord over de SDGs in 2015 voor een belangrijk deel gelukt. Toch blijkt in de praktijk dat bij de implementatie van de SDGs de onderliggende waarden en samenhang tussen de SDGs naar de achtergrond verdwijnen. Wat is de echte intentie van de doelen? Dan is er gelukkig het Earth Charter als inspiratiebron, om te hanteren als ethisch kompas en om mensen intrinsiek te motiveren.

Vandaag bespreken we SDG 2 (beëindig van honger, bereik van voedselzekerheid en verbeter voeding en promoot duurzame landbouw) en SDG 12 (verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen). We lezen in de Preambule van het Earth Charter:

“De dominante productie- en consumptiepatronen leiden tot vernietiging van het milieu, uitputting van de hulpbronnen en een grootschalig uitsterven van soorten. Gemeenschappen raken verzwakt. De voordelen van ontwikkeling worden niet gelijkelijk gedeeld en de kloof tussen arm en rijk wordt groter…”

In de 16 principes van het Earth Charter komen alle elementen aan de orde om een radicale omslag te maken naar een duurzame, inclusieve en vreedzame samenleving. Voor het behalen van SDGs 2 en 12 is Earth Charter principe 2a. van fundamenteel direct belang:

“Accepteer dat mét het recht natuurlijke hulpbronnen te bezitten, te beheren en te gebruiken ook de plicht komt schade aan het milieu te voorkomen en de rechten van mensen te beschermen.”

Ook Earth Charter principe 7 is van direct belang: “Pas patronen toe van productie, consumptie en reproductie, die de regenererende capaciteiten van de Aarde, de mensenrechten en het welzijn van gemeenschappen beschermen.”

Principe 7.d. is interessant is met het oog op de ‘true price’: “Verwerk de totale milieukosten en sociale kosten van goederen en diensten in de verkoopprijs en stel consumenten in de gelegenheid producten te herkennen die voldoen aan de hoogste sociale- en milieunormen.”

Wat opvalt is dat het Earth Charter oproept armoede en honger te beëindigen als een ethische, sociale en milieuverplichting. Dat doet een beroep op ieder van ons de eigen patronen van consumptie en leefstijl kritisch te bekijken en mee te werken aan verandering.

Column Adrie Papma – expert in voedselsystemen, duurzame landbouw, inclusieve voedselketens, voedselveiligheid en diversiteit.
Met SDG 2 had de wereld zich voorgenomen om in 2030 de honger te hebben beëindigd, voedselzekerheid en verbeterde voeding te hebben bereikt en duurzame landbouw te promoten. Ten gevolge van de wereldwijde crisis is hele snelle actie nodig om voedsel en humanitaire hulp te voorzien aan de meest kwetsbare mensen, landen en regio’s. Tegelijkertijd, weten we dat er óók acuut, een diepgaande transformatie van het wereldwijde voedsel- en landbouwsysteem nodig is om én de landbouw te verduurzamen, én de enorme ongelijkheid in toegang tot voedsel te bestrijden én voldoende voedsel te blijven produceren voor een groeiende wereldbevolking. De roep om zelfvoorziening van de Afrikaanse landbouw klinkt alom en wordt versterkt door de crisis.

De roep om kortere, nationale of regionale ketens, niet alleen in de medische sector, maar ook in de vitale sector van de voedselvoorziening, klinkt overigens overal door. Ook in welvarende landen met sterke handelsposities. Kunnen we die transitie verenigen met het helpen lenigen van de acute nood van mensen nu die hun inkomen ter plekke zien verdwijnen, zoals net beschreven? Met andere woorden, building back better? Kunnen we dat samen doordenken?

Welke maatregelen en partnerschappen zijn essentieel om de gevolgen van de crisis voor voedsel en voeding van mensen te ondervangen én deze te benutten om verder te bouwen aan duurzame voedselsystemen? Nu moet handel blijven stromen, internationaal en nationaal, en dat is een testcase voor dat grote partnerschap – de wereldgemeenschap – om gezamenlijke afspraken te maken t.b.v. gezamenlijk belang.

Corona onthulde in een paar maanden dat door geglobaliseerde voedselketens en het feit dat het een basisbehoefte van mensen betreft, voedselzekerheid een geopolitiek en strategisch issue is; en dat of omdat, het een uitermate kwetsbaar systeem is. Dat inzicht, ook bij een groter publiek, zou je kunnen bestempelen als een winstpunt van deze vreselijke pandemie en zijn gevolgen.

Komen de SDG 2 doelen dichterbij? Nou nee! Er zijn te veel acute bedreigingen van veel meer honger en ondervoeding; en een gewenste voedselsysteemtransitie. Of misschien toch wel omdat de generositeit en gemeenschapszin van mensen wereldwijd een enorme boost kreeg, zeker rondom elkaar helpen met voedsel. Misschien wel omdat mensen wereldwijd aangeven de ongelijkheid niet langer te pikken. Misschien zeggen we later van wel, als blijkt dat deze crisis een scharnierpunt in de geschiedenis bleek te zijn naar een duurzame transitie van ons voedselsysteem.

