Dialoog op dinsdag #9: SDG 17 beyond Corona

 

Online, 27 oktober 2020

Moderators: Veronique Swinkels en Alide Roerink

Facilitatoren breakout sessies: Jan Bouke Wijbrandi, Ilyes Machkor, Lynn Zebeda,

Inspiratoren: Awraham Soetendorp, Ralien Bekkers, Sandra van Beest en Louise Vet.

Experts breakout sessies: Sandra van Beest, Caroline van Leenders, Sybrig van Keep, Henry Mentink.

SDG17 beyond Corona

We zijn aangekomen bij de laatste Dialoog op Dinsdag. Het is nummer 9 van de serie SDGs beyond Corona en SDG-17, partnerschappen, staat centraal. Het doel van deze bijeenkomst is het  benadrukken intergenerationaliteit, het onderzoeken wat succesvolle partnerschappen zijn en de belangrijkste highlights van de dialogen omzetten naar actie

SDG 17 gaat over multi-stakeholder partnerschappen en capacity-building.

Vraagstelling van de bijeenkomst: hoe kunnen we zorgen voor het ontstaan van meer partnerschappen die ‘silo’ en generatie-overstijgend zijn. Wat zijn kenmerken van geslaagde partnerschappen.

De Feather Ceremony

Wat vraag deze tijd van Corona van inter-generaliteit? Vandaag voeren we samen een belangrijke ceremony uit die het belang van integeneraliteit benadruk. Awraham Soetendorp overhandigt in deze ceremony een adelaarsveer aan Ralien Bekkers. Het is een ceremony waarvan de oorsprong ligt bij native Americans, een bijzonder moment die plaatsvond als ouderen en jongeren elkaar ontmoetten. Bij het overhandigen van de prachtige Adelaarsveer aan een jonger iemand wordt een belangrijke levensles gedeeld.  Er wordt een verhaal gekozen waarvan de verteller wil dat het in de harten van iedereen wordt meegedragen. En bij het ontvangen van de veer wordt de jongere gevraagd een belangrijke droom te verwoorden. ‘Vertel ons je droom, wat bezielt je’. Na dit prachtige gesprek tussen Awraham en Ralien gingen we twee-aan-twee uit elkaar om zelf ervaringen en dromen aan elkaar door te geven. Na afloop werden in de chat de volgende woorden gedeeld; herkenning, verbinding, positief, warmte, vertrouwen, spiegel.

Ter inspiratie vertelde Sandra van Beest over haar ervaringen met partnerschappen. Sandra is Worldconnector en Earth Charter bestuurslid. Ze heeft het bedrijf The Social Handshake opgericht, een social enterprise met het doel ‘goed doen makkelijker te maken’.

Om haar ervaringen met partnerschappen in te leiden begon Sandra eerst met een kort overzicht van haar persoonlijke reis. Sandra komt uit de NGO sector. Een van de barrières die ze vaker tegenkwam in deze sector is dat mensen continu op zoek zijn naar financiering. In een poging om de wereld van de financiën beter te begrijpen is Sandra strategie consultant geworden bij Boston consultant group. Hier was ze niet helemaal op haar plekje en merkte ze dat ze hier niet meer de uitdaging kreeg om echt iets voor de wereld te doen. Het was hoog tijd dat ze daar verandering in bracht. Door gesprekken met collega’s en vrienden merkte ze dat wel meer mensen ‘meer’ zouden willen doen. Mensen zijn nou eenmaal goed en misschien kan goed doen makkelijker gemaakt worden. Hier kwam het idee van The Social Handshake uit voort. Door middel van loongiften makkelijker te maken, creëert deze organisatie een laagdrempelige manier om te blijven bijdragen.

The Social Handshake werkt inmiddels samen met een groot aantal partijen. Wat centraal staat bij deze partnerschappen is iedereens wil om goed te doen. Het draait niet om resultaten en engagement, eerder om wat de intrinsieke motivatie is van mensen en bedrijven om hier aan mee te willen doen. Natuurlijk zijn er altijd voorlopers nodig, mensen die de nieuwe wegen bewandelen, maar macht ligt bij de massa’s. Hoe makkelijker wij het mensen maken om mee te kunnen doen, hoe meer effect je dan ook zult hebben.

In elk bedrijf zijn er mensen die iets voor een goed doel doen, in de vorm van donaties of vrijwilligerswerk. Sandra denkt dat het nodig is om meer mensen te betrekken zodat er geen eilandjes vormen. Ten tweede, is het nodig om te blijven denken over de efficiëntie van het project en niet de partnerschap daarboven te zetten. Het is belangrijk om zich af te vragen of dingen echt een meerwaarde hebben of alleen ten goede van het team en de partnerschappen werken.

Louise Vet was tot kort directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie. Ze is nu werkzaam als professor evolutionaire ecologie aan de Universiteit Wageningen. Louise is voorzitter van Urgenda en ze is Worldconnector. Ze is betrokken geweest bij verscheidene samenwerkingen voor de biodiversiteit in Nederland. 

Louise is ecoloog. Hiermee doelt ze dat ze kijkt naar hoe de natuur werkt. De huidige economie van de natuur die we zelf hebben gebouwd, is alles behalve harmonieus. We hebben een erg destructieve economie waar we op alle fronten de gevolgen van zien. Als we kijken naar de hele biosfeer, de planeet en de biodiversiteit daar op, dan zien we dat we ongelooflijk vernietigend bezig zijn. Het is een globaal probleem. Als we naar de SDGs kijken, bijvoorbeeld, dan kunnen we zeggen dat maar liefst veertien SDGs afhankelijk zijn van die biodiversiteit. Dit begint langzaam bij mensen door te dringen, maar het is erg lastig daar verandering in te brengen.

Louise kwam er al snel achter dat vanuit de onderzoek, met data in hand, roepen dat het slecht gaat, het probleem niet zal oplossen. In plaats daarvan moet het gezien worden als een maatschappelijk probleem. In 2017, heeft Louise een brede coalitie opgebouwd. Deze is vanuit de wetenschap begonnen en kwam al snel in samenwerking met de agro-keten, boeren, natuur en milieu organisaties, NGOs, retail en had als doel om een gesprek over de toekomst aan te gaan. De centrale vraag is: hoe kan jij je inzetten om die biodiversiteit van verlies naar herstel om te keren? Met een bottom-up initiatief, zonder de overheid, heeft dit gesprek geleid tot het Deltaplan voor biodiversiteitsherstel. Nu is deze samenwerking enorm gegroeid, heeft het meer dan 100 partners en ook de overheid is inmiddels betrokken geworden.

Door het traject van deze coalitie heen hebben ze vijf succesfactoren voor partnerschappen geïdentificeerd. De eerste daarvan is gedeelde waarde. Het droombeeld van Nederland, een stip op de horizon waar iedereen naartoe werkte, was essentieel voor deze samenwerking. Ten tweede, is het belangrijk om te kunnen redeneren, niet vanuit eigen belang, maar, vanuit die van een ander. Ze hadden destijds een oefening gedaan waar je van elkaar opschreef waarom de ander bij deze coalitie betrokken waren. Later, met elkaar in gesprek, zie je dat je vaak verkeerd redeneert. Door middel van dit proces begrijp je elkaars belangen veel beter en bouw je wederzijds respect en interesse op.

Het energie akkoord van 2015 liet zien hoe het niet moest; niet iedereen zat aan de tafel en niemand liep er tevreden van weg. Het is belangrijk om op zoek te gaan naar waar je samen mee verder komt. Wat bind je in plaats van hoe verschillen jullie? Olifanten in de kamer moeten zeker besproken kunnen worden, maar hier kunnen aparte sessies aan gewijd worden. Iets dat veel makkelijker zal gaan als je respect voor elkaar hebt en hebt leren luisteren.

Helaas zien we dat er nog heel veel polarisatie plaats vindt, tussen de boeren, maar ook op grotere schaal in de samenleving, nog meer nu, later in de Corona crisis. Covid-19, maar ook de verkiezingen in Amerika laten zien dat we toch terug moeten naar met elkaar praten, verbintenis opzoeken.

Ten slotte wees Louise op het belang van het integreren van de financiële sector in partnerschappen voor de volgende twee redenen. Ten eerste hebben zij erg veel macht in onze hedendaagse samenleving. Ten tweede en hier op voortbouwend is het tijd dat deze macht gebruikt wordt om herstel en behoud van biodiversiteit als een prioriteit te stellen. Louise stelt voor om dit op een manier te doen waar bedrijven die een steentje bijdragen beloond worden, in plaats van het huidige systeem waar alleen bedrijven die het erg slecht doen daarop gestraft worden. Laat het bijdragen aan biodiversiteit een meetstaaf zijn voor een goeie onderneming.

Voordat deelnemers werden verdeeld onder de verschillende break-out groepen nam Veronique Swinkels ons nog door een synthese van afgelopen dialogen.

Er zijn de afgelopen maanden acht dialogen geweest die uit een enorm ecosysteem hebben kunnen putten bij Earth Charter en Worldconnectors.

Tijdens deze dialogen stonden 4 vragen centraal:

  • Hoe nemen we systemische belemmeringen voor inclusieve en groene groei weg?
  • Hoe versterken we de SDG-ecosystemen zodat verandering mogelijk wordt?
  • Wat kan de rol van Worldconnectors en Earth Charter zijn?
  • Wat zijn mogelijke icoon-projecten?

We hebben als team de verslagen van alle dialogen doorgenomen en hebben het volgende verbindingsmodel gevonden. Door de dialogen heen hebben de inspiratoren ons verteld dat er systeemveranderingen nodig zijn om een groen, sociaal en leefbaar toekomst te creëren. De oplossingen hiervoor kwamen vanuit vier verschillende hoeken:

  • kennis en respect voor de aarde,
  • nieuwe economische modellen & inzet technologie en nieuwe ondernemerschap,
  • onverwachte samenwerkingsverbanden en integrale benadering
  • draagvlak, gedeelde belangen en rechten, burgerparticipatie

Met dit model in de hand werden deelnemers verdeeld in vier thematische breakout sessies. In iedere sessie was iemand aanwezig met veel kennis op het domein van het bouwen van partnerschappen.

De thema’s:

  1. Inclusieve energie transitie
  2. De toekomst van Biodiversiteit
  3. De kracht van coöperaties
  4. De waarde van water

In deze break-outs keken we naar de partnerschappen. Hoe staan ze ervoor ? Welke rol kunnen wij aannemen als groep en welke icoon-projecten kunnen we hier voor bedenken?

Na een halfuur in de break-out groepen werd er in plenaire gevraagd naar een korte terugkoppeling over wat er besproken is. De centrale vragen: welke partnerschappen hebben we nog nodig? Welke icoonprojecten? Tot actie komen?

Voor de sessie over Inclusieve energie transitie gaf Sybrig van Keep de terugkoppeling.

In deze sessie hebben ze de volgende punten besproken: Hoe zorg je je ervoor dat als je partnerschappen wilt aangaan, je de verschillende snelheden kunt overbruggen? Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen betrokken en actief kunnen blijven? Hoe kun je ervoor zorgen dat de horizon van vijf jaar vooruit inzichtelijk blijft? Jongeren van verschillende sectoren met elkaar in contact te brengen kwam op als een idee actie te stimuleren.

Verslag van de Break-out sessie:

  • De nadelen van de manier waarop naar het energie-akkoord is toegewerkt worden gedeeld. ‘”Het was geen succes.” De uitvoering werd veelal gedelegeerd aan andere mensen in de organisaties dan die het plan hadden opgezet, maar die mensen waren niet gemotiveerd.
  • Je hebt allianties met NGO’s en publiek-privaat, privaat-privaat en multilateraal. Voordeel: toegang tot financiën en veel kennis, creatieve oplossingen. Ieder kan voor zijn eigen legitimiteit blijven staan. Nadeel: er treedt een vervaging op, wie bepaalt wat, en dat sommige partijen zich niet meer herkennen in het geheel.
  • Culturele verschillen (tussen bedrijven en NGO’s bijvoorbeeld) kan behoorlijk belemmerend zijn. Men moet een eigen belang inleveren voor het gemeenschappelijk belang.
  • Accepteren dat er een kerngroep, volgers en freeriders zijn. Kern bepaalt beleid, dan volgers die meedenken op projecten en freeriders, mogen meedoen maar moeten zich committeren aan doelen.
  • Er zit frictie tussen samenwerken en concurrentie.
  • De kunst van het niet-weten en niet-begrijpen. Als we daar naar op zoek gaan dan komen we achter wat er nodig is.
  • En hoe brengen we waarden om in actie? Waar kunnen we in onze omgeving verandering brengen?
  • Voor zuidelijk halfrond is energie ook erg belangrijk is. Partnerschappen zijn essentieel voor aanbieden van hulp. Creatieve mogelijkheden zoeken voor partnerschappen in Corona-tijd.
  • Hoe kunnen we iedereen meenemen in de energietransitie? Energietransitie biedt een kans om iedereen mee te nemen. In NL en ook andere landen.
  • Kan je een onderwerp bedenken waar je gedeelde waarden hebt. Dan krijg je een grotere groep die zich zou kunnen verbinden. Te groot thema, zakt het weg en dan krijg je verschillende snelheden. Knip grote onderwerp in kleine issues.

Voor de sessie over de toekomst van biodiversiteit sprak Louise Vet.

We hebben het gehad over vooroordelen waar je overheen moet komen om samenwerking aan te kunnen gaan. We hebben het gehad over landbouw als destructie factor en over hoe we de toekomst naar het heden kunnen brengen. Hoe kunnen we het overheersende oude beeld van de agricultuur veranderen? Hoe krijgen we de voorlopers meer in beeld? Het groot worden van iets is vaak een optelsom van veel kleine initiatieven. Hoe versterken we de positieve beelden?

Verslag van de break-out groep:

  • Schort vooroordelen op en werk ook samen met onvermoede partijen
  • In het economisch systeem nemen we een voorschot op de toekomst (bv met de
    schuldenberg); in het ecologisch systeem kan dat niet straffeloos. Stem deze systemen beter op elkaar af en kijk naar nieuwe economische modellen. (Ref: Jack Cox, de Vlindereconomie, van groei naar ontwikkeling, 2019)
  • De grote agenda is ook een optelsom van vele kleinere maatschappelijke initiatieven (zoals de bijenhouder, de ecologische landbouw). Dit versterkt ook maatschappelijk draagvlak voor de grotere agenda.
  • Heb een internationale blik. Let op China als een groot land dat veel impact kan hebben, een agenda ontwikkelt en een grote onderzoekscapaciteit heeft (‘Er zijn ook groene chinezen’).
  • Het is belangrijk het frame van onze landbouw en voedselvoorziening te veranderen en oude beelden te vervangen die (ook nu weer bij jonge boeren) moeilijk weg te krijgen zijn.
  • Ontwikkel en steun concrete initiatieven als kweekvlees en ‘melkbrouwerijen’.
  • Het SDG Spotlight Report (SDG 10 en 15) is een waardevol instrument om kritisch
    te rapporteren over de voortgang van deze SDGs.
  • SDG Nederland lobbyt voor een duurzaam regeerakkoord, met als inzet om de
    SDGs het kader te maken voor overheidsbeleid.

Voor de sessie over de waarde van water sprak Alide Roerink.

Vanuit verschillende perspectieven hebben we naar de hele wereld van water gekeken. We hebben gekeken naar het bekijken van stroomgebieden als persona, dat we niet alleen aan mensen en sectoren denken maar ook aan de polder zelf. We keken naar de interacties tussen water en land; hoe als bomen verdwijnen ook het water verdwijnt. We hebben gekeken naar het belang van taal en hoe deze verbindend kan werken.

