Alide Roerink in gesprek met Anne-Marie Rakhorst: Rijk, maar niet invloedrijk?

Boek Geld stuurt de wereld

‘Met 2300 miljard aan vermogen zijn we steenrijk in Nederland. Dan zijn we ongetwijfeld ook heel invloedrijk. Het eerste klopt, het tweede niet.’ Anne-Marie Rakhorst, ondernemer en vriend van het Earth Charter, dook in de wereld van het geld. Om uit te zoeken hoe we geld kunnen inzetten om duurzame doelen te realiseren. Ze schreef er een boek over Geld stuurt de wereld. ‘Omarm je geld en zet het in voor een betere toekomst.’

Lees het interview van Alide met Anne-Marie.

Wat was je motivatie om je nieuwste boek Geld stuurt de wereld te schrijven?
“Eind 2014 vloog ik naar Shanghai voor een bijzondere bijeenkomst. Voor een zaal met beursanalisten en assetmanagers mocht ik uitleggen wat ik versta onder duurzaam ondernemerschap en hoe de Cradle-to-Cradle-filosofie daarin past. Tijdens de voorbereiding en door de gesprekken achteraf, merkte ik dat de financiële kant van duurzaamheid wel heel weinig aandacht kreeg. Ook in Nederland. En dat terwijl we hartstikke rijk zijn én graag die circulaire toekomst willen. Wat is je pensioengeld tenslotte waard als de aarde straks onleefbaar is? De verkenning van die wereld, is Geld stuurt de wereld geworden. Ik hoop dat het boek de afstand tussen mens en geld verkleint. Je kunt geld inzetten om de toekomst beter te maken; en we hebben veel meer macht dan we zelf denken!”

Hoe sluit dit aan bij de waarden en doelen van het Earth Charter?
“In het boek ga ik op zoek naar hoe we ons geld voor onze duurzame doelen kunnen laten werken.
We zitten in het hart van een transitie. Van een lineaire economie gaan we over in een circulair model. Daarbij horen andere wetten en moeten we andere organisatievormen en verdienmodellen maken. Om te bepalen of je inderdaad te maken hebt met een duurzame belegging of beter: een belegging met impact, helpen de principes als die van het Earth Charter. Ze geven richting bij het bepalen of je met een duurzame onderneming te maken hebt. ‘Als ik hierin beleg, zet ik mijn geld in voor veiligheid, een gezonde leefomgeving, respect voor mensen of voor oprakende grondstoffen die ons leefgebied vervuilen?’ Je kunt met 3D-printen een wapen printen of een kunstnier. Waar investeer jij in?”

Tot welke belangrijkste inzichten ben je gekomen in jouw ontdekkingstocht in de wereld van beleggen en bankieren?
“Voor het boek sprak ik met financieel experts, pensioendeskundigen, toezichthouders, beleggers en bankiers. Ontzettend leuk en leerzaam! Een van mijn conclusies is dat we in Nederland eigenlijk alles in huis hebben om het centrum van Sustainable Finance in de wereld te worden. We hebben rijke pensioenfondsen, die nu al wereldwijd voorop lopen in duurzame beleggingen. We zijn sterk in duurzame research en analyse. En we hebben de opleidingen om veel jong talent te kunnen laten uitblinken. Zoveel kennis en geld trekt weer meer internationale vermogensbeheerders naar Nederland en kan een impuls geven aan banken om zich verder te specialiseren in duurzaamheid. Als we daarnaast nou ook wat meer van ons kapitaal in Nederland besteden aan ondernemers met innovatieve en duurzame ideeën, dan geeft dat onze circulaire economie een enorme boost!”

Jouw boek draagt bij aan het vergroten van de kennis en bewustzijn over de mogelijkheden waarop we ons geld voor de circulaire economie inzetten. Wat kunnen mensen concreet doen, naast het lezen van het boek, om de circulaire economie met hun geld te stimuleren?
“In Nederland hebben we samen een aantal zaken te regelen zodat meer geld naar duurzame ondernemingen en initiatieven gaat. Denk aan een Code voor Duurzaam Ondernemerschap, naar het voorbeeld van de Code Tabaksblat. Waar in de Code Tabaksblat is vastgelegd, aan welke basisvoorwaarden goed ondernemingsbestuur moet voldoen, spreken we in deze code af wat we onder duurzaam ondernemerschap verstaan. Ook als particulier kun je veel doen. We realiseren ons te weinig dat we heel invloedrijk kunnen zijn! Elke Nederlander die werkt is aangesloten bij een pensioenfonds en belegt. Misschien spaar je daarnaast of beleg je. Of je dat nu actief of passief doet: je hebt een stem. Stel vragen over het beleid van het bedrijf waar je in belegt of stel ze aan je adviseur. Net zo lang tot duidelijk is of je investering er één is voor een duurzame toekomst. Het is niet alleen hard nodig, maar ook erg leuk!”

Eind november 2015 verscheen Geld stuurt de wereld – Jij bepaalt de koers, het nieuwste boek van ondernemer, investeerder en publicist Anne-Marie Rakhorst. Meer informatie over het boek? Kijk op www.duurzaamheid.nl.

Ruud Lubbers: Terugblik op Klimaattop COP21

Ruud Lubbers

 

De historische doorbraak van het Klimaatakkoord van Parijs van 12 december jl. begon najaar 2014, toen de leiders van de G2 verklaarden “Parijs” tot een succes te willen maken. VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon was op dat monent al stevig op weg met zijn Post 2015 UN Sustainable Development Goals. Echter, steeds meer begon hij te benadrukken dat klimaatbeheersing daarbij de eerste prioriteit was.

Vervolgens verraste voorjaar 2015 Paus Franciscus de wereld met zijn Encycliek Laudato Si’. In dat document verklaarde hij het Handvest van de Aarde te beschouwen als de grondslag voor “Our Common Home”. Zelf ervoer ik dat als een toegespitst vervolg op “Our Common Future”. Zo gingen Ban Ki-Moon en de Paus als het ware hand in hand.

