Tag Archief van: SDG

SDG Interview Marinus Verweij: Van farmer by default naar ondernemer

Wat zijn de hete hangijzers binnen de SDGs? En hoe werken de Worldconnectors zelf aan het behalen van de doelen? Stagiair Ronald Zwarteveen duikt samen met de Worldconnectors in de Sustainable Development Goals. In dit artikel is Marinus Verweij aan het woord. Voormalig tropenarts en huidig voorzitter van de Raad van Bestuur van de ICCO Coöperatie. Hij neemt ons mee in de mogelijkheden voor de landbouw en SDG 8: Fatsoenlijke banen en economische groei.


 

 

In 2015 zijn de SDGs geïntroduceerd. Wat zijn volgens u de sterke punten van deze doelen vergeleken met de MDGs?

Het grote voordeel van de SDGs is dat ze inclusiever zijn dan MDGs. De MDGs waren meer enkel gericht op de inzet van overheid en maatschappelijke organisaties. Nu worden ook andere spelers betrokken, zoals bedrijven. Bedrijven als AkzoNobel en Phillips zetten zich bijvoorbeeld ook in voor de doelen. Verder is het goed dat het bij de SDGs gaat om ‘sustainable’; de doelen hebben betrekking op milieu en klimaat.

Kritisch ben ik wel over de hoeveelheid doelen. Het zijn als het ware 17 doelen voor een betere wereld, waarvan sommigen wel erg ver in het vooruitzicht liggen en lastig te behalen zijn. Maar het kan zeker geen kwaad om deze op de agenda te hebben staan.

SDG 8 gaat over fatsoenlijke banen en economische groei, waarom vindt u dit een belangrijk doel?

Er zijn nog enorme winsten te behalen op dit gebied. In Afrika bijvoorbeeld is er veel winst te behalen door de landbouw efficiënter te maken en meer onderdelen van de productieketen te betrekken. Als je kijkt naar producten als koffie en thee, dat wordt in landen in Afrika geproduceerd. Maar als je verder in de keten kijkt, dan volgt de waarde-toevoeging in Europa: In Europa wordt de koffie gebrand, verpakt en verkocht. Het meeste geld wordt verdiend buiten het land waar het geteeld wordt. Als je dus meer van de processing in Afrika zelf kan doen, dan blijft er ook meer toegevoegde waarde van het eindproduct op het continent.

Hoe werkt ICCO aan SDG 8?

Marinus Verweij

Wij zetten ons voornamelijk in voor kleinschalige boerenbedrijven. Door boeren te helpen hun gewassen efficiënter te verbouwen, hun productie te vergroten en productieketens te verbeteren. Op deze manier kan meer economische groei ontstaan en dit leidt tot werkgelegenheid. Het is daarbij van belang om naar het grotere plaatje te kijken, te kiezen voor een holistische aanpak.

Met het oog op klimaatverandering kan het bijvoorbeeld lonen om kritisch te kijken naar het type ui dat in een bepaald gebied wordt verbouwd. Waar sommige gewassen 3-4 maanden per jaar niet geproduceerd kunnen worden, kunnen andere gewassen het hele jaar door verbouwd worden. Dit zijn ‘quick wins’.

Verder is het belangrijk te zorgen voor goede landbouwopleidingen voor jonge mensen . Veel mensen hebben niet bewust gekozen om boer te worden, maar doen dat simpelweg omdat hun ouders dat ook waren. Ze zijn farmer by default. Daarom is het belangrijk om deze mensen goed op te leiden in modernere technieken en dat ze ondernemer kunnen worden. Heel veel jongeren hebben het beeld van hun ouders die zwoegden op het land, maar toch arm bleven. Het imago van boer zijn kan dus beter. Met jong ondernemerschap moet getoond worden dat je met een boerenbedrijf een goede boterham kan verdienen.

Welke resultaten heeft ICCO reeds behaald op het gebied van SDG 8?