Verslag van de sessie: welke lessen zijn er te leren op basis van ervaringen en inzichten opgedaan in samenwerkingsverbanden voor waterdoelen? Waterdoelen als ‘toegang tot schoon drinkwater’, ‘drinkbare rivieren’, ‘water als publiek goed/common’, ‘vitaliteit van water’ etc.  :

  • In het plenaire deel van de dialoog noemde Louise Vet ‘polderen 3.0’ als een belangrijke succesfactor bij partnerschappen voor biodiversiteit. Een succesfactor voor samenwerking voor waterdoelen is water te beschouwen als actor, oftewel als ‘stakeholder’ of ‘rechtspersoon’.
  • Over grenzen van landen kijken naar stroomgebieden, als één integraal levend geheel. Een mooi voorbeeld is de samenwerking tot stand gekomen langs de Rijn met als doel de zalm weer terug te laten komen, dat gebeurde eerder dan verwacht omdat landen gingen samenwerken met het stroomgebied als ‘persona’;
  • Ook de wijsheid van water zien;
  • Partnerschap tussen Water en Land, met Wangari Maathai (Green Belt Movement) als inspiratiebron. Wangari maakte zichtbaar dat met het verdwijnen van bomen door ontbossing in Kenya ook het water verdween en dat met het planten van bomen het leven in de bodem en het water en de biodiversiteit toenam etc.;
  • Streven naar Community Based oplossingen;
  • Water (toegang tot water) is bron van conflict, met het Midden-Oosten en rivier de Jordaan als een van de voorbeelden.
  • In sommige landen van het Midden-Oosten is water duurder dan olie. Wat doet dat met mensen? Kijken we wel voldoende naar het individu? We kijken meer naar structuren (politiek, ngo’s, financiers) in plaats van mensen en hun dagelijks leven. Cruciaal is een taal te vinden – en vertaalslagen – die verbindend is en alle lagen / sectoren en vooral alle mensen bereikt en raakt, omdat het om bewustwording gaat;
  • In het M-O worden positieve en succesvolle initiatieven genomen die verbindend en vreedzaam zijn, door EcoPeace. Het werk van EcoPeace is niet onopgemerkt, maar krijgt helaas onvoldoende financiering van landen als de VS (sinds Trump) en ook Nederland. Vorig jaar is EcoPeace gevraagd de Veiligheidsraad te openen met het verhaal over de Jordaan als positieve bijdrage aan vrede. Succesfactor daar is burgemeesters te laten samenwerken;
  • Religies bij elkaar brengen voor de waterdoelen is van cruciaal belang, dat gebeurt binnen GIWA met mooie resultaten in India bijvoorbeeld, ook daar zou meer financiering voor moeten komen door landen als Nederland, Noorwegen, Denemarken en vandaaruit verbreden met andere landen. De Ganges als actor en stroomgebied staat centraal, waaraan 1 miljard mensen leven;
  • De spirituele betekenis van water is van belang;
  • “Meaningful Interaction” tot stand brengen, dat lijkt wel een mooie rode draad in ons gesprek.

Gedurende deze break-out sessie werd nagedacht over de mogelijkheid om op dit thema een werkgroep op te richten. De deelnemers zien graag een follow-up.

Voor de sessie over de kracht van coöperaties sprak Henry Mentink.

We hebben gesproken over een ander woord voor partnerschappen, namelijk gemeenschapsvorming. Wat we vaak missen als mensheid is échte onderlinge samenwerking. Gemeenschapsvorming op het laagste niveau. Gemeenschapsvorming is ook binnen de VN ter sprake gekomen als een van de kritische factoren om de SDGs te kunnen laten slagen.

Na de verslagen van de break-outs sloot Veronique Swinkels dit mooie evenement  af met een bedankje aan alle inspiratoren, facilitatoren, organisatoren en deelnemers van afgelopen dialogen.

Mijn dank gaat uit naar iedereen die de Dialoog op Dinsdag mede mogelijk heeft gemaakt: Adrie Papma, Alide Roerink, Ankie Petersen, Ashraf Hachouch, Awraham Soetendorp, Caroline van Leenders, Daniellle Hirsch, Douwe van der Stroom, Emma Broholm, Emma van der Steen , Frans Versteeg, Geerte Rietveld, Gerben van Straaten, Guiseppe van der Helm, Ignaz Anderson, Ilyes Machkor, Jade Peters, Jamilla Meischke, Jan Bouke Wijbrandi, Jan Pronk, Jan van de Venis, Jetteke van der Schatte Olivier, Kirsten de Mik, Li An Phoa, Louise Vet, Marleen Selten, Michel Scholte, Natascha Kooiman, Peter Knip, Ralien Bekkers, Rob van Tulder, Roel van den Sigtenhorst, Roos Marieke Oosting, Sander van ’t Foort, Sandra van Beest, Simone Filippini, Teresa Fogelberg, Thaddeus Anim-Somuah, Veronique Swinkels, Willem Ferwerda, William van Niekerk, Wim Oolbekkink.

Dialoog op Dinsdag #8  SDG 5 (gender) en SDG 16 (Peace and justice)

SDGs Beyond Corona

Op 13 oktober online

Moderatoren; Alide Roerink en Veronique Swinkels

Inspiratoren; Simone Filippini en Peter Knip

Luisteraars: Jan Pronk en Ralien Bekkers

 

 

Welkom bij deze Dialoog op Dinsdag #8

Veronique Swinkels en Alide Roerink heten iedereen welkom bij deze achtste Dialoog op Dinsdag een gezamenlijke dialoog van de Earth Charter Nederland vrienden en de Worldconnectors. Het is een prachtige dialoog vandaag met de inspiratoren Simone Filippini en Peter Knip voor SDG 5, gender, en SDG 16, vrede en rechtvaardigheid. De vragen die centraal staan zijn; wat zijn de overeenkomsten en uitdagingen van deze SDGs? Wat voor invloed heeft de huidige pandemie op ons beeld van deze doelen? Hoe verhouden deze doelen zich met de anderen die we al besproken hebben? Jan Pronk en Ralien Bekkers waren de luisteraar en deelden hun perspectief op wat ze hebben gehoord. 

Wat kunnen we leren van het perspectief van de andere sexe.

De dialoog begint met een uitdagende oefening waarbij Veronique de aanwezigen inspireert om goed te landen en zich te verbinden met het onderwerp en elkaar, al is het virtueel. De oefening heet ‘stepping in the shoes of….’. de aanwezigen worden gevraagd zich te verbeelden dat ze als een andere sexe geboren zou zijn. Wat had dat betekent voor je leven en hoe zou dat er hebben uitgezien? De aanwezigen werden gevraagd om in de chat de volgende vraag te beantwoorden: wat kunnen we leren van het perspectief van de andere sexe? De antwoorden gingen vooral over inlevingsvermogen en empathy en een van de vrouwelijk aanwezigen bleef zich afvragen of een snor kriebelt of niet.

We geven het estafettestokje door

We geven iedere keer het estafettestokje van de vorige bijeenkomst door, met dank aan de luisteraars. Dit zijn de punten die er uit sprongen toen Water en Educatie centraal stonden:

-“Be like water”, wees flexibel, ga mee met de flow, zoek de verbinding, blijf stromen en vernieuw je steeds opnieuw. Dan kom je ook uit je silo. Het stroomgebied van water verbindt hele ecosystemen en last zien dat de kwaliteit van leven sterk van elkaar afhangt.

– het onderwijs kan veel verbeteren als het de leerling als uitgangspunt neemt, duurzaamheid integraal omarmt en de vraag beantwoord waar we nu precies mee bezig zijn; kinderen laten kennismaken met de relevante kennis en vaardigheden voor hun toekomst en ze in staat stellen het grotere geheel te zien.

– Wat als we meer kracht konden zetten achter al die kleine initiatieven van onderop. Er is behoefte aan een support netwerk voor grass-roots initiatieven.

– Onverwachte coalities versterken het landschap. Deze doorbreken de harde conceptuele grenzen en brengen nieuwe verbindingen aan.   

SDG 5 beyond Corona door Simone Filippine

Als we vandaag denken aan vrouwenrechten en gender gelijkheid – gender equality – komt bij mensen die er mee bezig zijn vooral Sustainable Development Goal nummer 5 – SDG5 op. Een hard bevochten en zwaar gepolitiseerde SDG. Net als SDG16, waar Peter Knip vandaag over spreekt. SDG16 gaat over vreedzame samenlevingen, rechtsstaat en kwalitatief hoogwaardige instituties en is een cruciale SDG, ook om SDG5 te realiseren.

Even terug in de geschiedenis.

In 1995 vond in Beijing – na een aantal eerdere soortgelijke conferenties – een bepalende wereldwijde vrouwenrechten conferentie plaats met als uitkomst het Beijing Platform of Action. Een document dat een einde moest maken aan het onrecht, de discriminatie, de uitsluiting, de onvrijheid, het geweld waarmee vrouwen wereldwijd worden geconfronteerd.

Soms ben je onwillekeurig deel van een stukje geschiedenis. Toen de voorbereidende regionale conferentie voor Beijing in juni 1994 in Jakarta plaatsvond – Jan Pronk was Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en een krachtige pleitbezorger van vrouwenrechten – werkte ik daar op de ambassade. Het was mijn eerste post. Maar omdat de ambassadeur het thema vrouwenrechten en alles was daarbij kwam kijken geen mannenzaak vond en ik bij gebrek aan beter interim-specialist vrouwen en ontwikkelingwas gedoopt – ik was immers een vrouw… – kwam het erop neer dat ik na de plechtige opening van de conferentie de feitelijke leiding van de Nederlandse delegatie had.

In de slotverklaring werd nog uitgegaan van de nationale competentie van alle landen om hun eigen beleid met betrekking tot de rechten van vrouwen te formuleren en implementeren, rekening houdend met hun eigen culturen, waarden en tradities, en hun sociale, economische en politieke omstandigheden”. Onbegrijpelijk dat dit 25 jaar geleden nog de geldende opvatting was.

Amnesty International was in maart van dat jaar al met een rapport gekomen waarin stond dat de rechten van vrouwen een integraal deel van de universele mensenrechten zijn. Nog jaren daarna was de gevleugelde uitdrukking vrouwenrechten zijn mensenrechten. Blijkbaar was dit een issue.

Hoezo moeten we steeds weer bewijzen dat vrouwen mensen zijn

Ik heb deze kreet wel honderdduizend keer gehoord. Zelfs nog toen ik van 2003-2007 Hoofd van de afdeling Vrouwenrechten & gender Equality was bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken – jawel, dik in de 21e eeuw! – bleken nogal wat ambtenaren zich nog steeds van deze holle frase te bedienen. Een punt van veel ergernis: alsof je moest bewijzen dat vrouwen mensen zijn en hun rechten dus mensenrechten… Dat taalgebruik hebben we dan ook snel in de prullenbak laten verdwijnen.

Zijn we 25 jaar na de Wereldvrouwenconferentie in Beijing veel opgeschoten? Zijn alle papieren beloften en toezeggingen omgezet in actie? En heeft die actie geleid tot daadwerkelijke vooruitgang in de wereld om gelijke rechten en kansen van meisjes en vrouwen te waarborgen? En wat zijn gevolgen van covid19 voor de rechten en positie van vrouwen?

Corona heeft op alle fronten negatieve effecten

Er zijn zaken ten goede veranderd – niemand zal meer durven te betwijfelen dat vrouwenrechten mensenrechten zijn… –  maar Covid19 maakt veel van de relatief geringe vooruitgang ongedaan, blijkt volgens een rapport van UN Women van april dit jaar. De conclusies zijn niet mals: corona heeft op alle gebieden negatieve consequenties voor vrouwen. Met name geweld tegen vrouwen is stevig toegenomen. En alle rapporten laten zien: in dit tempo gaat geen enkel land SDG5 halen. Waardoor komt dat nu echt?

In maart 2020 verscheen de Gender Social Norm Index die meet hoe sociale overtuigingen gender gelijkheid in de weg staan op allerlei gebieden zoals politiek, werk, gezondheid en onderwijs. De uitkomst is op zijn zachtst treurig.

Ondanks decennia van aandacht voor gendergelijkheid en de tomeloze inzet van talloze (vrouwenrechten)organisaties hebben bijna 90% van mannen én vrouwen een vooroordeel tegen vrouwen. Rond de 50% van de mannen vindt dat zij meer recht hebben op een baan dan een vrouw en bijna een derde van de respondenten vindt het acceptabel dat een man zijn vrouw slaat. Ook denkt ongeveer de helft van de mannen en vrouwen in de wereld dat mannen betere leiders zijn dan vrouwen. Met maar 22 vrouwelijke leiders in de wereld van vandaag en de situatie rondom vrede en veiligheid, vluchtelingenstromen, groeiende ongelijkheid en toenemende geopolitieke spanningen vraag je je af waar die overtuiging vandaan komt!

Belangrijk om te beseffen: deze sociale overtuigingen zijn niet onschuldig.
Ze leiden concreet tot het systematisch achterblijven van vooruitgang op de uitvoering van het Beijing Actieplan en de doelen van SDG5. Ernstig is dat we elk jaar opnieuw een strijd zien in de Commission on the Status of Women (CSW), de jaarlijkse vergadering over de staat van vrouwenrechten. Een strijd die zich vooral afspeelt op het terrein van seksuele en reproductieve rechten van vrouwen. Het gaat hierbij om onder anderen om het recht zelf te bepalen wie je partner wordt, met wie je seks hebt en wanneer, of en hoeveel kinderen je wil. Ik heb altijd gezegd: wie de vruchtbaarheid van vrouwen controleert, controleert samenlevingen, heeft de macht over mensen. En daar gaat het de unholy allianceom die fundamentele rechten en vrijheden van vrouwen betwist, een harde kern van religieuze en niet-religieuze conservatieven.

Ook als we kijken naar de rol van vrouwen bij het bestrijden van seksueel geweld als oorlogswapen en het bouwen van duurzame en inclusieve vrede en veiligheid blijft die zwaar achter, ondanks alle afspraken daarover. Veiligheidsraad resolutie 1325 uit 2000, die als doel had ervoor te zorgen dat vrouwen voortaan actief worden betrokken bij oplossingen van conflicten en vredesopbouw blijft veelal een papieren werkelijkheid.

En waar blijft de eerste vrouwelijke Secretaris-Generaal van de VN? Vrouwen in de politiek wil ook niet erg vlotten. Dit jaar was pas de 53e! spreker bij de Algemene Vergadering van de VN een vrouw! Zoals gezegd, in slechts 22 van de 193 landen heeft een vrouw de leiding. En waar blijft de eerste vrouwelijke Secretaris-Generaal van de VN? Of de eerste vrouwelijke Premier van Nederland? En hoe kan het zijn dat eerwraak onverminderd voortduurt? Dat zoveel vrouwen onder de knoet zitten van hun mannelijke familieleden? Dat genitale verminking nog steeds een wijdverbreid gebruik is? Dat nergens in de wereld tot dusver gelijk werk gelijk wordt beloond? Dat vrouwen vrijwel overal minder toegang hebben tot kapitaal?

Definitieve gelijkstelling van meisjes en jongens, vrouwen en mannen is een lange en pijnlijke weg. En wat we eigenlijk allemaal al weten: met praktische handreikingen alleen en slimme tools gaan we er niet komen. Er moet een transformatie plaatsvinden, systeemverandering. En dat betekent een harde, consequente en langjarige inzet vanuit regeringen en overheden naast actieve druk van onderaf, vooral de strijd die zoveel – vooral – vrouwen bottom-up voeren.