En waar staat Nederland Internationaal. Het gaat de goede kant op met ontwikkelingssamenwerking. Het kan toch niet zo zijn dat alle geledingen van de Nederlandse samenleving steuntjes in de rug krijgen, maar dat ontwikkelingssamenwerking straks moet inleveren op zijn begroting? In het midden van deze immense wereldwijde crisis.

Lees de hele column van Adrie Papma op worldconnectors.nl.

Column Teresa Fogelberg – tot voor kort Deputy Chief Executive van het Global Reporting Initiative (GRI). Ze is ook bestuurslid bij Cordaid, het Wereld Natuur Fonds (WNF) en International Institute for Environment and Development (IIED).
Doel 12 van de SDG – duurzaam produceren en consumeren – op zoek naar corporate commitment en bezieling in tijden van corona.

Het wordt dringend tijd dat Nederlandse bedrijven kleur bekennen en, net als in het VK, een gezamenlijke brief schrijven aan de Premier, waarin zij een post-corona herstelbeleid eisen, en duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid voorop staan. Doel 12 van de SDG is een vergaarbak. Uit deze vergaarbak zijn twee subdoelen voor nu relevant: 12.6, omdat dit het enige SDG-doel is dat zich rechtstreeks tot de private sector richt. En 12.8 vanwege de link met het Earth Charter.

Doel 12.6 zijn duurzame praktijken door bedrijven, en het rapporteren daarover in de jaarverslaglegging. In 2019 kwam GRI met “analysis of the Goals and Targets” waarmee bedrijven per target kunnen zien wat voor hen relevante acties zijn, en hoe ze dat kunnen meten en erover rapporteren. En er is een grote beweging op het gebied van impact measurement, waar ook Nederland een grote rol speelt, bijvoorbeeld met de Impact Economy Foundation. Er zijn inmiddels behoorlijk verfijnde instrumenten waarmee bedrijven zelf kunnen meten en monitoren in hoeverre ze aan alle 17 doelen voldoen; bijvoorbeeld met dashboards, die zo mooi zijn dat de NL-corona dashboard erbij verbleekt. Maar aan de onderbouwing is er nog heel wat te verbeteren. Door alle focus op instrumenten en dashboards riskeren we te vergeten dat datgene wat we proberen te meten en te weten, te maken heeft met onderliggende diepere doelen, ethische gronden en principes, en waarden.

Subdoel, 12.8. Over tien jaar, in 2030 moeten alle mensen de nodige informatie en bewustzijn hebben over duurzame ontwikkeling en levensstijl in harmonie met de natuur. Dit subdoel zou zo overgenomen kunnen zijn uit het Earth Charter: het ademt de taal van bijvoorbeeld principe 4: Stel de rijke schatten en de schoonheid van de Aarde veilig voor de huidige en toekomstige generaties, en draag waarden, tradities en instituten die het langdurige floreren van de menselijke en ecologische gemeenschappen op Aarde ondersteunen, over (aan toekomstige generaties). Het valt op dat de SDGs, (en vooral doel 12 over duurzaam produceren en consumeren), te droog, te saai en te technocratisch zijn geformuleerd om leiders, bedrijven en consumenten te bezielen. Kan het Earth Charter de vonk doen overslaan of is het juist te ‘zweverig’? En als dat zo is, waarom hanteren zo weinig bedrijven het Earth Charter?

Lees de hele column van Teresa Fogelberg op worldconnectors.nl en earthcharter.nl.

Bijdrage Michel Scholte – Directeur Impact Institute en True Price
We leven in een wereld met ‘financieel fetisjisme’. Bedrijven focussen zich alleen op het financiële aspect. En ook consument zoomen alleen in op de prijs van een product. Duurzaam ondernemen zou een pleonasme moeten zijn, vindt Michel. Impactanalfabetisme maakt sturen op welzijn en rechten lastig. Een consistente taal om impact welzijn te waarderen ontbreekt. Mensen hebben niet de inhoudelijke competenties om t.o.v. van het niet-financiële te onderbouwen. We moeten op basis van welzijn inschattingen maken.

Als we serieus zijn over de SDGs, moeten we de abstracte taal concreet maken. We moeten daar een vocabulaire in opbouwen. Het Impact Institute en met True Price willen zorgen dat consumenten en bedrijven hiervan doordrongen raken op niveau van concrete producten.

Break-out groep 1: Welke maatregelen en partnerschappen zijn essentieel om de gevolgen van de crisis voor voedsel en voeding van mensen te ondervangen én deze te benutten om verder te bouwen aan duurzame voedselsystemen?

