Kritisch SDG Spotlight rapport ‘De Vrijblijvendheid Voorbij’ goed ontvangen

Op 1 maart vond de (online) lancering plaats van de eerste Nederlandse SDG Spotlight rapportage. Het Nederlandse beleid ten aanzien van SDG 10 (verminderen ongelijkheid) en SDG 15 (leven op het land, biodiversiteit) worden hierin kritisch onder de loep genomen. De uitkomsten zijn ronduit ongemakkelijk te noemen. Het frame dat Nederland ‘het goed doet’ met de SDG’s klopt niet.

Op het gebied van sociale en ecologische duurzaamheid gaat het niet goed. Integendeel: de totale impact van het Nederlandse beleid is zelfs negatief en brengt de gestelde doelen niet dichterbij. Zowel in binnen- als buitenland zorgen de effecten van het economische beleid en van de Nederlandse consumptie, productie, handel en investeringen voor toenemende ongelijkheid en verlies aan biodiversiteit. Nederland faalt ten aanzien van het centrale uitgangspunt van duurzame ontwikkeling. Ons economische groeimodel gaat direct ten koste van de natuur en ecosystemen in binnen- en buitenland en zorgt bovendien voor groeiende ongelijkheid.

 

Leven op het land en biodiversiteit

Als het gaat om SDG 15 staat Nederland onderaan in de EU-ranglijst. We hebben het kleinste aandeel natuur en de kwaliteit van de natuur is heel zorgelijk. Van de soorten die we hebben beloofd te beschermen (EU) verkeert maar een kwart in gunstige staat, en van de beschermde habitattypen maar 12%. Milieu-condities, zoals de bodem, zijn de afgelopen tien jaar niet verbeterd. Nederland heeft veruit het hoogste stikstofoverschot van de EU; een hoofdoorzaak van de slechte natuurkwaliteit.

 

Verminderen ongelijkheid

Wat SDG 10 betreft is het beeld meer gemengd. Dankzij herverdeling en ons sociale vangnet is de netto inkomensongelijkheid in Nederland relatief gunstig. Maar de kloof tussen de rijkste en armste 10% groeit. En de vermogensongelijkheid in Nederland is een van de hoogste ter wereld: 1 of 2% bezit een derde van het private vermogen. Een deel van de bevolking, met name lager opgeleiden en mensen met een migratie-achtergrond, profiteert structureel minder van de brede welvaart en de kansenongelijkheid neemt toe. Meer dan een kwart van de bevolking geef aan discriminatie of uitsluiting te ervaren.

 

Internationale trends

Internationaal heeft Nederland een grote en groeiende ecologische voetafdruk. Voor onze consumptie en handel is drie keer het landoppervlak van Nederland nodig, zelfs zes keer als je meerekent wat nodig is voor de compensatie van onze broeikasgasuitstoot. Deze voetafdruk is een belangrijke ‘driver’ van de achteruitgang van ecosystemen en daarmee ook van ongelijkheid, omdat juist kwetsbare gemeenschappen het meest afhankelijk zijn van deze ecosystemen en dus het hardst worden geraakt.

 

Averechts beleid

Er is een duidelijk causaal verband tussen de scores en trends voor SDG 10 en 15 en het beleid van de laatste kabinetten. Voor een deel werkt het overheidsbeleid de groeiende ongelijkheid en het verlies van biodiversiteit actief in de hand. Met de prioriteit die de regering geeft aan Nederland als productieland, handelsland en tweede voedselexporteur ter wereld, wordt onze veel te hoge voetafdruk in stand gehouden. Nederland is een groot importeur van soja, palmolie, cacao en houtpallets en draagt daarmee onevenredig bij aan wereldwijde ontbossing. Ook is er een direct verband tussen het willen concurreren op de wereldmarkt en de lage lonen voor uitvoerend werk, net als de toegenomen onzekerheid op de arbeidsmarkt. De inrichting van het mondiale handelssysteem en financiële markten zorgt ervoor dat bedrijven en investeerders rijk kunnen worden met bijna gratis grondstoffen, en goedkope arbeid.

Recente kabinetten hebben ook steeds verdergaande marktwerking op alle domeinen toegelaten. Publieke voorzieningen, die inkomensverschillen juist kunnen verzachten, zijn versoberd. De belangen van bedrijven en de mensen met de hoogste inkomens en vermogens blijven centraal staan bij het opstellen van beleid. Het argument is doorgaans “banen”, maar juist aan de onderkant van de arbeidsmarkt zijn steeds minder banen met een leefbaar loon. Tegelijk is de sociale zekerheid met steeds meer voorwaarden omkleed en worden kwetsbare groepen met groot wantrouwen bejegend.