Stapje voor stapje vooruit is niet meer genoeg. Als we de SDGs en de klimaat agenda willen realiseren, hebben we vrouwen en mannen nodig. Alle rapporten laten zien gender gelijkheid een randvoorwaarde is om te komen tot blijvend vreedzame, inclusieve, welvarende en duurzame samenlevingen.

Als we deze weg niet heel snel rennend gaan afleggen en op die weg mannen – eindelijk – volop meenemen en ze laten zien dat het leven voor hun leuker, interessanter en ontspannener wordt als ze vrouwen een royale plek onder de zon gunnen, dan gaat er van dit mooie toekomstbeeld niet veel komen. Op onrechtvaardigheid kunnen we geen rechtvaardige wereld bouwen.

Gelukkig is er een nieuwe generatie waarin veel vrouwen en mannen beter samenwerken dan de vorige. Een generatie die kan helpen om ervoor te zorgen dat gender equality niet aan het einde van deze eeuw pas verwezenlijkt wordt maar dat 2030 een andere realiteit laat zien. Een generatie die samen met oudere generaties het verschil kan maken. Pappen en nathouden is niet meer genoeg. We moeten regeringen, bedrijven, organisaties en waar nodig elkaar tot verantwoording roepen.

Leiderschap is daarbij cruciaal; dat kunnen we niet aan anderen overlaten. We zullen allemaal – jonger en ouder – leider moeten worden deze wereld voor de mensheid duurzaam te maken. Gender gelijkheid vormt onderdeel van de cruciale duurzaamheidsagenda. Dat leiderschap moet vervolgens worden gestut door goed werkende integere instituties, krachtige ondersteuning van de uitvoering van plannen in de praktijk en een onafhankelijke adequaat functionerende rechtsstaat. Plannen alleen zijn niet genoeg. Beloften maken schuld en als burgers willen we zien dat de papieren beloften realiteit worden.

De tijd is nu! Het is vijf voor twaalf.

SDG 16 Beyond Corona door Peter Knip

Nog voor de coronacrisis vroeg Ilyes Machkor, coördinator van Worldconnectors, mij wat ik vond van ons netwerk van Worldconnectors. Ik deelde met hem mijn enthousiasme maar ook mijn zorg dat de als acopalytisch geduide klimaatverandering en de urgentie van klimaatmaatregelen, de aandacht voor vrede, welvaartsdeling en goed bestuur te veel overschaduwden. Wellicht is mij daarom de eer te beurt gevallen deze gesproken column over SDG-doel te verzorgen.

Verbinding is hèt sleutelwoord om vrede te bewerkstelligen.

Het komt mij voor dat in deze tijd van confrontatie, groeiende tegenstellingen en toenemende eenzaamheid verbindershard nodig zijn. Verbinding is hèt sleutelwoord om vrede te bewerkstelligen. Zonder verbinding tussen overheid en burger geen toegang tot recht en geen sterke instituties. Verbinding is het hart van doel 16 dat luidt: Bevorder vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling, verzeker toegang tot justitie voor iedereen en creëer op alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en open instellingen.”.

Met 7 punten zet ik deze ambitieuze in zekere zin overkoepelende doelstelling in de schijnwerper:

1. Doel 16 is zowel doel als voorwaarde. De wereld moet vreedzamer, rechtvaardiger èn inclusiever worden. Maar de andere duurzaamheidsdoelen vallen niet te bereiken als we onveiligheid en conflict, ongelijke toegang tot recht en slecht bestuur niet weten weg te nemen.

2. Voelt u met mij het historisch gewicht van doel 16? Vrede was uiteraard al eerder door de verenigde naties als doel benoemd hoewel het binnen de VN altijd een wat noodlijdend bestaan leidt en in de Millennium Development Goals nog geheel ontbrak. Het is echter de allereerste keer dat de internationale gemeenschap een gezamenlijke visie formuleerde op de noodzaak van effectieve, verantwoordelijke en inclusieve instituties voor duurzame ontwikkeling. Er was veel verzet, onder andere van Rusland en China (geen inmenging in binnenlandse aangelegenheden) tegen deze formulering maar opvallend genoeg gaven de Afrikaanse landen de positieve doorslag om het concept van good governance te omarmen.

3. Goed bestuur mag dan uiteindelijk als cruciaal doel zijn benoemd, het krijgt van veel nationale overheden niet de aandacht die het verdient. Lokale en regionale overheden, vrijwel overal dé overheidslaag die verantwoordelijk is voor het bieden van basisdienstverlening aan inwoners zoals afvalmanagement, transport, huisvesting, sanitatie en steun aan de meest kwetsbaren, krijgen structureel onvoldoende financiën en bevoegdheden om dit naar behoren te doen. In het Nederlands ontwikkelingsbeleid is de aandacht voor goed bestuur geruisloos gedegradeerd tot een slap dwarsdoorsnijdend thema dat ook in de Tweede Kamer weinig aandacht krijgt (hoewel Minister Kaag er oog voor heeft!).

4. Deze column moet u niet somber maken maar inspireren. Toch kan ik er niet onderuit u te wijzen op het feit dat vijf jaar na vaststelling van de SDGs, de Global Peace Index 2020 concludeert: De wereldwijde vreedzaamheid is er het afgelopen jaar op achteruitgegaan. Dit is de vierde keer in de afgelopen vijf jaar dat de wereld een daling kent van vreedzaamheid”.”

5. De Covid-19 pandemie doet het bereiken van SDG-16, en de andere SDGs, geen goed. De economische gevolgen ervan dreigen een enorme impact te hebben op onze samenlevingen. Landen die reeds instabiel zijn en waar spanningen zijn, komen verder onder druk te staan. Data komen binnen dat de crisis leidt tot meer huiselijk geweld tegen vrouwen en meisjes, tot groeiende ongelijkheid, tot meer haatspeech en meer geweld tegen migranten en minderheden. Op bestuurlijk terrein nemen we duidelijk tendensen waar van recentralisatie, het indammen van oppositie en naarmate de crisis langer duurt een verlies aan legitimatie van de overheid.

6. Niettemin een lichtpunt. In de afgelopen maanden volgde ik een serie live learning experiencesdie onze wereldorganisatie van lokale en regionale overheden, United Cities and Local Governments (UCLG) -die overigens stelt dat in al haar gremia en delegaties minimaal 1 op de 3 bestuurders vrouw moet zijn- organiseerde met burgemeesters en ambtenaren van zon 100 verschillende steden in de wereld over hun ervaringen met Covid-19. Je zou het wellicht niet verwachten in ons land met groepen als Viruswaarzinen 17 miljoen uiteenlopende meningen over de maatregelen ter bestrijding van het virus, maar de rode draad in de online gesprekken bestond uit vele voorbeelden van groeiende gemeenschapszin. Gewone burgers komen in actie voor wie het moeilijk hebben, doen donaties, buren doen boodschappen voor elkaar en vangen elkaars kinderen op. Veel burgemeesters benadrukten dat ze op deze nieuwe gemeenschapszin kunnen en willen bouwen aan een vernieuwd sociaal contract gebaseerd op mensenrechten, diversiteit en samenwerking.

7. En dan nog een lichtpunt. Twee vredesinitiatieven in mijn omgeving die u en mij hoop geven. U weet dat 9 op de 10 situaties van dodelijk geweld plaatsvinden buiten directe oorlogssituaties op locaties die als min of meer vreedzaam te boek staan. Peace in our cities SDG16 + action pledge” is een initiatief van steden en vredesorganisaties om urbaan geweld te reduceren (www.pluspeace.org/peace-in-our-cities).

Tot slot een tweede initiatief dat ik erg leuk vind om juist hier te noemen omdat de meeluisterende Jan Pronk en ons netwerk van Worldconnectors daarin een grote rol speelden. In 2008 organiseerde de VNG samen met UCLG het eerste -tweedaagse- wereldcongres over City Diplomacy, de bijdrage van gemeenten aan vrede, met als dagvoorzitter en facilitator Jan Pronk. Ruim 300 gemeentelijke deelnemers uit meer dan 50 landen deden aanbevelingen waaronder het instellen van een internationale vredesprijs voor gemeenten die zich op bijzondere wijze voor vrede hadden ingespannen. Pas in 2016 konden we dit realiseren, met name doordat in dit netwerk werd geadviseerd het Nederlands V-Fonds (voor Vrede, Vrijheid en Veteranen) te benaderen voor mede-financiering. En dat kwam. Afgelopen najaar tijdens het grote driejaarlijkse UCLG Wereldcongres in Durban met 4000 deelnemers keerden we de prijs voor de 2e keer uit. De kleine gemeente Arsal in Libanon viel de eer te beurt. Vanwege haar inzet om grote aantallen vluchtelingen uit Syrië op te vangen èn om via een intensief participatief proces van dialoog de grote spanningen tussen de Syriërs onderling als tussen de vluchtelingen en de eigen gemeenschap te bespreken en beheersbaar te maken. Overweldigd door de aandacht van burgemeesters uit de hele wereld voor zijn gemeenschap stond de burgemeester van Arsal daar in tranen. Drie burgemeesters uit Nederland, van VVD, CDA en PvdA huize en mijn collegas en ik stonden daar eveneens in tranen. Over verbinding gesproken.

Wat een inspirerrende verhalen. In breakout groepen gaan we vervolgens in dialoog over een aantal stellingen. En dit zijn de belangrijkste learnings uit de gesprekken;

Stellingen SDG 5

1. Blijven we pappen en nathouden als het om vrouwenrechten gaat en blijven we vriendelijk in gesprek of is het tijd om schending van rechten van meisjes en vrouwen als een breekijzer in relaties tussen landen te gebruiken?

2. In Nederland voeren we eindelijk een quotum in om te komen tot gelijke vertegenwoordiging m/v in alle sectoren in de samenleving.

De samenhang tussen SDG 5 en SDG 16 kan vergroot worden door vrouwenrechten als breekijzer in te zetten voor inclusieve instituties. Echter, Nederland kan op dat punt zichzelf niet op de borst kloppen, laat staan in het buitenlandbeleid krachtig uitstralen.

Een onderwerp van belang voor vertrouwen in overheden is corruptiebestrijding. In Nederland speelt het thema vertrouwen in lokale overheden momenteel sterk in het kader van de Regionale Energie Strategie (RES). Met een verwijzing naar het recente opinie artikel van Herman Wijffels en Sander van ’t Foort: maatschappelijke initiatieven voor duurzame energieopwekking ondervinden belemmeringen bij regionale en lokale besturen en instituties. Het is helaas ook geen ‘best practice’ op het punt van burgerparticipatie. Er zijn nu talloze partijen die initiatieven nemen, zij blijken teveel afhankelijk van lokale bestuurders.

Conclusie van de dialoog is wel dat de veranderkracht van de mensen zelf, lokaal, moet komen. De opwaartse druk is van belang. Uiteindelijk zal dat het verschil maken.

Voor deze stelling dat het tijd is voor en quotum tekent zich een meerderheid af. Spreekt liever van gelijkwaardigheid in plaats van gelijkheid. Omarm verschillen. We ebben een breekijzer nodig. Cultuurverandering is essentieel. Geef vrouwen de mogelijkheid om vrouwelijke eigenschappen te tonen. Zo kunnen vrouwen authenticiteit vertonen.

Het gaat om implementatie. We zijn wel een beetje klaar met het wel/niet-verhaal, laten we het gewoon doen en zien wat er gebeurt. Het moet daarbij niet alleen over mannen en vrouwen te gaan, moet ook over andere culturen gaan. Kanttekening is wel dat vrouwen ook bang zijn om te worden gekwalificeerd als vrouw, terwijl je veel meer bent.  Als vrouwen de top willen bereiken moeten ze eigenschappen ontwikkelen die niet bij hun authentieke zelf passen. Er moet een positieve cultuurverandering plaatsvinden. Dat zal gebeuren als je 50-50 man/vrouw-verhouding creëert. Aanrader; het boek invisible women.

Stelling SDG 16:

Lokale en regionale overheden staan het dichtst bij de burgers. Zij zijn daardoor het best in staat publieke diensten gelijkelijk aan alle inwoners te bieden en de kwetsbaren extra te beschermen maar zij worden daartoe door nationale overheden, internationale financiële instellingen èn ngos onvoldoende in staat gesteld.”

Wat leeft in de samenleving kan niet door de overheid worden genegeerd. Wat we zien in de coronacrisis pleit voor veel meer bottom-up, samen. Het creeren van opwaartse druk. Uiteindelijk gaat het om het doen! Hier hebben lokale overheden een belangrijke rol in. Staan dichterbij de implementatie. Politici weten niet hoe het in de implementatie gaat. Daar moet nu de focus heen. Zeker als je naar de statistieken kijkt.

De verbinding tussen SDG 5 en SDG 16

Connectie van sterke instituties met gelijkheidsprincipes. Instituten zijn per definitie niet sterk als ze niet divers en inclusief zijn. Deze twee SDGs hangen sterk samen. Zonder vrouwen geen vrede en vooruitgang. De vrouwelijke stem wordt slecht gehoord. Belangrijk is om expliciet rechten van vrouwen en mannen te benoemen en, om actief om beide stemmen te vragen. Vrouwen hebben vaak meeste kennis van lokale gebruiken en staan dichter bij de oplossing.

Het onrecht wordt vergroot in Nederland door de decentralisatie van veel publieke diensten. Niet iedereen krijgt hetzelfde. Nederland als land van vrede en recht en sterke instellingen staat onder druk. NL schiet hier te kort. De positie van Vluchtelingen …. het Midden Oosten. Kijken we weg of staan we aan de verkeerde kant?

De luisteraar heeft het laatste woord

Ralien Bekkers is VN jongeren vertegenwoordiger geweest, werkte met de VN mee aan het Parijs Klimaat Akkoord en de SDGs. 6 Jaar geleden verhuisde ze naar Washington waar ze haar studie ‘Environmental Management’ aan Yale University deed. Nu werkt ze bij de NDC Partnership waar ze landen helpt met de implementatie van de SDGs. Specifiek kijkt ze naar de integratie van jongeren en de implementatie van gender gelijkheid in klimaat actie.

Wat ik heb gehoord is dat we er voor moet zorgen dat we ook mannen meenemen in discussies rondom gender gelijkheid. Het gaat ook om de rol die mannen kunnen spelen hierin. Een goed voorbeeld hiervan is de campagne ‘He for She’. Hier staan juist mannen op voor de rechten van vrouwen. Als we een quota hebben kan dat natuurlijk ook betekenen dat we meer mannen in vrouwen organisaties moeten hebben. Draai het eens om.

Ik hoorde ook heel veel over de noodzaak van systeemveranderingen. Dit gaat om diepgewortelde vooroordelen. Het is behoorlijk schokkend om te horen dat het nog steeds zo slecht gaat. Ik zou jullie ook willen laten nadenken over dat dit niet alleen gaat over gender, het gaat ook over allerlei andere racial justices waar er ook heel veel vooroordelen bestaan. De nood voor systeemveranderingen gaat niet alleen over gendergelijkheid maar ook om veel bredere gelijkheid. We kunnen zeker met gender heel concreet aan de slag, maar zorg dat je een inclusieve, interactionele blik blijft houden. Het is belangrijk om een integrale benadering tot de SDGs te hebben, het gaat niet alleen om SDG 5 of 16, maar over alle SDGs. De situaties die gerecreëerd worden door klimaatverandering bijvoorbeeld zorgen voor een verhoging van gender based violence.