Er kwam een aantal mooie inzichten naar voren in de dialoog;

  • In de stelling is sprake van twee urgenties met een verschillend tijdschema. De gevolgen van de crisis voor honger en ondervoeding nu en de noodzaak tot systeemtransformatie van de voedselsystemen nu en morgen. Dit leidt tot dilemma’s.
  • Het pleidooi voor lage voedselprijzen, met name goed voor de vraag van consumenten in de steden verdraagt zich slecht met de noodzakelijke hoge prijzen aan voor boeren, aan de aanbodkant. In Europa is de voedselzekerheid vanaf WOII gegarandeerd door overheidssubsidies in het EU-landbouwbeleid. Dit is niet haalbaar voor regeringen in landen waar een acute voedselcrisis heerst. Internationale hulp is dus onontkoombaar.
  • Het is belangrijk voedselketens te analyseren om te zien waar de macht zit. Deze zit bv bij de retail (supermarkten, grote handelsondernemingen, agribusiness).
  • Per product geeft een dergelijke analyse aan waar de grootste bedragen in de kostprijs en verkoopprijs zitten. Deze grote bedragen kunnen macht van partijen in de keten weerspiegelen.
  • Het is belangrijk dat er transparantie in de (internationale en nationale) voedseltekens komt, zodat de consument zich bewust wordt van de al dan niet eerlijke opbouw van de prijs van een product. Er zijn instrumenten ontwikkeld, onder meer met blockchain technologie.
  • Waar een korte keten mogelijk is, moet er geen lange (internationale) keten worden gebruikt. Dit komt duurzaamheid ten goede. Het helpt als de consument dicht bij zijn voedsel staat, zodat bewustzijn ontstaat van verantwoorde coproductie en consumptie.

Break-out groep 2: Het wordt dringend tijd dat bedrijven en organisaties kleur bekennen om net zoals in het VK een gezamenlijke brief te schrijven aan de premier waarin zij een post-corona herstelbeleid eisen waarin duurzaamheid voorop staat (Green Deal) en rechtvaardigheid (armoede, mensenrechten en migratie).

Veel sectoren – zoals de olie- en gassector – willen van hun milieuverplichtingen afkomen en gebruiken het coronavirus als excuus. Vele sectoren willen wel steun maar geen verplichtingen en verantwoording.

Dialoog:

  • De brief moet de nadruk leggen op de zogeheten ecoshift, waarin we een transitie maken van ego naar eco. Van belang is om te starten bij het ethische fundament van het Earth Charter. Duurzaamheidsdoelen, zoals de SDGs, moeten in verbinding staan en gestoeld zijn op een ethisch fundament.
  • Als we het over duurzaamheid hebben, moeten we de discussie niet verengen tot klimaat en de SDGs, maar ook mensrechten, sociale rechten, IMVO en (E)SG meenemen. De volle breedte van duurzaamheid moet gedekt worden.
  • We kunnen ook het verslag n.a.v. de vorige Round Table over de Groeibrief van Wiebes betrekken bij het voorstel van Teresa om een brief naar de Nederlandse overheid en Europese Commissie te sturen. Systemische zwaktes van het pre-Corona tijdperk worden nu versterkt in de huidige Corona-tijd.
  • Als inspiratie wordt de brief genoemd die is gestuurd aan de regering vanuit de Transparantie Benchmark. De Transparantie Benchmark onderzoekt de MVO-verslaglegging van de circa 500 grootste bedrijven in Nederland. In de brief staat het pleidooi om bedrijven die Covid-steun ontvangen te verplichten om gegevens te leveren. Lees de brief hier.
  • Earth Charter en Worldconnectors hebben kennis genomen van een brief die al vanuit het bedrijfsleven wordt opgesteld en waarin de duurzame post-Covid ambities van het Nederlandse bedrijfsleven worden geformuleerd. We zullen kijken of deze onze belangrijkste punten dekt voordat we verder zelf een brief opstellen. 

Break-out groep 3: Instituties, organisaties, professionals en consumenten moeten evenzeer op impact sturen als op het financiële.

De vraag wordt gesteld wat ervoor nodig is om op impact te sturen. Michel stelt dat er te weinig op andere kapitalen is gestuurd, waardoor natuurlijk kapitaal erodeert. Er zijn standaarden waar overheden en bedrijven zich aan zouden moeten houden, maar de onderliggende veronderstelling is toch dat consumenten gaan voor nutsmaximalisatie. We zouden explicieter moeten zijn dat dit geen neutrale getallen zijn en dat ook mensenrechten gerespecteerd zouden moeten worden.

De dialoog
De vraag wordt gesteld wat de impact is geweest van meten, zoals door The True Price Foundation en Impact Institute. Michel ziet wel degelijk resultaten, zoals bij fair trade bedrijven die de kleine producenten hebben gecompenseerd voor te lage inkomens. Er waren ook gevaren in het gebruik van allerlei cijfers die verhullen wat de werkelijke situatie van mensen is (armoede certificering). De toegevoegde waarde van True Price ligt vooral in het omarmen van een breed gedragen taal van mensen die goede intenties hebben. Werkelijke verandering van uitbuiting en onrecht zal toch ook wettelijk afgedwongen moeten worden. De vraag wordt gesteld of we een ‘roadmap’ missen en meer samenwerking. Mensen zien dat er verandering nodig is, maar initiatieven blijven los van elkaar staan. Michel ziet een belangrijke rol voor de VN en het omvormen van de waardenketens voor bedrijven.