Als we kijken naar SDG 15 zijn er inspanningen gedaan om het natuurareaal te vergroten en lokaal de natuur te herstellen. Maar de drukfactoren op de natuur vanuit de omgeving blijven enorm. In het rapport besteden we vooral aandacht aan de landbouw, die in het gangbare model grote schade toebrengt aan natuur en milieu, zowel in binnen- als buitenland. Het kabinet steunt dit model nog steeds met miljarden; de vervuiler betaalt niet in Nederland. Ook het voorzorgsbeginsel wordt niet gerespecteerd. Zelfs onze klimaatoplossingen leiden tot negatieve afwenteling. Met miljardensubsidies op het verstoken van houtige biomassa heeft het kabinet een sterke prikkel gegeven aan ontbossing elders.

Nederland is zich blijven inzetten voor nieuwe handels- en investeringsakkoorden, zonder dat er goede waarborgen zijn op het gebied van milieu en sociale en mensenrechten. Afspraken die Nederland heeft gemaakt faciliteren dat multinationals, via belastingontwijking en claims, miljarden onttrekken aan ontwikkelingslanden. Geld dat deze landen dus niet kunnen investeren in hun ontwikkeling. Via een deel van onze ontwikkelingshulp dragen we bij aan SDG 10 en 15, maar het budget blijft onder de internationaal afgesproken norm.

 

Vrijblijvendheid

Het kabinet heeft zeker ook beleid gemaakt voor verduurzaming van de economie en van internationale handelsketens. Maar dit beleid kenmerkt zich door een hoge mate van vrijblijvendheid. Of het nu gaat om klimaat, een beweging naar kringlooplandbouw, circulaire economie of inkoopcriteria: het is vrijwel allemaal op basis van vrijwilligheid. De beleidsambities worden te weinig voorzien van meetbare doelen, concrete transitiepaden, geld en wettelijke kaders. Dit geldt ook voor de inclusieve samenleving. Meer vrouwen aan de top? Alleen een streefcijfer. Meer mensen met een beperking aan het werk? Afspraken worden niet gehaald. Om echt impact te hebben moet het kabinet als ‘marktmeester’ optreden, door wettelijke kaders te stellen en te grondstoffen te beprijzen.

 

Meten

In het rapport zijn ook beschouwingen opgenomen over het monitoren van de SDG’s, op basis van waar we tegenaan liepen. Op dit moment wordt er veel niét gemeten. Voor SDG 15 zijn veel data te vinden de gerelateerd zijn aan afspraken in VN- en EU-verband: de aansluiting met de SDG-monitoring kan beter. Voor SDG 10 moet nog veel werk aan een monitoringskader worden verricht. Ook daar doen we aanbevelingen voor.

SDG 10 en SDG 15 zijn beide zijn de dupe van het economische paradigma dat we hebben. Dat zien we in Nederland maar vooral internationaal, waar juist de armste landen de meest kwetsbare groepen het hardst de impact voelen van klimaatverandering en ecosystemen die uitgeput raken. Wil je de SDG’s in onderlinge samenhang halen, dan is een heel ander paradigma nodig. We moeten het exploiteren van mensen en de natuur aanpakken. En de overheid moet ophouden de remmende factor te zijn.

Het rapport, de analyses en aanbevelingen zijn hier te lezen

Jaarplan 2021

2020 was een bijzonder jaar. We hebben als vereniging een enorme veerkracht laten zien door onze weg te vinden in nieuwe digitale verbindingen. We kijken terug op inspirerende Round Tables, een succesvolle serie Dialogen op Dinsdag, de aftrap van een eerste SDG Spotlight rapportage, het enthousiasme uit de werkgroepen en prikkelende ontmoetingen tussen leden. Maar bij Worldconnectors staan wij niet stil. Een nieuw jaar biedt nieuwe kansen en daarom hebben wij ook nieuwe doelen gesteld. Lees hier over onze doelen voor 2021 in Jaarplan Worldconnectors 2021