Implementatie: uiteindelijk gaat het om het doen. We moeten nu echt verder van het praten naar het doen. Daarin spelen juist die lokale overheden een grote rol omdat zij dichterbij concrete implementaties staan. Een heel mooi punt dat genoemd werd is dat we de politieke en technische werelden samen moeten brengen. Vaak weten politici niet hoe het nou eigenlijk in de implementatie fase er aan toe gaat. We hebben in 2015 alles afgesproken, daarvoor zijn er tientallen jaren onderhandeld. Nu moeten we focussen op de implementatie, daarvoor moeten we alle lagen van de samenleving bij betrekken. Vooral als we naar de statistieken kijken: want zowel bij SDG 5 als SDG 16 gaat het eigenlijk alleen maar slechter. En we hebben nog maar tien jaar.

Verder werd ook de noodzaak van sterke instituties besproken. Laten we ervoor zorgen dat we de connectie leggen tussen sterke instituties en gelijkheidsprincipes. Het betrekken van burgers en het bouwen van vertrouwen staat hier centraal. We zien een tendens waar er eigenlijk alleen maar minder vertrouwen is in instituties. We moeten burgers op een hele praktische manier betrekken, niet alleen voor de show maar gelinkt aan formele besluitvormingsprocessen.

Wat betreft de quotum: het is tijd dat we de volgende stap nemen en deze concrete maatregeling implementeren. Het is belangrijk dat alle stakeholders hierbij betrokken worden. Ook is het is belangrijk dat de quotum ook goed geborgen wordt en dat er ook trainingen voor bestuurders bij gegeven worden bijvoorbeeld. Het is belangrijk voor het versterken van begrip en capaciteiten van bestuurders, en hiermee het versterken van instituties, dat er een veilige omgeving gecreëerd wordt waar bestuurders met elkaar in gesprek kunnen.

Tot slot, samenwerking: het gaat echt om verbinding. Maar hoe doen we dat nou concreet? Hoe richten we nou een sociaal contract in voor gelijke rechten, voor diversiteit, voor samenwerking? Hier zijn natuurlijk allemaal ideeën voor, maar het is tijd om hier een concrete uitvoering van te zien. Wat we nodig hebben is zowel de druk van onderop als de leiderschap van bovenop, een leiderschap van gelijke vertegenwoordiging.

We geven het stokje door naar Dialoog op Dinsdag #9:

  • De kreet vrouwenrechten zijn mensenrechten is nog steeds een punt van veel ergernis: alsof je moet bewijzen dat vrouwen mensen zijn en hun rechten dus mensenrechten… Dit taalgebruik hopen we niet meer terug te zien.
  • Hoe maken we van gender, geen gender issue. Instituten zijn pas sterk als ze inclusief en divers zijn. Daar zou vanuit man en vrouw de focus op moeten liggen.
  • Doel 16 is zowel doel als voorwaarde. De wereld moet vreedzamer, rechtvaardiger èn inclusiever worden. De andere duurzaamheidsdoelen vallen niet te bereiken als we onveiligheid en conflict, ongelijke toegang tot recht en slecht bestuur niet weten weg te nemen. Wat is de rol van Nederland hierin, hoe versterken we deze rol.
  • 9 op de 10 situaties van dodelijk geweld vinden plaats buiten directe oorlogssituaties op locaties die als min of meer vreedzaam te boek staan. Peace in our cities SDG16 + action pledge” is een initiatief van steden en vredesorganisaties om urbaan geweld te reduceren (www.pluspeace.org/peace-in-our-cities).

Op 27 oktober kijken we terug naar wat er allemaal besproken is in de afgelopen 8 Dialogen op Dinsdag en kaarten we de laatste SDG aan, SDG 17: Partnerships for the Goals. Ook dit dialoog zal via Zoom plaats vinden.

Round Table 17 november: Duurzaam Leiderschap

Op dinsdagavond 17 november 2020 verwelkomden we maar liefst 52 Worldconnectors vanuit hun eigen woonkamers bij onze digitale Round Table Duurzaam Leiderschap. De Round Table volgde na een ALV waarin Ilyes Machkor, coördinator, en Veronique Swinkels, bestuurslid, de conceptplannen voor het jaar 2021 presenteerden. Veel nieuwe leden waren aanwezig en Sander van ’t Foort, bestuurslid van Worldconnectors, gaf ze de kans zichzelf te introduceren. Om ons na te laten denken over het thema van de avond, stelde Sander ons daarna de volgende vraag: “Wat betekent duurzaam leiderschap voor jou?”. Hier kwamen de volgende antwoorden uit:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met deze vraag en antwoorden in ons achterhoofd volgde Hans Reus, partner bij executive search bureau Russell Reynolds Associates, die een wereldwijd onderzoek presenteerde dat tot stand is gekomen in samenwerking met United Nations Global Compact, gebaseerd op interviews met 55 CEOs en commissarissen in allerlei sectoren.

Presentatie Hans Reus

Hans liet zien hoe in toenemende mate steeds meer stakeholders zich bezighouden met duurzaamheid, ook gezien de lange-termijn financiële belangen. Hans onderscheidt hierin, met behulp van Rob van Tulder’s boek Getting All the Motives Right, een aantal categorieën van duurzaamheid onder bedrijven: reactief/moeten, actief/willen, en de koplopers: proactief/kunnen. Dit kun je onder andere aflezen aan hun strategie, Raad van Commissarissen, Raad van Bestuur, beloningen, partnerschappen en talent management. Kern hierbij is dat in al deze facetten duurzaamheid verankerd zit.

Uit het onderzoek bleek dat alle 55 CEO’s een sustainable mindset onlosmakelijk verbonden zien met duurzaam leiderschap. Zij hebben een diepe overtuiging dat ze hun bedrijf op een duurzame manier moeten laten groeien. Daarnaast zijn er belangrijke competenties als systeem-denken, stakeholder inclusie, baanbrekende innovatie en lange-termijn activering/verankering. In de praktijk zie je echter dat er nog te weinig naar duurzaam leiderschap wordt gevraagd als selectiecriterium. Door duurzaamheid centraler te stellen in sollicitatiegesprekken, kunnen kandidaten beter getoetst worden op duurzame leiderschapsvaardigheden. En hoe trek je het breder naar het hele bedrijf toe?

Hans gaf ons de volgende adviezen mee:

Nieuwsgierig naar de volledige presentatie van Hans Reus? De opname vind je hier.

Reacties paneldiscussie

Alexander Rinnooy Kan, hoogleraar economie en bedrijfskunde aan de UvA, benadrukte het belang om duurzaamheid als handvat te gebruiken in de activiteiten van het bedrijf. Het principe dat je de planeet in minstens dezelfde conditie moet achterlaten als dat je hem vond werd eerst genoemd in 1987. Sindsdien is er veel vooruitgang geboekt, maar we lopen nog steeds erg achter. Hij noemde de grote rol die de ambitieuze SDGs spelen in het leiden van duurzame ontwikkelingen. Ieder bedrijf moet zich tenminste in één of een aantal doelen kunnen herkennen. Zo werken de SDGs erg inclusief en maak je al snel deel van een groter geheel. Alleen begint dit wel op persoonlijk niveau, mensen moeten deel van het groter geheel willen worden. Alexander ziet het als zowel moreel als economisch verstandig om hieraan mee te werken. “De vrijblijvendheid is voorbij”, zo sloot Alexander af.

Serpil Tascioglu, director Foods Innovation & Transformation bij Unilever, benadrukte het belang van de verankering van duurzaamheid in het bedrijf, zowel in de strategie als besluitvorming. Op deze manier vormt duurzaamheid een lens waarin je op een andere manier naar je producten kijkt en zich nieuwe kansen voordoen. Zo is duurzaamheid nu ook een vorm van marketing: als duurzaamheid geïntegreerd wordt in de doelstelling van het merk, trek je nieuwe klanten aan. Helaas kost verandering tijd, en heb je daar vooruitlopers voor nodig: duurzame leiders.

Fokko Wientjes, Vice President Malnutrition Programs en Partnership bij DSM, nam ons mee in het belang van de maatschappelijke relevantie van een bedrijf. Bedrijven worden in eerste instantie opgezet omdat er diensten en producten zijn met een toegevoegde waarde. Geld is een middel voor het waarborgen van deze. Helaas wordt dit vaak omgedraaid en wordt geld beschouwt als een doel op zich. Het is belangrijk om je bedrijf weer relevant te krijgen. Hierin moeten bedrijven toekomstgericht werken. Hij sluit zich aan bij Serpil en ziet de sustainability agenda als een kansen agenda, het discours rondom duurzaamheid moet weg van compliance. Fokko ziet concurrentie als een goed middel voor een verduurzaming van het bedrijf. Het is moeilijk om de doelen volledig te halen, maar vergelijk bedrijven en wordt in ieder geval beter dan je buur. People planet en prosperity kunnen integraal bijdragen aan het bedrijf!  Zo blijft het bedrijf nog relevant voor de volgende 100 jaar.

Leendert van Bergeijk, manager MVO bij A.S. Watson Health & Beauty Benelux, reflecteert op hoe de modellen van Hans terugkomen binnen A.S. Watson, dat o.a. de Trekpleister en Kruidvat onder zich heeft. Er wordt binnen zijn organisatie wel over duurzaamheid gesproken, maar het financiële aspect neemt vaak de boventoon in besluitvorming. Voor hem zou het beter werken om een fair level platform te hebben. Leendert ziet de kracht van winkels als de Kruidvat in hun onderhandelingspositie. De massaproductie van deze winkels kunnen duurzaamheid publiek toegankelijk maken en er voor zorgen dat duurzame producten bij iedereen beschikbaar worden. Zo voorkom je dat duurzaamheid een niche wordt. We hebben nog een lange weg te gaan. Voor Leendert ligt het belang bij het verduurzamen van het merk, het leveragen van de positie als massa winkel en het maken van partnerschappen waar we impact mee kunnen maken.

Na deze relevante bijdrages werden alle deelnemers in koppels van twee verdeeld in break-out groepen waarin ze met elkaar moesten reflecteren op het panel en hoe ze vanuit hun eigen rol een bijdrage kunnen leveren.

Afsluiting

Na de break-outs kwam iedereen terug voor een gezamenlijke afsluiting. Ter terugkoppeling werd ons gevraagd om in een paar woorden antwoord te geven op de volgende vraag: “Wat ga jij vanaf morgen anders doen met betrekking tot duurzaam leiderschap?” Een greep uit de reacties: “deze term meer gebruiken zodat het de norm wordt”, “de juiste vragen stellen”, “nadenken met welke kci’s je duurzaamheid aantrekkelijk kunt maken voor mensen die alleen aan geld denken”, “het begrip duurzaamheid toegankelijker maken met behulp van taal”, “nog meer jongeren erbij betrekken” of “nagaan hoe ik met de kennis van vanavond processen met stakeholders echt inclusief kan maken”. Hierna werd Werner Schouten gevraagd om een reflectie op de break-outs en de presentaties te geven. Hij wees ons op het belangrijke verschil tussen een leider en een manager: een manager optimaliseert alleen de outputs van een bedrijf, terwijl een leider een cultuurverandering inbrengt.

Het afsluitende woord werd gegeven aan Hans Reus die ons zijn laatste gedachtes meegaf:

Zorg ervoor dat duurzaamheid een onderwerp wordt van sollicitatiegesprekken;
Laat weten dat je een Worldconnector bent; dat je verbindingen wil leggen;
Duurzaam leiderschap is ontwikkelbaar.

Het volledige onderzoek kun je hier teruglezen; Worldconnectors Rixt Harmsen en Hans Reus staan open voor alle resterende vragen.

Blog Peter Knip SDG #16: Dialoog op dinsdag 13 oktober

SDG 16 Beyond Corona 

Nog voor de coronacrisis vroeg Ilyes Machkor, coördinator van Worldconnectors, mij wat ik vond van ons netwerk van Worldconnectors. Ik deelde met hem mijn enthousiasme maar ook mijn zorg dat de als acopalytisch geduide klimaatverandering en de urgentie van klimaatmaatregelen, de aandacht voor vrede, welvaartsdeling en goed bestuur te veel overschaduwden. Wellicht is mij daarom de eer te beurt gevallen deze gesproken column over SDG-doel te verzorgen.

Verbinding is hèt sleutelwoord om vrede te bewerkstelligen.

Het komt mij voor dat in deze tijd van confrontatie, groeiende tegenstellingen en toenemende eenzaamheid verbindershard nodig zijn. Verbinding is hèt sleutelwoord om vrede te bewerkstelligen. Zonder verbinding tussen overheid en burger geen toegang tot recht en geen sterke instituties. Verbinding is het hart van doel 16 dat luidt: Bevorder vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling, verzeker toegang tot justitie voor iedereen en creëer op alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en open instellingen.”.

Met 7 punten zet ik deze ambitieuze in zekere zin overkoepelende doelstelling in de schijnwerper:

1. Doel 16 is zowel doel als voorwaarde. De wereld moet vreedzamer, rechtvaardiger èn inclusiever worden. Maar de andere duurzaamheidsdoelen vallen niet te bereiken als we onveiligheid en conflict, ongelijke toegang tot recht en slecht bestuur niet weten weg te nemen.

2. Voelt u met mij het historisch gewicht van doel 16? Vrede was uiteraard al eerder door de verenigde naties als doel benoemd hoewel het binnen de VN altijd een wat noodlijdend bestaan leidt en in de Millennium Development Goals nog geheel ontbrak. Het is echter de allereerste keer dat de internationale gemeenschap een gezamenlijke visie formuleerde op de noodzaak van effectieve, verantwoordelijke en inclusieve instituties voor duurzame ontwikkeling. Er was veel verzet, onder andere van Rusland en China (geen inmenging in binnenlandse aangelegenheden) tegen deze formulering maar opvallend genoeg gaven de Afrikaanse landen de positieve doorslag om het concept van good governance te omarmen.

3. Goed bestuur mag dan uiteindelijk als cruciaal doel zijn benoemd, het krijgt van veel nationale overheden niet de aandacht die het verdient. Lokale en regionale overheden, vrijwel overal dé overheidslaag die verantwoordelijk is voor het bieden van basisdienstverlening aan inwoners zoals afvalmanagement, transport, huisvesting, sanitatie en steun aan de meest kwetsbaren, krijgen structureel onvoldoende financiën en bevoegdheden om dit naar behoren te doen. In het Nederlands ontwikkelingsbeleid is de aandacht voor goed bestuur geruisloos gedegradeerd tot een slap dwarsdoorsnijdend thema dat ook in de Tweede Kamer weinig aandacht krijgt (hoewel Minister Kaag er oog voor heeft!).

4. Deze column moet u niet somber maken maar inspireren. Toch kan ik er niet onderuit u te wijzen op het feit dat vijf jaar na vaststelling van de SDGs, de Global Peace Index 2020 concludeert: De wereldwijde vreedzaamheid is er het afgelopen jaar op achteruitgegaan. Dit is de vierde keer in de afgelopen vijf jaar dat de wereld een daling kent van vreedzaamheid”.”

5. De Covid-19 pandemie doet het bereiken van SDG-16, en de andere SDGs, geen goed. De economische gevolgen ervan dreigen een enorme impact te hebben op onze samenlevingen. Landen die reeds instabiel zijn en waar spanningen zijn, komen verder onder druk te staan. Data komen binnen dat de crisis leidt tot meer huiselijk geweld tegen vrouwen en meisjes, tot groeiende ongelijkheid, tot meer haatspeech en meer geweld tegen migranten en minderheden. Op bestuurlijk terrein nemen we duidelijk tendensen waar van recentralisatie, het indammen van oppositie en naarmate de crisis langer duurt een verlies aan legitimatie van de overheid.

