Earth Charter Day Viering 29 juni

Welkom op 29 juni 2022 bij de Viering van Earth Charter Day – de Round Table over Intergenerationele Rechtvaardigheid 

 

Locatie: Landgoed Zonheuvel in Doorn 

Ontvangst v.a. 16. 00 uur  

Programma: 16.30 – 21.30 uur  

 

Alle leden en relaties van Vereniging Worldconnectors Affiliate van Earth Charter International en het Lab Toekomstige Generaties zijn van harte welkom bij ons evenement op 29 juni a.s.in Doorn. We vieren International Earth Charter Day 2022 – tevens ‘Round Table Intergenerational Justice’.  

Een mooie gelegenheid om op een mooie plek in de natuur en bij goed weer geheel in de buitenruimte kennis te maken met de laboranten Toekomstige Generaties, leden van Vereniging Worldconnectors en andere bijzondere deelnemers onder wie vertegenwoordigers van andere Europese Earth Charter Affiliates.  Daarnaast is deze viering een goed moment om in gesprek te gaan over de kernwaarde waarop ons werk is gebaseerd: Intergenerationele Rechtvaardigheid. 

Kathleen Ferrier (voorzitter Worldconnectors, Affiliate van Earth Charter International) zal het event openen met een toast op 22 jaar Earth Charter. Zij zal gedurende het gehele programma onze dagvoorzitter zijn. Kathleen gaat in gesprek met Paul Lubbers (bestuurslid Earth Charter International). Paul laat ons kennismaken met het recente werk en de inzet van Earth Charter International, o.a. vanuit het secretariaat in Costa Rica.  

Je maakt ook kennis met vertegenwoordigers van zes andere Earth Charter Affiliates uit Europa (Duitsland, Portugal, Spanje, Roemenië, Bulgarije en Zweden). Zij zullen meerdere dagen in Nederland zijn voor de NEEDS training die van 28 juni t/m 1 juli op Landgoed Zonheuvel plaatsvindt. Hoe inspireren we elkaar in onze inzet voor mondiale duurzaamheid? Een mooi voorbeeld zijn de verhalen die onze Earth Charter Vrienden uit Spanje inbrengen, neem vast een kijkje op de website van de Earth Stories Collection. De voertaal tijdens het evenement is daarom Engels.

We zullen gaan bouwen aan een unieke ToekomstStoel, die wat ons betreft invloed krijgt tijdens het meewegen van belangen van toekomstige generaties bij belangrijke beslissingen in het heden. De stoel is ontworpen als bouwpakket door kunstenaar Jan van der Bijl (BoomhutBende). Tineke Lambooy zal de stoel namens het Lab Toekomstige Generaties en Vereniging Worldconnectors aanbieden aan directeur Jaap Jongejan en leden van de Raad van Toezicht van Landgoed Zonheuvel.
Verder kun je genieten van (h)eerlijk Future Proof Food uit de Zonheuvel keuken en moestuin, bedacht en begeleid door Natascha Kooiman (Smaackmakers) 

 

Op twee momenten in het programma staan we stil bij het afscheid van geliefde teamleden Alide Roerink en Sherlien Sanches. Dit met een brede glimlach, omdat beiden in volle tevredenheid afscheid nemen van de rol die zij lange tijd vervulden in de organisatie, maar er nu klaar voor zijn om tijd vrij te spelen voor iets nieuws.  
In het Openluchttheater zal Ayla’s Castle een muziekoptreden verzorgen. Ayla brengt vier eigen liederen met thema’s als oorlog, thuisland, natuur en de schoonheid van een eenvoudig leven: zie haar website voor een impressie van haar muziek.  

 

In deze bijzondere sfeer zullen de ‘Intergenerational Justice Talks’ plaatsvinden, met bijdragen van: 

Jan van de Venis, lid van het kernteam van het Lab Toekomstige Generaties en Waarnemend Ombudspersoon voor Toekomstige Generaties;   

Miranda Willems, lid van het kernteam van het Lab Toekomstige Generaties. Miranda neemt ons mee terug in de tijd naar onze voorouders en vooruit naar toekomstige generaties, met een inleefoefening;   

Jessica den Outer, bestuurslid van Vereniging Worldconnectors, co-laborant Lab Toekomstige Generaties en expert Rechten van de Natuur; 

Katy Olivia van Tergouw, directeur van de campagne-organisatie Stop Ecocide Nederland. Katy zal uitweiden over het belang van het beschermen van onze Aarde en onze onderlinge verbondenheid die hierbij een belangrijke rol speelt.   

 

Als tegemoetkoming in de kosten voor de maaltijd en het bijzondere programma met sprekers en muziek op de prachtige plek Landgoed Zonheuvel, bedraagt een ticket voor een jongere/student €25,-; voor leden €50,- en voor genodigde relaties €60,-.  We nodigen je uit samen te komen met een (andere) jongere met wie je deze dag graag wil vieren. Of koop een extra ticket voor een jongere wiens toegang je helpt mogelijk maken.   

We zien uit naar je aanmelding via deze link, waarna je nadere informatie kunt verwachten over het programma.   

 

Round Table 23 mei: Morele Economie

Verslag Morele economie 23 mei ‘22

Kathleen Ferrier heet iedereen welkom. Initiator van het thema Morele Economie van deze RT is Jack Cox. De reden voor het schrijven van zijn boek ‘Vlindereconomie’ was de steeds vroeger in het jaar vallende Overshoot day. Deze dag markeert het moment in het jaar dat de resources van één aarde voor het gehele jaar zijn opgebruikt en hangt samen met de steeds groter wordende ecologische voetafdruk van de wereldpopulatie, die ons toont dat we te langzaam vooruit bewegen. Omdat we diep van binnen geloven dat we niet kunnen veranderen maken we nog altijd de verkeerde keuzes. Het water staat ons echter aan de lippen; en daarom moeten we lef tonen. Daar gaat het thema van vandaag over: de visie die ten grondslag ligt aan die moeilijke keuzes die er uiteindelijk voor kunnen zorgen dat er verandering komt.

 

I. Introductie onderwerp

________________________________________________________________________________________

Jack Cox kreeg als econoom begin 2017 interesse voor het begrip duurzaamheid, binnen de kaders van duurzaam beleggen en ontdekte dat er niet werd niet gekeken naar de mate van duurzaamheid van het economische systeem zelf. De economie creëert een welvaartseffect: lage rentes, hoge winsten en het tegemoetkomen aan vermogensbezitters. Deze welvaart is slechts toebedeeld aan een kleine groep mensen en houdt geen rekening met toekomstige generaties. Het aldoor stijgende BNP reflecteert meer welvaart voor de huidige generaties– maar is hier geen limiet aan? Alles wordt relatief bekeken en er is geen sprake van absolute randvoorwaarden – totdat indicatoren zoals Overshoot Day en onze ecologische voetafdruk ons lieten zien dat er een limiet is. Voor de generaties die ons opvolgen is het belangrijk om na te denken over alternatieve economische structuren die onze voorraden niet uitputten. Het voorstel om dit te bewerkstelligen is een sociaal-ecologisch inkomen: een basisinkomen gekoppeld aan een ecologische voetafdruk.

De vraag is: Zijn we als samenleving bereid om onszelf in financieel opzicht met elkaar te verbinden zodat we meer in balans komen en oog hebben voor de generaties die na ons komen?

Paul van der Lecq is gedreven om het economische systeem een morele en filosofische dimensie te geven. Er is de fysieke wereld, maar we hebben als mens ook een denkbeeldige wereld gecreëerd. We moeten uit vastgesleten patronen zien te komen en een nieuwe weg inslaan. Een nieuwe taal leren spreken; een nieuw narratief.

De driehoek van de Morele Economie bestaat uit de volgende drie ‘hoeken’:

  1. Filosofie; de ‘waarom’-vraag (net zoals kinderen) à in welke wereld zijn wij terecht gekomen? Eigenlijk begrijpen wij als mensheid er heel weinig van.
  2. Economie; gaat niet om geld, maar over verdelingsvraagstukken.
  3. Ethiek; gaat over begrenzing. Definitie Foucault: ethiek = kritiek. Iedere vorm komt voor uit een grens; (= norm)

Tussen de drie punten heerst er een interessante dynamiek: waarom begrenzing? Waarom verdeling? Is het de ethische norm om deze eerlijk te verdelen? Dat is de essentiële vraag omtrent voorstel voor basisinkomen en morele economie.

Ad Vlems vond zijn inspiratie vanuit plichtsgevoel naar de generatie van (zijn) kinderen en het horen over het smelten van de ijskappen. Dit heeft hem geïnspireerd om duurzaam te gaan leven voor toekomstige generaties. Om te beginnen bij de bouwsector: de duurzaamheid ligt hier bij circulair bouwen. De Nederlandse staat wil 1 miljoen woningen gaan bouwen in de komende 10 jaar. Het zou een enorm verschil maken als huizen zouden worden gebouwd met biobased bouwmateriaal in plaats van normaal bouwmateriaal. Biobased materialen zijn  gemaakt van hernieuwbare grondstoffen die compleet of gedeeltelijk bestaan uit biologische materialen- zoals vezels, suiker(s), micro-organismen, of eiwitten. Deze materialen kunnen dus op korte termijn op natuurlijke wijze terug groeien. Verder kunnen duurzame huizen verwarmd worden door middel van een CESAR warmte accu. Dit gebeurt in Ecodorp Boekel, waar de accu 120.000 kWh/jaar aan de vloerverwarming in de woningen. De energie wordt opgewekt door 600 pv-panelen die de 400m3 aan edelmetaalslak opwarmen tot 450°C. De besparing van gas is momenteel 13.000 m2 per jaar. De bouwsector is enorm traag in verduurzamen, waardoor het idee van een ecodorp zo gewild en baanbrekend is.
Ronald Hazelzet woont al anderhalf jaar in Ecodorp Boekel. Hij benoemt naast het ecologische component ook nadrukkelijk de sociale cohesie die in het dorp plaatsvindt; samen vormen de inwoners een hechte gemeenschap. Voedsel wordt binnen het dorp verbouwd en wekelijks onder de inwoners verdeeld. Ook auto’s  worden gedeeld; carpoolen is er de norm.

 

Gerrien Anbeek is actief bij de commissie Brede Welvaart voor VNO-NCW. De doelstelling van deze commissie is gebaseerd gedachtegoed van Thomas Piketty; het bereiken van een samenleving met gelijke kansen en werk, een duurzame leefomgeving en voldoende economische groei om die brede welvaart mogelijk te maken. Het proces van digitalisering kan voor de brede welvaart een sleutelrol spelen.
Een basisinkomen zou een goede hervorming zijn vanwege twee voornaamste redenen. Ten eerste zorgt het voor verminderde administratieve lasten in het sociaal voorzieningenstelsel. Ten tweede blijkt op basis van eerdere onderzoeken dat wanneer er een basisinkomen is, mensen eerder deel zullen nemen aan innovatieve projecten. Het basisinkomen zou een oplossing kunnen zijn voor de structurele problematiek op de arbeidsmarkt als gevolg van digitalisering en robotisering. In Duitsland, Canada, Finland, en andere landen zijn succesvolle grote pilots met basisinkomen gedaan, of nog aan de gang.