Duurzaam Landgebruik en Biodiversiteit

Dialogen ‘Duurzaam Doorpakken’- 23 februari 2021

In  aanloop naar de Tweede Kamer Verkiezingen van 17 maart 2021, houden Worldconnectors en Earth Charter Nederland  drie on line dialogen met als motto ‘Duurzaam Doorpakken’. Doel is de SDGs te concretiseren gericht op thema’s die in de verkiezingscampagne actueel zijn: ‘Klimaatrechtvaardigheid – Betaalbare Energietransitie’, ‘Duurzaam Landgebruik en Biodiversiteit’ en ‘Migratie en Vluchtelingen’. In een vierde bijeenkomst – een Roundtable – die ná de verkiezingen plaatsvindt, zullen we terugkijken en een gezamenlijke (re)actie bepalen richting kabinetsformatie en samenleving.

In de opzet van de dialogen, heeft een  externe ‘aanklager’ het openingswoord, gevolgd door twee interne ‘verkenners’. Er volgen discussies in subgroepen waarna we plenair verslag doen en een interne ‘verbinder’ een oplossingsrichting presenteert.

‘We willen teveel in Nederland’

Als aanklager fungeerde  Harold Overmars van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) portefeuillehouder leefomgeving maar vooral een gepassioneerde jonge melkveeboer uit Broekland. Het boerenleven is heel divers en aantrekkelijk maar er is toekomst perspectief nodig, zei Overmars. Jonge boeren zijn jonge ondernemers die een avontuur aangaan voor de lange termijn, je kan niet zomaar stoppen  We staan  voor vier grote maatschappelijke opgaven: klimaat, natuur, woningbouw en landbouw. ‘We willen te veel in Nederland, maar het past niet’. De ruimte is het allergrootste probleem. Het is een gevecht om grond. En: we missen een verdienmodel in de landbouw. Een deel van de oplossing is het inpolderen van land. In de beleidsdomeinen biodiversiteit en landbouw moet meer oog zijn voor elkaars verhaal. ‘Uiteindelijk doe je het voor de volgende generatie.’

Bodemkwaliteit

Verkenner Ellen van Reesch, onafhankelijk consulent op het gebied van de SDGs, en mede-auteur van het eerste Nederlandse SDG Spotlight Report, benadrukte vervolgens het belang  van bodemkwaliteit maar kwam eerst met enkele observaties. Nederland heeft de minste landnatuur van de hele EU. Met de biodiversiteit gaat het slecht,  de bestaande ambities zijn de afgelopen tijd alleen maar naar beneden bijgesteld. Nederland wordt nog steeds gezien als een productie land waar 60% van het land oppervlak is ingeruimd voor landbouw, en er moet steeds meer bij voor export en om politieke redenen. De landbouw is in Nederland een belangrijke internationale trots en het milieubeleid is vrijblijvend.

Dit schuurt, want naast het gevecht om de grond is er ook nog de druk op de bodem kwaliteit. De landbouw moet wereldwijd anders. Er moeten kansen komen voor alternatieven voor de boeren, wellicht dat het gezamenlijke doel van bodem kwaliteit kan verbinden.

’Stop internationale vrijhandel’

Eva Koffeman pleitte evenzo voor een totale systeemverandering. Als VN Jongeren Vertegenwoordiger op het gebied van biodiversiteit en voedsel is het haar taak om de input van jongeren te vertalen naar beleid en zo druk uit te oefenen op het internationale speelveld. Koffeman erkende de positie van Overmars, het gaat niet goed met de boeren, ze werken zich steeds meer in de schulden. Een mooie quote vatte dit helemaal samen: ‘Boeren hebben geen verdienmodel, zij zijn het verdienmodel’ (Jan-Willem Erisman, Hoogleraar milieu en duurzaamheid, Universiteit Leiden).

De vaak aangehaalde oplossing van kringloop landbouw brengt nog veel vragen naar boven bij Koffeman, want hoe groot moet die kring dan zijn? De radicale oplossing: doorbreek de cirkel en stop met de internationale vrijhandel. Dan komt er veel landbouwgrond vrij. De overheid zou goedkopere agrarisch grond kunnen opkopen en voor meer kunnen verkopen aan de bouwsector. Met de winst kan de overheid de boeren compenseren. ‘We kunnen niet een grote internationale landbouwspeler blijven als we de natuur willen behouden.’

Subgroepen

Na deze duidelijke boodschappen gingen de deelnemers met elkaar in gesprek in kleine groepen, elk met een eigen opdracht.