Reflectie van luisteraar Natascha Kooiman – Smaackmakers en VoedselTransitie Coalitie en Oogst van Morgen.
Van individu naar collectief naar stiekem weer een beetje terug
We hebben een economie gebouwd waarin groei het adagium is. Dit gaat ten koste van diversiteit. Een gebrek aan diversiteit zorgt voor zwaktes in het systeem. Waar dat heel goed terug te zien is, is in ons landbouw- en voedselsysteem. We hebben te maken met (wereldwijde) bodemdegradatie, watertekorten, biodiversiteitsverlies, dode kusten, verstoring van de stikstofkringloop. De vraag is wat het coronavirus hierin verandert. Afremmen doet Corona zeker. En hoe. In één klap zijn CO2-doelstellingen gehaald waar we met jarenlang overleg nog geen fractie van gehaald hebben. Ik vind het fascinerend om te zien hoe ons imaginaire systeem gebaseerd op maakbaarheid, met piepende remmen tot stilstand komt, door iets zo klein dat we het met het blote oog niet kunnen zien. Het heeft dan ook een aantal – volgens mij noodzakelijke – ontwikkelingen flink versneld:

  • Van individu naar collectief
  • Van silowerken naar samenhang
  • Van gebruiken naar onderdeel van de natuur

Maar waar te beginnen? Wat nu als we ethiek als basis gebruiken? Een voedseltransitie betekent niet in de minste plaats de ‘eiwittransitie’, oftewel een overgang naar minder dierlijke consumptie en productie. En dan zijn we toch weer terug bij die gezondheid en weerbaarheid. Dus als het gaat om weerbaarheid in tijden van corona, kunnen we toch nog een beetje terug naar onze comfortzone van individualisme en tenminste onze eigen eetgewoonten aanpassen. En zo alvast een beetje bijdragen aan SDGs als 2. Zero Hunger, 3. Health, 12. Sustainable Consumption, 13. Climate Action, 15. Live on land en meer…

Lees de hele blog van Natascha Kooiman op earthcharter.nl en worldconnectors.nl.

Reflectie van luisteraar Jan Pronk – Voormalig Bewindspersoon, VN Gezant voor Duurzaamheid en Sudan en Voorzitter Earth Charter Nederland. 

  • Earth charter is een kompas. SDGs vormen de agenda. Earth Charter wil ook meer gaan over het handelingsperspectieven hoe je tot de SDGs kunt komen. Het gaat nu om concrete acties. Dan kunnen we ons afvragen, wat is de impact van de impact assessment? Dat staat ver weg van de feitelijke performance.
  • De 2 SDGs zijn verschillend geformuleerd. SDG 2 stelt hard; zero honger. SDG 12 heeft geen harde doelstelling. Eigenlijk zou je moeten zeggen bij SDG 12: het moet niet anders, maar het moet minder.
  • Handel m.b.t. voedsel. Niet alles wat te maken heeft met sturen van handel is protectionisme. Sigrid Kaag en Louise Fresco pleiten voor zoveel mogelijk handel. Ze gaan mee in het vocabulaire, ze worden voor de kar van de eindeloze groei gespannen. Nee, ook hier zeggen; het moet anders.
  • Wat van belang is selectieve benadering. Sommige prijzen moeten omhoog en andere omlaag. Zeker de handel in vee moet stoppen.
  • Echte duurzaamheid kan niet binnen het huidige kapitalistische systeem. De band tussen geld en realiteit (mensen, Aarde), sociale vooruitgang, is totaal losgesneden. Gebruik dan ook andere woorden. Gebruik niet steeds het woord kapitaal. Ontmantel het woord kapitaal. Gebruik krachten: natuurkrachten, menselijke krachten.
  • Juist de huidige stikstofcrisis gebruiken als een interessant actiemodel. Transformatie van de landbouw. De noodzaak is nu heel groot, maar gebruik van het politieke actiemilieu. Je zult het hard moeten spelen.
  • Misschien is dit jaar een kanteljaar. Corona kan een kantelmoment vormen. Er is een heel duidelijk kantelmoment in de discussie over racisme. Dat is ook niet meer terug te draaien nu. En dat zou een taak kunnen zijn voor Worldconnectors en Earth Charter.
  • Advies van AIV heeft geen enkel effect. Het wordt ter zijde geschoven. Alles gaat omhoog, maar de solidariteitsbedragen (ontwikkelingssamenwerking) buiten de EU gaan omlaag omdat het ons helemaal niks kan schelen. Het is een ethische perverse gedraging die hard moet worden bestreden. Als je praat over honger die moet worden gestopt. Er valt weinig aan zelfvoorziening te doen voor vluchtelingen. Dan moet je een decent leven verzorgen voor de mensen aan de grenzen. Je moet ze binnenlaten, voeden, de mogelijkheid geven om zelf een inkomen te verkrijgen. En dat kan alleen wanneer er harde politieke actie wordt gevoerd. En niet alleen maar praten over meten. Overgaan tot selectieve politieke actie, dat kan wellicht als jongeren het voortouw nemen.