De uitgangspunten zijn:

  • Het basisinkomen moet hoog genoeg zijn voor het bestaansminimum en deelname aan het sociale, culturele en politieke leven.
  • De groep deelnemers moet een afspiegeling vormen van de maatschappij, dus zowel bestaan uit werkenden als niet-werkenden.
  • Aan de deelnemers wordt drie jaar lang maandelijks belastingvrij €1200 basisinkomen gegeven zonder dat ze een tegenprestatie hoeven te leveren. In Kenya en India is dat lager.
  • Proefpersonen mogen extra inkomen verdienen door middel van betaald werk.

De huidige kosten van het sociaal voorzieningenstelsel zijn 95 miljard euro. Het ombuigen naar basisinkomen kost ongeveer 30 miljard. Dit zijn extra kosten die bestaan uit het basinkomen per hoofd van de bevolking. Er zullen echter uiteindelijk ook kosten wegvallen: vanwege het bedrag dat burgers ontvangen/ betalen na belastingaftrek. Hiernaast zullen ook de overheadkosten van ondernemingen wegvallen.

Uit deze informatie komen de volgende stellingen voort:

Stelling 1: 30 miljard is te bekostigen uit digitalisering samenleving.

Stelling 2: Basisinkomen is oplossing voor wildgroei uitkeringen en toeslagen.

 

Herman Wijffels richt zich op het historische perspectief: hoe zijn we als samenleving op dit punt beland? Basis van de homo economicus ontstond in de Verlichting. Vóór dit punt was alleen aandacht voor het hiernamaals, maar daarna kwam er ook aandacht voor het menselijk leven op aarde en onstond de industriële revolutie en het kapitalisme. Inmiddels zijn er echter twee grote problemen in de huidige maatschappij ontstaan:

  1. Ecocide: misdaad tegen het leven.
  2. Het systeem van de welvaart leidt tot steeds minder eerlijke verdeling tussen arm en rijk.

Gedachten over oplossingen hiervoor hebben verschillende dimensies:

  1. Ecologisch: we moeten ophouden met het eindeloos putten uit voorraden. We moeten leren oogsten uit stromen (overvloed versus schaarste) Dit kan door middel van een volledig circulaire economie, waar o.a. regeneratieve landbouw centraal staat.
  2. Ander waardesysteem is nodig (feminien, het leven vooropstellend). Levensprocessen op deze planeet begrijpen en eigen te maken. Een andere manier van verdeling van de welvaart is noodzakelijk. De casus voor primair dividend wordt steeds sterker; een basisinkomen lijkt nodig om door de oude verdeling heen te breken en een nieuwe te creëren.

Een interessant filosofisch gedachtegoed dat hierop zou kunnen aansluiten is dat van John Rawls, over de property-owning democracy – de eigendomsdemocratie. Dit is een sociaal systeem waarbij niet de marktwerking, maar staatsinstellingen een eerlijke verdeling van productief eigendom over de bevolking mogelijk maken. Dit voorkomt dat monopolies de verdeling domineren.

II. Panel

__________________________________________________________________________________________________

Er worden verscheidene vragen en belemmeringen onderling en met de sprekers gedeeld. De inhoud is o.a. gericht op de werking van het ecodorp Boekel en de lange termijn-visie van de verduurzaming van dit dorp. Hiernaast wordt er ook aandahct geschonken aan het sociale component van een sociaal-ecologisch inkomen en of dit experiment specifiek op lagere inkomens toegepast zou moeten worden. Ook wordt er gespard over de conceptuele dimensies van een basisinkomen en een circulaire economie. Verder wordt er aan de kaak gesteld of een basisinkomen bestaande uit een vast bedrag wel een oplossing is binnen de context van het vrije marktdenken.

 

III. Concrete vervolgstappen

_________________________________________________________________________________________________________

De paneldiscussie wordt afgerond met de boodschap dat het belangrijk stap is voor de maatschappij om het marktdenken te gaan loslaten. Er zijn hier al veel voorbeelden van, maar we hebben de taal nodig om samenhang te vinden en context te bieden. De taak die hier is weggelegd voor Worldconnectors is om op zoek te gaan naar deze samenhang en de taal te vinden zodat we de visie zichtbaar kunnen maken. De SDG’s zijn er al een lange tijd, maar moeten in het beleid geïncorporeerd worden en ook tijdig geüpdatet worden. De bijeenkomst wordt beëindigd met het besluit om een nieuwe werkgroep Morele Economie binnen Worldconnectors op te zetten, waarin de mogelijkheden en belemmeringen rondom het thema en het experiment met het basisinkomen verder zullen worden uitgediept. Alle leden kunnen zich hier voor aanmelden bij het secretariaat.

 

 

15 maart 2022 Online dialoog op dinsdag “Perspectieven op de oorlog van Rusland in Oekraïne”

 

Georganiseerd door Worldconnectors, Affiliate van Earth Charter International 

Moderators: Alide Roerink en Veronique Swinkels 

Inspiratoren: Caecilia van Peski, Jan Pronk, Natascha Kooiman, Ruud Koornstra, Koen Eising, Aniek Moonen en Dennis Kerkhoven. 

Facalitoren breakout sessies: Myrthe Egmond, Saskia Kronenberg 

Tijdens een ingelaste dialoog op dinsdag 15 maart 2022 zijn een aantal leden van Worldconnectors, Affiliate van Earth Charter International online samengekomen om de ontluisterende situatie die zich in Oekraïne heeft ontvouwd te bespreken. De oorlog is hier belicht vanuit een holistisch perspectief (Earth Charter en SDG’s) met als doel inzicht te krijgen welke mogelijke rollen voor ons weggelegd zijn. Tijdens deze dialoog hebben Caecilia van Peski, Jan Pronk, Natascha Kooiman, Ruud Koornstra, Koen Eising, Aniek Moonen en Dennis Kerkhoven vanuit hun expertise of ervaring een al dan niet analytische kijk op de actuele situatie in Oekraïne geboden en was er voor alle aanwezigen ruimte voor het uitwisselen van inzichten en emoties. De opbouw van de dialoog bestond uit verschillende rondes, die zowel aandacht gaven aan de situatie in haar algemeenheid als binnen de kaders van de SDGs en de vereniging. De rondes:  

  1. Hoe zijn we verbonden? (oa. relaties met mensen en organisaties in Oekraïne, Rusland, vluchtelingen, hulpacties)  
  1. Hoe is de oorlog ontstaan en hoe kan het worden gestopt?  
  1. Welke effecten verwachten we voor de verschillende SDGs en waar kunnen we anticiperen? (o.a. armoede, voedsel, energie, vluchtelingen, klimaat, recht en inclusieve instituties)  
  1. Wat zijn de volgende stappen?  

Hieronder volgt een verslag waarin de besproken hoofdzaken per ronde zijn beschreven. 

Opening Dialoog 

Vol verbijstering en verdriet over zoveel menselijk leed beginnen we bij het gevoel. Het aantal van 3 miljoen vluchtelingen uit Oekraïne is onvoorstelbaar en veroorzaakt een gevoel van onrust over de gebeurtenissen. Het is voor velen onverwacht en dat overrompelt. Bij Worldconnectors handelen we op basis van onze waarden en idealen en het geloof in een duurzame eerlijke wereld. Kennelijk hebben we signalen gemist over de realiteit van irrationeel en verwerpelijk machtstreven. Van een keiharde echte oorlog. Leven we in een ideale wereld, waarvan we de realiteit niet kennen? We leven in een verkiezingstijd en juist nu rijst de realisatie hoe groot en belangrijk dat is: wij mogen gelukkig in vrijheid stemmen. De SDGs zijn onderling samenhangende doelen met onderlinge relaties. De gebeurtenis in het ene domein en plaats hebben gevolgen elders en deze nieuwe breuklijnen in de wereld gaan de haalbaarheid van de SDGs beïnvloeden. Er is sprake van leugens, haatzaaien en van oorlogsrethoriek, wat het vertrouwen in de wereld om urgente mondiale problemen aan te pakken ondermijnt.  

Centrale vraag vandaag: Welke invloed heeft deze oorlog en hoe verhouden wij ons tot die oorlog?  

Ronde 1: hoe staan we in verbinding?  

Hoe zijn we onderling verbonden? De aanwezigen is gevraagd hun gevoelens uit te spreken over de huidige situatie.  

Impressie reactie chatbox: Oekraïne is zo dichtbij, directe familie uit de regio, empathie voor de omliggende landen, onmacht, medeleven voor de Russen die opstaan tegen de oorlog, waarde van democratie is belangrijk.  

Ronde 2: geopolitieke kaders van de oorlog 

Ter inspiratie vertelde Worldconnector Caecilia van Peski over haar ervaringen tijdens haar uitzending naar Oekraïne voor de Organisatie van Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) 

Caecilia’s persoonlijke ervaringen hebben betrekking op haar werkzame jaren in de Donbas tussen 2014 en 2017. Hier is zij destijds uitgezonden als afgevaardigde vanuit Nederland en is geplaatst bij de OVSE, een internationale organisatie die zijn oorsprong vond in de Koude Oorlog in de jaren ‘80 en ‘90.  

Vragen die voor de OVSE in 2014 in Oekraïne centraal stonden hadden betrekking op de rol van Europa in het conflict met Rusland. Was het aan de OVSE om de vrede te monitoren in de Donbas? In deze tijd was het element Oost versus West nog aanwezig in de samenleving en worstelde zowel de Europese Unie als de NATO met het al dan niet laten toetreden van Oekraïne als bondgenoot. OVSE werd weer actief door deze vraagstukken en conflicten en hebben afgevaardigden naar de Donbas gestuurd, naar steden die nu ook weer terugkeren in het nieuws. Al die steden hadden toentertijd een office en Caecilia kwam in de eerste weken van het conflict on maart 2014 in Donetsk terecht.  

Ondanks al haar ervaring met het land, is Caecilia nog steeds enorm verbaasd en aangeslagen door wat er nu speelt in Oekraïne en inmiddels vraagt ze zich af of de omvang van het conflict toen niet al meer opgemerkt had kunnen worden. Had er door een hogere mate van outreach naar Oekraïne escalatie voorkomen kunnen worden? Het conflict tussen Oekraïne en Rusland is sindsdien namelijk geen enkel moment meer volledig stilgevallen.   

Terugkijkend naar de situatie in Donbas ging het de inwoners voornamelijk om de roep om decentralisatie en loskomen van Kiev. Het geld dat in de mijnen van Donbas werd verdiend kwam niet ten goede aan de burgers in de Donbas, maar werd verbruikt door rijke oligarchen en Russische partijen in Kiev. Hier zit een heel duidelijke economisch component; een oneerlijke verdeling van kansen en rijkdom. Hier vindt men ook overlap met de SDGs, zeker SDG 10 over het verkleinen van ongelijkheid.  

Jan Pronk is voorzitter van Earth Charter Nederland en heeft vele politieke functies vervuld, waaronder drie keer minister van Ontwikkelingssamenwerking en in de VN. Met deze uitgebreide politieke ervaring spreekt hij vanuit een analytisch oogpunt naar de situatie in Oekraïne. 

Zaterdag 12 maart zijn er twee interessante stukken in het NRC verschenen, die onderling aan elkaar verbonden zijn. Eén stuk behandelt acht scenario’s die zich zouden kunnen voordoen en het andere stuk behandelt hoe te onderhandelen. 