  1. Welke moedige gesprekken – van wie met wie – moeten worden gevoerd om op het thema door te pakken?

We moeten de politiek in Nederland bevragen, die de nationale landbouwtrots wil  blijven uitdragen. Er moeten keuzes gemaakt worden ten aanzien van de ruimtelijke ordening, wat delen we hoe in? We moeten met de EU in gesprek, ook al zijn er groepen die niet positief tegenover de EU staan. We moeten met consumenten en partijen in de  markt praten, het is duidelijk dat de boer daar  klem zit. De banken en supermarkten dragen hier groot aan bij.  Banken staan centraal bij de vraag of de groei van de boeren wel noodzakelijk is.

  1. Welke dilemma’s en tegenstrijdige belangen zien we?

Kiezen we voor de planeet of voor de economie? De strijd om de grond staat centraal bij de tegenstrijdige belangen. De financieringen die de intensiveringen van de landbouw hebben afgedwongen, spelen een grote rol. Die tegenstrijdigheid van belangen en ook beeldvorming bemoeilijken dialoog. Percepties van de werkelijkheid en  ideeën liggen heel ver uit elkaar wat het lastig maakt om in elkaars schoenen te gaan staan. Op beleidsniveau ontbreekt samenhang tussen landbouw en biodiversiteit De overheid zou meer op waarden en minder op middelen moeten sturen.

  1. Wat zijn de kansen en vergezichten die als gezamenlijke doelen kunnen dienen en die de verschillen kunnen helpen overbruggen?

Hoe moet het Nederlandse landschap eruit zien? De lange termijn moet duidelijk worden. De boer moet niet meer een bedreiging van de biodiversiteit zijn, maar juist de bron worden. Wellicht is een nieuw sociaal contract met de boeren nodig. We moeten het hebben over de true cost en true price van landbouwproducten. Good governance moet bij de regering en alle partijen op het hoogste niveau worden geëntameerd.  Deze toekomst gaat over komende kabinetten heen, met de ecologische realiteit als uitgangspunt.

Alle SDG’s simultaan vooruit

Als laatste sprak de verbinder, Coenraad Krijger, directeur van IUCN Nederland (International Union of Conservation of Nature), een internationale natuurbeschermingsorganisatie. Als oplossingsrichting ziet hij de SDG-aanpak. Alle doelen moeten simultaan vooruit. Het oplossen van het ene moet niet te kosten gaan van het andere. Zowel de landbouw als de biodiversiteit hebben een grote behoefte aan een lange termijn visie, hetgeen verbindend kan werken. Inclusie is hierbij belangrijk, er moet duidelijkheid komen over welke dingen wel en welke niet kunnen.

‘Het samen gaan naar een toekomst zou belangrijker moeten zijn dan alléén het weg bewegen van het nu.’

Klimaatrechtvaardigheid: Betaalbaarheid van de Energietransitie

In de aanloop naar de Tweede Kamer Verkiezingen die plaatsvinden op 17 maart 2021 gaan we 3 online dialogen houden met als motto ‘Duurzaam Doorpakken’. Doel is de SDGs te concretiseren gericht op thema’s die in de verkiezingscampagne actueel zijn: ‘Klimaatrechtvaardigheid – Betaalbare Energietransitie’, ‘Duurzaam Landgebruik en Biodiversiteit’ en ‘Migratie en Vluchtelingen’. In een vierde bijeenkomst – een Roundtable – die ná de verkiezingen plaatsvindt zullen we terugkijken en een gezamenlijke (re)actie bepalen. Een actie waarmee we gezamenlijk naar buiten willen treden en grotere groepen mensen in de samenleving bereiken.

 

Dinsdag 9 februari gaf Sietse Brouwer (Grootouders voor het klimaat) de aftrap voor de dialoog met een hartenkreet. Hij benadrukte dat voor verandering individuele verantwoordelijkheid belangrijk is, maar een sterke overheid ook. Volgens Sietse had vooral die overheid het laten afweten de afgelopen jaren. Zij hebben geen leiderschap getoond, maar zich laten leiden door opiniemakers. Daardoor heeft een actief klimaatbeleid niet de aandacht gekregen die het verdient. De overheid heeft op drie fronten gefaald, ten eerste in de voorlichting van haar burgers. De klimaatcrisis is geformuleerd als iets dat zij zullen oplossen. Maar het eerlijke verhaal, dat actie vereist is, bleef uit. Ten tweede, het industriebeleid dat zich onthoudt van actie. Terwijl omliggende landen een progressieve Co2-heffing voeren gebeurt er hier niks, met als reden dat het teveel banen zou kosten. De omliggende landen bewijzen dat dit een onjuiste aanname is, er zijn duizenden banen bij gekomen. Ten slotte, het landbouwbeleid dat voornamelijk verliezers kent. De Nederlandse landbouw stoot grote hoeveelheden methaan, ammoniak en fijnstof uit. Daartegenover staan flinterdunne winstmarges voor boeren. Dit kan beter met marktmeesters en een circulaire landbouw. Sietses aanklacht was duidelijk: Overheid doe iets!