6. Niettemin een lichtpunt. In de afgelopen maanden volgde ik een serie live learning experiencesdie onze wereldorganisatie van lokale en regionale overheden, United Cities and Local Governments (UCLG) -die overigens stelt dat in al haar gremia en delegaties minimaal 1 op de 3 bestuurders vrouw moet zijn- organiseerde met burgemeesters en ambtenaren van zon 100 verschillende steden in de wereld over hun ervaringen met Covid-19. Je zou het wellicht niet verwachten in ons land met groepen als Viruswaarzinen 17 miljoen uiteenlopende meningen over de maatregelen ter bestrijding van het virus, maar de rode draad in de online gesprekken bestond uit vele voorbeelden van groeiende gemeenschapszin. Gewone burgers komen in actie voor wie het moeilijk hebben, doen donaties, buren doen boodschappen voor elkaar en vangen elkaars kinderen op. Veel burgemeesters benadrukten dat ze op deze nieuwe gemeenschapszin kunnen en willen bouwen aan een vernieuwd sociaal contract gebaseerd op mensenrechten, diversiteit en samenwerking.

7. En dan nog een lichtpunt. Twee vredesinitiatieven in mijn omgeving die u en mij hoop geven. U weet dat 9 op de 10 situaties van dodelijk geweld plaatsvinden buiten directe oorlogssituaties op locaties die als min of meer vreedzaam te boek staan. Peace in our cities SDG16 + action pledge” is een initiatief van steden en vredesorganisaties om urbaan geweld te reduceren (www.pluspeace.org/peace-in-our-cities).

Tot slot een tweede initiatief dat ik erg leuk vind om juist hier te noemen omdat de meeluisterende Jan Pronk en ons netwerk van Worldconnectors daarin een grote rol speelden. In 2008 organiseerde de VNG samen met UCLG het eerste -tweedaagse- wereldcongres over City Diplomacy, de bijdrage van gemeenten aan vrede, met als dagvoorzitter en facilitator Jan Pronk. Ruim 300 gemeentelijke deelnemers uit meer dan 50 landen deden aanbevelingen waaronder het instellen van een internationale vredesprijs voor gemeenten die zich op bijzondere wijze voor vrede hadden ingespannen. Pas in 2016 konden we dit realiseren, met name doordat in dit netwerk werd geadviseerd het Nederlands V-Fonds (voor Vrede, Vrijheid en Veteranen) te benaderen voor mede-financiering. En dat kwam. Afgelopen najaar tijdens het grote driejaarlijkse UCLG Wereldcongres in Durban met 4000 deelnemers keerden we de prijs voor de 2e keer uit. De kleine gemeente Arsal in Libanon viel de eer te beurt. Vanwege haar inzet om grote aantallen vluchtelingen uit Syrië op te vangen èn om via een intensief participatief proces van dialoog de grote spanningen tussen de Syriërs onderling als tussen de vluchtelingen en de eigen gemeenschap te bespreken en beheersbaar te maken. Overweldigd door de aandacht van burgemeesters uit de hele wereld voor zijn gemeenschap stond de burgemeester van Arsal daar in tranen. Drie burgemeesters uit Nederland, van VVD, CDA en PvdA huize en mijn collegas en ik stonden daar eveneens in tranen. Over verbinding gesproken.

Blog Simone Filippini SDG #5: Dialoog op dinsdag 13 oktober

SDG 5 beyond Corona 

 

Als we vandaag denken aan vrouwenrechten en gender gelijkheid – gender equality – komt bij mensen die er mee bezig zijn vooral Sustainable Development Goal nummer 5 – SDG5 op. Een hard bevochten en zwaar gepolitiseerde SDG. Net als SDG16, waar Peter Knip vandaag over spreekt. SDG16 gaat over vreedzame samenlevingen, rechtsstaat en kwalitatief hoogwaardige instituties en is een cruciale SDG, ook om SDG5 te realiseren.

 

Even terug in de geschiedenis.

In 1995 vond in Beijing – na een aantal eerdere soortgelijke conferenties – een bepalende wereldwijde vrouwenrechten conferentie plaats met als uitkomst het Beijing Platform of Action. Een document dat een einde moest maken aan het onrecht, de discriminatie, de uitsluiting, de onvrijheid, het geweld waarmee vrouwen wereldwijd worden geconfronteerd.

Soms ben je onwillekeurig deel van een stukje geschiedenis. Toen de voorbereidende regionale conferentie voor Beijing in juni 1994 in Jakarta plaatsvond – Jan Pronk was Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en een krachtige pleitbezorger van vrouwenrechten – werkte ik daar op de ambassade. Het was mijn eerste post. Maar omdat de ambassadeur het thema vrouwenrechten en alles was daarbij kwam kijken geen mannenzaak vond en ik bij gebrek aan beter interim-specialist vrouwen en ontwikkelingwas gedoopt – ik was immers een vrouw… – kwam het erop neer dat ik na de plechtige opening van de conferentie de feitelijke leiding van de Nederlandse delegatie had.

In de slotverklaring werd nog uitgegaan van de nationale competentie van alle landen om hun eigen beleid met betrekking tot de rechten van vrouwen te formuleren en implementeren, rekening houdend met hun eigen culturen, waarden en tradities, en hun sociale, economische en politieke omstandigheden”. Onbegrijpelijk dat dit 25 jaar geleden nog de geldende opvatting was.

Amnesty International was in maart van dat jaar al met een rapport gekomen waarin stond dat de rechten van vrouwen een integraal deel van de universele mensenrechten zijn. Nog jaren daarna was de gevleugelde uitdrukking vrouwenrechten zijn mensenrechten. Blijkbaar was dit een issue.

Hoezo moeten we steeds weer bewijzen dat vrouwen mensen zijn

Ik heb deze kreet wel honderdduizend keer gehoord. Zelfs nog toen ik van 2003-2007 Hoofd van de afdeling Vrouwenrechten & gender Equality was bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken – jawel, dik in de 21e eeuw! – bleken nogal wat ambtenaren zich nog steeds van deze holle frase te bedienen. Een punt van veel ergernis: alsof je moest bewijzen dat vrouwen mensen zijn en hun rechten dus mensenrechten… Dat taalgebruik hebben we dan ook snel in de prullenbak laten verdwijnen.

Zijn we 25 jaar na de Wereldvrouwenconferentie in Beijing veel opgeschoten? Zijn alle papieren beloften en toezeggingen omgezet in actie? En heeft die actie geleid tot daadwerkelijke vooruitgang in de wereld om gelijke rechten en kansen van meisjes en vrouwen te waarborgen? En wat zijn gevolgen van covid19 voor de rechten en positie van vrouwen?

Corona heeft op alle fronten negatieve effecten

Er zijn zaken ten goede veranderd – niemand zal meer durven te betwijfelen dat vrouwenrechten mensenrechten zijn… –  maar Covid19 maakt veel van de relatief geringe vooruitgang ongedaan, blijkt volgens een rapport van UN Women van april dit jaar. De conclusies zijn niet mals: corona heeft op alle gebieden negatieve consequenties voor vrouwen. Met name geweld tegen vrouwen is stevig toegenomen. En alle rapporten laten zien: in dit tempo gaat geen enkel land SDG5 halen. Waardoor komt dat nu echt?

In maart 2020 verscheen de Gender Social Norm Index die meet hoe sociale overtuigingen gender gelijkheid in de weg staan op allerlei gebieden zoals politiek, werk, gezondheid en onderwijs. De uitkomst is op zijn zachtst treurig.

Ondanks decennia van aandacht voor gendergelijkheid en de tomeloze inzet van talloze (vrouwenrechten)organisaties hebben bijna 90% van mannen én vrouwen een vooroordeel tegen vrouwen. Rond de 50% van de mannen vindt dat zij meer recht hebben op een baan dan een vrouw en bijna een derde van de respondenten vindt het acceptabel dat een man zijn vrouw slaat. Ook denkt ongeveer de helft van de mannen en vrouwen in de wereld dat mannen betere leiders zijn dan vrouwen. Met maar 22 vrouwelijke leiders in de wereld van vandaag en de situatie rondom vrede en veiligheid, vluchtelingenstromen, groeiende ongelijkheid en toenemende geopolitieke spanningen vraag je je af waar die overtuiging vandaan komt!

Belangrijk om te beseffen: deze sociale overtuigingen zijn niet onschuldig.
Ze leiden concreet tot het systematisch achterblijven van vooruitgang op de uitvoering van het Beijing Actieplan en de doelen van SDG5. Ernstig is dat we elk jaar opnieuw een strijd zien in de Commission on the Status of Women (CSW), de jaarlijkse vergadering over de staat van vrouwenrechten. Een strijd die zich vooral afspeelt op het terrein van seksuele en reproductieve rechten van vrouwen. Het gaat hierbij om onder anderen om het recht zelf te bepalen wie je partner wordt, met wie je seks hebt en wanneer, of en hoeveel kinderen je wil. Ik heb altijd gezegd: wie de vruchtbaarheid van vrouwen controleert, controleert samenlevingen, heeft de macht over mensen. En daar gaat het de unholy allianceom die fundamentele rechten en vrijheden van vrouwen betwist, een harde kern van religieuze en niet-religieuze conservatieven.

Ook als we kijken naar de rol van vrouwen bij het bestrijden van seksueel geweld als oorlogswapen en het bouwen van duurzame en inclusieve vrede en veiligheid blijft die zwaar achter, ondanks alle afspraken daarover. Veiligheidsraad resolutie 1325 uit 2000, die als doel had ervoor te zorgen dat vrouwen voortaan actief worden betrokken bij oplossingen van conflicten en vredesopbouw blijft veelal een papieren werkelijkheid.

En waar blijft de eerste vrouwelijke Secretaris-Generaal van de VN? Vrouwen in de politiek wil ook niet erg vlotten. Dit jaar was pas de 53e! spreker bij de Algemene Vergadering van de VN een vrouw! Zoals gezegd, in slechts 22 van de 193 landen heeft een vrouw de leiding. En waar blijft de eerste vrouwelijke Secretaris-Generaal van de VN? Of de eerste vrouwelijke Premier van Nederland? En hoe kan het zijn dat eerwraak onverminderd voortduurt? Dat zoveel vrouwen onder de knoet zitten van hun mannelijke familieleden? Dat genitale verminking nog steeds een wijdverbreid gebruik is? Dat nergens in de wereld tot dusver gelijk werk gelijk wordt beloond? Dat vrouwen vrijwel overal minder toegang hebben tot kapitaal?

Definitieve gelijkstelling van meisjes en jongens, vrouwen en mannen is een lange en pijnlijke weg. En wat we eigenlijk allemaal al weten: met praktische handreikingen alleen en slimme tools gaan we er niet komen. Er moet een transformatie plaatsvinden, systeemverandering. En dat betekent een harde, consequente en langjarige inzet vanuit regeringen en overheden naast actieve druk van onderaf, vooral de strijd die zoveel – vooral – vrouwen bottom-up voeren.

Stapje voor stapje vooruit is niet meer genoeg. Als we de SDGs en de klimaat agenda willen realiseren, hebben we vrouwen en mannen nodig. Alle rapporten laten zien gender gelijkheid een randvoorwaarde is om te komen tot blijvend vreedzame, inclusieve, welvarende en duurzame samenlevingen.

Als we deze weg niet heel snel rennend gaan afleggen en op die weg mannen – eindelijk – volop meenemen en ze laten zien dat het leven voor hun leuker, interessanter en ontspannener wordt als ze vrouwen een royale plek onder de zon gunnen, dan gaat er van dit mooie toekomstbeeld niet veel komen. Op onrechtvaardigheid kunnen we geen rechtvaardige wereld bouwen.

Gelukkig is er een nieuwe generatie waarin veel vrouwen en mannen beter samenwerken dan de vorige. Een generatie die kan helpen om ervoor te zorgen dat gender equality niet aan het einde van deze eeuw pas verwezenlijkt wordt maar dat 2030 een andere realiteit laat zien. Een generatie die samen met oudere generaties het verschil kan maken. Pappen en nathouden is niet meer genoeg. We moeten regeringen, bedrijven, organisaties en waar nodig elkaar tot verantwoording roepen.

Leiderschap is daarbij cruciaal; dat kunnen we niet aan anderen overlaten. We zullen allemaal – jonger en ouder – leider moeten worden deze wereld voor de mensheid duurzaam te maken. Gender gelijkheid vormt onderdeel van de cruciale duurzaamheidsagenda. Dat leiderschap moet vervolgens worden gestut door goed werkende integere instituties, krachtige ondersteuning van de uitvoering van plannen in de praktijk en een onafhankelijke adequaat functionerende rechtsstaat. Plannen alleen zijn niet genoeg. Beloften maken schuld en als burgers willen we zien dat de papieren beloften realiteit worden.

De tijd is nu! Het is vijf voor twaalf.

Committeer je aan het Earth Charter en kom in actie

Earth Charter Internationaal (ECI) is in november van start gegaan met een campagne om het Earth Charter te bekrachtigen. Misschien ben je al een ‘endorser’? Dat kan als individu en als organisatie. Nu kan je je ook nog via de ECI website aan het Earth Charter commiteren. Een statement van belang, juist nu. Laat zien dat je kiest voor een betere wereld, beter in hoe we met de Aarde omgaan, en met elkaar.

De COVID-19 pandemie heeft ervoor gezorgd dat we stil staan en ons ‘normale’ leven opnieuw bekijken. En belangrijker nog, het heeft ons laten zien dat het werkelijk mogelijk is om stil te staan en te veranderen. Het heeft ons laten zien dat er ruimte is voor een ‘beter normaal’, waarin we minder consumeren, meer zorgen en beter leven.

Nu we naar de toekomst kijken hebben we een mogelijkheid ons te committeren aan dit nieuwe normaal dat zich kenmerkt door meer rechtvaardigheid, duurzaamheid en vrede.

Wat zijn de belemmeringen om te komen tot respect voor de natuur, mensenrechten, economische en sociale rechtvaardigheid en een cultuur van vrede? Dit is het moment om de belemmeringen om te zetten in uitdagingen en ons te committeren aan het vinden van oplossingen. SAMEN.

Dat begint met het omarmen van de integrale visie van het Earth Charter – het resultaat van een collectieve mondiale dialoog waarin de ethische basis is gelegd voor een betere samenleving wereldwijd. Een breed gedragen basis voor persoonlijke en collectieve verandering. Om het nieuwe normaal te realiseren, zullen we ons bewustzijn moeten omzetten in actie.

We kunnen in actie komen door de Earth Charter principes toe te passen in ons dagelijks leven, in ons werk en op school. We kunnen in actie komen door bruggen te bouwen en samen te werken en lokale en internationale initiatieven te nemen. We kunnen in actie komen door anderen te inspireren, mensen in jouw sfeer van invloed om ook in actie te komen en zich ook aan het Earth Charter te committeren. We kunnen gezamenlijk in actie komen door een collectieve bekrachtiging van het Earth Charter. Heb je het Earth Charter al eerder bekrachtigd, dan nodigen we je uit dit opnieuw te doen door de verklaring van commitment te ondertekenen.

“Let ours be a time remembered for the awakening of a new reverence for life, the firm resolve to achieve sustainability, the quickening of the struggle for justice and peace, and the joyful celebration of life” (The Way Forward, Earth Charter)

 

Sluit je aan bij deze campagne, teken je commitment – als individu of als organisatie – en kom in actie voor een florerende Aarde.

 

Sluit je aan bij de mondiale beweging voor Rechtvaardigheid, Duurzaamheid en Vrede.