Het stuk over hoe te onderhandelen gaat over hóe je moet onderhandelen, maar niet over de daadwerkelijke inhoud van het onderhandelingspakket. De vraag is; heeft onderhandelen zin? Kijkend naar de geschetste mogelijke scenario’s is onderhandelen de enige mogelijke optie. Beide andere opties, een volledige overwinning voor één van de partijen of juist volledige onderdoorgang van één van de beide partijen zijn beide ondenkbaar. Vanuit belangen van Europa en de NATO is het daarom cruciaal dat Rusland en Oekraïne onderhandelen. Ideaal gezien zou de VN de partij zijn die deze onderhandelingen faciliteert, helaas gebeurt dit in de praktijk niet. Een echt onafhankelijke partij om als onderhandelaar op te treden bestaat niet, als wereld zijn we immers op allerlei manieren met elkaar verbonden.  De vraag blijft echter: heeft onderhandelen überhaupt zin met een partij die je niet kan vertrouwen, waar leugens en bedrog constant op de loer liggen en onwaarheden en feitelijkheden continu omgedraaid worden? De enige manier om effectief te onderhandelen is door een situatie te creëren waarbij een groot belang is voor die partij om mee te doen.  

Als het ‘Westen’-zijnde moeten we eerlijk zijn naar onszelf en erkennen dat we een medeverantwoordelijkheid hebben voor de destabilisatie van het Europa na 2000. Na het vallen van het IJzeren Gordijn was een herenigd Duitsland destijds een erg waardevol doel, maar er zijn sindsdien echter ook fouten gemaakt. We hebbe Europa te weinig verantwoordelijkheid genomen voor acties in het verleden en hoe deze mogelijkerwijs opgevat konden worden. Een voorbeeld hiervan vond plaats in 2008, toen meerdere landen werden uitgenodigd om deel te nemen aan NATO. Een politiek feit over dit soort acties is echter dat leiders van andere machtsblokken dit zonder meer als een daad van agressie beschouwen, en hier hebben we bewust het hoofd voor afgewend. Hetzelfde geldt voor de toenemende Russische destabilisatie in Oost-Europa. We hebben ruimte gegeven aan Rusland, waardoor het Westen als zwak beschouwd is gaan worden. Voorbeelden van verdere zwaktepunten zijn bijvoorbeeld Brexit, de onstabiele politieke situatie in Amerika en de verdeeldheid tussen Noord- en Zuid-Europa. We hebben op deze wijze veel kansen geboden aan de andere kant van de tafel. 

Hoe komen we hier vervolgens uit? Door te onderhandelen, op een manier waarbij we de geschiedenis meenemen in het geheel. Het hierbij is belangrijk om in te zien dat de wereld niet meer zal worden zoals zij was. Vervolgstappen kunnen als volgt zijn: 

  1. Werken aan herstel van internationale rechtsorde (via de VN) en de eenheid van de Europese Unie.
  2. Het Zuiden van de wereld, het Afrikaanse continent, moet serieus genomen worden en met voedsel, zorg en energie ondersteund worden in de weg naar zelfvoorziening.
  3. Globalisering dient beperkt te worden, men moet sober zijn en deze crisis koppelen aan alle andere crises die gaande zijn en zijn geweest.
  4. Kiezen voor politieke strategie naar China toe die verschilt van die van Rusland
  5. De russen niet identificeren als ‘het Kremlin’, maar juist een helpende hand toesteken.

In de chat enthousiasme over de perspectieven 

Ronde 3: Koppeling aan de SDGs 

Iedereen wordt verdeeld over de breakoutrooms. 7 rooms met 2 – 3 deelnemers. Iedereen wordt uitgenodigd om een respons te geven in de chat. Gedachten/ vragen/toelichtingen die hier uitkomen zijn o.a.:  

  • SDG 16, en vooral vrede, is belangrijk om centraal te zetten in de context van deze crisis. Geopolitieke verhoudingen gaan natuurlijk veranderen wat ook effect heeft op het klimaat, wat SDG 13 ook belangrijk maakt.  
  • Reflectie over de crisis vanuit SDG 1, 2 en 5: een schokkend inzicht is ook dat de voortdurende opbouw van inclusieve instituties verwaarloosd is. Caecilia refereerde eraan over de OVSE. Zo is ook het Vredespaleis in het financiële slop geraakt. 
  • Alle SDGs zijn even belangrijk. Alle oorlogen gaan over energie verbruik en grondstoffen. Belangrijk om alle samenhang hiertussen te zien.  
  • SDG 12: heel veel onderliggende machtsverhoudingen zitten ook in de economische sfeer, onverantwoord zakendoen (corruptie, milieu). In veel conflicten zitten de drijvers in de economische sfeer. In Rusland is maffia kapitalisme ook met onze medewerken en medeweten is ontstaan, waar Poetin zijn macht op kon opbouwen. Verantwoord ondernemerschap als het nieuwe normaal. SDG 11: wederopbouw, kun je vanuit 11 kijken naar weerbare en gezonde steden. SDG 10: mentale veerkracht en weerbaarheid om met schokken etc. om te gaan. Nu zie je wel medeleven, maar corona werkte aanvankelijk enorm polariserend. Hoe kunnen we bouwen aan mentale veerkracht en eerlijke politiek, realistisch.  
  • In verband met het punt van Jan Pronk ‘minder globalisering’ staat ook regionalisering van voedselvoorziening. Mensen in armoede dienen ook toegang te krijgen tot grond en voedselproductie. Het is niet alleen soberder leven, maar ook op een andere wijze, met kortere voedselketens etc. 
  • Wat vooral relevant is voor het vervolg van dit gesprek: 1) Hoe gaan we sober leven? We willen dat al heel lang, wordt wel eens tijd. Hoe doen we dat? Afdwingen? Door wie? Bij wie? Hoe in de praktijk te brengen? 2) we denken dat huidige crisis gevolgen heeft voor klimaatbeleid 3) Wat kunnen wij als organisatie nu doen? Voor partnerorganisaties en persoonlijke contacten in Oekraïne.  
  • Ivy de Bruijn brengt in dat zij vanuit SDG Nederland concrete acties inventariseert die mensen en organisaties kunnen ondernemen als ze iets willen betekenen voor Oekraïne. Alle ideeën zijn welkom en kunnen met haar gedeeld worden en via de social media kanalen van SDG Nederland.  

Veronique introduceert vervolgens de sprekers. Ze zullen ieder 5 minuten dieper ingaan op de relatie/impact van de oorlog op de SDGs.  

Natascha Kooiman is Vriend van Earth Charter en oprichter van Smaackmakers. Zij is coördinator van SDG 2 Alliantie. Zero hunger. 

Hoe heeft de oorlog invloed op ons voedselsysteem?  

De oorlog heeft een verwoestende impact op burgers, hun voedselsysteem en voedselveiligheid. Niet alleen in Oekraïne zelf, maar ook de landen die afhankelijk zijn van de producten van Oekraïne en Rusland.   

Oekraïne en Rusland produceren gezamenlijk: 

  • 25% wereldwijde markt in tarwe 
  • 20% mais 
  • 80% zonnebloemolie 

Er is al veel druk op ons voedselsysteem, waar de oorlog nu nog eens bovenop komt. Grote tekorten van granen worden verwacht. Het “goede nieuws” hier is dat Europa zal daar niet meteen door geraakt worden, maar het Midden-Oosten en Afrika zijn juist erg afhankelijk en zullen het meteen merken. Andere veranderingen op de voedselmarkt zullen echter wel merkbaar effect hebben op Europa:  

  • EU is sterk afhankelijk van grondstoffen voor de landbouw (40% van gas uit Rusland). Het gebruik hiervan is voor een groot deel voor productie van kunstmest. De prijzen hier zullen zeker stijgen, net als de prijzen van veevoer.  
  • De algemene verwachting die hieruit voortvloeit is dat de voedselprijzen zullen stijgen.  
  • Dus: minder vlees, minder zuivel, meer landbouwgrond dat Europa zelf beschikbaar moet maken. 
  • Nederland speelt in dit alles een belangrijke rol als landbouwlobby. 

Conclusies: de oorlog legt de mankementen van ons huidige voedselsysteem bloot. Verduurzaming van dit systeem is juist nu belangrijk, aangezien het de veerkracht van ons voedselsysteem ondersteunt.  

Koen Eising is Worldconnector en werkzaam bij Alliander. Hij bespreekt SDG 7: Affordable and clean energy  

Hoofdpunten: 

  1. Het is van groot belang om in dit soort situaties energiesystemen te blijven laten draaien. Er is bij de eerste dag van de inval een crisisteam opgericht om het energiesysteem in Nederland stabiel te houden 
  1. Als we een gastekort hebben, zouden als eventuele optie juist grootgebruikers afgekoppeld moeten worden.  
  1. Het tekort aan materialen was al vóór de oorlog al een probleem, leveranciers vallen nu alleen nog maar verder uit.  
  1. Er is enorm veel compassie bij de netbeheerders. Dit uit zich in heel veel acties en particuliere initiatieven om heel gericht mensen te helpen.  

Is de realisatie over energie die voortvloeit uit deze oorlog een ‘Blessing in disguise?’ Er is namelijk een groot pakket uit Brussel op ons neergedaald:  

  • Versnellen van onafhankelijkheid 
  • Energiebesparing opnieuw op de agenda 
  • Versnellen van vergunningen in de RO (zonnepanelen, windmolens) 
  • Verdubbelen van biomethaan 
  • Versnelling van de verduurzaming van de industrie, hernieuwde aandacht voor opties zoals waterstof (in lijn met de NL klimaatagenda) 

Tenslotte: Juist in de context van Oekraïne is het belangrijk om te realiseren dat verduurzaming ook gaat over democratisering en decentralisering!  

Ruud Koornstra is Vriend van het Earth Charter en SDG Alliantie Coördinator SDG 7: Affordable and clean energy.  

85 – 90% van de oorlogen in de wereld gaan over olie en gas; niet geloof maar grondstoffen staan centraal. Een wat optimistischere kijk hierop is dat we nu door gaan krijgen hoe belangrijk de energietransitie is. Economische belangen moeten ondergeschikt raken aan de missie waar we voor staan. We moeten uit de wurggreep van het gas komen, in de spiegel kijken en de offers brengen dat we dingen moeten afschrijven.  Met militaire precisie moeten we alles aangrijpen wat we hebben aan vernieuwing zodat we het oude achter ons kunnen laten. Het moet anders worden, maar zeker niet minder. Als we de SDGs halen in 2030 hebben we het paradijs op aarde.  

Aniek Moonen is Worldconnector en voorzitter Jongeren Klimaatbeweging. Ze is ook coördinator SDG Alliantie SDG 13: Climate action 

Energie en klimaat zijn natuurlijk onlosmakelijk verbonden, ook in de link met Oekraïne. Het blijft echter best ingewikkeld om de huidige situatie direct te koppelen aan het klimaatprobleem. Het voelt als ongemak omdat de indruk niet gewekt moet worden dat de klimaatlobby dit als een schone kans ziet. Wat zijn de negatieve/positieve kanten van deze situatie op de klimaatcrisis? Een korte opsomming:  

Negatief: 

  • De oorlog heeft impact op hoe hoog het klimaatprobleem op de politieke agenda staat. E.g. publicatie van IPCC rapport is totaal ondergesneeuwd door het nieuws van de oorlog. Mensen hebben te weinig ruimte in hun hoofd en prioriteiten om zich hier ook mee bezig te houden.  
  • Gebruik van fossiele brandstoffen lijkt weer de lucht in te schieten. Het is zeer zorgwekkend dat Russisch gas onmiddellijk vervangen wordt door ander gas en kolencentrales, zelfs in Nederland. 
  • Verschuiving van financiën naar defensie kan mogelijkerwijs zorgen voor een vermindering in klimaatfinanciering, al is dit nog niet bevestigd. 
  • Er is een ongelijkheid tussen huishoudens wat betreft energie. Dit leidt tot energiearmoede: de stijgende prijzen zullen de armere huizen raken en zal hun deelname in de energietransitie beperken.  
  • We verliezen de toegang tot (en toezicht op) de Russische permafrost, waar veel (klimaat)onderzoek wordt gedaan. Rusland is er wel onbehoorlijk mee om gegaan, met desastreuze gevolgen.  