Estafette
Wat nemen we mee naar de volgende bijeenkomst op 23 juni? Dan staan SDG 9 industrie, innovatie en infrastructuur) en SDG 11 (duurzame steden en gemeenschappen) centraal.

  • De intentie achter de SGDs en de waarden waar ze voor staan moeten we steeds weer opnieuw in beeld brengen. Anders worden het vinkjes bij een cijfertje.
  • Het beëindigen van armoede en honger is een ethische, sociale en milieuverplichting. Deze zullen in samenhang moeten worden opgelost.
  • Impact-analfabetisme zorgt er voor dat we niet met de juiste woorden en vanuit de juiste kennis in gesprek zijn met elkaar. Verleg het gesprek.
  • De roep om kortere en regionale ketens zal zorgen voor disruptie en vraagt om een opbouwvisie die voorbij het silo-denken moet gaan.
  • Het aanpassen van onze individuele voedselconsumptie helpt ons bij het nemen van collectieve verantwoordelijkheid. En zo zijn er nog meer verbindingen te leggen tussen het individu en het collectief.

Met dank aan Jamila Meischke

Blog Natascha Kooiman: SDGs 2 en 12 Dialoog op Dinsdag

VAN INDIVIDU NAAR COLLECTIEF NAAR STIEKEM WEER EEN BEETJE TERUG

Natascha Kooiman, oprichter van Smaackmakers Bijdrage aan Dialoog op Dinsdag op 9 juni 2020 over SDGs 2 & 12.

We hebben een economie gebouwd waarin groei het adagium is. We sturen op efficiëntie, kostenreductie en versimpeling (o.a. door minder maar grotere spelers). Dit gaat ten koste van precies datgene we nodig hebben om een robuust systeem te bouwen, namelijk diversiteit. Een gebrek aan diversiteit zorgt voor zwaktes in het systeem.

Waar dat heel goed terug te zien is, is in ons landbouw- en voedselsysteem. Op het eerste gezicht lijkt het een paradijs waar we in leven: we floreren bij het produceren voor een wereldmarkt en als exporteur no.2 van de wereld. Als consument kan je je lol niet op met een voedselaanbod van over de hele wereld, ready to eat en dat 24/7 beschikbaar is, waar we maar willen en ook nog betaalbaar. Maar als we deze productie en consumptiekant iets beter onder de loep nemen, zien we de echte kosten van ons goedkope eten.

We hebben te maken met (wereldwijde) bodemdegradatie, watertekorten, biodiversitietsverlies, dode kusten, verstoring van de stikstofkringloop. Daarbovenop heeft 50% van de europeanen overgewicht en tegelijkertijd hebben nog steeds 800 miljoen mensen honger, om ondervoeding (juist ook in de westerse wereld) nog maar niet te noemen. De gezondheidskosten door voedselgerelateerde ziekten lopen alleen al voor Nederland in de miljarden. In het kort: we sprinten af op een afgrond. En onze oplossingen tot nu bestaan uit – al rennend – pleisters plakken op onze blaren. Terwijl afremmen en van koers veranderen is wat nodig is.

De vraag is wat Corona hierin verandert. Afremmen doet Corona zeker. En hoe. In één klap zijn CO2 doelstellingen gehaald waar we met jarenlang overleg nog geen fractie van gehaald hebben. Ik vind het fascinerend om te zien hoe ons imaginaire systeem gebaseerd op maakbaarheid, met piepende remmen tot stilstand komt, door iets zo klein dat we het met het blote oog niet kunnen zien. De dappere homo sapiens, die continu bezig is de wereld naar haar hand te zetten, zich gedraagt alsof zij geen deel uitmaakt van een ecosysteem, haar economie ten koste daarvan bouwt, en die het individuele belang boven dat van het collectief zet, kan niet niet anders dan erkennen dat het nu toch echt ecologie boven economie is.

De wetenschap dat we naar een duurzamer systeem moeten was al aan het indalen. Mede door klimaatverandering die de zwaktes in het systeem blootlegt. Maar klimaatverandering als stok achter de deur van verandering, is nooit genoeg. Omdat het het veranderingen betreft die slechts in beperkte mate voelbaar zijn, zeker op korte termijn. Of omdat we de koppeling tussen oorzaak en gevolg simpelweg niet maken. En wij mensen veranderen niet of amper als we er niet op korte termijn overduidelijk op vooruit gaan (of niet ten onder gaan). En precies daar doet Corona een duit in het zakje. Corona is een gezondheidscrisis. Direct voelbaar. Kortere termijn kan niet. Het heeft dan ook een aantal – volgens mij noodzakelijke – ontwikkelingen flink versneld:

Van individu naar collectief

Corona is niet gevoelig voor grenzen, voor status of kapitaal. Iedereen is kwetsbaar, rijk of arm. Dat zorgt voor gelijkheid. Want men beseft: de dans ontspringen kan alleen door collectief ander gedrag. Op die manier heeft Corona op sociaal niveau impact die we met geen uitgedachte aanpak zouden kunnen bereiken: Corona maakt het individuele belang ondergeschikt aan het collectief. Van verhevenheid naar afhankelijkheidsbesef (van ego naar eco).