Onderwijs- wat het is en wat het moet zijn

Deze blog werd geschreven door  Giuseppe van der Helm voor de Dialoog op Dinsdag 29 september 2020

Over onderwijs heeft iedereen wel een mening- niet gek als je bedenkt dat we er allemaal mee te maken hadden, hebben, of weer mee te maken krijgen via onze kinderen en kleinkinderen. Al die meningen leiden echter zelden tot een nieuwe koers. En dat terwijl er enerzijds toch hele andere inzichten tot ons zijn gekomen, via de praktijk in andere landen of in andere tijden (Montessori, Dalton, Vrije Scholen). Anderzijds lijkt het soms dat de mogelijkheden van het huidige systeem onvoldoende worden benut. Een voorbeeld hiervan is het huidige systeem, dat ooit het Mammoetsysteem werd genoemd. Het grote voordeel daarvan was dat je gemakkelijk kon switchen tussen schooltypes. Na tientallen jaren zien we een splitsing tussen VMBO en HAVO/VWO, en constateren we dat schakelen zo moeilijk is. Duhh- misschien hadden we die muren niet moeten neerzetten?

Of kijk eens naar de Cito-toets- om gelijkheid te bevorderen is het advies van de docent leidend geworden. Nu we constateren dat dit alleen maar tot een grotere ongelijkheid leidt gaan we dit weer enigszins terugdraaien. Vind je het dan gek dat veranderingen als lastig worden gezien?

En dan is er de politiek. Twee jaar geleden vond men het een fantastisch idee om nieuwe leerdoelen voor het PO en VO vast te laten stellen door docenten zelf- let wel, alleen kennisdoelen, geen vaardigheden. Waarbij er zowaar naar de integratie van een aantal vakken gekeken werd. Na het eindrapport, twee jaar later, constateerde de politiek dat er onvoldoende naar vaardigheden was gekeken (duhh), er te weinig docenten bij betrokken waren (maar 150) en er vooral aandacht moest komen voor lezen en schrijven. En om de verwarring die hiermee ontstond te bestrijden, en vooral om de snelheid van verandering eruit te halen, werd er een commissie van wijzen ingesteld..

Een ervaren beleidsmaker in het mbo zei me vorig jaar: “Ons onderwijssysteem is erop ingericht om zoveel mogelijk studenten in zo kort mogelijke tijd tegen minimale kosten klaar te stomen voor een beperkt algemeen niveau.’ Toe ik vroeg wat hij dan voorstelde, zei hij me dat hij de leerling het uitgangspunt moest zijn, niet het systeem. Nu gaan we nog teveel uit van beperkingen, in plaats van vaardigheden. We besteden veel aandacht aan de struikelvakken, in plaats van iemand te laten excelleren op de zaken waar hij of zij goed in is.  Niet gek dat we als land achterlopen in innovatie.

En dan hebben we de olifant in de kamer nog niet genoemd: de omgeving. Want intussen smelt een miljoen ton ijs per minuut, en verdwijnen er 30 voetbalvelden regenwoud in diezelfde minuut. Twee derde van alle landdieren is verdwenen in 40 jaar, en van alle levende zoogdieren loopt nog maar 4% vrij rond. En om de ellende nog groter te maken gebeuren al die veranderingen niet langer lineair, maar exponentieel- iets waar we als soort niet kunnen begrijpen. Zoals we zien met de coronacrisis.

Wat is dan het doel van het onderwijs? Leren als in de 19e eeuw, waarin we opgeleid werden tot brave productiekrachten? Het doel is toch zeker het voorbereiden van onze kinderen op de maatschappij van de toekomst? Niet alleen om een baan te vinden en keurig economisch renderend menselijk kapitaal te vormen, maar ook om zich te ontwikkelen, tot bloei te komen en zich te leren verhouden tot anderen? Denk eens aan al die waterdruppels, die uiteindelijk toch een oceaan worden. En daarbij speelt kennis weliswaar een rol, maar nu die sterk veranderd en overal te vinden is, zijn vaardigheden misschien wel belangrijker. Kritisch denken, waardenbewust zijn, verantwoordelijk handelen, samenwerken, creativiteit, ondernemerschap… Vaardigheden die we in deze tijd goed kunnen gebruiken, zeker als je ziet dat we van die verantwoordelijkheid, dat kritische denken en die samenwerking weinig terechtbrengen.

Duurzaamheid is niet een extra vak, waarmee we in het transactionele model van OCW (en Trump) een ander wat moet inleveren, maar gaat over het voorbereiden van onze kinderen op de toekomst. Duurzaamheid moet onderdeel worden van elk vak, en vak- en leerjaaroverstijgend zijn. We kijken daarbij integraal naar het onderwijs, volgens de Whole School Approach. En de SDG’s vormen daarbij, in ieder geval tot 2030, ons kompas.

De afgelopen 20 jaar is een grassroots beweging ontstaan, voornamelijk via docenten en NME-centra. Al dat enthousiasme wordt vaak getemperd door bestaande structuren, kaders, methodes en verplichtingen. Nu is het zaak om duurzame ontwikkeling met de overheid, ouders, en vooral met schoolleiders en besturen te verankeren in niets minder dan een systeemverandering. Waarbij de tijd dringt. We kunnen jullie hulp daarbij goed gebruiken, en ik ben benieuwd naar jullie gedachten hierover.

Lab Toekomstige Generaties

 

 

 

PROJECT:     LAB VOOR TOEKOMSTIGE GENERATIES 

DATUM:     18 oktober 2020

PERIODE:     Begonnen 2018

Het idee om te pleiten voor een ‘Ombudspersoon voor Toekomstige Generaties’ in het Nederlandse institutionele bestel ontstond een aantal jaren geleden vanuit de Worldconnectors (o.m. Jan van de Venis, Tineke Lambooy, Lynn Zebeda, Alide Roerink en Herman Wijffels). Vanaf 2017-18 heeft een groter aantal Worldconnectors zich ervoor ingezet dat het ‘Lab Toekomstige Generaties’ (LabTG) werd opgericht (Jannet Vaessen, Ties Mouwen, Ignaz Anderson, Kayin Venner). Zie: https://labtoekomstigegeneraties.nl/over-labtg/#team. Het doel van het Lab TG is om: (i) het idee van een Ombudspersoon verder vorm en invulling te geven en (ii) toekomstige generaties meer centraal te zetten in de maatschappelijke en bestuurlijke belangstelling. De missie van het Lab TG is:

Onze missie: in 2050 weegt iedereen het welzijn van toekomstige generaties mee in belangrijke beslissingen.

Als we over toekomstige generaties praten, dan hebben we het over mensen die nu nog niet geboren zijn, mensen die de komende zeven generaties gaan vormen. Mensen die vanaf morgen geboren worden tot ver in het jaar 2125.

Vanaf 2019 ontvangt het Lab TG (als project van de Worldconnectors) subsidies van de GoldSchmeding Foundations, Triodos Foundation, Iona Stichting en Porticus. Aan het eind van 2020 zal er een stichting worden opgericht, waarin het LabTG zal worden ondergebracht. De verbinding met de Worldconnectors blijft bestaan, omdat veel van de Lab TG personen Worldonnector zijn en er ook een personele verbinding is tussen het bestuur van de Worldconnectors en de stichting Lab TG.

Medio 2020 heeft het Lab TG een website gelanceerd: https://labtoekomstigegeneraties.nl/over-labtg/. Voorts zijn er in 2019 en 2020 zijn er diverse bijeenkomsten geweest waar het Lab TG van zich heeft laten horen en perspublicaties verschenen over thema’s die het Lab TG aan het hart gaan. Zie: https://labtoekomstigegeneraties.nl/portfolio/page/2/.

Onlangs heeft het Lab TG haar eerste uitspraak van Waarnemend Ombudspersoon, Worldconnector Jan van de Venis gepubliceerd. De kwestie betreft de Waddenzee. De volgende vragen worden daarin onderzocht: Beschermen wij het Waddengebied voldoende voor toekomstige generaties? Hoe ziet de mooiste mogelijke Waddenzee eruit? Zou het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan de Waddenzee bijdragen aan het doorgeven van de mooiste mogelijke Waddenzee aan toekomstige generaties?

Hier kunt u de uitspraak vinden: https://labtoekomstigegeneraties.nl/wp-content/uploads/2020/10/Uitspraak-kwestie-de-Waddenzee.pdf. In de uitspraak stelt de Waarnemend Ombudsman:

“Het Waddengebied wordt op dit moment onvoldoende beschermd voor toekomstige generaties. Het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan de Waddenzee zal positief bijdragen om te komen tot de mooist mogelijke Waddenzee voor toekomstige generaties.”

 

 

 

 

 

 

 

 

Credit illustratie: Lisa Dröes

Een tweede kwestie is nu in behandeling bij het Lab TG. Die gaat over de vraag: Hoe inclusief is het basisonderwijs in Nederland nu? In Nederland heeft ieder kind recht op en toegang tot onderwijs, maar het is vandaag de dag nog de vraag hoe inclusief ons onderwijs is. Het Lab TG streeft ernaar dat alle kinderen vanuit dezelfde startpositie en perspectieven kunnen beginnen. Dat is nu niet het geval. Een uitspraak wordt later di

t jaar verwacht.

Als derde kwestie buigt het Lab TG zich thans over de vraag wat de waarde van water is met het oog op toekomstige generaties. Deze week wordt de Week van de VN (19 t/m 23 oktober) georganiseerd door de Nationale Jeugdraad (NJR). Als onderdeel daarvan organiseert het Lab TG aanstaande donderdag, 22 oktober, een workshop met de titel: Wat is de Waarde van Water voor jou? Zie: https://labtoekomstigegeneraties.nl/2020/10/15/workshop-de-waarde-van-water/.

In deze workshop wordt een ToekomstRaad gevormd, die zich gaat inleven in de Waarde van Water voor Toekomstige Generaties. Alle deelnemers gaan deelnemen aan een inleefoefening, 7 generaties terug in de tijd en 7 generaties in de toekomst. Het startpunt is de vraag: Wat is de Waarde van Water voor jou? De Waarnemend Ombudspersoon zal toelichten hoe de inbreng van de ToekomstRaad van belang is, zodat hij mede op basis daarvan zijn uitspraak over de Waarde van Water gaat uitbrengen. Alle Worldconnectors zijn uitgenodigd te participeren. Aanmelden kan hier: https://nationalejeugdraad.typeform.com/to/AyqGiRTZ.

Ter voorbereiding op de workshop kan een ‘Quickscan’ worden gelezen, waarin diverse waarden van water worden geschetst. Deze wordt op eind van de dag op 22 oktober gepubliceerd op de website van het Lab TG. Zie deze pagina: https://labtoekomstigegeneraties.nl/2020/10/15/workshop-de-waarde-van-water/.

 

 

 

 

 

 

 

Tot slot: het Lab TG nodigt u uit om mee te doen met de Lab activiteiten. Dat kan op diverse manieren: https://labtoekomstigegeneraties.nl/doe-mee/.

Dialoog op dinsdag #7: SDG 4 en SDG 14 beyond Corona

Dialoog op dinsdag #7: SDG 4 en SDG 14 beyond Corona

Online, 29 september 2020

Moderator Alide Roerink (Earth Charter Nederland) en Veronique Swinkels (Worldconnnectors)

Facilitatoren breakout sessies: Jan Bouke Wijbrandi (Worldconnectors), Sander van ’t Foort (Worldconnectors), Veronique Swinkels (Worldconnectors) en Alide Roerink (Earth Charter)

Dinsdag 29 september vond er weer een dialoog plaats. SDGs 4 en 14 stonden centraal. Welke invloed heeft Corona gehad op ons beeld van de SDG’s? Heeft de Coronacrisis onze mindset tegenover de SDG’s beïnvloed? Wat zijn de volgende stappen? Tijdens deze dialoog werden we geïnspireerd door Giuseppe van der Helm en Li An Phoa. Caroline van Leenders en Emma van der Steen luisterden en reflecteerden op wat ze gehoord hebben. Met 25 deelnemers zijn we de diepte in gegaan.

Estafette: Bij de vorige, 6de dialoog stonden SDGs 3 en 6 centraal. De punten die er in de vorige dialoog op dinsdag uitsprongen:

  • Het belang van een nieuwe mindset: dat we te maken hebben met een solidariteitscrisis is met de Klimaatcrisis al duidelijk, echter heeft Covid-19 dit nog meer aangekaart. Het heeft geen zin als mensen alleen hun eigen doelen behalen. Deze crisis komen we alleen uit door samenwerking. Solidariteit is 100% eigen belang.
  • Covid 19 heeft de wereld 3 stappen vooruit gelanceerd wat betreft digitale ontwikkelingen. Dit biedt grote kansen voor gezondheidssystemen. Hoe kunnen we van deze ontwikkelingen gebruik maken om inclusiever (internationaal) onderwijs, onderzoek en innovaties bewerkstelligen die ook aansluiten en bereikbaar zijn voor low and middle income countries (LMIC)
  • Zonder water geen leven. SDG 6 en SDG 14 hebben een spilfunctie ten opzichte van de andere SDG’s.
  • Er moet dringend iets gedaan worden aan de wereldwijde waterschaarste. Waterpijpleidingen kunnen tekorten opheffen. Het grootste verbruik van zoet water in Nederland zit in de productie van veevoer. Op de korte termijn kunnen gedragsveranderingen enorme impact hebben.
  • Door de belangen van de natuur beter te behartigen en duidelijke rechten aan de natuur te geven, beschermen we onze leefomgeving en die van toekomstige generaties. 
  • Structurele oplossingen vragen om inbreng van diverse bronnen; geschiedenis, inheemse volkeren, buitenlandse context, recht en toekomstdenken.

Bij wijze van ‘incheck’ nam Veronique Swinkels ons mee in een oefening. Geïnspireerd door een vertegenwoordiger van het verzet in Hong Kong, vroeg Veronique de deelnemers om zich te verplaatsen in het leven van een waterdruppel. “Be like water.” Be like water, wat bedoelt hij dan eigenlijk ? Wat doet het met je ? Na een paar minuten als waterdruppel, stroomend door rivieren, in wolken, in de regen, werd op deze ervaring in de chat gereflecteerd.

De volgende reflecties kwamen daar aan bod: mee met de flow, een met de natuur, geen angst, stromend en krachtig.

Alide Roerink legt de verbinding met het Earth Charter:

Een inspiratiebron voor de dialog op dinsdag is het ethische kader van het Earth Charter. Een paar principes uit het Earth Charter, als ethisch kader voor de implementatie van de SDG’s, springen eruit in relatie tot SDG’s 4 en 14:

De preambule van het Earth Charter spreekt over de veerkracht van de levensgemeenschap en over het welzijn van de mensheid, die afhankelijk is van een gezonde biosphere met al haar ecologische systemen.

In het 9de principe van het Earth Charter ‘Maak een einde aan armoede’ staat: garandeer het recht op drinkwater, schone lucht, veilig voedsel onvervuilde grond, beschutting en veilige sanitaire voorzieningen. Het tweede punt gaat meteen over onderwijs: ‘Stel ieder mens middels onderwijs in staat zich te verzekeren van een veilig en duurzaam bestaan’. De link tussen een duurzaam bestaan op deze wereld en onderwijs wordt daarmee duidelijk verwoordt in het Earth Charter.

Inspirator Giuseppe van der Helm: Worldconnector en Earth Charter vriend, Directeur van de coalitie Leren voor Morgen, Coordinator SDG 4 voor de SDG Alliantie.