Positief: 

  • Draagvalk voor de energietransitie is nog nooit zo groot geweest, wat hopelijk zorgt voor een versnelling van de transitie. 
  • De financiering van fossiele projecten is aan het uitvallen.  

Wat kunnen we leren?  

  • Conflicten zoals deze zullen niet eenmalig zijn. Grote politieke machtsverschuivingen veroorzaken verschuivingen op andere vlakken (water, voedsel, energie) en creëren veel instabiliteit. 

Wat kunnen we doen? 

  • De huidige koers blijven varen 
  • Focussen op de lange termijn 
  • Als Worldconnector nog zoekende: mengen in het publieke debat met een duidelijk signaal naar de politiek voornamelijk m.b.t kolencentrales.  
  • Zet je verwarming een graad lager! 

Dennis Kerkhoven Worldconnector, SDG Alliantie Coördinator SDG 16: Peace, justice and strong institutions. 

Met de Alliantie is Dennis druk bezig met het maken van een routekaart/agenda. Meer achtergrondinformatie is hier te vinden. SDG 16 is de minst gefinancierde SDG van allemaal, waardoor bijvoorbeeld het Vredespaleis als instituut stelselmatig te weinig geld krijgt. Dit is te wijten aan onderwaardering voor het thema; er is een meerdimensionale visie nodig. We doorzien momenteel niet wat de hoge complexiteit is van de vraagstukken maar voornamelijk dat grond, water en voedsel de rootcauses zijn van conflicten.  

Een groot goed is toegang tot het recht, maar toegang tot sociale en ecologische rechtvaardigheid moet de komende tijd worden toegevoegd. We hebben te maken met een tijd van fundamentele onzekerheid waarbij we anders moeten kijken naar vrede, namelijk op een holistische wijze. Dit begint aan de binnenkant, bij inner peace. Dit vertaalt zich aan de buitenkant door samenhang en toegang tot basisbehoeften. Als die op orde zijn, zal dit uiteindelijk leiden tot minder conflicten. Het is lokale en korte ketens naar voedsel op te bouwen, en aandacht te besteden aan regenerativiteit, energie en een ander handelssysteem. Focus naar de toekomst, dit vraagt om een verandering in het bewustzijn. We moeten terug naar de waarden en daar veerkracht in vinden, de moeder der transitie is de democratie. 

Plenaire reflecties en ideeën voor vervolg als vereniging  

Er is ruimte in de chat om te reageren en/of vragen te stellen, waarop plenair is ingegaan. Zie hieronder enkele responses. In deze afsluitende ronde is er ook aandacht voor de vraag wat we als vereniging kunnen doen, als volgende stap. Dit is de eerste ‘oogst’.  

  • Toekomstige oorlogen gaan waarschijnlijk over water en voedsel 
  • Toegang tot grond is ook een zeer belangrijke factor, heeft ook lokale oorlogen veroorzaakt in Ghana en Mauritanië. Conflicten in Nederland gaan uiteindelijk ook over toegang tot grond.  
  • Wat kunnen we doen? 1) Blijven doen wat we al deden, maar dan sneller 2) Langetermijn oplossingen promoten, specifiek energiebesparing en hernieuwbare energie3) Roep je gemeente op om van Gazprom af te stappen als gasleverancier 4) Help ‘de burger’ (vanuit je zakelijke positie of als buur) met verduurzaming van de woning en isoleer de slechtst geïsoleerde woningen (scheelt één miljard kuub gas per jaar) 5) Zet de verwarming één graad lager (scheelt in de EU 10 miljard kuub Russisch gas per jaar)  
  • Het verlangen wordt uitgesproken deze dialoog voort te zetten. Een idee is een Dis op Dinsdag in kleinere kring met ook vertegenwoordigers van de Oekraine en Rusland gemeenschap.    

 

* * *   

Verslag RoundTable – Return of The Commons

Op dinsdag 2 november werden de Worldconnectors en Earth Charter Vrienden ontvangen op het kantoor van Allen & Overy in Amsterdam, voor een roundtable over de Return of the Commons op initiatief van Ellen Croes en Guido Braam. Het doel van de roundtable was het te hebben over de rol van eigendom in een duurzame samenleving. De centrale vraag is wie de best mogelijke eigenaar is om te zorgen dat iets van waarde blijft. Jammer genoeg is er een ’tragedy of the commons’ gaande.

We begonnen met een voorstelronde, waarin de aanwezigen naast zichzelf te introduceren antwoord gaven op de vraag ‘wat is jouw meest waardevolle eigendom?’. Na geluisterd te hebben naar de bijzondere antwoorden die hierop kwamen, ging onze verkenning van eigendom verder in drie rondes.

Ronde 1: Het nut van eigendom

Eigendom heeft of had nut op verschillende niveaus, zoals het historische, juridische, sociale en individuele niveau. De oorspronkelijke functie van eigendom was het geven van structuur en zekerheid. Door het vastleggen van eigendomsrechten kunnen we bepaalde dingen organiseren en schaarse middelen verdelen. Een belangrijke aanname hierbij is dat mensen beter voor bijvoorbeeld een stuk grond zorgen, wanneer is bepaald dat dat stuk grond hun eigendom is. Zo zullen ze zuinig zijn op bezittingen die ze willen doorgeven aan hun nakomelingen.

Momenteel zitten we echter midden in een tragedy of the commons, waarbij the commons in dit geval de aarde is, die wordt uitgeput en overbelast door alle activiteiten die wij als noodzakelijk zien. We moeten kritisch nadenken over of eigendom nog wel van nut is, of dat het in de weg staat van de transitie naar een duurzame samenleving. Doordat we zijn doorgeschoten in het investeren in eigendommen, verliezen we het collectieve belang uit het oog, en vervalt het kruisvlak tussen individueel voordeel en collectief belang steeds meer. In plaats van dat eigendom een middel is om waarde mee te creëren voor jezelf én anderen, is het behalen van waarde of winst op eigendom een doel op zich geworden.

Maar wie zijn wij dat we de aarde opknippen in landen en stukken eigendom? Hebben we de kans laten gaan om eigendomsstructuren te linken aan de natuur? Zouden we dan beter zorgen voor alles waar we ons nu druk over maken? De Bijbel zegt bijvoorbeeld over eigendom dat het niet van jou is, maar ten nutte van waarom jij op de deze wereld bent.

En gaan eigendommen niet te veel naar de mensen die al eigendom bezitten, waardoor het verschil tussen de haves en de have nots groter wordt? Naarmate jouw eigendom groter wordt, wordt de zorgplicht die je daarvoor ervaart kleiner, omdat je uit het oog verliest wat nou precies van jou is. Deze afstand maakt eigenaars onverschilliger, terwijl er een soort moreel sentiment zou moeten zijn om goede dingen met jouw eigendom te doen.

Ronde 2: De rol van eigendom in een circulaire economie

De centrale vraag in deze ronde was: wie zou de ideale eigenaar van vastgoed zijn? We probeerden deze vraag te beantwoorden aan de hand van een casus over een gebouw en de projectontwikkeling daarvan. Is het niet veel eerlijker om de waarde van het gebouw te verdelen over de mensen die gebruik maken van de locatie? Zou de ontwikkelaar eigenaar moeten blijven, zodat zij/hij belang heeft bij een positief gebruik van het stuk vastgoed? En is het wel echt zo dat je er beter voor zorgt, als je eigenaar bent?

Een gebouw en zijn omgeving zijn een product geworden; eigendom is vervreemdbaar of overdraagbaar. Gebruikelijk is dat een projectontwikkelaar niet betrokken blijft, maar na een gebouw neer te zetten (of nog voordat het gebouw af is) een huurder vindt, en de waarde wordt zomaar veertig keer zo veel. Nog voordat de eerste steen is gelegd, de ontwikkelaar al niet meer de eigenaar is. Voor zo’n eigenaar is circulariteit niet belangrijk.

De ideale eigenaar van vastgoed zou het stuk vastgoed zelf kunnen zijn; de logische plek, het gebouw en de gebruikers ervan horen daarbij. Papieren eigenaarschap vervreemdt de levende realiteit van dat gebouw en de wereld eromheen. Het probleem is dat we niet met of voor, maar in die omgeving moeten werken; deze relatie moet voor verbinding zorgen.

Een andere opvatting over de perfecte eigenaar volgde: hoe zou het zijn als die plek van zichzelf is, als verdeelsleutel voor belanghebbende mensen en dieren, die een rol hebben in relatie tot de gezondheid van die plek? Dan relateer je het aan een ander doel: de gezondheid of het welzijn van de plek op zichzelf, niet aan winst van die plek. Maar als het van zichzelf is, wie gaat de plek verzorgen? Dit zijn degenen die daar een opdracht in hebben, als vertegenwoordigers van de plek, verschillende stakeholders met een gezamenlijk doel.

De ideale eigenaar kan ook zijn: een gezonde mix van verschillende partijen die belang hebben bij waardebehoud of -creatie. Hier speelt weer de aanname dat een eigenaar waarde probeert te behouden; als je het bezit, zorg je er beter voor. In een circulaire economie zijn er incentives om te stimuleren dat waarde behouden wordt. Als een gebouw als financieel bezit wordt gezien, is er geen belangstelling voor circulaire oplossingen. Mensen moeten uit het traditionele rol gehaald worden om anders te gaan denken over dit soort kwesties. Dit zou een return of the commons betekenen: eigenaarschap verdelen tussen de mensen die in het gebouw van werken en ondernemen, en daarbij waarde creëren.

Ronde 3 De waarde van gedeeld eigendom: de return of the commons

Het hedendaagse fenomeen van eigendom brengt perverse prikkels met zich mee: men wordt gestimuleerd om waarde te maken op in plaats van met eigendom, door het door te verkopen voor de hoogst mogelijke prijs. Kunnen we daar iets aan doen, om het eigen en het algemeen belang meer met elkaar in overeenstemming te brengen en de afstand tussen eigenaar (aandeelhouders) en eigendom te verkleinen?

Het probleem zit hem in de loskoppeling van eigendom en verantwoordelijkheid. Hoe verbindt je bezit weer met maatschappelijke verantwoordelijkheid en waardecreatie? Ook lastig is de mate waarin het systeem van waarde bespeeld kan worden door mensen die geen verantwoordelijkheid voelen voor het effect van hun handelen. Er zou een stop of limiet moeten zitten aan bezit zonder verantwoordelijkheid, waardoor het aantal tussenschakels afneemt.