Corona laat de samenhang tussen dingen zien. Bijvoorbeeld dat we als mens afhankelijk zijn, niet alleen van bronnen – waar we met technologie lange termijn gevolgen nog aardig weten uit te stellen -, maar ook van elkaar. En dat onze gezondheid samenhangt met zowel ons eigen gedrag als het gedrag van de mensen om ons heen. De winst hiervan ligt in het besef dat we onderdeel zijn van een groter geheel.

Van silowerken naar samenhang
We zien dus dat het geheel meer is dan de som der delen. En dat is precies hoe het in ecosystemen altijd werkt, zo legt ecoloog Louise Vet ook mooi uit: In ecosystemen is de toegevoegde waarde van de afzonderlijke delen niet altijd direct zichtbaar, maar juist de diversiteit zorgt voor risicospreiding. Wat wij tot nu toe deden is sturen op monotonie. Dat doet het tegenovergestelde. Als het mis gaat, is er niets om op door te bouwen. Dat besef van samenhang is nodig voor een integrale benadering van de gewenste landbouw- en voedseltransitie.

Van gebruiken naar onderdeel van de natuur
Wat mij betreft is dit een ‘most of all’: We gaan meer en meer inzien dat we inderdaad niet ten koste van de natuur kunnen blijven leven. Niets kon dat duidelijker maken dan Corona. Het is een zoönose, ontstaan door het contact tussen mens en ‘wilde dieren’. En het is zeker niet de laatste, als wij het leefgebied van wilde dieren blijven verkleinen. Van de gewervelde soorten op deze planeet vormen wij mensen en de kippen, varkens, koeien en paar andere soorten die wij willen eten, 95%. 5% zijn wilde dieren, 30% mensen (Zalasiewicz, 2016). En vergeet niet, om die 65% vee te voeren, verdringen we ook een behoorlijk aandeel van de flora.

Mentale modellen als basis voor systeemverandering

In mijn ogen zijn bovenstaande ontwikkelingen, waarvan ik wens dat ze doorzetten, onderdelen van of ingrediënten van een groter ethisch besef. En dat is precies de laag waarop we móeten veranderen als we tot een systeemverandering willen komen: onze mentale modellen, de manier waarop we onszelf en de wereld zien. Om echte verandering voor elkaar te krijgen is inzien dat we onderdeel zijn van een groter geheel, respect voor de natuur en daarvan willen leren, voorwaardelijk.

Terug naar dat voedselsysteem. Voedsel is dé verbindende factor tussen mensen, tussen gezondheid en duurzaamheid, tussen economie en ecologie; Voedsel verbindt mensen met haar sociale waarde; Het houdt ons gezond of maakt ons ziek; Het heeft de grootste impact op de planetary boundaries; Het verbindt alle Sustainable Development Goals (Rockstrom en Sukdev); en het hangt 100% samen met ethiek. Die samenhang zouden we ook moeten zien in hoe we het voedselsysteem benaderen in de poging tot transitie.

Maar waar te beginnen? Wat nu als we ethiek als basis gebruiken? Een voedseltransitie betekent niet in de minste plaats de ‘eiwittransitie’, oftewel een overgang naar minder dierlijke consumptie en productie. Waarom? Onze dierlijke productie heeft het meeste effect op biodiversiteitsverlies, op bodemdegradatie, watertekort, broeikasgasuitstoot, en de andere ecologische uitdagingen waar we voor staan. En vooral: van alles rond ons voedsel hangt dit het meeste samen met ethiek. Veevoer alleen beslaat een derde van het wereldwijde landbouwareaal en wordt geproduceerd in landen ten koste van productie voor eigen voedsel. En zonder ethisch besef zullen we dieren blijven zien als ‘producten’. En onze honger naar ‘meer’ en ‘goedkoop’ vervullen ten koste van niet alleen de meest gehouden diersoorten en hun welzijn, maar ook ten koste van het collectieve belang, door alle impacts die we kunnen voorkomen. En dat simpelweg door minder en anders te eten.

En dan zijn we toch weer terug bij die gezondheid en weerbaarheid. Want precies dierlijke producten eten we teveel. En juist groenten en fruit eten we veel te weinig. Dus als het gaat om weerbaarheid in tijden van Corona, kunnen we toch nog een beetje terug naar onze comfortzone van individualisme en tenminste onze eigen eetgewoonten aanpassen. En zo alvast een beetje bijdragen aan SDG’s als 2. Zero Hunger, 3. Health, 12. Sustainable Consumption, 13. Climate Action, 15. Live on land en meer…

Blog Adrie Papma: SDG 2 Dialoog op Dinsdag

SDG 2 EN DE CORONA CRISIS

Adrie Papma
8 Juni 2020

In 2018 waren meer dan 800 miljoen mensen regelmatig hongerig waarvan er 135 miljoen mensen acute honger hadden. Het WFP sprak in april dit jaar de angst uit dat aan het einde van 2020, ten gevolge van de bestrijding van Corona, er een kwart miljard acuut hongerige mensen zullen zijn. Een kwart miljard mensen die de hongerdood vrezen.