Dat werd in september bij de Algemene Vergadering van de VN, waarin het daadwerkelijk kwam tot de Post 2015 UN SDG’s, op een heel bijzondere wijze zichtbaar. Ban Ki-Moon nodigde daar Paus Franciscus uit als bijzondere gast en eerste spreker tussen al die regeringsleiders.

En parallel aan die alliantie tussen de VN en Paus Franciscus, als icoon van een toekomstgerichte spirituele beweging en daarmee hoop en inspiratie gevend aan wat men de civil society pleegt te noemen, werd in Parijs ook zichtbaar hoe de alliantie met het bedrijfsleven om daadwerkelijk tot klimaatbeheersing te komen gestalte had gekregen. Zeker, in Parijs waren het landen die tot een klimaatakkoord kwamen, maar parallel daaraan maakte de World Business Council for Sustainable Development zich zeer zichtbaar. Zo committeerde het internationale bedrijfsleven zich geloofwaardig aan klimaatbeheersing als de urgente uitdaging om met concrete mogelijkheden wereldwijd tot CO2-arme economieën te komen.

Dit is allemaal goed nieuws.

En eigenlijk bevat het COP21 Klimaatakkoord geen slecht nieuws. Voor nu was het het best mogelijke akkoord tussen al die landen, maar ik wil erop wijzen dat het slechts de eerste stap is.

Het is bijvoorbeeld veelbetekenend dat uit het concept de tekst betreffende scheep- en luchtvaart verdween. Daar was de wereld nog niet aan toe. Deze sectoren kennen krachtige branche-organisaties en lobbygroepen. Het is inderdaad dringend nodig tot intergouvernementele afspraken respectievelijk een klimaatakkoord in vervolg op Parijs te komen, maar dat al in Parijs te proberen zou alleen tot tandeloze tekst geleid hebben. Wel is Post 2015 nu dringend een actieplan geboden met periodieke concrete stappen om uiterlijk in 2030 het doel te bereiken.

Zo valt er in het akkoord ook niets te lezen over hoe bestuurlijk die CO2-arme economieën te realiseren. Ruw gesproken zijn er drie instrumenten: voorschriften (regelgeving), belastingen op fossiel en trading systems à la het Europese ETS. In de systematiek van het akkoord van Parijs worden de te maken keuzes aan de afzonderlijke landen overgelaten. Voor dit moment terecht! Eerst moest het tot dit algemene klimaatakkoord komen.

Maar intussen weten wij dat het bedrijfsleven en meer in het bijzonder de World Business Council for Sustainable Development, gezien de verreikende gevolgen voor handelspolitiek en werkgelegenheidsbeleid, een krachtig beroep op de regeringen doet; ieder van hen afzonderlijk en alle gezamenlijk worden opgeroepen om keuzes te maken. Ook op dat punt is Post Parijs nu dringend een actieplan nodig dat voortbouwt op het recente Klimaatakkoord.

Zulk een veeljarig actieplan vergt periodieke evaluaties en nieuwe commitments om stap-voor-stap de doelstellingen voor 2030 te halen. Een inspirerend voorbeeld daarvan werd al gegeven door Paul Polman, CEO van Unilever en lid van de SDG-commissie van Ban Ki-Moon. Polman verklaarde in Parijs dat Unilever alle energie die het gebruikt vanaf 2030 wil betrekken uit hernieuwbare bronnen (klimaatneutraal dus), en dat deze nieuwe doelstelling voor elektriciteit al geldt vanaf 2020.

Ten slotte wil ik in deze terugblik op Parijs, de geslaagde COP21, melden dat sinds het begin van deze eeuw het goedkoper worden van zonne-energie jaar in jaar uit zo indrukwekkend is gebleken – en het gaat maar steeds door – dat het uitfaseren van fossiel niet alleen vanwege het klimaat maar ook economisch geboden is. Het gaat dan inderdaad alleen nog om het tempo van de transitie en hoe financieel om te gaan met de “stranded fossil energy assets”. Intussen is de prijs van zonne-energie zo gedaald, dat opslaan t.b.v. optimaal gebruik (op het goede moment dus) en grensoverschrijdende netwerken (grids) meer en meer loont.

Ruud Lubbers, 16 december 2015

Klimaatgerechtigheid

In de opmaat naar de VN Klimaattop in Parijs – ook wel COP21 – is het tijd om een stevige oproep te doen voor klimaatgerechtigheid.

Met ‘klimaatgerechtigheid’ (Climate Justice) doel ik op een benadering van klimaatverandering als een ethische kwestie. Klimaatgerechtigheid houdt in dat de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering in relatie worden gebracht met rechtvaardigheid, zowel ecologisch als sociaal. Onderwerpen als gelijkwaardigheid, mensenrechten, collectieve rechten en historische verantwoordelijkheid zijn daarbij belangrijke overwegingen.  

Klimaatgerechtigheid houdt rekening met het feit dat de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, veelal in ontwikkelingslanden, het minst verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering in de wereld, en het hardst getroffen worden.

Klimaatgerechtigheid kijkt niet alleen naar maatregelen tegen klimaatverandering middels ‘mitigatie’ van uitstoot, maar ook naar mogelijkheden om kwetsbare bevolkingsgroepen te ondersteunen bij aanpassing aan de effecten van klimaatverandering.

Klimaatgerechtigheid wordt tenslotte ook gebruikt in relatie tot het juridische systeem, met behulp waarvan rechtvaardigheid wordt beoogd door wetgeving op het gebied van klimaatverandering.

Het Earth Charter biedt een breed gedragen mondiaal ethisch kader en bevat vele concrete aanknopingspunten voor klimaatgerechtigheid. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de opvatting dat ontwikkeling er niet om gaat – nadat aan de basisbehoeften is voldaan – almaar méér te willen hebben, maar veeleer meer te zíjn. Dit is een fundamenteel onderdeel van de culturele verandering die we nodig hebben bij de omslag naar een samenleving waarin gevaarlijke klimaatverandering wordt voorkomen. 