Misschien moeten we af van het idee van eigendom, en in plaats daarvan naar eigenaarschap: in verbinding zijn met je verantwoordelijkheid om te zorgen voor wat je bezit. Zo verdwijnt de mogelijkheid om er niet voor te zorgen. De eigenaren van een bedrijf of pand zijn dan de mensen die willen dat er op lange termijn waarde mee wordt gecreëerd.

Als laatste bespraken we of het werkelijk zo moeilijk is om mensen te prikkelen rondom eigenaarschap, en wat de oplossing daarvoor is. De conclusie was dat we het gewoon moeten gaan doen en laten zien dat het werkt en de hele buurt beter kan maken, want success sells. Circulariteit gaat over veranderingen in het systeem die ertoe leiden dat je wordt beloond als je waarde behoudt. In het hele maatschappelijke ordeningssysteem moet iets anders, maar wetgeving op dit gebied loopt achter. Wat kunnen we bereiken door creatief binnen de huidige structuur te handelen? Door het als Worldconnectors eerst zelf te doen en een positief voorbeeld te laten zien, oefenen we maatschappelijke druk uit, en kunnen we ook een economische drive tonen. Daarna kunnen markt en regelgeving veranderen.

Vervolg

Ter afsluiting dachten we samen na over hoe verder te gaan met wat in deze eerste discussie is gegenereerd. Twee ideeën waaraan de Worldconnectors in de komende periode verder zullen werken zijn de carbon common en real estate social impact bonds.

Verslag case clinics circulair leiderschap

Introductie

Op initiatief van Worldconnector Marieke Rietbergen vonden op 12 en 26 oktober twee case clinics plaats over circulair leiderschap; kleinere bijeenkomsten waarin we over een onderwerp de diepte ingaan. Marieke loopt al een aantal jaar rond met de vraag: hoe ziet circulair leiderschap er nou eigenlijk uit? Samen met medewerkers van haar ontwerpbureau Design Innovation Group realiseerde ze zich dat er diepgaande beloningsstructuren zijn opgezet die te maken hebben met de groei van een bedrijf, en met lineaire winstmaximalisatie.

Dit leidde tot het idee voor een afkickkliniek voor de waardering van lineaire eigenschappen, of voor ‘lineaire lusten’, zoals Marieke ze noemt, met als doel het lekkere gevoel dat beloningen met zich meebrengen lost te laten. Niemand heeft hierop nog een antwoord, maar zoekend kunnen we met elkaar tot een verhaal komen. We kunnen gedrag namelijk alleen veranderen als de noodzaak en consequenties van verandering doorleefd en doorvoeld worden.

Eerste bijeenkomst: wat is en doet een circulair leider?

Maar hoe gaan we dan circulair zijn? In de eerste bijeenkomst probeerden we met elkaar handen en voeten te geven aan hoe circulair leiderschap er in de praktijk uitziet, aan de hand van vier vragen:

  • Wat zijn je eerste gedachten bij circulair leiderschap?;
  • Waaraan herken je een circulair leider; in mindset, waarden en gedrag? (En wat is dan een lineair leider?);
  • Welke belemmerende overtuigingen heeft een circulair leider achter zich gelaten?;
  • Stel, je zit in een RvT of RvC, waar zou je op bij het beoordelen van circulair leiderschap op letten? (En is er een wezenlijk verschil met lineair leiderschap?)

We werkten met de online tool Miro, een digitaal bord waarop deelnemers post-its kunnen plaatsen. De post-its die als reactie kwamen op de eerste vraag, zagen er bijvoorbeeld zo uit:

Een punt dat meermaals naar voren kwam, was practice what you preach: er is weinig ruimte voor hypocrisie, of een discrepantie tussen de ideeën die een leider uitdraagt enerzijds en haar of zijn handelen anderzijds. Circulariteit is óók het in de ogen kijken van de ongemakkelijke waarheid dat bedrijven of leiders belang kunnen hebben bij greenwashing.

Hoewel het aanvankelijk makkelijker was om aan te geven wat een circulair leider niet is of doet, kregen we na een tijdje een rode lijn in een aantal zaken, en konden we het gaan hebben over hoe we circulair leiderschap nu kunnen objectiveren. Een samenvatting van de door ons bedachte beoordelingscriteria voor een circulair leider ziet er als volgt uit:

Belangrijk is volgens de deelnemers het meenemen van meerdere soorten kapitaal in besluiten: financieel kapitaal is nog steeds belangrijk, maar zou niet bovengeschikt aan de andere soorten kapitaal moeten zijn. De gevolgen van een besluit op alle belanghebbenden moeten worden meegewogen, zowel nu als in de toekomst.

Tweede bijeenkomst: de kern van het vraagstuk

Tijdens de tweede bijeenkomst spraken we met een nieuwe groep deelnemers over welke zaken cruciaal zijn voor een transitie naar circulair leiderschap. Het eerste punt dat werd genoemd, en door iedereen werd beaamd, is dat deze transitie inclusief moet zijn. De noodzaak ervan moet door alle lagen van het management van een organisatie gevoeld worden, en alle lagen moeten bijdragen aan de implementatie ervan. Desondanks is hier een belangrijke rol voor leiders weggelegd; die moet zich afvragen hoe zij of hij iedereen in de organisatie meekrijgt. Essentieel hierbij is een positieve uitleg van de teweeg te brengen veranderen, en het bieden van concreet handelingsperspectief.

Daarbij is het belangrijk te vertrouwen op een combinatie van analyse en intuïtie, in plaats van te handelen vanuit slechts één van de twee. Een leider moet de ruimte nemen om te zoeken en te vertragen, waarbij ook ruimte gelaten wordt voor het onverwachte. Bovendien zou er, wanneer een leider pijnpunten in het veranderen van de eigen organisatie herkend, hieraan samen met andere organisaties gewerkt moeten worden. Het verschil met een ‘lineaire’ leider, is dat de laatste anderen slechts als concurrenten ziet.

Vervolgens spraken we over welke mogelijke barrières er zijn. Ondanks de complexiteit van het vraagstuk, bestaat er al zo veel kennis over hoe we moeten omgaan met de grenzen van de aarde en die van sociale rechtvaardigheid. Maar welke hindernissen moeten we nou overwinnen, welke weerstanden zijn er, voordat we in een volgend stadium kunnen komen? En: hoe organiseer je nieuwe energie, zodat mensen deze stap kunnen maken?

Een van de antwoorden op bovenstaande vragen was: maak er een groot probleem van! Kleine problemen vindt men altijd gedoe, maar als je ergens een groot probleem van maakt, komt er aandacht voor en is er ruimte voor grote oplossingen. Essentieel hierbij is ook het binnenhalen van meningen van buitenaf, als prikkels om jezelf als leider scherp te houden, en de rest van de organisatie mee te nemen.

Vervolgstappen: social tipping point

Uit beide sessies zijn zeer waardevolle inzichten gehaald, op basis waarvan we met Marieke gaan nadenken hoe een vervolgbijeenkomst eruit zal zien. Wat we in ieder geval al weten, is dat hierin het concept van een social tipping point centraal zal staan, dat nodig is om daadwerkelijk in een volgend stadium van de transitie naar circulariteit te komen.

Duurzaam Doorpakken: Roundtable 23 maart 2021

We kunnen het niet bij praten laten

Naar aanleiding van de uitslag van de Tweede Kamer-verkiezingen hielden de Worldconnectors en Earth Charter Nederland een vervolg Roundtable op de reeks dialogen op dinsdag met als motto ‘Duurzaam Doorpakken’. Het doel  van de dialogen: de SDGs concretiseren gericht op thema’s die in de verkiezingscampagne actueel zijn: ‘Klimaatrechtvaardigheid – Betaalbare Energietransitie’, ‘Duurzaam Landgebruik en Biodiversiteit’ en ‘Migratie en Vluchtelingen’.

 

De aftrap van de avond was een gezamenlijk verhaal van de voorzitters Jan Bouke Wijbrandi (Worldconnectors) en Jan Pronk (Earth Charter Nederland) over de stappen die we nu moeten zetten.  Daarbij gaat het om het analyseren van politieke programma’s en akkoorden, concretiseren van onze doelen, mobiliseren van partijen in de samenleving en monitoren van politici aan de hand van de verkiezingsuitslag.

Waar kunnen we onze gezamenlijke principes uitdragen voor beleidsbeïnvloeding en concrete belangenbehartiging. Van de dialoog moeten we nu ook impact maken. Hiervoor gebruiken we de vorige dialogen waarin we dilemma’s en tegenstrijdigheden hebben geanalyseerd. Deze dilemma’s vragen om moedige gesprekken in de politiek maar vooral ook in de samenleving. En bieden uiteindelijk kansen en vergezichten. Dit is een belangrijke stap in het doorvertalen van principes naar de politieke realiteit.

De eerste concrete stap: adopteren van politici

Vanuit de analytische fase kunnen wij een stuk schrijven over de mate waarin het regeerakkoord de verkiezingsprogramma’s reflecteert. Dit resulteert gelijk in het eerste concrete voorstel van Jan Pronk:  het adopteren van coalitie en oppositie ondersteunende parlementariërs en bewindsliederen. Dit is een voorstel om gezamenlijk politici te volgen en te monitoren in de lijnen van hun eigen akkoorden. Hierin kunnen we ze erop aanspreken als blijkt dat de politici niet stemmen dan wel hanteren naar hun eigen verkiezingsprogramma of regeerakkoord. Hoe ze stemmen en wat ze doen leggen we langs de SDG-meetlat en spreken hen daarop aan, ook door aanmoedigen en hulp aanbieden.

Vervolgens spraken de ‘verbinders’ van de serie Dialoog op Dinsdag die de concrete stappen van de dialogen voorlegden aan de deelnemers.

Betaalbare Energietransitie

Uitgaande van het principe dat men mee moet in het klimaatbeleid, is het vooral zaak om het gesprek en de participatie te verstevigen. Verduurzaming moet hand in hand gaan met het sociaal beleid. Praktisch betekent dit ook dat het zowel winnaars als verliezers gaat opleveren, deze kloof kan worden overbrugd door in te zetten op participatie en eigenaarschap. Concreet voorbeeld is de Regionale Energiestrategie (RES) die duurzame energie omzet in eigendom.

Landgebruik en Biodiversiteit

Hierin zijn een vijftal aanbevelingen. Ten eerste is de roep om publieke middelen zoals tijd en aandacht exclusief te oormerken voor activiteiten die klimaat en biodiversiteit aantoonbaar niet schaden. Daarnaast moet het speelveld voor bedrijfsleven gemoderniseerd. Dit houdt in dat de huidige vrijwillige akkoorden niet voldoende zijn. Er zijn afdwingbare wet- en regelgeving in aanvulling op vrijwillige en vrijblijvende akkoorden nodig. Ook een duidelijke visie voor het Nederlandse landschap, ofwel het letterlijk invullen van de kaart van Nederland als kader voor decentrale keuzes, kan het concretiseringsproces helpen. Ten vierde gaat het om nationale strategieën voor governance van de ‘commons’ en het beheren van drink- en bodemwater, de biodiversiteit, de bodemvruchtbaarheid, en een natuurlijke CO2 opslag. Als laatste kunnen en rechten verleend worden aan de Waddenzee en andere essentiële ecosystemen en ze zo de bescherming te bieden die noodzakelijk is voor het welzijn van de natuur.