Verkenner Marjolein Demmers (Natuur & Milieu) was iets positiever. Ondanks dat zij ook zag dat het misschien allemaal ‘too little, too late’ zou zijn, nam zij een verandering waar. De afgelopen vier jaar is er in Nederland meer gedaan op gebied van verduurzaming dan de 20 jaar ervoor. Het probleem wordt nu enigszins serieus genomen en er is actie. Deze verandering is mede mogelijk gemaakt door het klimaatakkoord dat de doelen op scherp heeft gesteld, maar ook het feedback systeem van de Aarde zelf. Twee derde van de natuurgebieden is in slechte staat door het stikstof probleem, de natuur laat haar alarmbellen rinkelen en laat ook zo weten dat het tijd is voor actie. We staan daar nu van aan het begin, maar meer actie van de overheid blijft nodig, want we zijn er nog lang niet.

Koen Eising (Alliander), de tweede verkenner, bracht een ander perspectief. Hij stelde dat overheden langzaam zijn en het tempo van het bedrijfsleven niet kunnen bijbenen. Toch is ook hij hoopvol, er is internationale druk op bedrijven om te verduurzamen en die drukt werkt. Koen benadrukte dat verduurzaming hand in hand moet gaan met sociaal beleid. Beloon niet de mensen die zich verduurzaming kunnen veroorloven met subsidies, maar laat niemand achter. Wanneer dat gebeurt kan beleid zorgen voor sociale cohesie in plaats van verdere polarisatie.

De deelnemers gingen met elkaar in gesprek, in kleine groepen. Twee groepen gingen in op de vraag welke moedige gesprekken er gevoerd moeten worden.

Een eerste gesprek daarvan is met onszelf en ons land. Consumenten en burgers zouden moeten bedenken hoe zij verder kunnen gaan dan de verduurzaming die de wet ons oplegt. Ook moeten we bedenken waar willen wij naartoe als Nederland, wat zijn de doelen? Om verandering teweeg te brengen is een gezamenlijk doel belangrijk. Vervolgens moeten we ook uitzoomen, wie draait er internationaal op voor de kosten, de armere landen of de rijkere? Een internationale aanpak is essentieel voor een gelijke verdeling van kosten. Maar ook moeten er gesprekken gevoerd worden op lokaal en persoonlijk niveau. Want kleine bedrijven en burgers missen vaak de middelen voor een transitie, er moet daarom gesproken worden over hun behoeftes. Daarnaast zijn de gesprekken nodig met de mensen die niet anti-klimaat zijn en niet diezelfde urgentie voelen of zich niet gehoord voelen in dit debat. Daarnaast zijn er gesprekken nodig tussen overheden en experts. Dat zijn experts op allerlei gebieden. Bijvoorbeeld boeren wanneer het gaat over biologisch boeren, jongeren wanneer het gaat over volgende generaties en bedrijven wanneer het gaat over duurzaam ondernemen. Tot slot moeten er gesprekken gevoerd worden tussen gelijke zoals biologische boeren met reguliere boeren voor best practices en kunnen zo beter duurzaamheid stimuleren.

Een andere groep besprak dilemma’s en tegenstrijdigheden. Zij vonden spanning tussen de korte en lange termijn visie. Overheden hebben een korte adem, terwijl de problematiek om een lange termijn-benadering vraagt, het moet maatschappelijk en politiek bevochten worden. Ook tussen de oude en nieuwe industrie is spanning. Transitie zal ook zorgen voor een verandering in het werkveld. Een transitie zal hoe dan ook winnaars en verliezers kennen en daarom is het essentieel om te kijken naar waarde creatie op ieder niveau. Wanneer transitie waarde heeft voor eenieder zal ook verandering makkelijker onderschreven worden.