Met SDG 2 had de wereld zich voorgenomen om in 2030 de honger te hebben beëindigd, voedselzekerheid en verbeterde voeding te hebben bereikt en duurzame landbouw te promoten.

Ten gevolge van de wereldwijde crisis is hele snelle actie nodig (en ook gaande) om voedsel en humanitaire hulp te voorzien aan de meest kwetsbare mensen, landen en regio’s. De meest kwetsbare landen liggen in Afrika en het Midden Oosten. De meest kwetsbare mensen zijn vrouwen, kinderen en ouderen. Door de corona crisis zijn zij er nu op heel veel meer plaatsen in de wereld dan kort geleden, en heel erg in de steden waar het inkomen van veel mensen acuut wegviel door lock down maatregelen. Dit is overigens, een grote logistieke nachtmerrie voor humanitaire operaties.

Tegelijkertijd, weten we en is iedereen het er zo langzamerhand over eens, dat er óók acuut, een diepgaande transformatie van het wereldwijde voedsel- en landbouwsysteem nodig is om én de landbouw te verduurzamen, én de enorme ongelijkheid in toegang tot voedsel te bestrijden én voldoende voedsel te blijven produceren voor een groeiende wereldbevolking (+ 2 miljard in 2050).

Voor acute voedseltekorten van mensen, moeten de sociale protectie programma’s (met cash transfers!), snel, op grote schaal en fijnmazig uitgevoerd. Ik kan het belang van cash transfers niet genoeg benadrukken, al was het alleen al vanuit het oogpunt van menselijke waardigheid.  En de incorporatie van de notie van het recht op voedsel, dat is de geregelde, permanente en onbelemmerde toegang tot voldoende en kwaliteitsvol voedsel. En de incorporatie van de rechten van vrouwen, maar dat weten we al lang!

De prijzen van voedsel moeten laag blijven. Het is een nachtmerrie voor mensen met lage, onzekere inkomens die zomaar 40 – 60 % (sommigen zeggen tot 80%) van hun inkomen moeten spenderen aan eten; én voor die lage inkomenslanden die voedsel moeten importeren en wiens valuta vaak zwak zijn; én voor de humanitaire organisaties die grote hoeveelheden voedsel kopen. Daarom moet de wereldwijde handel in voedsel blijven stromen om te voorkomen dat prijzen enorm gaan stijgen. Overigens, op wereldschaal zijn de voedselvoorraden momenteel goed. Er is angst voor protectionisme door voedsel exporterende landen (Rusland, Kazachstan voor graan, Aziatische landen voor rijst). Na aanvankelijke paniekacties van dergelijke landen in maart-april, is er nu redelijke wereldwijde overeenstemming. Vietnam bijvoorbeeld kondigde aanvankelijk een stop op rijstexporten aan maar liet dat recentelijk ook weer los.  Dat wil niet zeggen dat gevaar geweken is, het WFP monitort wereldwijde prijsontwikkelingen van voedsel van dag tot dag.

De binnenlandse aanvoer van voedsel naar de steden moet ook op gang blijven. Voor dezelfde redenen. Daartoe moeten overheden hun landbouwers helpen bij hun voedselproductie. Denk aan beschikbaarheid van inputs en arbeiders voor de volgende landbouwcyclus, aan stromende handel en goede opslag, aan verwerking, aan distributie, aan markten die open moeten blijven of weer open moeten gaan. De hele keten moet aan de praat blijven opdat consumenten voedsel kunnen blijven kopen en landbouwers blijven produceren.

Ik heb projecties gezien dat Afrika zijn voedselimporten tussen 2017 en 2030 zou gaan verdrievoudigen. Momenteel bijvoorbeeld importeert Afrika 40% van zijn rijstbehoefte (vnl. uit Azië). De roep om zelfvoorziening (en dus kortere ketens) van de Afrikaanse landbouw klinkt alom en wordt versterkt door de Corona crisis. De roep om kortere, nationale of regionale ketens, niet alleen in de medische sector, maar ook in de vitale sector van de voedselvoorziening, klinkt overigens overal door. Ook in welvarende landen met sterke handelsposities.

Meer kortere ketens, duurzame landbouw, consument en producent van voedsel weer dichter op elkaar betrokken, reëlere en eerlijker verdeling van prijzen waarin alle kosten zijn verdisconteert, het recht op goed voedsel, aanpassing van te veel op dierlijke eiwitten gebaseerde diëten van en voedselverspilling door welgestelde mensen overal op de wereld; allemaal aspecten van de grote transitie die nodig is in ons voedselsysteem.

Kunnen we die transitie verenigen met het helpen lenigen van de acute nood van mensen nu die hun inkomen ter plekke zien verdwijnen, zoals net beschreven? Met andere woorden, building back better? Kunnen we dat samen doordenken?