Doordat wij samenwerken met het bedrijfsleven en private-public partnerships creëren, neemt het aantal boeren dat wij bereiken steeds verder toe. In Azië hebben wij bijvoorbeeld twee programma’s waarbij we gebruik maken van geodata. Deze data wordt samen met een telefoonmaatschappij en een universiteit verwerkt waardoor je bijna tot op het niveau van de boer kan vertellen wanneer hij moet zaaien of wanneer er regen verwacht wordt (lees hier meer over dit project). Voor de oogst is het heel belangrijk om te weten wanneer de regen gaat vallen. Per programma bereiken we 100.000 boeren, waardoor de impact enorm omhoog gaat.

Een ander voorbeeld dat ik bijzonder vind, is in Kenia. Met een investeringsfonds hebben we geïnvesteerd in een kleine fabriek die aardbeienpulp fabriceert. In Kenia is aardbeienyoghurt populair. Voorheen werden alle aardbeien, waarmee de pulp wordt gemaakt, werden geïmporteerd uit Zuid-Afrika of Egypte. Maar je kunt dus aan de voet van Mount Kenia op een heel klein stukje grond goed verdienen aan aardbeien. Het is een high value crop, dus ook al heb je geen grote landbouwgebieden tot je beschikking, je kan er toch goed aan verdienen. Wat wij nu dus met een bedrijf doen is deze aardbeien tot pulp verwerken en dat gaat in Kenia zelf naar de yoghurtmakers. Hierdoor zijn 900 boeren verzekerd van een afzetmarkt. Wanneer een boer zelf aardbeien gaat verkopen, een op een, zou dat niet werken. Je moet in de hele keten kijken naar de mogelijkheden om daadwerkelijk verschil te maken.

Per programma bereiken we 100.000 boeren, waardoor de impact enorm omhoog gaat.

Stel dat u een doel of een target zou mogen toevoegen aan de SDGs, welke zou dat zijn?

Als ik kijk naar SDG 8 en ik kijk naar youth employability and entrepreneurship dan zou mijn target zijn om volop in te zetten op Afrika. In Duitsland is een Marshallplan voor Afrika ontworpen. Dat zouden we in Nederland ook moeten doen. Een plan waarbij we zeggen: wij willen in de periode van de SDGs een perspectief bieden aan de jongeren als het gaat om werk en werkgelegenheid op het Afrikaanse continent. En dan daadwerkelijk een deuk in een pakje boter slaan.

Hoe ziet u 2030 voor u in 1 woord?

Hoopvol.

SDG Interview Sandra Rottenberg: Meer gelijkheid tussen vrouwen en mannen

Wat zijn de hete hangijzers binnen de SDGs? En hoe werken de Worldconnectors zelf aan het behalen van de doelen? Stagiair Ronald Zwarteveen duikt samen met de Worldconnectors in de Sustainable Development Goals. In dit artikel is Sandra Rottenberg aan het woord. Onafhankelijk programmamaker, moderator en adviseur. Zij vertelt hoe ze werkt aan de doelen 5 en 11, en waar er nog kansen liggen voor deze doelen.


 

Kan je een aantal sterke punten noemen van de SDGs die in 2015 zijn geïntroduceerd, bijvoorbeeld vergeleken met de vorige MDGs?

Ik vind de oude MDGs eigenlijk sterker ten opzichte van de SDGs. Ik vind het jammer dat het er nu zo veel zijn. De MDGs hadden 8 doelen en die kende je op een gegeven moment wel uit je hoofd, bij de SDGs gaat dat lastiger omdat dat 17 doelen zijn. Dat komt de publieksbekendheid niet ten goede. Daarnaast overlappen ze elkaar. Ik had liever gezien dat het per onderwerp was gegroepeerd, zoals “klimaat” of “kinderen”.

SDG 5 heeft als doelstelling meer gelijkheid tussen vrouwen en mannen, waarom vind je dit belangrijk?

Ik vind dit heel belangrijk omdat dit nog steeds speelt. We schieten aan de ene kant wel op, maar aan de andere kant ook weer niet. Ik heb me er altijd voor ingezet, op allerlei manieren: voor emancipatiedoelen en om beroepsmatig vooruit te komen in Nederland als vrouw. Internationaal is dit ook nog steeds nodig. Mannen zijn op de een of andere manier toch bang voor vrouwen, zo lijkt het. Het is nog lang niet vanzelfsprekend dat er in fora of benoemingen evenveel vrouwen als mannen zitten.