Geïnspireerd op het Earth Charter waren er recentelijk twee momenten waarop ik de gelegenheid kreeg om dit thema aan de kaak te stellen:

Het eerste moment was tijdens een bijeenkomst over klimaatverandering in Den Haag, georganiseerd door de werkgeversorganisatie VNO-NCW. Ik was uitgenodigd mijn visie te geven op de voorbereidingen op de Klimaattop, in het licht van het motto van 15 jaar Earth Charter: ‘One Earth Community, One Common Destiny’. In het kader van intergenerationele samenwerking nodigde ik Lavinia Warnars uit, mijn buddy bij de Young Club of Rome, sociaal ondernemer en één van de Earth Charter Vrienden. Ons verhaal was een oproep  om klimaatverandering vanuit de holistische benadering van het Earth Charter te bezien en voortaan klimaatgerechtigheid na te streven.

Het tweede moment is nu, met het delen van onderstaand verhaal van Irene Dankelman. Irene is ecoloog en internationaal onderzoeker en publicist rondom gender en klimaat en was te gast tijdens de viering van de seizoenswisseling – van zomer naar herfst – in mijn woonwerkgemeenschap de ‘Homüschumühl’. We genoten van een vegetarische en biologische seizoensmaaltijd, en van haar mooie maar alarmerende verhaal. Ze uit hierin haar zorgen én presenteert tegelijkertijd een hoopvol perspectief, geïnformeerd door het Earth Charter. Ik moedig je aan je reactie hieronder achter te laten, om jouw vragen en perspectief op klimaatgerechtigheid met ons te delen.  

Climate Justice knocks at our doors – we cannot hide away from it

Irene over klimaat “What should I tell you about the changes in our climate? Has not everything been said last year in the 5,000 pages of the reports of the Intergovernmental Panel on Climate Change (IPPC), to which 235 scientists contributed? Rising temperatures, heavy rains, dramatically dry seasons, and unpredictable weather, it is all documented and predicted in models and books. Phenomena resulting in excessive flooding and wildfires, intensified melting of ice and glaciers, dangerous sea level rise, coastal erosion and heat stress, and consequentially abrupt ànd long-term disasters.

What can I tell you about the scarcity of resources, the failing of crops, the cry for clean water? OR: What can they tell you, the thousands, the millions of people who experience the consequences in their daily lives, day after day? What can they tell you about their struggles and their rights? The women and men, the children, many of whom are living in poorer countries and regions. The people who do not have part in driving these changes, but who have to cope with all its consequences. There is no climate justice in what is happening: Those who suffer most, are those who have the least part in its causes.

Testimony: Satou Diouf, Village of Gadiag, Senegal (in: WEDO, 2008, p.26)

We the women are responsible for feeding our families. The bush has now become a desert shrub in my area and there is nowhere to go to fetch wood…..One day, unable to find enough wood after a long search, I used some branches to cook. Since the wood was not enough, I cut my plastic bassinette in pieces to fuel the fire. My bassinette was gone before I finished cooking. Then I took the wooden bench where I was seated and cut it to feed the fire. That was not enough. I also had to use my bed sheet for the fire so the food could cook. After serving the food, my mother-in-law refused to eat. She said she didn’t think food cooked with plastic bassinette and bed sheet was edible. I told her that if she doesn’t eat, the children would eat her portion. Still, she refused. (see: http://www.wedo.org/wp-content/uploads/hsn-study-final-may-20-2008.pdf, WEDO, 2008. Gender, Climate Change and Human Security: lessons from Bangladesh, Ghana and Senegal. Women’s Environment and Development Organisation, New York.)

Last week I attended a workshop in London of the project BRACED (Building Resilience and Adaptation to Climate Extremes and Disasters), and there again it was underlined by people from Uganda, Sudan, Chad, Myanmar and Burkina Faso: it are often the most vulnerable, often women and children, who are affected most by the changes in climate they are facing – but at the same time they are crucial agents of change.

In Oxfam UK’s project Sisters on the Planet the lives of ordinary women and their families in different parts of the world are showcased. The annual monsoon rains in Bangladesh are getting heavier and more unpredictable. Few people can have encountered a force of nature quite like Sahena Begum. She was quite young when she was elected as chairperson of the local disaster committee. She listens to the news and shares weather information with the community. She helps the villagers and her children to prepare for new disasters. At first there was much resistance to her leadership role, but now she is well respected by her husband, and by the men and women in her village. She keeps on preparing the community for disasters in order to secure a safer future. (see: Oxfam UK, 2008; https://www.youtube.com/watch?v=WqYgDGy8Z4M )

What is happening in our atmosphere?

During the past 130 years temperatures went up by 0.9oC. [The past 30 years have been warmer than all decennia since 1850. Worldwide, also in the Netherlands, 2014 was the warmest year since  weather observations started in 1706, and with the summer we have had, we might even exceed that record.]  Concentrations of CO2 and methane [and laughing gas] in the atmosphere have increased to levels that have not been measured since the past 800,000 years. Since the pre-industrial time, concentrations of CO2 in the atmosphere have increased with 40% due to the burning of fossil fuels, but also because of changes in land-use (including deforestation, and increased cattle rearing). (see: www.ipcc.ch)

What is needed?

Although by now almost everybody knows that climate change is mainly (hu)manmade, the measures taken so far are still haphazard and predominantly voluntary in nature.  We – or rather our governments – have agreed  in 2010, that the world should stay below the 2oC increase in temperature (compared to the situation in 1990). For many communities even that 2 degrees limit seems to come with major suffering and distress. For small island states, such as Vanuatu, for example, even an increase of  1.5oC seems to be too much, sea level rise and storm surges will overflow their land and evacuation plans are on alert continuously.

In order to stay below the 2oC limit, emissions of greenhouse gases have to get down dramatically. This means that we need a major shift in the ways we are moving, producing, communicating and warming (or cooling) ourselves. A shift to carbon-poor economies and societies is crucial. This implies not only a spectacular move towards sustainable, alternative energy-production, but first and foremost a massive saving of (our use of) energy. And we most safe our forests and prevent them from being cut or burned down or ‘cattled over’.