Migratie en Vluchtelingen

Het concreet maken van de oplossingen bestaat uit een drievoud van problemen. De eerste omvat de opvang uit de regio. Waarin het voorstel is om via een diplomatiek offensief de steun voor de regio te vergroten. Ten tweede is er de noodzaak meer vluchtelingen in Nederland op te nemen dan he huidige aantal. Dit kan per jaar naar 1000 mensen verhoogd. Ten derde is de kwestie van de procedure in Nederland maar ook in overleg met de rest van de EU. Hier voor is steun voor de IND en de COA nodig, door dit te ondersteunen met lokale initiatieven is de weg naar het moeilijke maatschappelijke debat verkleind.

Concretisering

Hierna gingen de deelnemers met elkaar in gesprek in kleine groepen, elk met de opdracht om de prioriteiten waaraan gewerkt moet worden te identificeren.

Energietransitie

De grote vraag binnen deze groep betrof de diversiteit in betrokkenheid binnen de samenleving. Participatie moet goed ingericht; op die manier worden de inclusiviteit en betaalbaarheid van de energie transitie bevorderd. Dit creëert dan ook mogelijkheden voor inclusieve energie corporaties waarvan de waarde vooral in de buurt ligt. Goede participatie moet concreet uitgewerkt.

Landbouw

De kansen voor het landbouwbeleid liggen in de wederzijdse belangen bij vruchtbaarheid van de bodem. Terugkijkend naar de afgelopen periode zijn het vooral de boeren geweest die de aarde hebben vormgegeven. De boer als dokter van de aardbodem. Dit biedt kansen voor een verbindend governance model.

Vluchtelingen

De uitdaging ligt in het draagvlak en hoe dat tot stand komt. De analyse is dat mensen vaak reageren vanuit emotie. De kansen liggen dus in de informatievoorzieningen en eventueel onderzoek naar draagvlak. Factfullness. Concreet voor het volgend kabinet betekent dit ook dat het probleem op Moria moet opgelost, zo mogelijk zonder emoties. D66 vervult hierin een sleutelpositie voor de vluchtelingen.

Ook in de breakouts was de oproep aan de regering om de SDGs te omarmen. Het idee om Kamerleden te volgen moet niet vanuit naïviteit. Maar juist ook door hulp aan te bieden. Op die manier kunnen we systematisch het beleid toetsen aan de SDGs, zonder de lange termijn uit het oog te verliezen.

Positieve energie maximaal benutten en ons verbinden met de SDGs

Het afsluitende woord kwam van Alexander Rinnooy Kan, die de positieve energie in de ‘kamer’ opmerkte. De vraag is dus hoe we deze maximaal kunnen benutten. Binnen het formatieproces is een grote toestroom aan geluid van allerlei kanten. Ons rest dus de opdracht hoe wij iets blijvends kunnen toevoegen. Dit begint bij het erkennen van de integraliteit van de verschillende thema’s die behandeld zijn, deze zijn er maar een paar uit vele.

In de stroom van partijen die wat van het kabinet willen, kunnen wij ons positief onderscheiden door  onze verbinding met de SDGs naar voren te brengen, aldus Rinnooy Kan. Het lobbyen tijdens de formatie moet positief gekoppeld aan de SDGs. De universaliteit en de meetbare indicatoren van de SDGs maken de doelen geschikt voor zowel de inhoud als het proces. Hierop kunnen we gaan monitoren op de beleidsterreinen. Het regeerakkoord hoe breed of smal dan ook kan aan de SDGs gekoppeld worden. Dit bevordert het toetsen van de bewindslieden maar ook het feitelijk beleid aan de hand van de indicatoren van de doelen.

Dialoog op dinsdag #7: SDG 4 en SDG 14 beyond Corona

Dialoog op dinsdag #7: SDG 4 en SDG 14 beyond Corona

Online, 29 september 2020

Moderator Alide Roerink (Earth Charter Nederland) en Veronique Swinkels (Worldconnnectors)

Facilitatoren breakout sessies: Jan Bouke Wijbrandi (Worldconnectors), Sander van ’t Foort (Worldconnectors), Veronique Swinkels (Worldconnectors) en Alide Roerink (Earth Charter)

Dinsdag 29 september vond er weer een dialoog plaats. SDGs 4 en 14 stonden centraal. Welke invloed heeft Corona gehad op ons beeld van de SDG’s? Heeft de Coronacrisis onze mindset tegenover de SDG’s beïnvloed? Wat zijn de volgende stappen? Tijdens deze dialoog werden we geïnspireerd door Giuseppe van der Helm en Li An Phoa. Caroline van Leenders en Emma van der Steen luisterden en reflecteerden op wat ze gehoord hebben. Met 25 deelnemers zijn we de diepte in gegaan.

Estafette: Bij de vorige, 6de dialoog stonden SDGs 3 en 6 centraal. De punten die er in de vorige dialoog op dinsdag uitsprongen:

  • Het belang van een nieuwe mindset: dat we te maken hebben met een solidariteitscrisis is met de Klimaatcrisis al duidelijk, echter heeft Covid-19 dit nog meer aangekaart. Het heeft geen zin als mensen alleen hun eigen doelen behalen. Deze crisis komen we alleen uit door samenwerking. Solidariteit is 100% eigen belang.
  • Covid 19 heeft de wereld 3 stappen vooruit gelanceerd wat betreft digitale ontwikkelingen. Dit biedt grote kansen voor gezondheidssystemen. Hoe kunnen we van deze ontwikkelingen gebruik maken om inclusiever (internationaal) onderwijs, onderzoek en innovaties bewerkstelligen die ook aansluiten en bereikbaar zijn voor low and middle income countries (LMIC)
  • Zonder water geen leven. SDG 6 en SDG 14 hebben een spilfunctie ten opzichte van de andere SDG’s.
  • Er moet dringend iets gedaan worden aan de wereldwijde waterschaarste. Waterpijpleidingen kunnen tekorten opheffen. Het grootste verbruik van zoet water in Nederland zit in de productie van veevoer. Op de korte termijn kunnen gedragsveranderingen enorme impact hebben.
  • Door de belangen van de natuur beter te behartigen en duidelijke rechten aan de natuur te geven, beschermen we onze leefomgeving en die van toekomstige generaties. 
  • Structurele oplossingen vragen om inbreng van diverse bronnen; geschiedenis, inheemse volkeren, buitenlandse context, recht en toekomstdenken.

Bij wijze van ‘incheck’ nam Veronique Swinkels ons mee in een oefening. Geïnspireerd door een vertegenwoordiger van het verzet in Hong Kong, vroeg Veronique de deelnemers om zich te verplaatsen in het leven van een waterdruppel. “Be like water.” Be like water, wat bedoelt hij dan eigenlijk ? Wat doet het met je ? Na een paar minuten als waterdruppel, stroomend door rivieren, in wolken, in de regen, werd op deze ervaring in de chat gereflecteerd.

De volgende reflecties kwamen daar aan bod: mee met de flow, een met de natuur, geen angst, stromend en krachtig.

Alide Roerink legt de verbinding met het Earth Charter:

Een inspiratiebron voor de dialog op dinsdag is het ethische kader van het Earth Charter. Een paar principes uit het Earth Charter, als ethisch kader voor de implementatie van de SDG’s, springen eruit in relatie tot SDG’s 4 en 14:

De preambule van het Earth Charter spreekt over de veerkracht van de levensgemeenschap en over het welzijn van de mensheid, die afhankelijk is van een gezonde biosphere met al haar ecologische systemen.

In het 9de principe van het Earth Charter ‘Maak een einde aan armoede’ staat: garandeer het recht op drinkwater, schone lucht, veilig voedsel onvervuilde grond, beschutting en veilige sanitaire voorzieningen. Het tweede punt gaat meteen over onderwijs: ‘Stel ieder mens middels onderwijs in staat zich te verzekeren van een veilig en duurzaam bestaan’. De link tussen een duurzaam bestaan op deze wereld en onderwijs wordt daarmee duidelijk verwoordt in het Earth Charter.

Inspirator Giuseppe van der Helm: Worldconnector en Earth Charter vriend, Directeur van de coalitie Leren voor Morgen, Coordinator SDG 4 voor de SDG Alliantie.

Onderwijs- wat het is en wat het moet zijn

Over onderwijs heeft iedereen wel een mening- niet gek als je bedenkt dat we er allemaal mee te maken hadden, hebben, of weer mee te maken krijgen via onze kinderen en kleinkinderen. Al die meningen leiden echter zelden tot een nieuwe koers. En dat terwijl er enerzijds toch hele andere inzichten tot ons zijn gekomen, via de praktijk in andere landen of in andere tijden (Montessori, Dalton, Vrije Scholen). Anderzijds lijkt het soms dat de mogelijkheden van het huidige systeem onvoldoende worden benut. Een voorbeeld hiervan is het huidige systeem, dat ooit het Mammoetsysteem werd genoemd. Het grote voordeel daarvan was dat je gemakkelijk kon switchen tussen schooltypes. Na tientallen jaren zien we een splitsing tussen VMBO en HAVO/VWO, en constateren we dat schakelen zo moeilijk is. Duhh- misschien hadden we die muren niet moeten neerzetten?

Of kijk eens naar de Cito-toets- om gelijkheid te bevorderen is het advies van de docent leidend geworden. Nu we constateren dat dit alleen maar tot een grotere ongelijkheid leidt gaan we dit weer enigszins terugdraaien. Vind je het dan gek dat veranderingen als lastig worden gezien?

En dan is er de politiek. Twee jaar geleden vond men het een fantastisch idee om nieuwe leerdoelen voor het PO en VO vast te laten stellen door docenten zelf- let wel, alleen kennisdoelen, geen vaardigheden. Waarbij er zowaar naar de integratie van een aantal vakken gekeken werd. Na het eindrapport, twee jaar later, constateerde de politiek dat er onvoldoende naar vaardigheden was gekeken (duhh), er te weinig docenten bij betrokken waren (maar 150) en er vooral aandacht moest komen voor lezen en schrijven. En om de verwarring die hiermee ontstond te bestrijden, en vooral om de snelheid van verandering eruit te halen, werd er een commissie van wijzen ingesteld..

Een ervaren beleidsmaker in het mbo zei me vorig jaar: “Ons onderwijssysteem is erop ingericht om zoveel mogelijk studenten in zo kort mogelijke tijd tegen minimale kosten klaar te stomen voor een beperkt algemeen niveau.’ Toe ik vroeg wat hij dan voorstelde, zei hij me dat hij de leerling het uitgangspunt moest zijn, niet het systeem. Nu gaan we nog teveel uit van beperkingen, in plaats van vaardigheden. We besteden veel aandacht aan de struikelvakken, in plaats van iemand te laten excelleren op de zaken waar hij of zij goed in is.  Niet gek dat we als land achterlopen in innovatie.

En dan hebben we de olifant in de kamer nog niet genoemd: de omgeving. Want intussen smelt een miljoen ton ijs per minuut, en verdwijnen er 30 voetbalvelden regenwoud in diezelfde minuut. Twee derde van alle landdieren is verdwenen in 40 jaar, en van alle levende zoogdieren loopt nog maar 4% vrij rond. En om de ellende nog groter te maken gebeuren al die veranderingen niet langer lineair, maar exponentieel- iets waar we als soort niet kunnen begrijpen. Zoals we zien met de coronacrisis.