Welke rol kan Nederland spelen bij het behalen van dit doel?

Ik ben zelf lid geweest van een actiegroep die ervoor gezorgd heeft dat er een verplicht quotum is van 30% vrouwen in raden van bestuur en raden van toezicht. Er staat alleen geen sanctie tegenover, dus het lukt niet altijd. Daarbij hebben vrouwen ook niet altijd zin, je wilt er niet zitten als ‘excuustruus’, maar het moet wel. Het is namelijk wetenschappelijk bewezen dat gemengde teams beter presteren. Dat houdt niet alleen gemengd man/vrouw in, maar ook gemengde afkomst en gemengde maatschappelijke achtergrond. Het is heel vreemd dat het maar niet lukt.

In het onderwijs lukt het wel, er zijn inmiddels meer vrouwen dan mannen op de hogescholen en universiteiten. Maar ze zetten dit niet voort in hun carrière. Dit komt mede doordat het anderhalf verdienersmodel zo dominant is. Vrouwen verdienen gemiddeld 7% minder dan mannen, dus de rekensom is snel gemaakt. Daarnaast is ook het traditionele denken nog steeds aan de orde. Vrouwen voelen zich schuldig als ze fulltime werken.

SDG 11 zet in op veilige en duurzame steden, welke kansen liggen er op dit moment om de targets hiervoor te behalen?

Ik wil graag Amsterdam als voorbeeld gebruiken. Ik heb een werkgroep opgericht in de Nieuwmarktbuurt waar ik woon. Het doel van deze werkgroep is om de buurt radicaal te vergroenen. Dat is op allerlei manieren goed: voor de afwatering, het gaat criminaliteit tegen, het dempt het geluid, het vangt fijnstof op. Er zijn nu tal van regelingen waar burgers gebruik van kunnen maken, zo zijn we nu allemaal ‘parken om de hoek’ aan het ontwikkelen en dat gaat als een speer. Er is onder de bewoners enorm veel energie en enthousiasme om dat te doen. Dit zijn dingen die je als burger zelf kan doen, waarmee je je eigen leefomgeving naar je eigen hand kan zetten.

De burgers moeten door de lokale autoriteiten gesteund worden om de leefbaarheid van de stad te waarborgen. Deze burgerinitiatieven kosten wel wat tijd, maar het genereert ook heel veel energie. De stad wordt steeds duurder, iedereen trekt naar de stad. Bepaalde plekken worden onbetaalbaar, mensen worden eruit geduwd en dat is een hele gevaarlijke ontwikkeling. De vaste bewoners zijn het cement van de stad, processen als gentrification kunnen hier een verkeerde invloed op hebben. Het is heel bevredigend om op deze manier actief met je buurt bezig te zijn en zo een antwoord te hebben op bijvoorbeeld criminaliteit of massatoerisme.

De burgers moeten door de lokale autoriteiten gesteund worden om de leefbaarheid van de stad te waarborgen.

Amsterdam is een leuke stad omdat het een wereldstad is op dorpsniveau. Waar levende buurten zijn en waar mensen elkaar kennen, dat is heel belangrijk. Ik vind dat overheden lokale initiatieven moeten belonen, juist omdat ze de leefbaarheid van de steden vergroten.

Stel dat je een doel of een target zou mogen toevoegen aan de SDGs, wat zou dat dan zijn?

Ik vind gelijkheid tussen mannen en vrouwen te beperkt. Ik zou dat verder willen uitbreiden, want het is niet voor iedereen vanzelfsprekend dat je man of vrouw bent en je daarnaar gedraagt. Dat mensen die zeggen: “Ik weet niet zo goed wat ik ben, maar ik ben er wel”, er ook bij betrokken worden. Sommige landen zijn nog lang niet zover, daarom zijn de doelen én heel fijn, én heel beperkend.

Hoe zie je 2030 voor je in 1 woord?

Groen!