Since 2011 my country the Netherlands (and I am sure Germany does the same), follows the EU with its development of a climate-neutral strategic plan and signed an Energy Agreement with multiple stakeholders in 2014. This requires major investments in sustainable technology and making these available and applicable in all sectors of society. But it also demands a major level of societal awareness and support. One wonders if the implementation of these plans is really on track and if we are well aware of what steps have being taken so far?  For example: Did you know that in 2014 the UN Decade for Sustainable Energy for All (SE4All, 2014-2024) started? And what are we actually contributing to that process?

What is at stake in Paris?

The United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) – that was agreed in Rio in 1992 – says it as follows: “We have to prevent dangerous interference with the climate system.”

Although the 2 degrees limit was globally agreed, also at that level we are running behind in its realisation. That is why governments agreed in Durban in 2011 to hold a Climate Summit in Paris end of this year (2015). This is needed because the only binding protocol we have to reduce our emissions, the Kyoto Protocol,  is limited in scope and will expire in 2020 (after an extension).

Success of the UNFCCC Climate Conference in Paris (COP21) depends on the following four pillars:

  • A strong universal climate agreement/convention for 2020 and onwards;
  • Adequate and guaranteed national contributions (pledges) towards the aims of the Convention;
  • Strengthened/enhanced joint action of governments at all levels (so not only national but also local governments/municipalities) and a broad spectrum of stakeholders;
  • And last but not least: increased and adequate funding for mitigation and adaptation actions, particularly in developing countries.

What is happening?

Around the world innumerable local initiatives have been taken to enhance sustainable energy use. For example the organization Solar Sisters, a collective of 1,200 small enterprises working on solar energy, supplies 200,000 users. Solar Sisters tries to tackle energy poverty (a major problem in many developing countries) and at the same time strengthens the economic chances of women. Through ‘light, hope and opportunities’ selling points women [supply] solar lamps and cooking technologies in very isolated communities in Uganda, Tanzania and Rwanda. A similar initiative by Kopernik in Indonesia results in Ms. Ibu Leny in Kalimantan saying: “My household used to utilize two kerosene lamps every night prior to purchasing the daylight solar light. But now, I don’t need my kerosene lamps anymore. I save up to Rp.110,000 (approximately US$10) per month on kerosene, which I use to buy rice, and fuel for my husband’s boat”.

In the Netherlands  advocacy organizations such as URGENDA, are active, that hold our government accountable by its filing of a case against governmental policies. Municipalities are active as well: in Nijmegen we have Power2Nijmegen, which intends to make the city climate neutral in 30 years time, by 2045, through co-creation with many stakeholders around energy saving and sustainable energy. In Nijmegen the collective WindPowerNijmegen will supply 7,000 households with wind energy.

During the ICLEI (Local Governments for Sustainability) World Congress in April 2015 36 mayors of big to medium-sized cities signed the Compact of Mayors, and ICLEI launched its ‘Transformative Action Program’ (TAP) to enhance climate action at local and subnational level; the TAP has already received over 100 applications from cities around the world.

The Challenge is our hands:  

Next to the many actions in support of the thousands of refugees that enter Europe these days,  it is also  World Peace Week  and the UN Summit on the Post-2015 agenda (Sustainable Development Goals) is going on. Let’s finish this talk with the Earth Charter (2000). Its preamble says : “We stand at a critical moment in Earth’s history, a time when humanity must choose its future. As the world becomes increasingly interdependent and fragile, the future at once holds great peril and great promise. To move forward we must recognize that in the midst of a magnificent diversity of cultures and life forms we are one human family and one Earth community with a common destiny. We must join together to bring forth a sustainable global society founded on respect for nature, universal human rights, economic justice, and a culture of peace. Towards this end, it is imperative that we, the peoples of Earth, declare our responsibility to one another, to the greater community of life, and to future generations.”

Irene Dankelman  Homüschemühl, Keeken, Germany, 20 September 2015

Pauselijke encycliek en 15 jaar Earth Charter

paus-franciscus

 

 

 

 

Nadenkend over 15 jaar Earth Charter zie ik veel overeenkomsten met de waarden die door Franciscus van Assisi werden onderwezen. De heilige Franciscus was de eerste die in overeenstemming leefde met de waarden die vervat zijn in het Earth Charter, lang voordat het Earth Charter als document werd geschreven. Nu, na zoveel eeuwen, zijn deze waarden noodzakelijker dan ooit. Waarden als logica en macht lijken achterhaald. Volgens Franciscus moeten we ons richten op relevante kwaliteiten zoals zelfkennis, bescheidenheid en mededogen. Deze leiden tot authentiek gedrag en dienen het milieu, de aarde en de gemeenschap als geheel.

De heilige Franciscus was een inspirerende leider die met liefde en mededogen zijn broederschap leidde in extreme eenvoud. Hij toonde de wereld hoeveel kracht er schuilt in zachte waarden als ze geleefd worden in het persoonlijke leven. Deze authentieke franciscaanse waarden worden ook benadrukt door paus Franciscus in zijn brief van 18 juni 2015, de pauselijke encycliek over het milieu, ‘Laudato Si: Over de zorg voor ons gemeenschappelijk huis’. In deze brief doet paus Franciscus een beroep op ons allen als het gaat om klimaatverandering en bescherming van het milieu. Hij verwijst naar de aarde als ‘ons gemeenschappelijk huis’; in feite, zoals gezegd wordt in het Earth Charter, als onze gemeenschappelijke bestemming.

We kunnen ons zowel door de heilige Franciscus als door paus Franciscus gesterkt voelen in onze zorg voor de aarde en allen die in armoede leven. De dringende boodschap van de pauselijke encycliek moet een nieuw bewustzijn in ons wekken. We zijn als mens verwant aan de aarde. De aarde is ons enige huis. Dit zou tot een zorgzame, dienstbare houding moeten leiden. Naar de woorden van Angaangaq Angakkorsuaq, shamaan, stamoudste van de Kalaallit-Eskimo’s in Groenland: ‘Het grote ijs smelt en we kunnen er niets aan doen. Het enige wat we kunnen doen, is het ijs in de harten van de mensen laten smelten.’ We moeten zien, horen en voelen met ons hart, om te kunnen handelen met hart voor de aarde en alle levende wezens.