Wat is dan het doel van het onderwijs? Leren als in de 19e eeuw, waarin we opgeleid werden tot brave productiekrachten? Het doel is toch zeker het voorbereiden van onze kinderen op de maatschappij van de toekomst? Niet alleen om een baan te vinden en keurig economisch renderend menselijk kapitaal te vormen, maar ook om zich te ontwikkelen, tot bloei te komen en zich te leren verhouden tot anderen? Denk eens aan al die waterdruppels, die uiteindelijk toch een oceaan worden. En daarbij speelt kennis weliswaar een rol, maar nu die sterk veranderd en overal te vinden is, zijn vaardigheden misschien wel belangrijker. Kritisch denken, waardenbewust zijn, verantwoordelijk handelen, samenwerken, creativiteit, ondernemerschap… Vaardigheden die we in deze tijd goed kunnen gebruiken, zeker als je ziet dat we van die verantwoordelijkheid, dat kritische denken en die samenwerking weinig terechtbrengen.

Duurzaamheid is niet een extra vak, waarmee we in het transactionele model van OCW (en Trump) een ander wat moet inleveren, maar gaat over het voorbereiden van onze kinderen op de toekomst. Duurzaamheid moet onderdeel worden van elk vak, en vak- en leerjaaroverstijgend zijn. We kijken daarbij integraal naar het onderwijs, volgens de Whole School Approach. En de SDG’s vormen daarbij, in ieder geval tot 2030, ons kompas.

De afgelopen 20 jaar is een grassroots beweging ontstaan, voornamelijk via docenten en NME-centra. Al dat enthousiasme wordt vaak getemperd door bestaande structuren, kaders, methodes en verplichtingen. Nu is het zaak om duurzame ontwikkeling met de overheid, ouders, en vooral met schoolleiders en besturen te verankeren in niets minder dan een systeemverandering. Waarbij de tijd dringt. We kunnen jullie hulp daarbij goed gebruiken, en ik ben benieuwd naar jullie gedachten hierover.

Stellingen: Hoe breng je een systeemverandering in het onderwijs tot stand? Wie moeten we daarvoor bellen? En daaronder, over ons: hoe bouw je LvM om van een projectorganisatie tot een beweging voor die systeemverandering?

Inspirator Li An Phoa: Earth Charter Vriendin, Oprichter van Spring College, van Drinkable Rivers. Li an ziet de kwaliteit van water als een indicator van de kwaliteit van leven. Li An maakt wandelingen, van ‘source to sea’, en is een echt buiten mens.

We noemden het net al, de bronnen, de SDG’s en het Earth Charter. Giuseppe noemde ook al het kompas, ook onderdeel van water. Als we dan terug denken aan het kompas, dan is de poolster waar we op navigeren. Bij deze combinatie van “bronnen” en “poolster” kom je bij mij op een drinkbare rivier uit. Als nou de hele wereld, waar iedereen deel  uitmaakt van stroomgebieden, of je nu in de Sahara zit, waar stroomgebieden niet helemaal de zee bereiken, of hier in Nederland waar we het laaggelegenpunt zijn waar al het water naar toe stroomt. Er zijn overal ter wereld stroomgebieden.

Toen ik zelf een rivier af kanoede in het noorden van Canada en de schoonheid heb ervaren van een rivier die helemaal drinkbaar is, ontstond het idee van Drinkable rivers. Toen die rivier nog geen drie jaar later niet langer drinkbaar was, raakte ik doordrongen van de realiteit van de kwetsbaarheid, en onze verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor rivieren. Op dat moment werd er voor mij een persoonlijk kompas geboren.

Ik stelde mijzelf vanaf dat moment in al mijn keuzes de volgende vraag: helpt dit richting drinkbare rivieren, of niet?

Ik denk dat we nu, met Covid-19, in een tijd zijn aanbeland waar niets meer vanzelfsprekend is, waar bestaande gewoontes doorbroken worden. Ik vind dit een veel realistischere staat van zijn, dat we elk moment ververst worden. We moeten iedere keer weer met elkaar op de hoogte zijn van wat de huidige staat is. Dat ververst kijken elke dag, naar jezelf, naar de wereld, naar elkaar, naar de verhoudingen, gericht op de bronnen, vind ik eigenlijk wel iets wakker-makends. We zijn nu in de herfst, en hebben geoefend met op onszelf zijn, in onze kleine werelden en niet langer zo van hot naar her te gaan. Ik merk dat er nu zo veel behoefte is aan aanraking, handen schudden, de schouderklop, de omhelzing. Dat element van menszijn is ook dus niet meer vanzelfsprekend. Hoe komen we hier gezamenlijk doorheen zonder te vervallen in een zwaarte of depressie?

Het verhogen van bewustzijn versnelt juist nu dat niet alles vanzelfsprekend is. Ook rondom de SDG’s is het bewustzijn gegroeid. Dit bewustzijn moet constant gekoppeld zijn aan actie. Het kan niet los staan van elkaar. Anders wordt het te zwaar, dat zie je al bij veel jongeren. De actie kan ook steeds uit kleinere onderdelen bestaan. Bijvoorbeeld; voordat ik aan de Maas wandeling begon in 2018 schreef ik alle burgemeesters van gemeenten die aan de Maas grenzen een brief. Ik schreef 163 brieven en kreeg maar een reactie terug. Ik ging alsnog. Nu, twee jaar later, is er een Maasburgemeestersnetwerk ontstaan, omdat ik elke burgemeester die ik tijdens mijn wandeling opzocht en aansprak met elkaar in contact bracht. Inmiddels hebben ze elkaar al een paar keer ontmoet. Dit is een voorbeeld van zo’n kleine actie die opeens vrij snel en wonderbaarlijk loopt.

Wat je in SDG 14 leest over de oceanen is evenzeer van toepassing op de rivieren, de lucht en de bodem. Het zijn basisprincipes waar alles van afhankelijk is. Ik zeg: laten we de SDG’s veel meer op dat diepere niveau aanvliegen en vervolgens heel concrete oplossingen aandragen.

Ondanks de aandacht voor de SDG’s maar ook de Europese Kaderrichtlijn Water, was er afgelopen zomer een afname van de trekvissen met 70 procent. Het is zo alarmerend. Het is belangrijk om een narratief te creëren waar juist heel veel van die kleine initiatieven veel meer zichtbaar gaan worden. Het is belangrijk om dat ook echt meer gewicht te geven om te komen tot systemische veranderingen. Met kleine initiatieven zoals Drinkable rivers en Leren voor Morgen kun je veel meer krachten bundelen. Samenwerking zou dit echt kunnen creëren. Wat multinationals achter zich hebben, hoe kunnen wij dat, als kleine initiatieven, ook achter ons krijgen zodat we niet onze tijd hoeven verspillen aan zaken als financieringen aanvragen en websites maken.

Stellingen:

In veel van onze instituten en zelfs ook binnen de SDG’s wordt onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld: ecologie en hydrologie en tussen zout (oceanen, marine systemen) en zoet water. Hoe zorgen we er voor dat dat onderscheid wordt opgeheven zodat we veel meer tot systemische oplossingen komen?

Laat de lessen en de logica van een stroomgebied spreken: gestroomlijnd, zonder harde conceptuele grenzen. De implicatie daarvan is dat SDG 14 dan ook over drinkwater gaat. En SDG 6 gaat dan ook over ecologie.

Break-out groep 1:

De stelling voorgelegd door Giuseppe van der Helm is het startpunt voor de dialoog in kleine groep: “Hoe brengen we systeemverandering in het onderwijs tot stand? Hoe kunnen we verandering ten goede versnellen, hoe krijgen we partijen in beweging, wie moeten we bellen?”

Giuseppe geeft nadere toelichting: In het onderwijs lijkt men altijd bezig met sub-optimalisatie, terwijl het systeem zelf in het nauw is. Er zijn veel stakeholders, net als in de zorg. Graduele verbeteringen worden aangebracht, maar deze hebben geen enkele relatie met de grotere omgeving, zoals klimaatverandering. Het onderwijs zit in de loopgraven. Hoe krijgen we het voor elkaar dat bijvoorbeeld leerlingen bijdragen aan de ontwikkeling van producten en diensten van de toekomst, bijvoorbeeld aan elektrische auto’s?

Een eerste reactie op de stelling is dat wij in het onderwijs meten met het verleden, met oude kennis. Hoe is het mogelijk een mammoettanker te keren? We zitten met elkaar vast als in ijs bevroren. Vakken zouden weer fluïde moeten worden, het zal in de lessen over thema’s moeten gaan. “Ieder wordend kind heeft zin in de toekomst.”

Het is een urgent probleem is, we hebben te maken met snelle veranderingen, denk aan het internet en het effect daarvan op onderwijs. Feiten zijn op te zoeken, het gaat nu om de vaardigheden hiermee om te gaan. Giuseppe merkt op dat dit één van de leergebieden is die zijn weggeschoven. Het probleem is dat het lijkt dat er van alles mogelijk is, zoals masterclasses, 2-talig onderwijs en creatieve projecten, maar zo gauw het eindexamen dichtbij komt moeten alle leerlingen in hetzelfde ritme lopen. De nieuwsgierigheid wordt in de kiem gesmoord.

Wie te bellen? Een antwoord ligt wellicht in het buiten de box stakeholders betrekken. Voorbeelden zijn “Make Holland great again” en “Broek in Waterland”, leuke manieren om integraal te werken.

Een suggestie wordt gedaan om een thema als water in het onderwijs tegen het licht te houden van alle SDGs, en zo bewustzijn te bevorderen. Circulair denken en werken bevorderen in plaats van lineair.

Break-out groep 2:

In haar blog gaf Li An Phoa aan dat we de SDG’s te veel als afzonderlijke silo beschouwen terwijl er heel veel samenhang tussen de SDG’s bestaat. Het onderscheid tussen hydrologie en ecologie is een voorbeeld van zo’n silo. Ze pleit er voor om te denken vanuit ‘de logica van het water’. We moeten volgens haar de dialoog ook stimuleren. Ze stelt tot slot een aantal vragen: Wat hebben we te leren zodat het een leefbaar systeem wordt? Wat is een leefbaar systeem? Wat als je het een met het ander combineert, krijg je dan een sterker systeem?

Er werd gepleit voor een integrale benadering aan de hand van de vraag: ‘Hoe laten we de lessen en de logica van een stroomgebied spreken?’ We zouden water en stroomgebieden als leraar moeten zien en daarna pas technici aan bod laten komen.

Er werd gekeken naar welke partijen hier een bijdrage aan zouden kunnen leveren. De EU werd als een van deze genoemd. Hierbij werd het belang van werken met KPI’s benadrukt – niet alleen voor harde euro’s, maar ook voor andere waarden.

Wellicht kunnen de circles of 17, waarbij problemen vanuit alle SDG’s worden benaderd, tot nieuwe inzichten leiden. Ook innovaties kunnen een grote rol spelen.

Caroline van Leenders heeft een boek geschreven ‘Tien tips voor systeemverandering’. Uit haar boek blijkt dat verandering over nieuwe indelingen en nieuwe verbindingen gaat. Nieuwe onverwachte coalities zijn nodig voor systeemverandering. Die kan je exponentieel laten groeien door feedbackloops. Haar tips zijn zonder meer bruikbaar in het integrale denken over SDG 14.

Break-out groep 3:

Break-out groep 3 ging in gesprek rondom de vraag: ‘Hoe komen we in beweging tot systeemverandering in het onderwijs naar meer duurzaamheid?