En dat brengt mij tot mijn gespreksonderwerp: Welke maatregelen en partnerschappen zijn essentieel om de gevolgen van de crisis voor voedsel en voeding van mensen te ondervangen én deze te benutten om verder te bouwen aan duurzame voedselsystemen?

Nu moet handel blijven stromen, internationaal en nationaal, en dat is een testcase voor dat grote partnerschap – de wereldgemeenschap – om gezamenlijke afspraken te maken tbv gezamenlijk belang. Er is geleerd van de laatste crisis van 2007/2008. Toen schoten veel landen in de protectionisme reflex met onevenredige effecten op wereldmarktprijzen van basisvoedsel. Dat was trouwens tegen een achtergrond van krappe wereldvoedselvoorraden.

Corona onthulde in een paar maanden dat door geglobaliseerde voedselketens en het feit dat het een basisbehoefte van mensen betreft, voedselzekerheid een geopolitiek en strategisch issue is; en dat of omdat, het een uitermate kwetsbaar systeem is. Dat inzicht, ook bij een groter publiek, zou je kunnen bestempelen als een winstpunt van deze vreselijke pandemie en zijn gevolgen.

Dit, samen met die kans van benutting van die beschikbare publieke middelen (waar Danielle Hirsch het vorige week over had), is een kans om dat gigantische wereldvoedselsysteem een duw in de duurzame richting te geven.

Echter, een kritische Olivier de Schutter  (een Belgische SDG 2 goeroe) merkte op dat een paar maanden lock down, even kopen bij lokale producenten en ondernemers, gezond eten, allemaal prima, géén transitie inzet van een wereldwijd systeem!

We hebben heel veel en overal, partnerschappen nodig van de tovenaar en de profeet. Kennen jullie dat boek uit 2018 van Charles Mann met die titel? Hij beschrijft daarin de profeten, volgelingen van William Vogt, één van de grondleggers van de milieubeweging. Hij geloofde dat we meer consumeren dan de wereld kan produceren en zijn mantra was: bespaar! De tovenaars zijn de erfgenamen van Norman Borlaug, grondlegger van de massaproductie van gewassen (De Groene Revolutie). Vernieuw! was zijn strijdkreet. Vogt en Borlaug kenden elkaar en bestreden elkaars’ opvatting te vuur en te zwaard. Wij móeten het vandaag anders doen. Samen aan de ploeg of aan de keukentafel, bij wijze van spreken. De tovenaar moet af van het idee dat het gaat om een beetje bijstellen van het huidige systeem. De profeet moet nadenken over die groeiende wereldbevolking met snel groeiende en veranderende voedsel consumptie.

Komen de SDG 2 doelen dichterbij? Nou nee! Er zijn te veel acute bedreigingen van veel meer honger en ondervoeding; en een gewenste voedselsysteemtransitie  waar tovenaar en profeet nu al tientallen jaren over steggelen….. Of misschien toch wel omdat de generositeit en gemeenschapszin van mensen wereldwijd een enorme boost kreeg, zeker rondom elkaar helpen met voedsel. Misschien wel omdat mensen wereldwijd aangeven de ongelijkheid niet langer te pikken. Misschien wel als later blijkt dat deze crisis een scharnierpunt in de geschiedenis bleek te zijn naar een duurzame transitie van ons voedselsysteem.

In 2021 zal – deo volente – de UN Food Systems Summit plaatsvinden. We zijn dan ben ik bang niet post-corona maar hebben zo goed en zo kwaad als mogelijk, leren omgaan met corona: con-corona. Ik hoop heel erg dat dan de voorspellingen van het WFP, een kwart miljard hongerige mensen aan het einde van 2020, niet uitgekomen zijn en dat de krachten achter de transitie van het voedselsysteem sterker zijn geworden, niet zwakker.

Tenslotte, het AIV advies en wat gaat de regering daarmee doen? De AIV beveelt aan een groot deel van de extra 1 miljard in te zetten voor de voedselcrisis. De AIV adviseert naast de 1 miljard uit de pot van Hoekstra, een stabiel ODA voor de komende jaren en dus de ontkoppeling van het BNI. De VVD is tegen en hoe zit het met het CDA? Die tenslotte om het AIV advies gevraagd heeft. Hun beider achterbannen zijn met grote meerderheid voor, zie de enquête die Cordaid hield onder 1000 mensen achterban! Het kan toch niet zo zijn dat alle geledingen van de Nederlandse samenleving steuntjes in de rug krijgen en daarmee op zo’n beetje alle begrotingen van ministeries nu wordt toegelegd door Hoekstra, maar dat dat niet gebeurt met de begroting van ontwikkelingssamenwerking? Sterker nog, dat deze straks moet inleveren op zijn begroting en voor een ‘meevaller’ gaat zorgen voor het Ministerie van Financiën en voor Hoekstra omdat ODA aan ons BNI gekoppeld is? In het midden van deze immense wereldwijde crisis.