Vanuit deze visie vierden wij maandag 29 juni het 15 jarig bestaan van Earth Charter in conferentie centrum Zonheuvel in Doorn

Brigitte van Baren

Kunnen we de toekomst herinneren?

half schillderij mondriaan

 

 

 

 

 

 

 

Als de toekomst begint wanneer het verleden eindigt, zijn wij mensen dan wellicht dat ogenblik ertussen waarin die ene keuze valt die steeds langer duren kan? Duurzaam in relatie met de ander, duurzaam in verbinding met de Aarde, duurzaam in verbinding met onszelf.

Onderwijs, gezondheidszorg, landbouw en voeding zijn een aantal domeinen die voortdurend vragen om vernieuwing. Niet voor over een maand of jaar of voor 2032, nee liever voor gisteren. Maar goed wanneer we ons dat vandaag herinneren wat gisteren vanuit de toekomst gevraagd werd dan is dat ogenblik nu, vandaag, aangebroken om het goede te doen!
Kunstenaars en ontwerpers hebben vaak intuïtief een gevoel voor wat de toekomst hen wil aanreiken. Ze zijn meestal niet door (economisch) regelgeving ingesponnen. Beweeglijk en open naar wat op hen afkomt. De toekomst die voor hen niet zelden in de natuur te vinden is; natuurlijke veerkracht die maakt dat iedere dag weer nieuw verschijnt. Ook complexiteit wordt vaak in de natuur herkend. Het leven heeft z’n eigen organische wetten, nooit bedacht, cyclisch en in samenhang. Voor systemische veranderingen komt hier veel inspiratie uit voort. Het is niet voor niets dat het Earth Charter als eerste vraagt om met respect en zorg alle levensvormen tegemoet te treden. Ze bevatten een levende toekomst die we iedere keer opnieuw kunnen herinneren. Een curriculum voor de hele mens; een basis voor holistische gezondheidszorg; een integrale visie op landbouw en voeding. Het alledaagse roept ons op om als kunstenaars beweeglijk en open de abstracte, systemen om te vormen; toekomstig te herinneren wat het leven zelf ons te leren heeft. Ecologisch integer naar de Aarde, sociaal en rechtvaardig naar de ander en in vrede met onszelf. Meerdimensionaal en gelijktijdig. Zo wordt opvoedkunde weer tot opvoedkunst, geneeskunde weer tot geneeskunst; niet getoetst aan gisteren, maar iedere keer weer voor de dag die volgt na morgen. Waartoe? Voor de vreugdevolle viering van het leven! De Aarde houdt ons immers in z’n grote diversiteit en schoonheid samen; One Earth community, One Common destiny.

Op 29 juni mogen we alweer het vijftienjarig bestaan van het Earth Charter vieren. We organiseren een viering met internationale sprekers, spiritueel leiders en een deelprogramma in de natuur. Het programma is inhoudelijk, verbindend en vol feestvreugde! Ben je erbij? Je kan je hier nog een paar dagen inschrijven.

Ignaz Anderson

Doorbraak: de nieuwe “Well-being of Future Generations Act” van Wales

jan de venis

Copyright:  Dan Green

Tijdens de “Essential ingredients for a sustainable futureconferentie in Cardiff, Wales, werd op 29 april 2015 een vernieuwende wet gelanceerd: The Well-being of Future Generations Act. Het is de eerste in zijn soort en een enorme stap in de goede richting. The Well-being of Future Generations Act bestaat uit een set geïntegreerde welzijnsdoelen waarmee zorg gedragen wordt voor het welzijn van toekomstige generatie. Deze nieuwe wet ondersteunt het Earth Charter als kader voor duurzaamheid en roept op tot samenwerking om een duurzame mondiale samenleving te realiseren, gebaseerd op respect voor de natuur, universele mensenrechten, economische rechtvaardigheid en een cultuur van vrede. Precies zoals het in de Preambule van de EarthCharter staat. Ook dat wij daarbij onze verantwoordelijkheid jegens toekomstige generaties hebben te nemen.

Lees hier het volledige artikel over de conferentie en onze bijdrage vanuit Waterlex

 

 

Het Earth Charter als ethisch fundament voor de Sustainable Development Goals

un_globalgoal_still003

Gezamenlijk blog: Door Earth Charter Vrienden Ruud Lubbers, Alide Roerink en Lavinia Warnars

Het jaar 2015 biedt kansen op een nieuw begin. Voor burgers, bedrijven en de internationale gemeenschap, om in samenwerking en hernieuwd enthousiasme gedeelde principes en doelen tot leven te brengen en daadwerkelijk te realiseren. Het Earth Charter, precies 15 jaar geleden gelanceerd, vertegenwoordigt de gedeelde principes en waarden die nodig zijn voor de omslag naar een duurzame wereld. Onder het motto ‘One Earth Community. One Common Destiny’ wordt dit jubileum in 2015 gevierd. De viering heeft tot doel het besef van universele verantwoordelijkheid aan te moedigen. Om met de eerste zinnen uit het Earth Charter te spreken

“Wij bevinden ons op een kritiek moment in de geschiedenis van de Aarde, een tijd waarin de mensheid haar toekomst moet kiezen. Nu de wereld steeds meer verweven, onderling afhankelijk en kwetsbaar wordt, houdt de toekomst zowel grote gevaren als grote beloftes in. Om vooruit te gaan, dienen wij te erkennen dat wij temidden van een schitterende verscheidenheid aan culturen en levensvormen één menselijke familie vormen en één Aardse gemeenschap met een gemeenschappelijke bestemming. Wij moeten ons verenigen om een duurzame mondiale samenleving te realiseren, gebaseerd op respect voor de natuur, universele mensenrechten, economische rechtvaardigheid en een cultuur van vrede. Daartoe is het een vereiste dat wij, de volkeren van de Aarde, onze verantwoordelijkheid jegens elkaar, jegens de grotere levensgemeenschap en jegens de toekomstige generaties openlijk uitspreken.” – Preambule Earth Charter

2015 is ook het jaar waarin de Verenigde Naties overeenstemming hopen te bereiken over een nieuwe ontwikkelingsagenda, onder de noemer ‘Sustainable Development Goals’ (SDGs). Het ziet ernaar uit dat er 17 duurzaamheidsdoelen zullen komen, die universeel – in ‘Noord’ en ‘Zuid’, ‘Oost’ en ‘West’ – nageleefd moeten worden. Dat is een keuze voor duurzaamheid, in combinatie met armoedebestrijding en het aanpakken van ongelijkheid. De VN-topconferentie over financiering van de duurzaamheidsdoelen, welke in juli plaatsvindt in Addis Abeba, vormt een belangrijke voorbereiding op de Duurzaamheidstop in New York in september. Om tenslotte uit te komen in Parijs, bij de VN Klimaatconferentie in december.