Uit het gesprek kwam naar voren dat hier verschillende invalshoeken en meningen over bestaan:

  • Zorg voor inspirerende onderwijsvormen die kinderen aanspreken en engageren. Begin vooral binnen de school zelf.
  • Er is een fundamenteel verschil tussen ‘leren’ en ‘onderwijs’. Dat laatste is georganiseerd, geïnstitutionaliseerd en is daarmee vertragend.
  • Inclusiviteit in het onderwijs kan de complexiteit ervan vergroten.
  • De overheid heeft een belangrijke rol als koepel die alles overziet.
  • Kun je het systeem wel veranderen, of laat het systeem in Nederland ook ruimte voor een eigen invulling, dus verandering binnen het systeem. (voorbeeld: ecoschools, UNESCO scholen)
  • Ga naar de besturen.
  • Zet de leerlingen centraal en vraag hun mening.
  • Verbind leerlingen en docenten beter met elkaar als het over de kwaliteit en inrichting van het onderwijs gaat.

Op de vraag: Wie moet je bellen om het systeem te veranderen? bleken er evenveel antwoorden als er partijen te zijn.

Break-out groep 4:

De logica van de stroomgebieden is er een van een wereld zonder harde conceptuele grenzen. Water is lange tijd te veel gezien als vuilnisbak. Maar het is onze lifeline. Binnen ecosystemen is water de verbinding. Water staat voor ketenverbinding. Het raakt ons allemaal; mensen, voedsel en natuur. Water verbindt alles. De visualisatie van de druppels was mooi. Samen zijn we toch een hele grote rivier.

Het idee van de stroomgebieden roept het beeld op van afvalstromen. Waar komt het afval vandaan en waar gaat het naar toe? En wat/wie wordt er onderweg door aangeraakt. Het begint met een goed gesprek  met een onverwachte connectie, daardoor is samenwerking op alle niveaus mogelijk. Het gaat om het besef van het eigen gedrag. Hoe kunnen we ons verhouden tot onze consumptie en de plastic soep waar we in terecht zijn gekomen?   

Het is belangrijk dat de SDG’s holistisch worden bekeken en aangepakt. We moeten ons niet te veel verbinden met een SDG dan wordt je zelf een silo. Onderwijs is hierbij ook belangrijk. Kinderen moeten veel te vroeg een vervolgopleiding kiezen. Hiermee hebben ze geen tijd om het grotere geheel te leren zien. Uiteindelijk gaat het in onderwijs om zelf-emancipatie, mensen in hun kracht zetten, jezelf in je kracht zetten.

Voordat het woord gegeven werd aan onze luisteraars werd de deelnemers gevraagd om de highlights van de breakout sessies mee te geven, met een focus op punten waarin je je verder zou willen verdiepen of follow-up aan zou willen geven. Deze punten werden gedeeld in de chatbox. Een kleine greep daaruit:

Verbinding leggen tussen leerlingen en docenten, begin kleinschalig bij de school niet bij het systeem. Betrek iedereen bij het gesprek anders wordt het een feestje van hoogopgeleiden, gelijkgestemden die het met elkaar eens zijn. Systeemveranderingen liggen niet bij een actor maar bij de hele keten van overheid tot leerling. Er is een nood voor goede marketeers om de urgentie van het onderwijs probleem stevig op de landelijke en wereldwijde agenda te krijgen. Gebruik het grensoverschrijdende van stroomgebieden om silos af te breken. Think global, act local.

Earth charter vriend Dick de Groot heeft een manifest geschreven over veranderingen in het onderwijs. Je kunt deze terug vinden op zijn profiel op de Earth Charter website. Hij licht toe:

Hij schreef het manifest naar aanleiding van deze onzekere tijden met betrekking tot Corona maar ook zeker klimaat verandering. Het manifest gaat over de inhoud van het onderwijs, zoals dat al eerder in dit Dialoog op Dinsdag besproken is. Hoe kijken mensen naar mensen, welk mensbeeld heb je als uitgangspunt voor onderwijs? Op welke manier kun je leren beter benutten?

Luisteraar Emma van der Steen: Young Worldconnector, is de kant van de kunst op gegaan nadat ze international studies studeerde en daar binnen veel ervaring  opdeed met voedsel en een focus op Afrika. Tegenwoordig brengt ze met het medium van film/media zowel de schoonheid als de schade aan de Aarde in kaart zodat mensen het gevoel van urgentie krijgen en overgaan tot actie. Emma schreef als haar reflectie op de dialoog het volgende gedicht: 

Wees als water

Stroom, leef, vloei, zoek

En zullen we dan samen?

En als je springt,

Wat heb je dan nodig?

De kracht

Om mee te veren

Zodat je niet valt

Maar verder kunt

En zullen we dan samen?

Leren voor Morgen

Giuseppe verteld

Want morgen is de toekomst

De toekomst van de kinderen

Die we willen voorbereiden

Niet met duurzaamheid als vak

Maar duurzaamheid in alles om ons heen

De tijd dringt

En we willen beweging

In het logge systeem

Als een steen die aan het water vraagt

Hou me vast en neem me mee

Li An en de kwaliteit van water

De kwetsbaarheid van drinkbare rivieren

Wat kan jij doen?

Om sterker terug te veren?

Ben jouw eigen kompas

Kijk opnieuw naar jezelf

Naar elkaar

Naar je omgeving

De tijd dringt

En we willen beweging

In het logge systeem

Als een steen die aan het water vraagt Hou me vast en neem me mee

Verandering in het onderwijs

We willen leren denken

Hoe we omgaan met de toekomst

Zoals Ignaz verteld

We meten met het verleden

We zitten met elkaar in ijs gebakken

Overal smelt het

Maar bij ons is het keihard

Het is tijd om de urgentie

Niet langer te ontkennen

Het is tijd voor ons eigen kompas

Help ik met mijn acties

Leerlingen om toekomstbestendige burgers

Te worden?

En als we dan springen

De toekomst in

Wat hebben we dan nodig?

De kracht om mee te veren

Zodat we niet vallen

Maar verder kunnen

En zullen we dan samen?

En als we dan springen,

Zullen we dan achter ons laten

Hoe het was

En als we dan springen

Zullen we dan mee nemen

Nieuwsgierigheid als ons eigen kompas?

Luisteraar Caroline van Leenders: Al ruim 20 jaar werkzaam bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Caroline richt zich op transitie naar duurzame ontwikkeling, faciliteerde de innovatieve community of financial institutions and natural kapitalen daarna de Green Deal op bedrijven en biodiversiteit.

Een aantal dingen die mij zijn bijgebleven:

Ten eerste, ik ken het werk van Li An, en ik ben het helemaal eens met wat ik vandaag in de sessie hoorde: dat je waterstroomgebieden moet gaan nemen voor de afbakening van gericht denken, een landscape approach. Ik werk zelf met het financiële sector, met biodiversiteit en ik pleit heel erg voor deze aanpak.

Ten tweede, het ging net al over een van de boekjes die ik heb geschreven: ‘Tien Tips voor Slimme Sturing’ en tip vier is: werk samen en verbind. Als je echte verandering wil moet je nieuwe coalities maken. Ik denk dat wat Li An aan het doen is, is ook onverwachte coalities maken. Zo’n club van burgemeesters die helemaal niet wisten dat ze zich tot elkaar verhielden, tot dat ze ontdekten dat ze allemaal burgemeesters zijn van eenzelfde rivier. Het interessante daarvan is dat dat soort coalities een kracht kunnen hebben die groter is dan dat jij en ik kunnen bedenken.

Als voorbeeld: ik heb een community gemaakt met financiële partijen. Een aantal van deze zeiden dat ze met elkaar verder wilden en hebben een nieuw groepje gevormd. Dat waren toen een paar financiële partijen die bij elkaar goed waren voor 84 miljard euros. Dat lijkt zo veel, maar op deze schaal is dat “peanuts”. Tot dat een aantal pensioenfondsen zich aan deze groep toevoegden, en er 600 miljard euros van maakte. Die gingen vooral met elkaar aan de gang met klimaatverandering, hoe kunnen we dat beter meten?

Deze coalitie werd ook voor de Nederlandse overheid interessant omdat het niet meer bestond uit één bedrijf maar uit vele. Dus wij gingen overal langs om ons werk te showcasen.

Drie jaar later, kreeg ik een mail van diegene die de groep heeft opgericht, van de ASN bank, en die zei dat er bij de conferentie van de VN een aantal partijen uit de Verenigde Staten zich bij hun hadden aangesloten. De groep werd dan zo groot dat het vier triljoen dollar under management had, 70 financiële partijen wereldwijd. Nu zijn ze zo groot dat de methode die zij met elkaar ontwikkeld hebben, de internationale standaard wordt. We zijn dus in drie jaar van een organisatie, de ASN bank, naar een internationale standaard gegaan, door een onverwachte coalitie, door slimme schakelingen met andere partijen zoals de overheid en de Nederlandse bank.

Zo kun je dus eigenlijk vrij snel gaan door slimme verbindingen te maken, door juist als overheid of andere systeemspelers aan te haken en dit soort zaken internationaal zichtbaar te maken. De communities, de burgemeesters zijn juist heel belangrijk, want daar ontstaat het vertrouwen om onverwachte dingen te doen. Vernieuwing is altijd een beetje eng en in die communities ontstaat het vertrouwen om op nieuwe manieren samen te werken. Ook dit keer sprongen er een aantal punten uit. Deze nemen we mee naar volgende week:

Estafette: Wat nemen we mee naar de volgende dialoog die zal plaats vinden op 13 oktober over SDG 5 (Sex ongelijkheid) en SDG 16 (Vrede en Sterke instituties).

  • Het belang van het creëren van een support netwerk om zo kleine duurzame ondernemingen en grass-roots initiatieven de kans te bieden om zich te richten op waarvoor ze opgericht zijn.
  • Het besef dat de SDG’s in samenhang moeten worden gezien en niet als losse onderdelen. Daar waar er sprake is van losse onderdelen (zoals bij oceanen, SDG 14 en rivieren SDG 6) moeten we dat zien te doorbreken.
  • “Be like water”, wees flexibel, ga mee met de flow, zoek de verbinding, blijf stromen en vernieuw je steeds opnieuw. Dan kom je ook uit je silo. Het stroomgebied van water verbindt hele ecosystemen en last zien dat de kwaliteit van leven sterk van elkaar afhangt.
  • Out of the box denken en onverwachte coalities creëren (zoals de Maas Burgemeesters of de financiële coalitie van Caroline van Leenders). Onverwachte coalities versterken het landschap. Deze doorbreken de harde conceptuele grenzen en brengen nieuwe verbindingen aan.
  • Het onderwijs kan veel verbeteren als het de leerling als uitgangspunt neemt, duurzaamheid integraal omarmt en de vraag beantwoord waar we nu precies mee bezig zijn; kinderen laten kennismaken met de relevante kennis en vaardigheden voor hun toekomst en ze in staat stellen het grotere geheel te zien.

Er staan nog twee dialogen rondom SDGs en Corona op de planning:

13 okt: Dialoog op Dinsdag #8; SDG 5 Sexe gelijkheid en  SDG16 Vrede en Sterke instituties (starttijd 15.30)
27 okt: Afsluitende Round Table SDG 17 Partnerschappen (starttijd 15:00)