Onderwijs- wat het is en wat het moet zijn

Over onderwijs heeft iedereen wel een mening- niet gek als je bedenkt dat we er allemaal mee te maken hadden, hebben, of weer mee te maken krijgen via onze kinderen en kleinkinderen. Al die meningen leiden echter zelden tot een nieuwe koers. En dat terwijl er enerzijds toch hele andere inzichten tot ons zijn gekomen, via de praktijk in andere landen of in andere tijden (Montessori, Dalton, Vrije Scholen). Anderzijds lijkt het soms dat de mogelijkheden van het huidige systeem onvoldoende worden benut. Een voorbeeld hiervan is het huidige systeem, dat ooit het Mammoetsysteem werd genoemd. Het grote voordeel daarvan was dat je gemakkelijk kon switchen tussen schooltypes. Na tientallen jaren zien we een splitsing tussen VMBO en HAVO/VWO, en constateren we dat schakelen zo moeilijk is. Duhh- misschien hadden we die muren niet moeten neerzetten?

Of kijk eens naar de Cito-toets- om gelijkheid te bevorderen is het advies van de docent leidend geworden. Nu we constateren dat dit alleen maar tot een grotere ongelijkheid leidt gaan we dit weer enigszins terugdraaien. Vind je het dan gek dat veranderingen als lastig worden gezien?

En dan is er de politiek. Twee jaar geleden vond men het een fantastisch idee om nieuwe leerdoelen voor het PO en VO vast te laten stellen door docenten zelf- let wel, alleen kennisdoelen, geen vaardigheden. Waarbij er zowaar naar de integratie van een aantal vakken gekeken werd. Na het eindrapport, twee jaar later, constateerde de politiek dat er onvoldoende naar vaardigheden was gekeken (duhh), er te weinig docenten bij betrokken waren (maar 150) en er vooral aandacht moest komen voor lezen en schrijven. En om de verwarring die hiermee ontstond te bestrijden, en vooral om de snelheid van verandering eruit te halen, werd er een commissie van wijzen ingesteld..

Een ervaren beleidsmaker in het mbo zei me vorig jaar: “Ons onderwijssysteem is erop ingericht om zoveel mogelijk studenten in zo kort mogelijke tijd tegen minimale kosten klaar te stomen voor een beperkt algemeen niveau.’ Toe ik vroeg wat hij dan voorstelde, zei hij me dat hij de leerling het uitgangspunt moest zijn, niet het systeem. Nu gaan we nog teveel uit van beperkingen, in plaats van vaardigheden. We besteden veel aandacht aan de struikelvakken, in plaats van iemand te laten excelleren op de zaken waar hij of zij goed in is.  Niet gek dat we als land achterlopen in innovatie.

En dan hebben we de olifant in de kamer nog niet genoemd: de omgeving. Want intussen smelt een miljoen ton ijs per minuut, en verdwijnen er 30 voetbalvelden regenwoud in diezelfde minuut. Twee derde van alle landdieren is verdwenen in 40 jaar, en van alle levende zoogdieren loopt nog maar 4% vrij rond. En om de ellende nog groter te maken gebeuren al die veranderingen niet langer lineair, maar exponentieel- iets waar we als soort niet kunnen begrijpen. Zoals we zien met de coronacrisis.

Wat is dan het doel van het onderwijs? Leren als in de 19e eeuw, waarin we opgeleid werden tot brave productiekrachten? Het doel is toch zeker het voorbereiden van onze kinderen op de maatschappij van de toekomst? Niet alleen om een baan te vinden en keurig economisch renderend menselijk kapitaal te vormen, maar ook om zich te ontwikkelen, tot bloei te komen en zich te leren verhouden tot anderen? Denk eens aan al die waterdruppels, die uiteindelijk toch een oceaan worden. En daarbij speelt kennis weliswaar een rol, maar nu die sterk veranderd en overal te vinden is, zijn vaardigheden misschien wel belangrijker. Kritisch denken, waardenbewust zijn, verantwoordelijk handelen, samenwerken, creativiteit, ondernemerschap… Vaardigheden die we in deze tijd goed kunnen gebruiken, zeker als je ziet dat we van die verantwoordelijkheid, dat kritische denken en die samenwerking weinig terechtbrengen.

Duurzaamheid is niet een extra vak, waarmee we in het transactionele model van OCW (en Trump) een ander wat moet inleveren, maar gaat over het voorbereiden van onze kinderen op de toekomst. Duurzaamheid moet onderdeel worden van elk vak, en vak- en leerjaaroverstijgend zijn. We kijken daarbij integraal naar het onderwijs, volgens de Whole School Approach. En de SDG’s vormen daarbij, in ieder geval tot 2030, ons kompas.

De afgelopen 20 jaar is een grassroots beweging ontstaan, voornamelijk via docenten en NME-centra. Al dat enthousiasme wordt vaak getemperd door bestaande structuren, kaders, methodes en verplichtingen. Nu is het zaak om duurzame ontwikkeling met de overheid, ouders, en vooral met schoolleiders en besturen te verankeren in niets minder dan een systeemverandering. Waarbij de tijd dringt. We kunnen jullie hulp daarbij goed gebruiken, en ik ben benieuwd naar jullie gedachten hierover.

Stellingen: Hoe breng je een systeemverandering in het onderwijs tot stand? Wie moeten we daarvoor bellen? En daaronder, over ons: hoe bouw je LvM om van een projectorganisatie tot een beweging voor die systeemverandering?

Inspirator Li An Phoa: Earth Charter Vriendin, Oprichter van Spring College, van Drinkable Rivers. Li an ziet de kwaliteit van water als een indicator van de kwaliteit van leven. Li An maakt wandelingen, van ‘source to sea’, en is een echt buiten mens.

We noemden het net al, de bronnen, de SDG’s en het Earth Charter. Giuseppe noemde ook al het kompas, ook onderdeel van water. Als we dan terug denken aan het kompas, dan is de poolster waar we op navigeren. Bij deze combinatie van “bronnen” en “poolster” kom je bij mij op een drinkbare rivier uit. Als nou de hele wereld, waar iedereen deel  uitmaakt van stroomgebieden, of je nu in de Sahara zit, waar stroomgebieden niet helemaal de zee bereiken, of hier in Nederland waar we het laaggelegenpunt zijn waar al het water naar toe stroomt. Er zijn overal ter wereld stroomgebieden.

Toen ik zelf een rivier af kanoede in het noorden van Canada en de schoonheid heb ervaren van een rivier die helemaal drinkbaar is, ontstond het idee van Drinkable rivers. Toen die rivier nog geen drie jaar later niet langer drinkbaar was, raakte ik doordrongen van de realiteit van de kwetsbaarheid, en onze verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor rivieren. Op dat moment werd er voor mij een persoonlijk kompas geboren.

Ik stelde mijzelf vanaf dat moment in al mijn keuzes de volgende vraag: helpt dit richting drinkbare rivieren, of niet?

Ik denk dat we nu, met Covid-19, in een tijd zijn aanbeland waar niets meer vanzelfsprekend is, waar bestaande gewoontes doorbroken worden. Ik vind dit een veel realistischere staat van zijn, dat we elk moment ververst worden. We moeten iedere keer weer met elkaar op de hoogte zijn van wat de huidige staat is. Dat ververst kijken elke dag, naar jezelf, naar de wereld, naar elkaar, naar de verhoudingen, gericht op de bronnen, vind ik eigenlijk wel iets wakker-makends. We zijn nu in de herfst, en hebben geoefend met op onszelf zijn, in onze kleine werelden en niet langer zo van hot naar her te gaan. Ik merk dat er nu zo veel behoefte is aan aanraking, handen schudden, de schouderklop, de omhelzing. Dat element van menszijn is ook dus niet meer vanzelfsprekend. Hoe komen we hier gezamenlijk doorheen zonder te vervallen in een zwaarte of depressie?

Het verhogen van bewustzijn versnelt juist nu dat niet alles vanzelfsprekend is. Ook rondom de SDG’s is het bewustzijn gegroeid. Dit bewustzijn moet constant gekoppeld zijn aan actie. Het kan niet los staan van elkaar. Anders wordt het te zwaar, dat zie je al bij veel jongeren. De actie kan ook steeds uit kleinere onderdelen bestaan. Bijvoorbeeld; voordat ik aan de Maas wandeling begon in 2018 schreef ik alle burgemeesters van gemeenten die aan de Maas grenzen een brief. Ik schreef 163 brieven en kreeg maar een reactie terug. Ik ging alsnog. Nu, twee jaar later, is er een Maasburgemeestersnetwerk ontstaan, omdat ik elke burgemeester die ik tijdens mijn wandeling opzocht en aansprak met elkaar in contact bracht. Inmiddels hebben ze elkaar al een paar keer ontmoet. Dit is een voorbeeld van zo’n kleine actie die opeens vrij snel en wonderbaarlijk loopt.

Wat je in SDG 14 leest over de oceanen is evenzeer van toepassing op de rivieren, de lucht en de bodem. Het zijn basisprincipes waar alles van afhankelijk is. Ik zeg: laten we de SDG’s veel meer op dat diepere niveau aanvliegen en vervolgens heel concrete oplossingen aandragen.

Ondanks de aandacht voor de SDG’s maar ook de Europese Kaderrichtlijn Water, was er afgelopen zomer een afname van de trekvissen met 70 procent. Het is zo alarmerend. Het is belangrijk om een narratief te creëren waar juist heel veel van die kleine initiatieven veel meer zichtbaar gaan worden. Het is belangrijk om dat ook echt meer gewicht te geven om te komen tot systemische veranderingen. Met kleine initiatieven zoals Drinkable rivers en Leren voor Morgen kun je veel meer krachten bundelen. Samenwerking zou dit echt kunnen creëren. Wat multinationals achter zich hebben, hoe kunnen wij dat, als kleine initiatieven, ook achter ons krijgen zodat we niet onze tijd hoeven verspillen aan zaken als financieringen aanvragen en websites maken.

Stellingen:

In veel van onze instituten en zelfs ook binnen de SDG’s wordt onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld: ecologie en hydrologie en tussen zout (oceanen, marine systemen) en zoet water. Hoe zorgen we er voor dat dat onderscheid wordt opgeheven zodat we veel meer tot systemische oplossingen komen?

Laat de lessen en de logica van een stroomgebied spreken: gestroomlijnd, zonder harde conceptuele grenzen. De implicatie daarvan is dat SDG 14 dan ook over drinkwater gaat. En SDG 6 gaat dan ook over ecologie.

Break-out groep 1:

De stelling voorgelegd door Giuseppe van der Helm is het startpunt voor de dialoog in kleine groep: “Hoe brengen we systeemverandering in het onderwijs tot stand? Hoe kunnen we verandering ten goede versnellen, hoe krijgen we partijen in beweging, wie moeten we bellen?”

Giuseppe geeft nadere toelichting: In het onderwijs lijkt men altijd bezig met sub-optimalisatie, terwijl het systeem zelf in het nauw is. Er zijn veel stakeholders, net als in de zorg. Graduele verbeteringen worden aangebracht, maar deze hebben geen enkele relatie met de grotere omgeving, zoals klimaatverandering. Het onderwijs zit in de loopgraven. Hoe krijgen we het voor elkaar dat bijvoorbeeld leerlingen bijdragen aan de ontwikkeling van producten en diensten van de toekomst, bijvoorbeeld aan elektrische auto’s?

Een eerste reactie op de stelling is dat wij in het onderwijs meten met het verleden, met oude kennis. Hoe is het mogelijk een mammoettanker te keren? We zitten met elkaar vast als in ijs bevroren. Vakken zouden weer fluïde moeten worden, het zal in de lessen over thema’s moeten gaan. “Ieder wordend kind heeft zin in de toekomst.”

Het is een urgent probleem is, we hebben te maken met snelle veranderingen, denk aan het internet en het effect daarvan op onderwijs. Feiten zijn op te zoeken, het gaat nu om de vaardigheden hiermee om te gaan. Giuseppe merkt op dat dit één van de leergebieden is die zijn weggeschoven. Het probleem is dat het lijkt dat er van alles mogelijk is, zoals masterclasses, 2-talig onderwijs en creatieve projecten, maar zo gauw het eindexamen dichtbij komt moeten alle leerlingen in hetzelfde ritme lopen. De nieuwsgierigheid wordt in de kiem gesmoord.

Wie te bellen? Een antwoord ligt wellicht in het buiten de box stakeholders betrekken. Voorbeelden zijn “Make Holland great again” en “Broek in Waterland”, leuke manieren om integraal te werken.

Een suggestie wordt gedaan om een thema als water in het onderwijs tegen het licht te houden van alle SDGs, en zo bewustzijn te bevorderen. Circulair denken en werken bevorderen in plaats van lineair.

Break-out groep 2:

In haar blog gaf Li An Phoa aan dat we de SDG’s te veel als afzonderlijke silo beschouwen terwijl er heel veel samenhang tussen de SDG’s bestaat. Het onderscheid tussen hydrologie en ecologie is een voorbeeld van zo’n silo. Ze pleit er voor om te denken vanuit ‘de logica van het water’. We moeten volgens haar de dialoog ook stimuleren. Ze stelt tot slot een aantal vragen: Wat hebben we te leren zodat het een leefbaar systeem wordt? Wat is een leefbaar systeem? Wat als je het een met het ander combineert, krijg je dan een sterker systeem?

Er werd gepleit voor een integrale benadering aan de hand van de vraag: ‘Hoe laten we de lessen en de logica van een stroomgebied spreken?’ We zouden water en stroomgebieden als leraar moeten zien en daarna pas technici aan bod laten komen.

Er werd gekeken naar welke partijen hier een bijdrage aan zouden kunnen leveren. De EU werd als een van deze genoemd. Hierbij werd het belang van werken met KPI’s benadrukt – niet alleen voor harde euro’s, maar ook voor andere waarden.

Wellicht kunnen de circles of 17, waarbij problemen vanuit alle SDG’s worden benaderd, tot nieuwe inzichten leiden. Ook innovaties kunnen een grote rol spelen.

Caroline van Leenders heeft een boek geschreven ‘Tien tips voor systeemverandering’. Uit haar boek blijkt dat verandering over nieuwe indelingen en nieuwe verbindingen gaat. Nieuwe onverwachte coalities zijn nodig voor systeemverandering. Die kan je exponentieel laten groeien door feedbackloops. Haar tips zijn zonder meer bruikbaar in het integrale denken over SDG 14.

Break-out groep 3:

Break-out groep 3 ging in gesprek rondom de vraag: ‘Hoe komen we in beweging tot systeemverandering in het onderwijs naar meer duurzaamheid?

Uit het gesprek kwam naar voren dat hier verschillende invalshoeken en meningen over bestaan:

  • Zorg voor inspirerende onderwijsvormen die kinderen aanspreken en engageren. Begin vooral binnen de school zelf.
  • Er is een fundamenteel verschil tussen ‘leren’ en ‘onderwijs’. Dat laatste is georganiseerd, geïnstitutionaliseerd en is daarmee vertragend.
  • Inclusiviteit in het onderwijs kan de complexiteit ervan vergroten.
  • De overheid heeft een belangrijke rol als koepel die alles overziet.
  • Kun je het systeem wel veranderen, of laat het systeem in Nederland ook ruimte voor een eigen invulling, dus verandering binnen het systeem. (voorbeeld: ecoschools, UNESCO scholen)
  • Ga naar de besturen.
  • Zet de leerlingen centraal en vraag hun mening.
  • Verbind leerlingen en docenten beter met elkaar als het over de kwaliteit en inrichting van het onderwijs gaat.

Op de vraag: Wie moet je bellen om het systeem te veranderen? bleken er evenveel antwoorden als er partijen te zijn.