Ook de VS en China hebben afgelopen najaar een opmerkelijk initiatief genomen, op weg naar de VN Klimaatconferentie in Parijs. De VS, als technologisch meest ontwikkelde economie, en China als de demografisch grootste en snelst groeiende, hebben besloten omwille van de dreigende en nu al scherp zichtbare klimaatverandering samen te gaan werken als G2.

De Europese Unie wil bovendien met haar Energie-Unie invulling geven aan het begrip CO2-arme economieën. Dit biedt perspectieven voor samenwerking tussen Brussel en Moskou.

Dit belangrijke jaar biedt daarom veel ingrediënten om te komen tot een daadwerkelijke mondiale doorbraak. Ons voorstel is daarbij het Earth Charter te hanteren als het kwalitatieve en ethische fundament voor de SDGs, verankerd in gedeelde waarden en principes, voortgekomen uit een wereldwijde participatieve dialoog.

Uit het rapport van Ban Ki-Moon over de SDGs, ‘The Road to Dignity’, blijkt dat er meerdere overeenkomsten zijn tussen de onderbouwing voor de SDGs en het Earth Charter. Hij schrijft bijvoorbeeld: ‘[…] they have called for holistic and integrated approaches to sustainable development that will guide humanity to live in harmony with the planet’s fragile ecosystems’ (UN General Assembly, 2014,p. 8/34.). Daarnaast wordt er ook voorzichtig verwezen naar spiritualiteit: ‘The stars are aligned for the world to take historic action to transform lives and protect the planet’ (UN General Assembly, 2014, p. 6/34). Als leidraad voor de SDGs wordt gekozen voor ‘A life of dignity for all’ waarbij de ecosystemen in tact moeten worden gehouden voor huidige en toekomstige generaties. Ten slotte wordt  ‘inclusiviteit’ benadrukt: iedereen doet mee. Belangrijk is dat alle stemmen gelden, ook die van jongeren, kinderen en toekomstige generaties.

We zien duidelijk overeenkomsten tussen het Earth Charter en de agenda voor de SDGs. Beiden staan voor een holistische aanpak. Maar we zien ook een aantal belangrijke aanvullende kwaliteiten. Het Earth Charter is een handvest waarin armoedebestrijding wordt gezien als een ethische, sociale en milieuverplichting. Het spreekt niet over percentages en streefcijfers of deadlines, maar is er in deeerste plaats als moreel kompas voor alle burgers en instituties, om zich eigen te maken en na te leven. Het Earth Charter beoogt verandering door bewustwording (‘een verandering van geest en hart’), terwijl de SDGs vooral gericht zijn op beleid en politieke maatregelen.

Hoe krachtig zou het zijn als het Earth Charter en de SDGs hand in hand gaan, om elkaar te versterken? Hoe veel groter de kans op een werkelijk nieuw begin? Wij nodigen iedereen uit om het Earth Charter en de SDGs beiden ter hand te nemen en op deze plek te delen welke kansen u ziet.

Cradle to cradle: een geweldige kans

Annemarie Rakhorst

In 2006 zag ik in één middag een nieuwe, duurzame wereld ontstaan. Een wereld van dynamiek, positivisme, van energie, van respect voor onze planeet en van grenzeloze kansen. Het was de wereld van chemicus Michael Braungart. Ik nam deel aan zijn workshop over zijn filosofie, Cradle to Cradle, en ik was om.

Michael Braungart schreef in 2006 samen met architect William McDonough het revolutionaire boek Cradle to Cradle. Het idee is dat alle grondstoffen en materialen opnieuw te gebruiken zijn, dat ons afval voedsel wordt in een oneindige kringloop. Een gedachtegoed dat naadloos aansluit op het Earth Charter, om materialen die worden gebruikt in productie- en consumptiesystemen te hergebruiken. Afval verandert op die manier van restproduct in een grondstof.

Die omslag komt niet vanzelf. Het vraagt een andere manier van denken: van lineair (cradle to grave) naar circulair (cradle to cradle; zie ook mijn vorige blog). Dit is niet alleen een uitdaging, maar ook een enorme kans. Vooral voor ondernemers. Zij zijn in staat producten intelligenter te ontwerpen en productieprocessen  schoon in te richten. Ze zorgen voor producten die iets positiefs toevoegen aan onze omgeving, in plaats van producten die ‘minder schadelijk’ zijn. Dit levert niet alleen winst op voor de ondernemer, maar ook voor mens én milieu. Een geweldige kans waarmee ondernemers hun meerwaarde kunnen tonen.
Een mooi initiatief op dat vlak is Fashion positive, van het Cradle to Cradle Products Innovation Institute. Het eerste programma dat kledingmerken, ontwerpers en leveranciers helpt om samen de productie van kleding te verbeteren. Welke grondstoffen worden bijvoorbeeld gebruikt en waar gaat kleding naartoe als deze ‘afgedragen’ is? Het doel is om te zorgen voor een positieve impact op het milieu, de economie en de maatschappij. Om zo een duurzame verandering in de kledingindustrie en de wereld teweeg te brengen.