In de derde groep werden de ideale vergezichten besproken. Zij pleitte voor een nieuw sociaal contract, een vergezicht waarin duurzaamheid en sociaal beleid samen kunnen gaan. Op die manier kan iedereen er zich voor in zetten. Wanneer iedereen zich betrokken voelt en de overkoepelende doelen onderschrijft zullen burgers hier ook naar handen in de beslissingen die zij nemen, bijvoorbeeld over waar zij hun geld aan uitgeven. Door grotere doelen die men persoonlijk voelt zullen strategieën succesvoller zijn en kan beleid werken. Overheden begrenzen de transitie dan ook niet en zorgen dat regelgeving niet tegenwerkt, maar juist faciliteert. Denk aan een voorbeeld als kweekvlees dat nu niet is toegestaan doordat het wettelijk niet veilig wordt geacht.

Tot slot spraken ‘verbinders’ Joris Overmeer en Laura Baas (Jongeren Klimaatbeweging, coördinatoren SDG Alliantie SDG 13 Klimaatactie). Zij gaven aan dat participatie en transparantie belangrijk zijn. Iedereen moet mee kunnen praten en aangeven wat zij belangrijk vinden. Een gesprek is nodig om te weten waar we heen willen en mensen daar ook bij te betrekken. Dit reikt verder dan de SDG’s, het narratief moet veranderen en mensen moeten het idee hebben dat zij er overdeel van zijn. Iedereen zou dan eigenaarschap hebben in dit verhaal en haar of zijn verantwoordelijkheid nemen.

Betuig je liefde voor bomen op Valentijnsdag 2021

Nieuwe Reeks Dialogen op Dinsdag

Na het succes van de eerste reeks Dialogen op Dinsdag organiseren we, in aanloop naar de Tweede Kamer Verkiezingen, een nieuwe serie dialogen.

Hierbij nodigen we alle Worldconnectors en Earth Charter Vrienden van harte uit om deel te nemen. Doel van de dialogen is de SDGs verder te concretiseren, gericht op thema’s die actueel zijn in de verkiezingscampagne. De thema’s zijn ‘Klimaatrechtvaardigheid – Betaalbaarheid van de Energietransitie’, ‘Landgebruik en Biodiversiteit’, ‘Migratie en Vluchtelingen’.

 

9 februari 2021 : Klimaatrechtvaardigheid – Betaalbaarheid van de Energietransitie

23 februari 2021 : Landgebruik en Biodiversiteit

9 maart 2021 : Migratie en Vluchtelingen

In een vierde bijeenkomst – een Roundtable – die ná de verkiezingen zal plaatsvinden, kijken we terug en bepalen we in welke vorm we een gezamenlijk (re)actie naar buiten brengen.

Lancering SDG Spotlight Rapport

SDG Spotlight Nederland vraagt met kritische rapportage aandacht voor nationale SDG-agenda. 

Building Change, Global Goals Accelerator, Earth Charter Nederland en Worldconnectors hebben de handen ineengeslagen voor een SDG rapportage vanuit maatschappelijk perspectief. Zij krijgen daarbij steun van partners zoals WNF, het NCDO en de Civic Engagement Alliance.

Met een SDG Spotlight rapport willen we meer, ambitieuzere en coherente acties op de SDG’s aanwakkeren en daarmee het bereiken van de agenda in Nederland en daarbuiten dichterbij brengen. We geven een beeld van de stand van zaken én markeren de pijnpunten als het gaat om de Nederlandse inzet op de SDG’s. Daar voegen we constructieve aanbevelingen aan toe, primair gericht op de rol van de Nederlandse overheid. We brengen de mondiale doelen dichterbij de Nederlandse realiteit, door scherp te benoemen met welke maatschappelijke vraagstukken de SDG’s en hun subdoelen samenhangen. Om tot diepgang en scherpe aanbevelingen te komen focussen we in iedere rapportage op één of enkele thema’s van waaruit verbanden met de andere doelen worden gelegd. Voor 2020 duikt de Nederlandse SDG Spotlight in SDG 10: Verminderde Ongelijkheden en SDG 15: Leven op het land. Op 1 maart presenteren wij de eerste Nederlandse SDG Spotlight rapportage en de bevindingen tijdens een online lanceringsevent.

Meld je hier aan voor het Lanceringsevenement

Manifest Duurzaam Regeerakkoord, teken je mee?