Break-out groep 4:

De logica van de stroomgebieden is er een van een wereld zonder harde conceptuele grenzen. Water is lange tijd te veel gezien als vuilnisbak. Maar het is onze lifeline. Binnen ecosystemen is water de verbinding. Water staat voor ketenverbinding. Het raakt ons allemaal; mensen, voedsel en natuur. Water verbindt alles. De visualisatie van de druppels was mooi. Samen zijn we toch een hele grote rivier.

Het idee van de stroomgebieden roept het beeld op van afvalstromen. Waar komt het afval vandaan en waar gaat het naar toe? En wat/wie wordt er onderweg door aangeraakt. Het begint met een goed gesprek  met een onverwachte connectie, daardoor is samenwerking op alle niveaus mogelijk. Het gaat om het besef van het eigen gedrag. Hoe kunnen we ons verhouden tot onze consumptie en de plastic soep waar we in terecht zijn gekomen?   

Het is belangrijk dat de SDG’s holistisch worden bekeken en aangepakt. We moeten ons niet te veel verbinden met een SDG dan wordt je zelf een silo. Onderwijs is hierbij ook belangrijk. Kinderen moeten veel te vroeg een vervolgopleiding kiezen. Hiermee hebben ze geen tijd om het grotere geheel te leren zien. Uiteindelijk gaat het in onderwijs om zelf-emancipatie, mensen in hun kracht zetten, jezelf in je kracht zetten.

Voordat het woord gegeven werd aan onze luisteraars werd de deelnemers gevraagd om de highlights van de breakout sessies mee te geven, met een focus op punten waarin je je verder zou willen verdiepen of follow-up aan zou willen geven. Deze punten werden gedeeld in de chatbox. Een kleine greep daaruit:

Verbinding leggen tussen leerlingen en docenten, begin kleinschalig bij de school niet bij het systeem. Betrek iedereen bij het gesprek anders wordt het een feestje van hoogopgeleiden, gelijkgestemden die het met elkaar eens zijn. Systeemveranderingen liggen niet bij een actor maar bij de hele keten van overheid tot leerling. Er is een nood voor goede marketeers om de urgentie van het onderwijs probleem stevig op de landelijke en wereldwijde agenda te krijgen. Gebruik het grensoverschrijdende van stroomgebieden om silos af te breken. Think global, act local.

Earth charter vriend Dick de Groot heeft een manifest geschreven over veranderingen in het onderwijs. Je kunt deze terug vinden op zijn profiel op de Earth Charter website. Hij licht toe:

Hij schreef het manifest naar aanleiding van deze onzekere tijden met betrekking tot Corona maar ook zeker klimaat verandering. Het manifest gaat over de inhoud van het onderwijs, zoals dat al eerder in dit Dialoog op Dinsdag besproken is. Hoe kijken mensen naar mensen, welk mensbeeld heb je als uitgangspunt voor onderwijs? Op welke manier kun je leren beter benutten?

Luisteraar Emma van der Steen: Young Worldconnector, is de kant van de kunst op gegaan nadat ze international studies studeerde en daar binnen veel ervaring  opdeed met voedsel en een focus op Afrika. Tegenwoordig brengt ze met het medium van film/media zowel de schoonheid als de schade aan de Aarde in kaart zodat mensen het gevoel van urgentie krijgen en overgaan tot actie. Emma schreef als haar reflectie op de dialoog het volgende gedicht: 

Wees als water

Stroom, leef, vloei, zoek

En zullen we dan samen?

En als je springt,

Wat heb je dan nodig?

De kracht

Om mee te veren

Zodat je niet valt

Maar verder kunt

En zullen we dan samen?

Leren voor Morgen

Giuseppe verteld

Want morgen is de toekomst

De toekomst van de kinderen

Die we willen voorbereiden

Niet met duurzaamheid als vak

Maar duurzaamheid in alles om ons heen

De tijd dringt

En we willen beweging

In het logge systeem

Als een steen die aan het water vraagt

Hou me vast en neem me mee

Li An en de kwaliteit van water

De kwetsbaarheid van drinkbare rivieren

Wat kan jij doen?

Om sterker terug te veren?

Ben jouw eigen kompas

Kijk opnieuw naar jezelf

Naar elkaar

Naar je omgeving

De tijd dringt

En we willen beweging

In het logge systeem

Als een steen die aan het water vraagt Hou me vast en neem me mee

Verandering in het onderwijs

We willen leren denken

Hoe we omgaan met de toekomst

Zoals Ignaz verteld

We meten met het verleden

We zitten met elkaar in ijs gebakken

Overal smelt het

Maar bij ons is het keihard

Het is tijd om de urgentie

Niet langer te ontkennen

Het is tijd voor ons eigen kompas

Help ik met mijn acties

Leerlingen om toekomstbestendige burgers

Te worden?

En als we dan springen

De toekomst in

Wat hebben we dan nodig?

De kracht om mee te veren

Zodat we niet vallen

Maar verder kunnen

En zullen we dan samen?

En als we dan springen,

Zullen we dan achter ons laten

Hoe het was

En als we dan springen

Zullen we dan mee nemen

Nieuwsgierigheid als ons eigen kompas?

Luisteraar Caroline van Leenders: Al ruim 20 jaar werkzaam bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Caroline richt zich op transitie naar duurzame ontwikkeling, faciliteerde de innovatieve community of financial institutions and natural kapitalen daarna de Green Deal op bedrijven en biodiversiteit.

Een aantal dingen die mij zijn bijgebleven:

Ten eerste, ik ken het werk van Li An, en ik ben het helemaal eens met wat ik vandaag in de sessie hoorde: dat je waterstroomgebieden moet gaan nemen voor de afbakening van gericht denken, een landscape approach. Ik werk zelf met het financiële sector, met biodiversiteit en ik pleit heel erg voor deze aanpak.

Ten tweede, het ging net al over een van de boekjes die ik heb geschreven: ‘Tien Tips voor Slimme Sturing’ en tip vier is: werk samen en verbind. Als je echte verandering wil moet je nieuwe coalities maken. Ik denk dat wat Li An aan het doen is, is ook onverwachte coalities maken. Zo’n club van burgemeesters die helemaal niet wisten dat ze zich tot elkaar verhielden, tot dat ze ontdekten dat ze allemaal burgemeesters zijn van eenzelfde rivier. Het interessante daarvan is dat dat soort coalities een kracht kunnen hebben die groter is dan dat jij en ik kunnen bedenken.

Als voorbeeld: ik heb een community gemaakt met financiële partijen. Een aantal van deze zeiden dat ze met elkaar verder wilden en hebben een nieuw groepje gevormd. Dat waren toen een paar financiële partijen die bij elkaar goed waren voor 84 miljard euros. Dat lijkt zo veel, maar op deze schaal is dat “peanuts”. Tot dat een aantal pensioenfondsen zich aan deze groep toevoegden, en er 600 miljard euros van maakte. Die gingen vooral met elkaar aan de gang met klimaatverandering, hoe kunnen we dat beter meten?

Deze coalitie werd ook voor de Nederlandse overheid interessant omdat het niet meer bestond uit één bedrijf maar uit vele. Dus wij gingen overal langs om ons werk te showcasen.

Drie jaar later, kreeg ik een mail van diegene die de groep heeft opgericht, van de ASN bank, en die zei dat er bij de conferentie van de VN een aantal partijen uit de Verenigde Staten zich bij hun hadden aangesloten. De groep werd dan zo groot dat het vier triljoen dollar under management had, 70 financiële partijen wereldwijd. Nu zijn ze zo groot dat de methode die zij met elkaar ontwikkeld hebben, de internationale standaard wordt. We zijn dus in drie jaar van een organisatie, de ASN bank, naar een internationale standaard gegaan, door een onverwachte coalitie, door slimme schakelingen met andere partijen zoals de overheid en de Nederlandse bank.

Zo kun je dus eigenlijk vrij snel gaan door slimme verbindingen te maken, door juist als overheid of andere systeemspelers aan te haken en dit soort zaken internationaal zichtbaar te maken. De communities, de burgemeesters zijn juist heel belangrijk, want daar ontstaat het vertrouwen om onverwachte dingen te doen. Vernieuwing is altijd een beetje eng en in die communities ontstaat het vertrouwen om op nieuwe manieren samen te werken. Ook dit keer sprongen er een aantal punten uit. Deze nemen we mee naar volgende week:

Estafette: Wat nemen we mee naar de volgende dialoog die zal plaats vinden op 13 oktober over SDG 5 (Sex ongelijkheid) en SDG 16 (Vrede en Sterke instituties).

  • Het belang van het creëren van een support netwerk om zo kleine duurzame ondernemingen en grass-roots initiatieven de kans te bieden om zich te richten op waarvoor ze opgericht zijn.
  • Het besef dat de SDG’s in samenhang moeten worden gezien en niet als losse onderdelen. Daar waar er sprake is van losse onderdelen (zoals bij oceanen, SDG 14 en rivieren SDG 6) moeten we dat zien te doorbreken.
  • “Be like water”, wees flexibel, ga mee met de flow, zoek de verbinding, blijf stromen en vernieuw je steeds opnieuw. Dan kom je ook uit je silo. Het stroomgebied van water verbindt hele ecosystemen en last zien dat de kwaliteit van leven sterk van elkaar afhangt.
  • Out of the box denken en onverwachte coalities creëren (zoals de Maas Burgemeesters of de financiële coalitie van Caroline van Leenders). Onverwachte coalities versterken het landschap. Deze doorbreken de harde conceptuele grenzen en brengen nieuwe verbindingen aan.
  • Het onderwijs kan veel verbeteren als het de leerling als uitgangspunt neemt, duurzaamheid integraal omarmt en de vraag beantwoord waar we nu precies mee bezig zijn; kinderen laten kennismaken met de relevante kennis en vaardigheden voor hun toekomst en ze in staat stellen het grotere geheel te zien.

Er staan nog twee dialogen rondom SDGs en Corona op de planning:

13 okt: Dialoog op Dinsdag #8; SDG 5 Sexe gelijkheid en  SDG16 Vrede en Sterke instituties (starttijd 15.30)
27 okt: Afsluitende Round Table SDG 17 Partnerschappen (starttijd 15:00)

Giuseppe van der Helm over SDG 4 (Onderwijs) Beyond Corona

Giuseppe van der Helm, directeur van de coöperatie Leren voor Morgen en ook Earth Charter Vriend en Worldconnector, trad op als inspirator over onderwijs tijdens de Dialoog op Dinsdag op 29 september 2020. Lees op deze plek zijn blog, en onder deze link het volledige verslag van de Dialoog op Dinsda.

Onderwijs, wat het is en wat het moet zijn

Over onderwijs heeft iedereen wel een mening. Niet gek als je bedenkt dat we er allemaal mee te maken hadden, hebben, of weer mee te maken krijgen via onze kinderen en kleinkinderen. Al die meningen leiden echter zelden tot een nieuwe koers. En dat terwijl er enerzijds toch hele andere inzichten tot ons zijn gekomen, via de praktijk in andere landen of in andere tijden (Montessori, Dalton, Vrije Scholen). Anderzijds lijkt het soms dat de mogelijkheden van het huidige systeem onvoldoende worden benut. Een voorbeeld hiervan is het huidige systeem, dat ooit het Mammoetsysteem werd genoemd. Het grote voordeel daarvan was dat je gemakkelijk kon switchen tussen schooltypes. Na tientallen jaren zien we een splitsing tussen VMBO en HAVO/VWO, en constateren we dat schakelen zo moeilijk is. Duhh- misschien hadden we die muren niet moeten neerzetten?

Of kijk eens naar de Cito-toets- om gelijkheid te bevorderen is het advies van de docent leidend geworden. Nu we constateren dat dit alleen maar tot een grotere ongelijkheid leidt gaan we dit weer enigszins terugdraaien. Vind je het dan gek dat veranderingen als lastig worden gezien?

En dan is er de politiek. Twee jaar geleden vond men het een fantastisch idee om nieuwe leerdoelen voor het Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) vast te laten stellen door docenten zelf. Let wel, alleen kennisdoelen, geen vaardigheden. Waarbij er zowaar naar de integratie van een aantal vakken gekeken werd. Na het eindrapport, twee jaar later, constateerde de politiek dat er onvoldoende naar vaardigheden was gekeken (duhh), er te weinig docenten bij betrokken waren (maar 150) en er vooral aandacht moest komen voor lezen en schrijven. En om de verwarring die hiermee ontstond te bestrijden, en vooral om de snelheid van verandering eruit te halen, werd er een commissie van wijzen ingesteld..

Een ervaren beleidsmaker in het MBO zei me vorig jaar: “Ons onderwijssysteem is erop ingericht om zoveel mogelijk studenten in zo kort mogelijke tijd tegen minimale kosten klaar te stomen voor een beperkt algemeen niveau.” Toen ik vroeg wat hij dan voorstelde, zei hij me dat de leerling het uitgangspunt moest zijn, niet het systeem. Nu gaan we nog teveel uit van beperkingen, in plaats van vaardigheden. We besteden veel aandacht aan de struikelvakken, in plaats van iemand te laten excelleren op de zaken waar hij of zij goed in is. Niet gek dat we als land achterlopen in innovatie.

En dan hebben we de olifant in de kamer nog niet genoemd: de omgeving. Want intussen smelt een miljoen ton ijs per minuut, en verdwijnen er 30 voetbalvelden regenwoud in diezelfde minuut. Twee derde van alle landdieren is verdwenen in 40 jaar, en van alle levende zoogdieren loopt nog maar 4% vrij rond. En om de ellende nog groter te maken gebeuren al die veranderingen niet langer lineair, maar exponentieel- iets waar we als soort niet kunnen begrijpen. Zoals we zien met de coronacrisis.

Wat is dan het doel van het onderwijs? Leren als in de 19e eeuw, waarin we opgeleid werden tot brave productiekrachten? Het doel is toch zeker het voorbereiden van onze kinderen op de maatschappij van de toekomst? Niet alleen om een baan te vinden en keurig economisch renderend menselijk kapitaal te vormen, maar ook om zich te ontwikkelen, tot bloei te komen en zich te leren verhouden tot anderen? Denk eens aan al die waterdruppels, die uiteindelijk toch een oceaan worden. En daarbij speelt kennis weliswaar een rol, maar nu die sterk verandert en overal te vinden is, zijn vaardigheden misschien wel belangrijker. Kritisch denken, waarden bewust zijn, verantwoordelijk handelen, samenwerken, creativiteit, ondernemerschap… Vaardigheden die we in deze tijd goed kunnen gebruiken, zeker als je ziet dat we van die verantwoordelijkheid, dat kritische denken en die samenwerking weinig terechtbrengen.

Duurzaamheid is niet een extra vak, terwijl het zou moeten gaat over het voorbereiden van onze kinderen op de toekomst. Duurzaamheid moet onderdeel worden van elk vak, en vak- en leerjaaroverstijgend zijn. We kijken daarbij integraal naar het onderwijs, volgens de ‘Whole School Approach’. En de SDG’s vormen daarbij, in ieder geval tot 2030, ons kompas.

De afgelopen 20 jaar is een grassroots beweging ontstaan, voornamelijk via docenten en Natuur en Milieu Educatie-centra. Al dat enthousiasme wordt vaak getemperd door bestaande structuren, kaders, methodes en verplichtingen. Nu is het zaak om duurzame ontwikkeling met de overheid, ouders, en vooral met schoolleiders en besturen te verankeren in niets minder dan een systeemverandering. Waarbij de tijd dringt. We kunnen de hulp van iedereen daarbij goed gebruiken. Ik ben benieuwd naar jullie gedachten hierover.