Ook het sportmerk PUMA loopt voorop. Onder de naam Incycle hebben zij een Cradle to Cradle-productlijn, waaronder een composteerbare sneaker. Die sportschoen is vergeleken met een ‘gewoon’ PUMA exemplaar, zodat we een beeld krijgen van de effecten. En dat zijn niet de minste. Zo heeft de circulaire variant 87% minder impact op het milieu, wordt er 48% minder energie gebruikt en iets meer dan de helft (51%) minder water. Die laatste twee hebben uiteraard een direct effect op de energiekosten. Geld dat het bedrijf veel zinvoller kan besteden dan aan fossiele brandstoffen.

Deze voorbeelden laten zien hoe juist ondernemers kunnen bijdragen aan een betere wereld. Cradle to Cradle bezig zijn, daagt ondernemers uit om hun producten voortdurend te verbeteren. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de wereld en de economie van de toekomst. Let’s cradle!

P.S. Nieuwsgierig naar meer Cradle to Cradle-voorbeelden? Van Michael Braungart en William McDonough verscheen het boek De Upcycle. Een boek vol inspirerende voorbeelden van circulair denken.

Mijn boodschap tijdens het Future Fields debat over Circulaire Economie

future fieldsOp 20 januari sprak ik op het Future Fields Event van Avans hogeschool in Breda. Circulaire Economie stond centraal als thema. Deze impressiefilm geeft weer dat het een interessante, bruizende dag was. Hieronder kunt u lezen hoe ik mij heb uitgesproken tijdens het debat:

One Earth Community One Common Destiny

In het begin van dit jaar spreek ik op uitnodiging van Avans graag samen met Anne-Marie Rakhorst, ondernemer, oprichter van Search en initiatiefnemer van Duurzaamheid.nl.

Iedere vijf jaar vieren wij de lancering van het Earth Charter dat in het jaar 2000 in het Vredespaleis werd gelanceerd. We vierden 5 jaar, 10 jaar en nu dan 15 jaar Earth Charter. Het Earth Charter heeft kracht om een aantal redenen, ik noem er hier 3:

  • Het omvat waarden en principes en acties voor duurzaamheid, die zijn verwoord in het kader van de grootste en meest inclusieve dialoog wereldwijd die er tot op dat moment ooit gehouden was. Mensen van alle achtergronden en in alle delen van de wereld waren betrokken. Zo werd en is het een ‘People’s  Document’.
  • Het Earth Charter kan door iedereen worden gehanteerd (individuen, maar ook organisaties, bedrijven, overheden en in de politiek) als moreel kompas of gids om de omslag te maken naar een duurzame en rechtvaardige levensstijl. Dat People’s document is zo voluit bruikbaar in Nederland.
  • Ook als mondiaal inspiratiekader is het Earth Charter van belang omdat het de volgende stap is volgend op het VN Charter en de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens. Tot op dat moment was er nog geen internationale overeenkomst over de relatie van de mens tot de Aarde, de grotere leefomgeving (de Community of Life). Het motto van 15 jaar Earth Charter is dan ook: ‘One Earth Community. One Common Destiny’.

Bij iedere viering van 5 jaar Earth Charter zie ik dat het Earth Charter weer meer mensen, jongeren, tot nieuwe initiatieven brengt om Our Common Future gestalte te geven.Het Earth Charter inspireert, maar de invulling is iets van jou persoonlijk.

In het Handvest staat letterlijk te lezen dat de weg voorwaarts alleen effectief doeltreffend is als de wereld van de politiek samen met die van het bedrijfsleven en die van burgerinitiatieven elkaar aanvullen. Dat zien wij gelukkig bij steeds meer Corporate Social Responsibility. Dat is echt in opmars. Denk aan Paul Polman van Unilever en Feike Sijbesma van DSM.

Maar nog bemoedigender zijn de radicale initiatieven van onderop. Ik noem Recycling en Cradle to Cradle. Sociaal Ondernemen en talrijke burgerinitiatieven die blijken houdbaar én creatief.

Soms heb ik de indruk dat de wereld, de economie, van onderop nu echt begint te bewegen. Een praktisch voorbeeld is dat de enorme hoeveelheden afval wereldwijd steeds meer tot nieuwe ideeën leiden. Een ander voorbeeld is dat de VN het jaar 2015 uitriep tot internationaal jaar van de Bodem. Goed om stil te staan bij de lange weg die afgelegd moest worden om tot verantwoorde landbouwproducten te komen en duurzame handelsketens. Lucas Simons schreef er een prachtig boek over ‘Changing the Food Game’. Het sluitstuk lijkt mij om in combinatie met de zorg om de Aarde te voorkomen dat mensen in ontwikkelingslanden worden uitgebuit. Met een eerlijk inkomen zal het voor boerenzonen en -dochters niet lonen naar de stad te trekken; althans niet allemaal. Om dit te realiseren zullen we de ‘Echte Prijs’ moeten gaan betalen, in feite werkelijk gaan doen wat in het Earth Charter staat verwoord bij principe 7d. “Verwerk de totale milieukosten en sociale kosten van goederen en diensten in de verkoopprijs en stel consumenten in de gelegenheid producten te herkennen die voldoen aan de hoogste sociale- en milieunormen”.

2015 zal ook in het teken staan van een wereldwijde gemeenschappelijke beheersing van klimaatverandering. Dat gaat om de omslag naar een CO2-arme economie. Tot voor kort dachten velen dat dit een probleem voor de toekomst is; langzame temperatuurstijging en geleidelijk hogere waterstanden in de oceanen; nu weten wij dat droogtes en overstromingen nu al zichtbaar maken dat de mensheid begonnen is de natuur krachtig te ontregelen. De weg naar een CO2-arme economie moet dus nu ingeslagen worden. Het is dringend. Daarbij moet ons continent Europa, en ons land Nederland, het voortouw durven nemen; zichtbaar maken wat kan en die kennis delen; wereldwijd naar al die volkeren die nog minder ontwikkeld zijn; minder diplomatieke conferenties en meer doen van onderop en die kennis delen. Dat is ontwikkelingssamenwerking nieuwe stijl.

Het Handvest van de Aarde spreekt zich duidelijk uit ten gunste van Duurzaamheid en Diversiteit. Zo weet ik mij ook deel van een kleurrijke wereld en een kleurrijk land. Tegelijk wil ik met u een ogenblik nemen voor wat ik acht de bottomline wereldwijd van onze waarden te zijn. Dan heb ik het over de universele rechten van de mens; universeel ongeacht ras, kleur, gender of geloof dus. De rechten van de mens maken integraal onderdeel uit van het Earth Charter. Die Universele Verklaring van de Rechten van de Mens kwam tot stand tegelijk met de afschaffing van koloniën en in vervolg op de afschaffing van slavernij. Heel lang is dat als vanzelf als ondergrens van beschaving gezien.Een Republiek als Indonesië weet dat een zeer groot deel van haar inwoners moslims zijn, maar toch ook daar geldt de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Dat staat in contrast met de Islamic State en aanverwante organisaties die zeggen geen boodschap te hebben aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens; sterker, die bewust flagrant schenden. Die organisaties gaan machtsbewust terug in beschaving; naar vóór die Universele Verklaring. Zij plaatsen zich zo buiten de mensheid als geheel die gaat voor Our Common Future.

Als men geen boodschap wil hebben aan compassie en rechten van de mens; sterker, zijn volgelingen zo zonder liefde, compassie en rechten van de mens disciplineert, stelt men zich buiten de volkerengemeenschap en wie daar voor gaat verspeelt zijn burgerrechten. Dat moet duidelijk zijn.

Tegelijk moeten wij ons niet door deze duivel laten ketenen; eraan toegeven dat hij onze inzet ten goede verlamt. Daarom wil ik ondanks deze zorgen wijzen op het voornaamste instrument en opdracht van het Handvest van de Aarde: dat is de vreugdevolle viering van het leven.

Tenslotte een enkel woord over wat er gebeurde tussen Earth Charter +10 en nu (+15). Internationaal wijs ik dan op wat in San José, Costa Rica, tot stand kwam; een prachtig Handvest van de Aarde educatiecentrum, een Unesco chair; maar ook nationaal hier in Nederland een hechte verbinding en samenwerking met onderwijs; hier bij en met Avans, maar ook met en door Iona in Amsterdam, antroposofisch van oorsprong breed verbonden met onderwijs en nu Vriend van het Handvest van de Aarde omdat het gaat om Our Common Future. Van Earth Charter +5 naar +10 zijn wij dus naar onderwijs gegaan en dat zal bij Earth Charter+15 meer gestalte krijgen.

De eerste decade of Education for Sustainable Development zit er alweer op en de V.N. zal in september besluiten over de Sustainable Development Goals (SDG’s) als follow-up op de Millenniumdoelen vanaf 2015. Die agenda is breed. Het is in ieder geval een inspanning om volkeren en landen in verschillende fases van ontwikkeling samen te binden in solidariteit en toekomstgerichtheid. Het Earth Charter kan daarbij als kompas dienen; een ethisch fundament onder de SDG’s.

In Nederland zullen wij als Vrienden van het Handvest van de Aarde voortgaand samenwerken met de Worldconnectors die het Post 2015 Charter tot stand brachten. Dat Charter is gericht op samenwerking tussen alle partijen voor de SDG’s. Dit gebeurde samen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken namens alle Ministeries – onze regering dus. Ook dat is eigenlijk ontwikkelingssamenwerking nieuwe stijl. Wat wij in en vanuit Nederland als civil society aanreiken.

Transitie. Dat woord kent u allemaal. Simpel gezegd de regering bezuinigde. De samenleving is in transitie. Dat zijn wij; dat bent u. Transitie begint bij U, het is ook een wereldwijde opdracht.

Het proces voor de totstandkoming van het Earth Charter gaat langer terug, maar vanaf de lancering in 2000 is er in Nederland aan gewerkt om het onder de aandacht te brengen. Als Earth Charter Commissioner bracht ik indertijd het Handvest van de Aarde onder bij het NCDO; het Centrum voor Mondiaal Burgerschap, tot voor kort gefinancierd door BuZa. Het NCDO werd goeddeels wegbezuinigd, maar de Worldconnectors, nu als Vereniging, gaan door en zo ook de Vrienden van het Handvest van de Aarde. Het Earth Charter nodigt uit tot samenwerking, hand in hand, ieder naar eigen vermogen, maar wel samen om inhoud te geven aan Our Common Future; en dat in het bewustzijn dat de Aarde ons is toevertrouwd.

Na het debat op AVANS hogeschool werd ik geïnterviewd. Mocht u dit willen lezen dan kan dat hier

 

L’amour plus fort que la haine

Ook de Earth Charter Vrienden zijn geschokt door de afschuwelijke aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs.

Oud-premier Ruud Lubbers: “Woensdag nam mijn burgemeester Ahmed Aboutaleb, de eerste en inmiddels herkozen burgemeester van Marokkaanse komaf, publiekelijk duidelijk stelling tegen de afschuwelijke aanslag in Parijs. Hij sprak helder en overtuigend, in lijn met eerdere uitspraken. Hij deed dat als burgemeester van Rotterdam, maar duidelijk ook als vooraanstaand moslim in Nederland. Als Ruud Lubbers ben ik trots op hem en als Vriend van het Earth Charter hoop ik vurig dat hij zo alle moslims van goede wille mobiliseert.”

Ik voeg daar graag nog aan toe: omdat we één Aarde-gemeenschap zijn met één gemeenschappelijke bestemming, is het van belang stelling te nemen tegen de aanslag die op 7 januari in Parijs is gepleegd. Laten we onze stem horen in solidariteit en eenheid om op te komen voor persvrijheid, diversiteit en respect. Onze gezamenlijke stemmen zullen doorklinken en luider zijn dan de oproep voor haat en geweld. Om met het Earth Charter te spreken: bescherm de rechten op vrijheid van meningsuiting, expressie, vreedzame vergadering, vereniging en een afwijkende mening.

Sluit je aan bij de oproep van Avaaz om ook stelling te nemen vóór vrijheid van expressie, vreedzaamheid en eenheid in diversiteit. Want zoals Charlie Hebdo eerder eens schreef: l’amour plus fort qua la haine.